Wenken uit de praktijk
...oogst omstandigheden iets beter?..
r D
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Landbouwonderwijs
Joris Schouten: "Nog wel ruimte voor
uitbreiding intensieve veehouderij"
«ste VARKENSHOUDERIJ
zlm
i^yj r-^s 3
Qtl PAVO ^NOVEMBER 1984
64fi JAARGANG NO. 3755
land-
tuinbouwblad
Naar het zich laat aanzien worden de omstandigheden voor de aardappel-, uien- en bietenoogst beter. In de
verschillende akkerbouwgebieden is afgelopen week hard gewerkt. Op het akkerbouwbedrijf Polder Janne-
zand" (Hank NBR) werden het afgelopen weekend tien hektare aardappelen gerooid. Tweeëntwintig hektare
ligt nog te wachten (zie voor een overzicht betreffende de voortgang van de oogstwerkzaamheden in ons
werkgebied elders in dit blad).
Wat het weer betreft is er geen nieuws. De situatie-in de
praktijk in ons werkgebied blijft overwegend precair.
Voor de individuele bedrijfsgenoten is het steeds moei
lijker de moed er in te houden. Enige troost kan misschien
het onderstaande gedicht van de dichteres M. Vasalis
schenken. Er blijkt in ieder geval uit dat de huidige situa
tie niet nieuw is. Het gedicht is afgedrukt in het gedenk
boek 1934-1959 van het KNLC. Het kwam mij onder
ogen via de nieuwsbrief van de lagere land- en tuin
bouwschool van het KNLC te Dordrecht. Als verklaring
staat er nog bij dat het gedicht de sfeer weergeeft van
deze dagen: een klein beetje de melancholie van de herfst
maar ook van de dagelijkse zaken om ons heen.
Het regende gestaag en blad na blad
neeg naar beneden als een druppel woog
en drupte en rees zacht omhoog...
Zo regende het van blad op blad,
Zo regende het de ganse dag.
Ik hoor alleen, dat alles lijdt,
ziek van de veelheid van de dingen,
van hun volstrekte eenzaamheid
Het is trouwens wel aardig dat dit gedicht nu min of meer
toevallig boven water komt uit een eerder KNLC-gedenk-
boek op het moment dat het KNLC op het punt staat een
nieuw gedenkboek uit te geven, deze keer in verband met
het eeuwfeest van het KNLC op woensdag 7 november
a s. Deze herdenkingsbijeenkomst zit overigens inge
klemd tussen de behandeling van de landbouwbegroting
op 6 en 8 november in de Tweede Kamer. In de schaduw
van de 100-jarige kunnen wij de aanwezige politici dan
wellicht nog wat "praktische wenken" meegeven. Dat
hopen we trouwens ook dit weekend nog te kunnen
doen. Op advies van de werkgroep bijzondere aktiviteiten
hebben provinciale KNLC-organisaties namelijk een aan
tal parlementsleden uitgenodigd om nog voor de behan
deling van de landbouwbegroting naar de provincie te
komen om er te praten met mensen uit de praktijk. Zo
doende zou elke provincie enkele kamerleden kunnen
ontvangen. De bedoeling is uiteindelijk dat de betrokken
kamerleden van de boer en/of tuinder en zijn gezin zelf
horen hoe de zaken erbij staan. Die informatie kan dan
ingebracht worden bij de behandeling van de landbouw
begroting.
Ook als ZLM zullen wij natuurlijk aan deze aktiviteit mee
doen. Naar verwachting zal een en ander gepaard gaan
met de nodige publiciteit. En voor de goede orde: bood
schappen uit de praktijk worden graag meegenomen.
In het kader van de landbouwbegroting komt ook het
landbouwonderwijs aan de orde. Evenals het "gewone"
onderwijs heeft ook het agrarische onderwijs te maken
met herstrukturering en fusie (HEF-VO) en schaalvergro
ting, taakverdeling en koncentratie (STC). In landbouw-
Het Landbouwschap is het oneens met landbouwminister
Braks dat er geen enkele ruimte meer is voor verdere
produktiegroei in de intensieve veehouderij. Volgens het
schap bieden sommige streken nog wél mogelijkheden
voor uitbreiding van de betrokken sektoren, al zal tege
lijkertijd in andere gebieden de produktie in de hand ge
houden moeten worden met het oog op de mestproblema
tiek. Vandaar dat in het parlement grote haast gemaakt
moet worden met de Meststoffenwet, zodat de boeren
weten waar ze aan toe zijn. Dit onder meer zei voorzitter
drs. Joris Schouten van het Landbouwschap op vrijdag 26
oktober j.I. tijdens de slotdag van de Vakbeurs Intensieve
Veehouderij (VIV) in Utrecht.
De voorzitter van het Landbouwschap stelde dat in boe-
renkring begrip bestaat voor de problemen die door de
intensieve veehouderij zijn ontstaan. Ook de boeren zijn
ervan overtuigd, dat maatregelen noodzakelijk zijn. Hij
nodigde de overheid uit om samen met het landbouwbe
drijfsleven op basis van cijfers en argumenten tot een
bijstelling van het beleid te komen. Volgens Schouten is
dringend een oplossing noodzakelijk voor de mestpro
blematiek. Ook voor de aanpak van het mestoverschot
bepleitte hij een zekere geleidelijkheid. Het vinden van
een aanvaardbare aanpak zal mede afhangen van de
Financiële middelen die voor dit doei beschikbaar zijn.
Daartoe zal ook een beroep worden gedaan op de over
heid.
Schouten verrichtte op de stand van het Landbouwschap
(waar een zestal belangenbehartigende organisaties voor
de varkenshouderij zich presenteerden) de trekking van
een prijsvraag. Deze stond in het teken van de gezond
heidszorg voor varkens, de administratie via de Stichting
Informatieverwerking Varkenshouderij ën de mestpro
blematiek. Ruim duizend beursbezoekers deden aan de
prijsvraag mee; 35% van hen slaagde erin de vijf vragen
foutloos te beantwoorden. De tien winnaars, die een ka-
dobon ontvangen, zijn:
G. Doornekamp in Hoevelaken, G. van Erp in St. Ant-
honis, J.H. de Groot in Peize, Th. van Herk in Reusel. T.
Jansen in Veenendaal, J. v.d. Linden in Nieuwegein, T.
van Os in Linschoten, H. Overmars in Heeten. H. v.d.
Sanden in Lierop en H. Wilbers in Milheeze.
kringen wordt gevreesd dat al dit gerommel de identiteit
en de zelfstandigheid van het agrarisch onderwijs niet zal
bevorderen. In verband met de STC-operatie voor het
hoger agrarisch onderwijs wordt in de praktijk zelfs al
gepraat over "uitverkoop" van het agrarisch onderwijs
d.w.z. dat men bang is dat het (hoger) agrarisch onder
wijs uiteindelijk bij het ministerie van landbouw wordt
weggehaald. De rest zal dan ongetwijfeld volgen. Het
agrarisch onderwijs heeft echter een wezenlijke funktie in
het drieluik "onderzoek-onderwijs-voorlichting". Daar
om alleen al moet het agrarisch onderwijs onversneden
bij het ministerie van Landbouw blijven om de doelstel
ling - agrarisch Nederland van het best mogelijke land
bouwonderwijs te voorzien - optimaal waar te kunnen
maken.
Oggel