Heeft u voldoende opfokzeugen? Na maart meer krulstaarten Konsulentschap voor de Varkens- en Pluimveehouderij te Tilburg, ing. J. Bazuin Tabel 1. Aantal jaarlijks in te zetten opfokzeugen van 3 maanden oud, afhankelijk van de bedrijfsomvang en het percentage uitval bij de zeugen. Percentage uitval van de zeugen Bedrijfsomvang 30 zeugen 40 zeugen 60 zeugen 80 zeugen 100 zeugen 120 zeugen 140 zeugen Tabel 2. Korrektie naar leeftijd bij aanvulling van opfokzeugen. Aantal opfokzeugen bij aanvulling op een leeftijd van: 3 mnd. 4 mnd. 5 mnd. 6a7mnd. 25% 35% 45% 55% 65% II 15 19 23 27 13 19 24 29 35 20 28 36 44 52 27 37 48 59 69 33 47 60 73 87 40 56 72 88 104 47 65 84 103 121 20 19 18 17 40 38 36 34 60 57 54 51 80 76 72 68 100 95 90 85 120 114 108 102 Voldoende stalruimte voor de opfok is één van de belangrijkste aspekten bij de bepaling van het aantal in te zetten opfokzeugen. Het technisch-financieel resultaat op een zeugenhouderijbedrijf hangt in sterke mate af van het aantal groot gebrachte biggen per zeug per jaar. Om een hoog produktienivo te kun nen behalen zijn onder meer de vol gende faktoren belangrijk: scherpe selektie op vruchtbaar heid goede planning de zorg voor voldoende opfokzeu- gen Om bij een strenge selektie de stal volledig bezet te houden moeten er voldoende opfokzeugen aanwezig zijn. Hoeveel opfokzeugen nodig? Bij de bepaling van het aantal in te zetten opfokzeugen moet rekening worden gehouden met de volgende aspekten: de omvang van uw bedrijf het percentage opgeruimde zeu gen de selektie-druk bij de opfokzeu gen 25%) voldoende stalruimte voor de op fok eventuele onder-of overbezetting eigen aanfok of aankoop tijd en liefhebberij voor eigen aanfok. Als opfokzeugen worden ingezet op een leeftijd van 3 maanden kan uit de tabel 1 het aantal dieren worden bepaald. Worden de opfokzeugen op een la tere leeftijd dan 3 maanden inge zet. dan dient er een korrektie op het aantal plaats te vinden. Hiervoor kan de tabel 2 gebruikt worden. Uitgaande van het in tabel 1 gevon den aantal opfokzeugen van 3 maanden geeft bovenstaande tabel weer. hoeveel opfokzeugen er moe ten worden aangehouden bij het in zetten op latere leeftijd. Opfokzeugen kopen of zelf aanfok- ken? Het antwoord op deze vraag is sterk afhankelijk van de situatie op het individuele bedrijf. Om een hoog produktie-nivo te kunnen handha ven moeten bij de vervanging van zeugen een drietal zaken voldoende gewaarborgd zijn: 1. de in te zetten jonge zeugen moeten van goede kwaliteit zijn 2. onderbezetting en overbevolking moeten worden vermeden 3. ziekte-insleep en besmettingsge vaar moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Bij de voorziening van opfokzeugen is er keuze uit drie mogelijkheden: eigen aanfok - aankoop grootouderdieren en het zelf fokken van F1-zeugen aankoop van alle opfokzeugen. Aan elk van deze drie mogelijkheden zitten voor- en nadelen. Het aan houden van zeugjes van het eigen bedrijf geeft minder risiko ten aan zien van ziekte-insleep. De selektie kan naar eigen inzicht worden uitge voerd en men is niet afhankelijk van derden voor wat betreft de aanvoer. Konsekwent zijn ten aanzien van de selektie-kriteria en inzicht in de fok kerij is echter een vereiste. Het aankopen van grootouderdieren en zelf verder fokken kan een alter natief zijn. Het risiko van ziekte-in sleep is weliswaar groter, maar het is iets goedkoper dan volledig aanko pen en foktechnisch vrij eenvoudig. Volledige aankoop is het eenvou digst. Het risiko van ziekte-insleep is hier het grootst. Hier tegenover staat dat de ondernemer zijn aandacht volledig kan richten op het produce ren van mestbiggen. Konkluderend kan gesteld worden dat de opfokzeugen de basis zijn voor een goed resultaat op uw be- drijf. Het in voldoende mate aanwezig zijn van goede opfokzeugen is daarvoor dan ook een eerste vereiste. Vorige week was het weer zo ver. Het varkensaanbod - in dit geval van augustus dit jaar tot augustus volgend jaar - kwam uitvoerig aan de orde in het bestuur van het Produktschap voor Vee en Vlees in Rijswijk en in de EG-werkgroep Vooruitzichten Varkensmarkt in Brussel. Uit de PVV-nota en uit een eesprek met ir. B.J. Odink van het Land bouwschap - die de Brusselse diskussie meemaakte - blijkt dat we na maart volgend jaar weer een groter aanbod van varkens in de EG kunrien verwachten. Wat nog meer aan belangwekkende gegevens te lezen en te horen viel over het aanbod van krulstaarten noteerden wij voor u. De varkensstapel in augustus De tellingcijfers van de Europese Commissie van begin augustus van dit jaar laten zien dat Nederland de enige groeier is. Onze varkensstapel was toen 3% groter dan in augustus 1983. Italië gaf nauwelijks verschil te zien. België/Luxemburg en Duits land toonden een daling van 1,5 tot 2%. Denemarken ging met 4,5% te rug. In Frankrijk, Engeland en Ier land liep de varkensstapel terug met zo'n 5,5%.'In Griekenland werd de grootste daling gekonstateerd en wel 10%. In de EG van de tien was de totale daling 2 a 3%. Van toen naar straks De Europese Commissie krijgt drie maal per jaar van de lidstaten een opgave hoe men het aanbod van slachtvarkens raamt voor de komen de periode. Die schattingen worden natuurlijk niet uit de duim gezogen, maar ook niet overal is de statistiek even betrouwbaar. Cijfers en politiek kunnen soms wel eens door elkaar gehaald worden. Daarom mogen de cijfers niet te absoluut worden geno men. Het gaat vooral om de tenden- zen en de verschillen. Het zouden te veel cijfers worden als de ontwikkeling van het varkens aanbod van elk land in de EG be schreven zou moeten worden. Bovendien is "het totaal" van de tien belangrijker in een markt met (in principe) vrij verkeer, dan het aan bod in een lidstaat. Welnu in de maanden december 1984 en januari 1985 wordt een lager aanbod van 2% verwacht (t.o.v. de- 12 zelfde maanden een jaar eerder). In februari/maart 1985 komt de raming uit op min 1,3%. Voor april en mei volgend jaar wordt een plus ver wacht van 2,6% en voor juni/juli zelfs van 3%. De konklusie valt niet moeilijk te trekken: Na maart groeit het vleesaanbod van slachtvarkens weer. Verwachtingen PVV In de PVV-nota over het varkens aanbod staat verder te lezen dat op korte termijn geen mogelijke gevol gen te verwachten zijn van het ver bod op de vestiging en de uitbreiding van o.a. varkenshouderijbedrijven. Verder dat een verdere daling van de veevoederprijzen niet in de lijn van de verwachtingen ligt, al blijft de ontwikkeling van de koers van de dollar wel een onzekere faktor. Tenslotte merkt het PVV op dat af gezien van onvoorziene omstandig heden in eerste instantie een iets stij gende tendens van de varkensprijs mag worden verwacht. Na de jaar wisseling is er normaliter seizoen- matig sprake van een zwakke markt en daarnaast speelt een verdere af braak van de mcb's, hetgeen onze konkurrentiepositie als totaal on gunstig beïnvloedt. Gezien het dui delijk toenemende aanbod na het eerste kwartaal 1985 mag - volgens het PVV - een trendmatige druk op de varkensprijzen worden verwacht. Nieuws uit Brussel De heer Odink - druk bezig om het besprokene van de vergadering in Brussel van de EG-werkgroep Voor uitzichten Varkensmarkt in een ver slag vast te leggen - wil best wat kwijt over wat daar naar voren kwam in de gebruikelijke tafelronde. In Duitsland wordt in het 2e kwartaal volgend jaar een flinke uit breiding verwacht van de varkens stapel. Er worden drie duidelijke faktoren genoemd nl. de betere ren tabiliteit (als gevolg van lagere voer kosten) de kompensatie voor minder melken (als gevolg van de superhef fing) en de BTW (over) kompensatie die stimulerend op de uitbreiding werkt. De uitbreiding wordt in Duitsland geraamd op 2%. Het mag niet spektakulair lijken, maar dat is het wel, want Duitsland bergt bijna één derde deel van de varkensstapel. Odink kan niet nalaten op te merken dat Duitsland daarmede een stuk uitbreiding pakt die Nederland nu (met het interimverbod op vestiging en uitbreiding) aan haar neus voorbij ziet gaan. De enige schrale troost voor de Nederlandse varkenshou ders - zo voegt hij toe - zou nog zijn dat de lagere - beneden de kostprijs liggende - prijs (die het gevolg van de uitbreiding zal zijn) ook naar de Duitse uitbreiders gaat. De Fransen maakten melding van een stijgende varkensvleeskon- sumptie in hun land. Die zou in de eerste 8 maanden van dit jaar 3% hebben bedragen. Verder voeren de Franse producenten in supermark ten propaganda-akties om de rund- vleeskonsumptie te stimuleren. Van Franse zijde werd gewag gemaakt van veel import van varkensvlees uit Oost-Europa, met name uit Honga rije. De Fransen willen dan ook dat de Europese Commissie zo snel mo gelijk komt met aanvullende hef fingsbedragen. De Belgen hadden een leuk nieuwtje. In hun land werd de kon- sumptie verhoogd zonder dat daar produktie of import tegenover stond. Wat is namelijk het geval? De Belgen gingen de produktie altijd berekenen aan de hand van schattingen. Toen besloten werd tot weging bleek de Nederland is de enige groeier in de EG wat de varkensstapel betreft. produktie hoger te liggen. Dus moesten ook de konsumptiecijfers te laag zijn. Derhalve heeft men het konsumptiecijfer van varkensvlees met 3kg per hoofd van de bevolking verhoogd! - De Engelsen deelden mee dat in Engeland de konsumptie van rund vlees met 6% - en die van slacht- pluimvee met 2% vergroot werd in de eerste helft van dit jaar. De kon sumptie van lams- en varkensvlees daarentegen daalde. In Engeland blijft de produktie van varkensvlees achter bij die van vorig jaar. Er is dan ook meer import, met name vanuit Zweden. - De Denen verwachten dat in hun land in het tweede kwartaal volgend jaar hun varkensstapel zal uitbreiden met maar liefst 11%. Nu zit hier een manko in de vergelijking want in het tweede kwartaal van dit jaar hebben de Denen hun uitbetalingssysteem gewijzigd. Daardoor werd zwaarder afgemest en werden er in dat kwar taal minder varkens geslacht. De Denen zien in hun land de kon-, sumptie van varkensvlees dalen, maar daar staat tegenover dat de ex port van varkensvlees naar Japan (70.000 ton 38% van alle Japanse varkensvleesinvoer) naar de Vere nigde Staten (45.000 ton) naar Ca nada (62.000 ton) en naar overige derde landen (13.000 ton) goed loopt. Deze extra export wordt ge schat op een 50.000 ton. In Ierland hebben zich proble men voorgedaan bij de verkoop van varkensvlees door de Pig- and Ba- concommission. Deze gezamenlijke verkoop is misgelopen, met als re sultaat dat ook niet meer gezamen lijk varkens konden worden (in)ge- kocht. Het gevolg is geweest een toe nemende export van levende var kens, met name naar Noord-Ierland, dat een deel van het Verenigd Ko ninkrijk is. Odink ziet in de Ierse af- zetverandering een aanwijzing dat het gezamenlijk inkopen toch ge vaarlijk is en hij ziet daarin ook het bewijs dat het goed is geweest dat de producenten (in het kader van het herstruktureringsdiskussie) het geza menlijk inkopen van varkens heb ben afgewezen. Piet Westra Vrijdag 23 november 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 12