KNLC kommentaar Erfpachtrecht en fiskus «fa Lezen en ter harte nemen Honger en overschotten Meditatie bij de dankdag voor gewas en arbeid over Psalm 67 Erfpacht is in de afgelopen jaren steeds meer naar voren gekomen als rechtsvorm bij het gebruik van landbouwgrond. Het is een rechtsfiguur die eigenlijk tussen pacht en eigendom instaat en die overeenkomsten vertoont met eigendom. Dat heeft konsekwenties op fiskaal terrein. Zo krijgt een erfpachter bij belastingheffing op een aantal punten met dezelfde problematiek te maken als een eigenaar. Een zaak die lang niet altijd voldoende de aandacht krijgt. De fiskale konsekwenties hangen ten nauwste samen met de waarde die aan het erfpacht recht kan worden toegekend. Het gaat hierbij immers om een langdurig, zakelijk gebruiks recht, dat in principe verhandelbaar is. Van de waarde die het recht op grond daarvan heeft is de heffing van vermogensbelasting afhankelijk, maar ook de eventuele betaling van inkomstenbelasting of de toepassing van de suksessiewet bij overdracht of vererving van erfpachtrecht. Verder is voor de verschuldigde overdrachtsbelasting bij verkoop van erfpachtrecht de waarde daarvan eveneens van belang. Met name bij de overdracht van erf pachtrecht in de familiesfeer (be drijfsopvolging) is er nogal eens ver schil van mening met de fiskus over de waarde van het recht. In de afge lopen jaren leidde dit tot een aantal procedures voor de belastingrechter over aanslagen voor inkomsten- en vermogensbelasting. Ook zijn er aanslagen voor suksessierecht niet afgehandeld, in afwachting van uit spraken in deze procedures. Deze blijven echter nog maar steeds uit. Het gevolg is, dat er nu al jarenlang grote onzekerheid is over de juiste fiskale konsekwenties van erfpacht- recht. Vermogens- en inkomstenbelasting Wel staat inmiddels vast, dat de waarde van het erfpachtrecht bij de vaststelling van het vermogen waar over vermogensbelasting verschul digd is, niet buiten beschouwing kan blijven. Over de hoogte van de waarde lopen de meningen uiteen. Voor de inkomstenbelasting stelt de fiskus, dat een erfpachtrecht bij de verkrijging een zekere waarde verte genwoordigt; ook al wordt daarvoor niet betaald. Als >regel komt deze "beginwaarde" dan niet in de boek houding voor. Maar toch wordt daarmee door de fiskus rekening ge houden bij de vaststelling van de winst en de belastingheffing daar over, als het erfpachtrecht later wordt overgedragen. Daarbij doet het er naar de mening van de belastdienst niet toe, of er voor de overname van het erfpacht- recht wel of niet wat wordt betaald. Ook al willen b.v. de ouders bij de bedrijfsoverdracht het erfpachtrecht voor niets overdragen aan een op volger, dan nog is de fiskus van me ning, dat er belasting geheven moet worden. Alleen als de zgn. "door- schuifregeling" (doorschuiven van het gehele bedrijf tegen de boek waarde naar de opvolger) wordt toe gepast kan men deze belastinghef fing ontlopen. Overigens worden er met name tegen de waardering van het erfpachtrecht, als het om niet overgaat, procedures gevoerd. Wordt er wel voor de verkrijging van een erfpachtrecht betaald, dan zal dat bedrag in de balans opgenomen worden. Gaat het om een tijdelijk erfpachtrecht, dus een recht dat een bepaald aantal jaren duurt, dan mag er op deze post worden afgeschreven. Wordt er op erfpachtrecht bij over dracht winst gemaakt als gevolg van waardeveranderingen in de loop van de jaren, dan gelden daarvoor (ook Een lied, dat bij uitstek past bij de viering van de dankdag voor gewas en arbeid, is Psalm 67. Een lied over ze gen en lof. Over Gods zegen voor ons en over de lof die deze zegen bij de volkeren losmaaktEigenlijk is het een Pinkster-psalm, daar immers het joodse Pinksteren vanouds een oogst feest is. Ook de dankdag is een oogst feest, een dag, waarop we het vieren, dat de aarde haar gewas heeft gegeven, dat ons werk en onze inspanningen vruchten hebben afgeworpen. Een mens gaat daar altijd maar zo ge makkelijk vanuit: dat het leven er is en dat het doorgaat. Geslachten gaan en geslachten komen en het wiel der seizoenen draait verder, vaak zonder dat je er erg in hebt: Wat vliegt de tijd!verzuchten we dan. En zoals bij bijna alles dat we voor vanzelfspre kend houden, terwijl het dat in wezen niet is, gebruiken we in het voorbij gaan telkens het woordje natuur lijk"Natuurlijk" heeft de aarde haar gewas gegeven; we hebben toch geploegd en gezaaid en bemest? "Na tuurlijk heb ik mijn loon ontvangen - ik heb er toch voor gewerkt? "Na tuurlijk gaat het leven verder en be reiden we ons al weer op het volgende jaar voor, plannen we al weer voor de toekomst van ons bedrijf. En "na tuurlijk" zullen er ook bedrijven zijn, die eronder door gaan, die failliet gaan omdat ze de wind tegen hebben; en "natuurlijk" zullen er ook dit jaar mensen aan de grens komen, die we allemaal vroeg of laat over moeten. Natuurlijk, - het is een woord, dat de neiging heeft, zichzelf te vermenigvul digen. Stilzwijgend groeit het ook in de kerk: "natuurlijk"brengen we God dank voor de oogst, "natuurlijk" zijn Vrijdag 23 november 1984 we blij met de genade die Hij ons schenkt. Dat alles behoort immers tot het leven, tot het bestaan. En tenslotte zeggen we: "Natuurlijk geloof ik wel in (een) God". Dan is God even van zelfsprekend geworden als het gewas dat op het land groeit, en Zijn genade niet wonderlijker dan de natuur om ons heen: het zijn gegevens waar we gewoon zijn mee te leven. Psalm 67 echter bevat een zo gezien merkwaardige wending: de zegen die God ons middels de natuur schenkt, wordt daar een bron van verwondering voor de volkeren. De zegen die ons langs natuurlijke weg ten deel viel, is een wonder in de ogen van buiten staanders. Ja, in zekere zin zien we dat wonder pas als we onszelf door hun ogen bekijken. Daar hebben we et- hiopische ogen voor nodig. Dan wordt ineens, en op een afschuwelijke ma nier, zichtbaar, dat God ons iets gege ven heeft, dat anderen niet hebben. En Hij heeft het ons niet gegeven om ons in de kerk dankbaar nog wat te laten mijmeren over de vraag: waarom wij wel en zij niet?, maar, zegt Ps. 67: "opdat men op aarde uw weg kenne". Juist daarom is het goed te bedenken, dat Psalm 67 een pinkster-psalm is. Ook op Pinksteren gaat het om een gave, die wij krijgen en waar anderen nog geen deel aan hebben. Nog niét. Want de gave van de Heilige Geest is daaraan te onderkennen, dat zij altijd aanstekelijk werkt; als God iets geeft, wekt dat nooit jaloersheid, maar om gekeerd, altijd verwondering en geest drift bij anderen. God schenkt ons de Heilige Geest, opdat wij de genade waarvan wij leven als wonder zullen erkennen en opdat anderen, ja ieder- als er bij de verkrijging niet voor het recht werd betaald) de regels voor de vrijstelling van winst op landbouw gronden. Suksessierecht en overdrachtsbelas ting Ingeval van vererving wordt door de Belastinginspekteur voor de bepa ling van het verschuldigde suksessie recht eveneens een waarde aan het erfpachtrecht toegekend. Daarbij wordt dezelfde waarde gehanteerd als die welke geldt voor de vermo gensbelasting. In principe is dat de zgn. "agrarische waarde" van het erfpachtrecht. Maar zoals hiervoor al is opgemerkt, is er nog weinig dui delijkheid over de hoogte waarop deze waarde moet worden gesteld. Bij vestiging, wijziging of overdracht van een zakelijk recht als erfpacht is overdrachtsbelasting verschuldigd, voorzover er geen sprake is van vrij stellingen op grond van de daarvoor geldende regels. Deze belasting (6%) wordt berekend over de "tegenpres tatie". Deze bestaat uit hetgeen eventueel voor het recht wordt be taald, alsmede het bedrag dat bere kend wordt door kapitalisatie van de jaarlijks verschuldigde canon. Met name dit laatste leidt er nogal eens toe, dat men achteraf "verrast" wordt met een aanzienlijk hoger bedrag aan overdrachtsbelasting dan waar op gerekend was. In het voorgaande is geprobeerd in grote lijnen iets te zeggen over een aantal fiskale aspekten van erfpacht. Het is niet meer dan een heel globaal beeld, zonder de pretentie volledig te zijn en zonder op finesses in te gaan, enkel bedoeld om nogeens de aan dacht op dit alles te vestigen. Wie in de praktijk met deze materie te ma ken krijgt, zal beslist de hulp van een belastingdeskundige nodig hebben om zich over één en ander goed te laten informeren. Vergeet dat niet! Sj. de Haan Vorige week las ik over de schrik van iemands leven. Een 59-jarige onder nemer belde de schrijver met die woorden op omdat hij bij het nazien van zijn belastingbiljet gezien had dat hij reeds bijna 130.000,- F.O.R.-re- serve had opgebouwd. En hij wist niet dat over dit bedrag een fiskale afre kening zou moeten plaats vinden. Waarna beide heren hebben vastges teld dat deelname aan de F.O.R. Fiskale Oudedags Reserve) het kwe ken van een verborgen belastingclaim is die te voorschijn komt bij bedrijfs beëindiging. Toen ik dit zo las kreeg ik het ook te kwaad. Is het anno 1984 echt nog een (immers: de volkeren) in onze vreugde zullen kunnen delen. Daarom zou ik ervoor willen pleiten de dank dag voor het gewas te vieren als een "pinksterdag in de herfst". Want zoals bij Pinksteren de opdracht behoort de grote daden des HEREN te verkondi gen, zo behoort bij de dankdag, dat we anderen, ja iedereen, immers de vol keren, laten delen in de zegen waar voor we God dankzeggen. Vanuit Pinksteren wordt ons duidelijk, dat God ons gaven schenkt om te worden doorgegeven. Het is met de Heilige Geest niet anders dan met de voort brengselen der natuur. God is niet on rechtvaardig, als Hij de een iets geeft wat Hij een ander niet heeft gegeven. Onrecht ontstaat slechts daar, waar mensen de zegen die hun ten deel valt als vanzelfsprekend, als "natuurlijk" aanvaarden en voor zichzelf houden. In een wereld waar voldoende voedsel wordt geproduceerd om iedereen te eten te geven, is dat iets om over na te denken. Komende week wordt er een nationale aktie via radio en televisie gehouden ten bate van de hongerende bevolking in met name de Sahel-strook in Afri ka. Beelden uit Ethiopië, uit Opper- Vclta en ook uit een dichtbevolkt land als Bangladesh worden ons de laatste tijd dagelijks voorgespiegeld. Soms worden we in hetzelfde journaal ook gekonfronteerd met de andere kant van de medaille; namelijk de over schotten van enkele belangrijke land- bouwprodukten binnen de Europese Gemeenschap en de pogingen om vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen. Velen vragen zich af of inzet van deze overproduktie in de EG niet de honger kan helpen oplossen. Tijdens inleidin gen wordt ook vanuit onze kring die vraag herhaaldelijk gesteld. Mijn antwoord is dan, dat er onderscheid gemaakt dient te worden tussen de korte en lange termijn. Op de korte termijn gaat het in feite om noodhulp die zoveel mogelijk mensenlevens kan redden. Uit de EG-voorraden kan dan zeker een belangrijke bijdrage worden geleverd. Wel dienen de kosten, die daar mee gepaard gaan niet op de landbouwbegroting te drukken, maar door de totale EG-bevolking gedragen te worden. Een verplichte voedselhulp- aktië, speciaal door Europese boeren zoals door EG-kommissaris Pisani is voorgesteld, wijs ik dan ook volstrekt of- Heel belangrijk is, dat de hulp voorts op zodanige wijze wordt verstrekt dat ze niet de ontwikkeling van de in landse landbouw in de betrokken ge bieden frustreert. Dat was bijvoor beeld in de jaren zestig met de aktie "Eten voor India het geval, waardoor de ontwikkeling van de Indiaanse landbouw een geduchte terugslag kreeg. Waar het uiteindelijk op aan komt, is dat de ontwikkeling van de eigen over geld en goed mogelijk dat een ondernemer pas op zijn aanslagbiljet Inkomstenbelas ting tot de ontdekking komt dat voor hem een F.O.R. is opgebouwd en dan voorts ook niet weet dat hierover te zijner tijd nog belasting betaald moet worden? Heeft deze onderne mer dan geen jaarstukken van zijn onderneming en een inkomensbere- kenipg van zijn persoonlijke om standigheden? En zo ja, waarom heeft hij deze stukken dan niet inge keken of waarom heeft hij het cijfer materiaal dan niet met de opsteller ervan besproken? Al deze werk zaamheden en berekeningen worden toch niet voor hem verricht om deze stukken bij ontvangst gelijk ongele zen in de kast te stoppen. Want het wil er bij mij niet in dat in deze rap porten ook niet een opstelling van het saldo van de F.O.R. is gemaakt. Het had dus bekend kunnen zijn. En voorts had zeker bekend moeten zijn waarom deze F.O.R. wordt gevormd. Zeker niet om een verborgen belas tingclaim te kweken. Want verbor gen staat de F.O.R.-reserve zeker niet in de accountantsrapporten en inkomensberekeningen. De F.O.R. bij persoonlijke onderne mingen is in 1973 ontstaan als uit vloeisel van de aantrekkelijke wijze waarop binnen de B.V. een pen sioenvoorziening in eigen beheer kan worden opgebouwd. Onderkend is dat bij partikuliere ondernemers veelal de financiële middelen ont breken om via een verzekeringsvorm voedselproduktie in de betrokken ge bieden wordt gestimuleerd. Dat is een uiterst moeizaam en langdurig proces. In de eerste plaats dient daartoe de politieke wil bij de desbetreffende re geringen aanwezig te zijn. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Ik ben van mening dat onze Nederlandse ontwikkelingshulp dan ook nog meer gericht dient te worden op de ontwik keling van het platteland en van de voedselproduktie. Juist vanuit Neder land kunnen we met al onze ervaring, ook wat de landbouwproduktie in tro pische gebieden betreft, hier een be- langfijke bijdrage leveren. Daarbij dient aan landen, waar de machtheb bers werkelijk bereid zijn deze ont wikkelingen in gang te zetten, voor- rang geven te worden. Per slot van re kening mogen we toch verlangen dat onze ontwikkelingsgelden zo optimaal mogelijk besteed wordt. Intussen zal in de komende tientallen jaren nood hulp zeker nog op gezette tijden on misbaar blijven. Het is daartoe goed om in de westerse wereld voorraden aan te houden en dus ook niet te gauw van te grote overschotten te spreken. Ook meer stabiliteit op de belangrijkste wereldmarkten voor agrarische pro- dukten kan een positieve bijdrage le veren. A l met al wordt volgens mij de hongerende medemens in met name Afrika het meest geholpen via een zo zakelijk mogelijke benadering. En één ding is wel duidelijk: Een polarise rende wijze van optreden zoals de Na tionale Kommissie Ontwikkelingssa menwerking (NCO) nog steeds meent te moeten presenteren (en subsidië ren), draagt erg weinig bij tot een kli maat waarin de ontwikkelingshulp zo realistisch en effektief mogelijk wordt besteed. Wat mij betreft zou het verd wijnen van de RCO dan ook een goede deregulerende maatregel zijn. LUTEIJN een oudedagsvoorziening op te bou wen. Met de invoering van de F.O.R. is een oplossing gevonden die zowel rekening houdt met de financie ringsbehoefte van de onderneming als met de behoefte aan een oude dagsvoorziening. De opbouw van de F.O.R. geschiedt aldus dat jaarlijks een bepaald be drag - afhankelijk van de winst uit onderneming - op uw inkomen in mindering wordt gebracht. Hierover behoeft u in dat jaar geen belasting te betalen. Wel blijft dit bedrag staan en b.v. bij bedrijfsbeëindi ging toch weer te voorschijn te ko men. Alsdan zal alsnog, de verschul digde belasting betaald moeten wor den. tenzij u kiest voor aankoop van een lijfrente met gebruikmaking van het gereserveerde F.O.R. bedrag. In dit geval bent u geen belasting ver schuldigd over het bedrag ineens, doch betaalt u naar gelang u termij nen van lijfrente tot uw inkomen moet rekenen. Is de vorming van een F.O.R. reserve dan wel nuttig als toch aan het eind van de aktieve periode een afreke ning moet plaatsvinden. Het ant woord daarop is meestal toch ja, omdat u renteloos geld van de staat kunt gebruiken. En zo goedkoop is geen enkele bank. Pas dus rustig de F.O.R. toe en gebruik de aldus (voorlopig) bespaarde belasting om daarmee duurder krediet af te lossen, danwel andere noodzakelijke inves teringen in uw* bedrijf te verrichten. Op deze wijze stijgt uw eigen ver mogen binnen uw bedrijf hetwelk later deels kan dienen om de F.O.R. af te wikkelen. Het mag ingewikkeld lijken, doch daarvoor hebt u nu juist een goede accountant. (Ja toch!). Vraag hem gerust en laat het hem uitleggen. Dan kunt u nimmer de schrik van uw leven krijgen. Een op lettende opnemer mag zich nooit la ten verrassen. B. Veerbeek 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 3