Meevallers vleeskeuringskosten
zullen doorwerken in tarieven
Braks op konferentie: Landbouwjournalisten meest
invloedrijke opinievormers op agrarisch gebied
Inning superheffing in november
van start
Geen ruimte voor uitbreiding
produktie varkenshouderij
Ruimere toepassing
milieueffektrapportage
Landbouwschap: plan voor militair oefenterrein
bij Havelte moet anders
Beschikking superheffing
Ir. E. Pierhagen: Superheffing voorkwam
drastische prijsverlaging
"Wanneer blijkt, dat er mee- of tegenvallers zijn, zullen de tarieven
voor de keuring van roodvlees in de loop van 1985 worden bijgesteld".
Dit o.m. zei staatssekretaris A. Ploeg (landbouw en visserij) op 22
oktober j.l. in de Tweede Kamer tijdens een uitgebreide kommissiever
gadering, waarin de begrotingsonderdelen vleeskeuringstarieven en
kwaliteitszorg werden behandeld.
Over nieuwe vleeskeuringstarieven heeft de bewindsman op 12 oktober
j.l. zijn beleidsvoornemens in een brief aan de Kamer nader uiteen
gezet. Voor 1985 worden de kosten van de keuring van roodvlees
geraamd op 115 min, waarvan 15 min voor administratie en perso
neel, huisvesting van kringcentra en de reorganisatie in het kader van
de oprichting van de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees
Volgens de bewindsman zijn de bij
komende kosten van 15 min als
volgt verdeeld. De kantoorgebouwen
van de Rijksdienst voor de Keuring
van Vee en Vlees en dergelijke ver
gen 6 min. Dit is een incidentele
post. Een andere incidentele post is
de vergoeding aan gemeenten. Deze
wordt ook geschat op 6 min. Dan
blijft over een struktureel bedrag aan
wachtgelden van 3 min.
Van het piekurentarief, dat per 1 ja
nuari 1985 van kracht zou worden
benadrukte de heer Ploeg, dat het
bedoeld is om de doelmatigheid te
verhogen. Onregelmatig aanbod of
concentratie van aanbod kunnen de
doelmatigheid frustreren. De grens,
die is genoemd - plaatsen, waar
minder dan viermaal per week wordt
geslacht - is voor hem geen absolute
grens. Piekurentarieven zullen per
regio worden bekend gemaakt. Zij
worden bepaald door de concentra
tie van de slachtingen op een be
paald tijdstip. Betrokkenen kunnen
zelf kiezen of zij tijdens of buiten de
piekuren dieren ter keuring aanbie
den.
Over de kringindelingen van de
keuringsdiensten heeft overleg
plaatsgevonden met de gemeente
lijke vleeskeuringsdiensten, met de
betrokken gemeenten en provincies.
Er wordt zoveel mogelijk rekening
gehouden met de wensen die naar
voren worden gebracht.
Verbod biggenbatterijen
Met betrekking tot de huisvesting
van biggen deelde de bewindsman
mede, dat onderzoek op het gebied
van de huisvesting van gespeende
biggen voldoende duidelijkheid
heeft verschaft. Op korte termijn zal
een stelsel van maatregelen worden
gepresenteerd mqt betrekking tot alle
kategorieën varkens. Een van de
wettelijke maatregelen betreft een
verbod - op termijn - van de biggen
batterijen.
Bij de indiening van de Gezond
heids- en Welzijnswet voor Dieren
zal de staatssekretaris een aktiepro-
gramma bekendmaken.
Moties:
Met betrekking tot de vleeskeurings
tarieven zijn de volgende moties in
gediend:
Van Noord:
Staffeling in keuringstarieven aan
brengen zodat verhouding 1 2 on
belast tussen tarief voor de eerste
10.000 varkens, 500 koeien, 1.000
kalveren en 1.000 schapen - of voor
deze aantallen omgerekende kilo
grammen - in de daarboven uit
gaande aantallen. De staatssekretaris
had met deze motie geen moeite.
Waalkens:
De kosten van levende keuring per
dier bij noodslachting in geen geval
hoger vaststellen dan het begintarief
voor die diersoort.
De staatssekretaris had met deze
motie eveneens geen moeite.
Waalkens - II:
Wachtgelden voor niet-herplaats-
baar keuringspersoneel gemeenten
voor rekening van het rijk laten en
niet voor doorberekening aan be
drijfsleven in tariefstelling inbren
gen.
De staatssekretaris ontraadde aan
vaarding van deze motie, omdat deze
kosten naar zijn mening geheel of
gedeeltelijk aan het bedrijfsleven
moeten worden doorberekend.
De stemming over deze moties zal
plaatsvinden bij de stemming over
de totale begroting van het ministe
rie. De behandeling daarvan is
voorzien voor 6, 7 en 8 november a.s.
Woensdag 24 oktober werd op Flevohof, in het bijzijn van Zijne Ko
ninklijke Hoogheid Prins Claus en minister G J.M. Braks van Land
bouw en Visserij, de internationale konferentie van landbouwjourna
listen, I.F.A.J., officieel geopend.
Ter gelegenheid van deze opening sprak Minister Braks voor een
gehoor van 60 agrarische journalisten uit 8 verschillende landen met
name over de funktie van landbouwjournalisten binnen de agrarische
sektor zelf.
"Agrarische journalisten zijn de meest invloedrijke opinievormers op
agrarisch gebied. Niet alleen als "vertalers" van het landbouwbeleid,
maar ook als "vertalers" van de publieke opinie", aldus Minister Braks.
Ir. P.J. Lardinois, voormalig lid van
de Europese Kommissie voor land
bouw in Brussel, ging in op het the
ma "De invloed van agrarische jour
nalisten op het beeld van Europese
land- en tuinbouw".
"Ik ken geen andere branche in onze
Europese Gemeenschap, waarin de
vakpers zo goed funktioneert en zo
goed op de hoogte is als binnen de
land- en tuinbouwsektor", zo stelde
de heer Lardinois.
De heer Dr. Helmut von Bockel-
mann uit het Duitse Essen, voorma
lig voorzitter van de International
Federation of Agricultural Journa
lists en voorzitter van het Duitse
"Verband der Deutsche Agrarjour-
nalisten", ging uitvoerig in op het
thema "Welke invloed kan de agra
rische journalist aanwenden om de
publieke opinie over land- en tuin
bouw te verbeteren".
Hij deed uiteindelijk 6 aanbevelin
gen voor agrarische journalisten. Al
le met name gericht op de taak van
landbouwjournalisten zich juist te
richten op het niet-agrarische pu
bliek.
"We moeten het beste maken van de
huidige mogelijkheden om de pu
blieke opinie te veranderen en ons
niet laten verdringen in deze moge
lijkheden door "groene" idealisten,
of natuur- en dierenbeschermers.
Van rechts naar links: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus, Minister van
Landbouw en Visserij, de heer G.J. M. Braks, en de heer L. Sheedy uit Ierland,
President of the International Federation of Agricultural Journalists
In kwetsbare gebieden moet de toe
passing van milieu-effektrapportage
verruimd worden. Dit schrijft de
Natuurbeschermingsraad in een ad
vies aan de Minister van Landbouw
en Visserij over de toepassing van
milieueffektrapportage (m.e.r.) in
Nederland. De Raad zegt verder dat
hij voor grote delen van ons land
geen overwegende bezwaren heeft
tegen het voorstel van de regering.
Volgens dit voorstel (neergelegd in
een voorontwerp-Algemene Maatre-
Het plan om bij Havelte honderd ha
landbouwgrond mogelijk te bestem-
gel van Bestuur) worden drempel
waarden ingevoerd, waarboven de
toepassing van m.e.r. verplicht wordt
gesteld.
In zijn kommentaar op de verschil
lende onderdelen van het vooront
werp stelt de Raad onder meer voor
om in principe m.e.r.-plicht in te
voeren voor aanleg van dijken en
buisleidingen, landaanwinning en
landinrichting.
In november vindt de eerste inning
van de superheffing plaats over de
periode april 1984 tot en met sep
tember 1984. De inning wordt door de
zuivelfabrieken verzorgd. Van het
verschuldigde bedrag over deze pe
riode zal maar 50% worden geïnd. De
andere helft zal aan het eind van het
melkprijsjaar 1984/1985 tegelijker
tijd met de eindafrekening worden
geïnd.
Melkveehouders die voor 15 okto
ber jl. een heffingvrije verzoekschrift
om een
andere heffingvrije hoeveelheid
hebben ingediend, maar van wie het
verzoek nog in behandeling is, krij
gen een maand uitstel. Het Produkt-
schap voor Zuivel heeft op grond van
gegevens van het ministerie van
Landbouw en Visserij aan de fabrie
ken doorgegeven in welke gevallen
de inning kan worden uitgesteld.
Deze melkveehouders zullen hiervan
eveneens in kennis worden gesteld.
Van melkveehouders, die een be
zwaarschrift hebben ingediend of
een procedure hebben lopen bij het
Kollege van Beroep, wordt de hef
fing normaal geïnd.
Artikel 19
De afhandeling van verzoeken in het
kader van artikel 19 vordert nu goed.
Er is een begin gemaakt met het ver
zenden van zogenaamde "doorver-
wijsbrieven". Deze doorverwijsbrie-
ven gaan naar melkveehouders, die
een beroep hebben gedaan op artikel
19, maar wier verzoekschrift in feite
betrekking heeft op situaties, die el
ders in de beschikking zijn voorzien.
Deze verzoekschriften worden afge
wezen op grond van artikel 19. Deze
melkveehouders worden echter ver
zocht zich tot de distriktsburohouder
te wenden in verband met een ver
zoekschrift, dat is gebaseerd op een
ander artikel van de Beschikking su
perheffing.
"De gemiddelde Nederlandse melk
veehouder is beter af met de super
heffing, dat wil zeggen een produk-
tie-ontmoedigende maatregel, dan
met een drastische prijsverlaging".
Dit onder meer zei ir. E. Pierhagen,
direkteur marktordeningsvraagstuk
ken van het ministerie van landbouw
en visserij, op 24 oktober tijdens een
kringavond van de Aartsdiocesane
Boeren en Tuindersbond (ABTB) in
Bolsward.
Volgens de heer Pierhagen kan de
melkveehouder in ons land de ko
mende jaren niet rekenen op een
ruimhartig prijsbeleid. Immers, bij de
invoering van de superheffing was
het uitgangspunt dat het een tijde
lijke maatregel moest zijn. Wanneer
de prijzen flink verhoogd zouden
worden, dan zou er bij het wegvallen
van de superheffing een ware pro-
duktieexplosie ontstaan. "En dan
zijn we terug vér voor af\ aldus de
heer Pierhagen.
Tenslotte wees hij erop, dat er nog
steeds grote zuiveloverschotten be
staan. De verhalen over tekorten aan
melk zijn volgens hem uiterst mislei
dend. Nog steeds gaat er boter in in
terventie en nog steeds wordt melk
poeder verwerkt in veevoer.
"Elke procent-uitbreiding van de omvang van de varkenshouderij kan
de bedrijfstak miljoenen guldens gaan kosten voor de mestafvoer.
Bovendien is een nog verdere uitbreiding met daaraan gekoppelde
vergroting van het mestoverschot uit milieu-oogpunt niet aanvaard
baar. Daarom kan de konklusie niet anders luiden dan dat er op dit
moment geen ruimte is voor uitbreiding van de produktie".
Dit o.m. zei ir. G. Braks, minister van landbouw en visserij, ter gele
genheid van de opening van de Vakbeurs Intensieve Veehouderij (VIV)
op 23 oktober 1984 in Utrecht.
men als militair oefenterrein, wijst
het Landbouwschap zonder meer af.
In een brief aan de Bijzondere
Kommissie militaire oefenterreinen
van de Tweede Kamer noemt het
schap het bijzonder schrijnend, dal
in de nieuwe plannen namelijk tege
lijkertijd 750 ha bestaand oefenter
rein (natuurgebied) wordt afgesto
ten. Door eventuele aankoop van de
landbouwgrond, die bovendien on
langs nieuw is ingericht, komt het
bestaan van zeven agrarische bedrij
ven in het geding.
De laatste tijd zijn er weer signalen
van een stuk groeiende belangstel
ling voor uitbreiding en nieuwbouw,
vooral in de varkenshouderij en de
legpluimveesektor, de goede op-
brengstprijzen, de gedaalde voeder-
prijs, en melkveehouderijbedrijven
die uitwijken naar bijvoorbeeld de
intensieve veehouderij, dragen daar
ongetwijfeld toe bij.
De bewindsman beklemtoonde dat
uitbreiding van de intensieve vee
houderij op dit moment gepaard
gaat met grote risiko's. Een verdere
uitbreiding van de pluimveehouderij
kan opnieuw snel leiden tot een to
tale verstoring van de markt, aldus
de minister, voor deze sektor is een
pas op de plaats aan te bevelen.
De gunstige varkensprijzen, de meer
vriendelijke voerprijs en het wat sta
biele aanbod in de E.G. schijnen
gunstige kondities voor vergroting
van het Nederlandse aandeel in de
Europese produktie te zijn.
Ir. Braks: "Ik zeg nadrukkelijk schij
nen omdat de mestproblematiek
daarbij niet uit het oog mag en kan
worden verloren".
De zorg voor de kwaliteit van de bo
dem zal in de komende jaren ekstra
aandacht vragen".
In Nederland wordt jaarlijks ca. 86
min. ton mest geproduceerd. Hier
van is ca. 78% rundermest, ca. 17%
varkensmest, ca. 3% pluimveemest
en ca. 2% vleeskalverenmest. Vol
gens berekeningen moet ca. 18 min
ton mest buiten de produktiebedrij-
ven worden afgezet.
Afhankelijk van de te stellen normen
en de mate waarin akkerbouw ge
bruik wil maken van dierlijke mest
kan hiervan 6 a 13 miljoen ton mest
in de produktiegebieden worden
aangewend.
De rest moet worden getranspor
teerd naar andere gebieden of wor
den verwerkt.
De bewindsman merkte hierbij op,
dat verwerken van overschotten erg
duur is en slechts zin heeft indien
daardoor de mineralen hergebruikt
dan wel buiten de landbouw verant
woord afgezet kunnen worden.
Tevens ging hij kort in op een aktie-
programma, dat hij samen met zijn
kollega van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieube
heer kort geleden heeft opgesteld.
Bij een gefaseerde invoering van be
mestingsnormen zal op zeer korte
termijn een groot aantal akties ges
tart moeten worden.
Deze akties zullen ondermeer moe
ten leiden tot een vermindering van
de mineralentoevoer via het veevoer:
het opzetten van een organisatie-
struktuur ten behoeve van een effi
ciënte mestafzet; het treffen van in-
frastrukturele voorzieningen voor
opslag, transport en verwerking van
mestoverschotten.
"Ik benadruk nogmaals dat varkens
houders met een overschot aan mest
die gevestigd zijn in gebieden met een
mestoverschot, er rekening mee
moeten houden dat de afzet van mest
een grote kostenpost zal gaan wor
den", aldus minister Braks.
(Zie reaktie hierop van J. Schouten
op voorpagina)
4
2 november 1984