Groter aantal opvolgers vraagt meer
bestaansmogelijkheden in Zeeuwse landbouw
Bezinning noodzakelijk nu bedrijfsvergroting stagneert
Meer oudere
bedrijfshoofden
Zeeland grootst aantal
oudere bedrijfshoofden
Waar werkt de opvolger?
Meer toekomstige
bedrijfsopvolgers
De produktie is al ongeveer even
groot als in alle andere EEG landen
samen en er wordt nog een snelle
toename verwacht.
Waar blijft die Italiaanse Conferen
ce? Voorlopig schijnt die grif aan de
man (en vrouw) gebracht te worden
in eigen land. De vraag is of dit bij
een sterk vergroot aanbod zo blijft.
De bekende "oogstschatter" dr.
Winter sprak deze zomer over de
Conference als de Golden Delicious
onder peren. Dat klinkt niet zo pret
tig
Over het algemeen ziet men het ech
ter niet somber in. De andere rassen
blijven wat rentabiliteit betreft dui
delijk achter bij de Conference. Bij
nieuwe aanplant schijnt de Confe
rence zo ongeveer 60% van alle bo
men voor zijn rekening te nemen. De
rest betreft Dubbele Precoce,
Triomphe de Vienne, D. du Cornice,
B.A. Lucas, St. Remy en Gieser Wil
deman.
De Beurré Hardy zit in het hoekje
waar de slagen vallen. Menige teler
denkt over rooien. De neiging tot
beurtjaren, met lage prijzen in een
draagjaar worden zwaar aangere
kend en daar komt dan nog de ge-
Cox's - enorm populair bij de konsu-
ment.
voeligheid voor de perebladvlo bij.
Wie wil weten of er aantasting is
stapt eerst naar de Hardy bomen toe
om te kijken.
Over de perebladvlo gesproken: de
bestrijding gaf de laatste 2 jaar zo
veel problemen dat de populariteit
van de pereteelt er bij menig teler
door is verminderd. Het schijnt dat
roofwantsen voor een goedkope en
gemakkelijke bestrijding kunnen
zorgen. Tevens gaat men - na aan
vankelijke afwijzing - weer meer
over een winterbespuiting denken.
Het lijkt ons gewenst dat dan alge
meen wordt gespoten, want als teler
A met vbc of DNOC spuit en buur
man B niet, dan krijgt men waar
schijnlijk toch al vlug overvliegers en
dus herbesmetting.
Bevredigend
Samenvattend kan worden gesteld
dat weliswaar niet alles van een leien
dakje ging (kleur bij sommige appel
rassen, perebladvlo, heel veel regen
bij de pluk van de late appels), maar
dat over het geheel genomen het sei
zoen tot nu toe bevredigend is verlo
pen, vooral dank zij meevallende ap-
pelprijzen.
Het gaat goed met de Zeeuwse fruit
teelt. Wellicht zorgt konsentratie van
het aanbod er voor dat in de komende
jaren de positie nog verder wordt ver
sterkt.
11
In het afgelopen jaar is de gelei
delijke vermindering van het aan
tal bedrijven in Zeeland vrijwel tot
stilstand gekomen. Met de toene
ming van de belangstelling voor
bedrijfsopvolging kan men spre
ken van een verrassende omme
keer in de mogelijkheden voor be
drijfsontwikkeling. Doordat er
minder ouderen zijn gestopt is er
een vergroting van het aantal ou
dere boeren en tuinders. Ook de
totale oppervlakte van de bedrij
ven waarop geen opvolger voor
komt, is sinds 1980 niet verder
meer toegenomen.
In de periode 1980-1984 liep het
aantal Zeeuwse land- en tuin
bouwbedrijven met gemiddeld 60
per jaar terug. In het laatste jaar
verminderde het aantal met nog
slechts een twintigtal. Deze stabi
lisatie vormt een radikale veran
dering ten opzichte van de ver
mindering die in de Provinciale
Struktuurnota "Kompas 1985"
werd verwacht. Bij voortzetting
van de huidige ontwikkeling zul
len er in 1985 ca. 300 bedrijven
meer zijn dan in de toenmalige
raming (4250) werd voorzien.
Het aantal agrarische nevenbe-
drijven is overeenkomstig de eer
dere verwachting gedaald. Dit
komt omdat onder de nevenbe-
drijven veel rustende boeren en
tuinders voorkomen, naast de
personen met het hoofdberoep
buiten de landbouw.
Sinds 1980 is het aantal oudere
boeren en tuinders in Zeeland
toegenomen. Nu is bijna 60% van
de boeren en tuinders ouder dan
50 jaar. De verdeling over de be-
drijfstypen vormt mede een ver
klaring voor het grotere aandeel
bedrijfshoofden. Op de akker
bouw-, de melkvee-, de fruit- en
de gemengde bedrijven, ligt het
aandeel van de ouderen in het
algemeen tussen de 55% en 65%,
tegen ca. 40% op de intensieve
veehouderijbedrijven, op de
glastuinbouwbedrijven en op de
overige opengrondstuinbouwbe-
drijven.
Zeeland is met Overijssel de pro
vincie met het grootste aantal ou-
geen opvolger beschikbaar was
toenam, tot stand gekomen. Nu
is, evenals in 1980 de oppervlakte
van de bedrijven zonder opvolger
27% van de totale oppervlakte
van de hoofdberoepsbedrijven.
Het merendeel van de bedrijfs-
opvolgers is ouder dan 21 jaar en
heeft zijn of haar scholing al vol
tooid. Zo heeft 74% van de op
volgers agrarisch dagonderwijs
gevolgd, meestal op middelbaar
niveau. De jongere opvolgers en
opvolgsters gaan meestal nog
naar school.
Van alle opvolgers is ruim de
helft werkzaam op het ouderlijk
bedrijf, ca. een derde werkt bui
ten het ouderlijk bedrijf en ca.
een vijfde gaat nog naar school.
Van de opvolgers op de kleinere
bedrijven werkt ca. de helft bui
ten het ouderlijk bedrijf.
In de beroepsaktiviteiten van de
opvolgers is sinds 1980 een kleine
verschuiving opgetreden, doordat
er nu meer op de niet-agrarische
bedrijven werkzaam zijn, terwijl
er eerder meer op de andere
agrarische bedrijven werkten.
Door de toeneming van het aan
tal opvolgers is per saldo wel het
aantal thuiswerkende zoons toe
genomen. Dit betrof zowel jon
gere als oudere zoons.
De verwachte stagnatie in de
bedrijfsvergroting die uit het gro
tere aantal opvolgers voortvloeit,
vraagt om een bezinning op de
mogelijkheden om aan een groter
aantal gezinnen in de land- en
tuinbouw een bestaan te geven.
Nu er in vele sektoren geen of
slechts geringe mogelijkheden
meer zijn tot uitbreiding van de
produktie, zullen daarbij o.a. ex
tra bewerkingen en een verbete
ring van de kwaliteit nagestreefd
dienen te worden om de Zeeuwse
produktie tot een grotere waarde
te brengen. Intensivering van het
grondgebruik en overgang naar
een meer arbeidsintensieve pro
duktie kunnen evenzeer wenselijk
zijn. De behoefte aan goede pro-
duktieomstandigheden en ook
aan zoetwater ten behoeve van
o.a. de tuinbouw kunnen dan ook
in de komende jaren nog klem
mender tot uiting komen.
CJ.M. Wijnen LEI
De Nederlandse fruitteelt is op de goede weg (vervolg)
Jonagold - zorgen om de kleur.
Vrijdag 23 november 1984
dere bedrijfshoofden. In meerdere
provincies, zoals Zuid-Holland,
Noord-Brabant en Friesland ligt
dat aantal op of onder de helft van
het totaal. Om van de IJssel-
meerpolders maar niet te praten.
Een dergelijke leeftijdsopbouw
kan een verklaring vormen voor
de relatief geringe dynamiek in de
Zeeuwse land- en tuinbouw.
Van de oudere bedrijfshoofden
heeft nu 41% een opvolger. Dit is
een groter deel dan in 1980. Mo
gelijk komen er zelfs meerdere
opvolgers per bedrijf voor. Hier-
bij is gelet op de zoons of dochters
j van tenminste 16 jaar. Overigens
j zijn er in Zeeland slechts weinig
dochters die het ouderlijk bedrijf
gaan overnemen. Bij de Meitel-
ling in 1984 waren er 38 op een
totaal van 1094. Maar het aantal
neemt wel iets toe.
De toeneming van het aantal op-
j volgers deed zich voor bij alle ty-
I pen van bedrijven. Behalve in de
fruitteelt, daar bleek het aantal
beschikbare opvolgers op een
laag niveau. De stérkste toene
ming vond plaats in de melkvee
houderij. In de glastuinbouw
bleef het aandeel met opvolger
groot.
Voor de verdere ontwikkeling
dient het opvolgingspercentage te
worden bezien in samenhang met
de leeftijdsopbouw. De fruitteelt
en de gemengde bedrijven wor
den gekenmerkt door een groot
aantal oudere bedrijfshoofden
van wie er slechts weinig een op
volger hebben. In de melkvee
houderij zijn weliswaar veel ou
deren, maar ook veel opvolgers.
Op de akkerbouwbedrijven zijn
eveneens veel ouderen, maar van
hen heeft een kleiner aantal een
opvolger. In de intensieve vee
houderij en in de open grond-
tuinbouw is een klein aantal ou
dere bedrijfshoofden en zijn te
vens weinig opvolgers. Daarente
gen zijn er in de glastuinbouw
weinig oudere bedrijfshoofden en
daarvan heeft een groot deel een
opvolger.
Hoewel het vooral de grotere be-'
drijven zijn die een opvolger
hebben, heeft in Zeeland toch
ook 28% van de bedrijven met
minder dan 150 sbe een opvolger,
op deze bedrijven is veelal amper
werk genoeg voor één man (het
bedrijfshoofd) laat staan voor een
zoon erbij. Van de grotere be
drijven heeft ca. een opvolger.
Globaal genomen zijn de bedrij
ven met een opvolger ca. 1.5 keer
groter dan de bedrijven zónder
opvolger. De gemiddelde be-
drijfsgrootte bij bedrijfshoofden
jonger dan 50 jaar ligt op hetzelf
de niveau als van de ouderen met
opvolger. Voor de akkerbouw is
dat gemiddeld ca. 38 ha, voor de
melkveehouderij ca. 23 ha en
voor de fruitteelt ca. 12 ha. De
bedrijven zonder opvolger zijn
gemiddeld 23 ha in de akker
bouw, ca. 15 ha in de melkvee
houderij en ca. 8 ha in de fruit
teelt.
Door het grotere aantal bedrijven
met opvolger is ook de ontwikke
ling van de afgelopen jaren,
waarbij de oppervlakte waarvoor
Gaan zij ook behoren tot de groep bedrijfsopvolgers en is het meisje op de trekker al de bedrijfsopvolgster?