Heropening nieuw en vergroot
produktiebedrijf McCain
Lewedorp
Minister Braks:
"Landbouwvoorlichting is
met zijn tijd meegegaan"
Vekabo wil verruiming kamperen
bij de boer
Samen met aardappeltelers
werken aan beter produkt
Geen privatisering, wel dubbel werk voorkomen
Vijftig jaar bevordering van het
aardappelkweken en het onderzoek van
aardappelrassen
Vrijdagmiddag 26 oktober 1984 opende de burgemeester van Goes, Mr.
W. Blanken, in het Zeeuwse Lewedorp officieel het volledig herbouwde
produktiebedrijf voor diepvries aardappelprodukten van McCain Eu
ropa. In de nieuwbouw van de op 25 februari j.l. geheel door brand
verwoestte produktielijn en sorteerfaciliteiten investeerde McCain
Europa ruim 11 miljoen gulden. De herbouw van het produktiebedrijf
en het sorteerstation, beide met een grotere kapaciteit dan voor de
brand, betekent behoud van arbeid voor de ca. 140 werknemers in
Lewedorp. De heer Blanken zei daarmee zeer verguld te zijn.
De nieuwe bedrijfsgebouwen van McCain te Lewedorp.
Het besluit om het aardappelver-
werkende bedrijf in Lewedorp te
herbouwen nam men al twee dagen
na de brand. Toen werd het groene
licht gegeven voor de nieuwbouw
door de heer H.H. McCain, presi
dent kommissaris van het Canadese
moederbedrijf McCain Foods Limi
ted.
Deze was bij de opening van het uit
de as herrezen bedrijf aanwezig. De
heer P. van der Wel, algemeen di-
rekteur van McCain Europa, dankte
hem voor het gestelde vertrouwen in
McCain Europa en de mogelijkhe
den de kapaciteit van het bedrijf in
Lewedorp uit te breiden.
Doorslaggevende redenen voor de
snelle nieuwbouw in Lewedorp wa
ren behalve de aanwezigheid van het
eigen zeer ervaren personeel, de ei
gen technische staf ter plaatse en de
onmiddellijke beschikbaarheid van
het plaatselijke bouwbedrijf Fraanje
en het elektrotechnisch installatiebe
drijf Parrée.
Zeker zo belangrijk was een agra
risch motief. Zeeland is zowel ^in
kwantitatief als in kwalitatief opzicht
een belangrijke leverancier van
aardappelen voor McCain dat
bovendien met de aardappeltelers in
Zeeland goede relaties onderhoudt.
"McCain voelt zich thuis in Zee
land", aldus direkteur Van der Wel.
McCain is in Nederland één van de
grootste verwerkers van aardappe
len. 80% van de produktie is bestemd
voor eksport naar West-Duitsland,
Italië, Skandinavië en België. Verder
zijn binnen Europa zusterbedrijven
gevestigd in Engeland, Frankrijk en
Spanje.
De investering in Lewedorp bekos
tigde McCain geheel uit eigen mid
delen. Hart van het gloednieuwe be
drijf is een uiterst moderne patates
frites produktielijn met een grotere
kapaciteit dan voorheen. Belangrijk
uitgebreid is ook het herbouwde
aardappelsorteerstation van McCain
Potatoes Holland.
Doelstelling van McCain is leider te
zijn op de wereldmarkt voor diepge
vroren aardappel- en andere pro-
dukten. Getracht wordt dit te berei
ken onder meer door overname van
bestaande bedrijven.
Meer nadruk legt men echter op
vernieuwing van het produktaanbod.
Gekoppeld aan zeer strenge kwali
teitsnormen brengt McCain door
voortdurende produktinnovatie
unieke aardappelprodukten op de
markt. Van de nieuwe produkten eist
men dat ze uitblinken in toepas
singsgemak voor de gebruikers.
Ook in het laboratorium van
McCain in Hoofddorp werkt men
voortdurend aan nieuwe aardappel
produkten en innovatie van het pro-
duktieproces. De sterke innovatie-
drang kenmerkt de vitaliteit van het
McCain-konsern.
In het nieuwe produktiebedrijf in Le
wedorp is de nieuwste technologie op
het gebied van aardappelverwerking
en vriestechniek toegepast. De forse
uitbreiding van de kapaciteit schept
voor McCain Europa de mogelijkheid
nieuwe produkten op de markt te
brengen.
Direkteur McCain Potatoes Holland B. V., J.M. Huige:
Op verschillende plaatsen in Eu
ropa werkt men keihard om de
kwaliteit van de Nederlandse
aardappel te evenaren ofte over
treffen. Slagen die pogingen, dan
beschikt men ook buiten Neder
land over een konkurrerende
kwaliteit aardappel die evengoed
geschikt is voor de fabrikage van
diepgevroren aardappelproduk
ten.
Bij McCain Potatoes Holland,
waar McCain Europa sinds kort
haar agrarische belangen heeft
ondergebracht, ziet men de bui al
geruime tijd hangen. Vandaar dat
men nauwe samenwerking zoekt
met de Nederlandse aardappel
telers om te proberen de kwaliteit
van de Nederlandse aardappel
verder te verhogen.
Een goede eksportpositie voor
Nederlandse aardappelproduk
ten is zowel voor de agrariërs als
voor de verwerkende industrie
van groot belang. Immers een
overgroot deel van de Neder
landse aardappelproduktie, al
dan niet in verwerkte vorm, is
bestemd voor de eksport.
Binnen het zelfstandige bedrijf
McCain Potatoes, zal onderzoek
een belangrijke basis zijn voor
verbetering van aardappelrassen.
J.M. Huige
Ook belangrijk zal daarbij zijn
het direkte kontakt met de aard
appeltelers.
Door middel van voorlichting,
levering van speciaal pootgoed en
een kwaliteitsbeloningssysteem
wil McCain Potatoes de kwaliteit
van aardappelen verbeteren.
Er is in de afgelopen jaren wel
veel onderzoek geweest, maar er
zijn weinig vernieuwingen door
gevoerd. De produktie had te veel
de nadruk en er werd veelal te
weinig gelet op de kwaliteit.
"Omdat wij juist belang hebben
bij een excellente grondstof moe
ten wij het initiatief tot kwali
teitsverbetering nemen", aldus de
heer Huige.
De Vekabo - de Federatie Vereniging
Kamperen bij de Boer, heeft de mi
nister van landbouw in een brief ver
zocht de Kampeerwet in die zin te
wijzigen, dat er meer mogelijkheden
voor het kamperen bij de boer komen.
De federatie ziet het in de wet opge
nomen maksimale aantal eenheden
van 5 graag verruimd tot maksimaal
15.
De Vekabo wijst erop dat gemeenten
langs de Zeeuwse kust een verrui
ming naar 15 eenheden in het drukke
seizoen nu al toestaan. Daarbij ver
loopt het kamperen bij de boer tot
volle tevredenheid van zowel de
kampeerders, de gemeentebesturen
als van de boeren die deze neventak
zien als een welkome en vaak nood
zakelijke aanvulling op hun inko
men.
8
"Ik wil, ter gelegenheid van deze behandeling, konstateren dat de
voorlichtingsdienst in al zijn facetten er in de afgelopen decennia
voortreffelijk in is geslaagd mee te gaan met de ontwikkelingen van de
agrarische sektor". Dit onder meer zei minister ir. G. Braks (landbouw
en visserij) op 22 oktober j.l. in de Tweede Kamer tijdens een uitge
breide kommissievergadering, waarin de begrotingsonderdelen land
bouwvoorlichting en struktuur vleessektor werden behandeld.
Wel merkte hij op dat de taakstelling
en de struktuur van de voorlichting
ook de komende jaren nog enige bij
stelling zullen behoeven. Toch was
hij van mening, dat in de komende
jaren de aandacht er in eerste in
stantie op zal moeten worden gericht
om binnen de gekozen organisatori
sche kaders op een zo doelmatig
mogelijke wijze gestalte te geven aan
de gekozen taakstelling.
Dubbel werk
De Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst zal niet worden geprivati
seerd. De minister achtte het echter
wel van belang, dat de taakstelling
van de Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst enerzijds en van de Sociaal-
ekonomische voorlichtingsdienst an
derzijds scherp wordt omschreven en
ook in de praktijk wordt gehand
haafd. Dit om te voorkomen dat men
dubbelop gaat funktioneren, een ri-
siko dat niet theoretisch is, maar zich
in de praktijk telkens weer voordoet.
Dat is begrijpelijk als men met de
gehele bedrijfsstruktuur bezig is,
maar desalniettemin is noodzakelijk
dat men zeer zorgvuldig omgaat met
de taken zoals ze omschreven zijn om
dubbel werk te voorkomen.
Struktuur vleessektor
Bij de behandeling van dit onder
werp ging minister Braks o.m. in op
het onderzoek- en ontwikkelingsplan
voor de varkensvleessektor.
Dit plan omvat de volgende onder
delen:
1. een stimuleringsregeling van
door het bedrijfsleven uit te voe
ren R&D projekten;
2. subsidiëring van door de sektor
uit te voeren marktonderzoek;
3. stimulering van door kollektief te
verrichten onderzoek en
4. sübsidiëring van investeringen in
onderzoekfaciliteiten bij de on
derzoeksinstituten.
De rode draad in het geheel is de
gedachte, dat zowel in het onderzoek
bij de instituten, als in de onderzoek
en ontwikkelingsaktiviteiten bij de
bedrijven zelf sprake is van een rela
tieve achterstand.
De Vekabo dringt er daarom bij de
minister met klem op aan om de
Kampeerwet zodanig te wijzigen dat
de gemeenten zelf de bevoegdheid
behouden om regels ten aanzien van
het kamperen bij de boer te stellen.
De Vekabo ondersteunt haar ver
zoek nog met de volgende argumen
ten: er is een direkte behoefte aan
kampeerplaatsen. Dit kan zonder dat
het veel landbouwgrond kost op zeer
korte termijnworden gerealiseerd.
Bovendien wordt de rekreatiedruk
verspreid en heeft kamperen bij de
boer een gunstig neveneffekt op de
middenstand in de vaak kleine dor
pen.
Tenslotte wordt erop gewezen dat
veel kampeerders liever bij een boer
op een minikamping staan dan op een
grote kamping.
Ter gelegenheid van het 45-jarig
bestaan van de COA (Commissie
ter Bevordering van het kweken
en het Onderzoek van nieuwe
Aardappelrassen) heeft de heer
ing. H. Zingstra een overzicht sa
mengesteld van het kweekwerk
en het rassenonderzoek geduren
de de laatste 50 jaar.
De COA heeft een aantal stimu
lerende aktiviteiten ontplooid op
het gebied van het kweken van
nieuwe aardappelrassen: het be
schikbaar stellen van zaden en
klonen (een taak die later is
overgenomen door de SVP), het
bezoeken van kwekers en hen
met advies ter zijde staan en het
organiseren van een uitgebalan
ceerd systeem van voorbeproe
ving dat vooraf gaat aan de offi
ciële beproeving door het R1VRO
(Rijksinstituut voor het Rasse
nonderzoek van Kuituurgewas
sen). De heer Zingstra is gedu
rende 40 jaar zeer nauw betrok
ken geweest bij het rassenonder
zoek van COA EN RIVRO.
Het boekje bevat een beschrijving
van de ontwikkeling van de or
ganisatie en de omvang van het
kweekwerk en het rassenonder
zoek.
Het boekje telt 72 bladzijden en is
verkrijgbaar bij de COA, Postbus
32, 6700 AA Wageningen.
Deze achterstand dient voor deze
belangrijke sektor te worden ingelo
pen om een verdergaande verzwak
king van in het bijzonder de verwer-
kingskapaciteit en de verwerkings
mogelijkheden in Nederland te
voorkomen.
De voor de uitvoering van het pro
gramma benodigde" middelen wor
den over een periode van drie jaar
geraamd op 14 min.
Moties
Tijdens deze uitgebreide kommissie
vergadering zijn inzake de onderde
len voorlichting en de struktuur van
de vleessektor de volgende moties
ingediend:
Blauw:
Initiatieven nemen voor toevoeging
aan landbouwbedrijfsleven van LH-
en HLO-afgestudeerden in Innove
rende Managementteams m.b.v.
bestaande subsidie- en/of werkver-
ruimende maatregelen.
De minister ontraadde aanvaarding
van deze motie, omdat de bedoelde
aktiviteiten reeds in het kader van de
provinciale raden voor de bedrijfs
ontwikkeling (kunnen) plaatsvin
den.
Tazelaar I:
1. Voorrang voor opzetten onder
zoeksprogramma's vleessektor
met die bedrijven, die NEHEM-
rapport onderschrijven en daad
werkelijk onderzoek willen sti
muleren en innoveren.
2. Struktuur scheppen voor gerichte
kennisoverdracht van onderzoek
naar bedrijfsleven.
3. Alleen kostbare investeringen in
onderzoek indien niet goedkoper
blijkt te kunnen, gelet op toe
komstige exploitatie.
4. Ondernemingsraden en vakbe
weging ondersteunen in optimaal
funktioneren bij onderzoeks-,
ontwikkelings-, implementatie-
projekten.
De minister had geen behoefte aan
deze motie.
Tazelaar II:
Door het bedrijfsleven voorgestelde
en door de regering beoordeelde
varkenssektor-programma aan Ka
mer voorleggen vóór indiening bij
Europese Commissie.
De minister had geen behoefte aan
deze motie. Wel is hij bereid in
voorkomende gevallen vertrouwelijk
met de Kamer te overleggen.
De stemming over deze m,oties zal
plaatsvinden bij de stemming over
de totale begroting van het ministe
rie. De behandeling daarvan is
voorzien voor 6, 7 en 8 november.
2 november 1984