Klimaat moet snel beter zegge en schrijve lp Cf r O i'l y> zuidelijke landbouw maatschappij Afscheid Mestproblematiek Staatssekretaris APloeg Teelt witlof heeft goede uitbreidingsmogelijkheden zlm VRIJDAG 26 OKTOBER 1984 64e JAARGANG NO. 3754 land- en tuinbouwblad Een opname die illustratief is voor de situatie in de landbouw: een in de doorweekte grond vastgelopen rooimachine. De donkere regenwolken boven de verlaten akkers krijgen zo een meer dan weer kundige betekenis: Nogfduizenden hektares aardappelen, uien, bonen, gladiolen en mais moeten geoogst. Daarbij zijn de verschillen van boer tot boer en van streek tot streek groot, afhankelijk van o.m. grondsoort, tijdstip en hoeveelheid neerslag, graad van mechanisatie enz. enz. Intussen zitten we bijna in november. Het is te hopen dat de nachtvorsten lang op zich laten wachten. Ondertussen lopen de spanningen in de boerenge zinnen op. Naast de extra kosten en de opbrengstderving er zijn al uien ondergeploegd) is er de irritatie van het maar niet aan de slag kunnen. Laten we toch blijven hopen op beter weer; moed verloren al verloren. Nu er nog steeds geen sprake is van een aanmerkelijke en langdurige verbetering van het weer wordt de situatie voor de praktijk wel erg verontrustend zo niet kritiek. De kans op een redelijke afloop wordt normaal gesproken nu toch wel erg klein. We kunnen ons echter afvragen wat er in dit jaar nog normaal is aan het weer. Ik moet zeggen dat ik bepaald bewondering heb voor al die bedrijfsge- noten die de situatie nemen zoals die is en daar naar omstandigheden ook nog tamelijk rustig onder blijven. Natuurlijk is alle aandacht gekonsentreerd op de situatie op de bedrijven. Daardoor schieten de vergaderingen er nogal eens bij in, waardoor het vergaderseizoen maar moeizaam op gang komt. De mensen hun hoofd staat er ook niet naar. Ondertussen zijn er op het landbouwpoli tieke vlak een aantal negatieve ontwikkelingen aan de gang die de inkomensontwikkelincf in de land- en tuin bouw ook bepaald niet zullen versterken. Gezien de si tuatie in de praktijk blijkt echter duidelijk hoe kwetsbaar de landbouw in feite is. Het klimaat voor de kleine zelf standige in de land- en tuinbouw behoeft dan ook niet alleen letterlijk maar odk figuurlijk duidelijk verbetering. Met de landbouwbegroting binnenkort op de agenda (6 of 8 november a.s.) lijkt het mij daarom niet overdreven om de kamerleden ook (rechtstreeks) vanuit de praktijk te informeren. Ik Eerwacht dat wij tijdens onze "rondgang langs de kringen" nog wel de nodige boodschappen mee zullen krijgen van onze afdelings- en kringbestuursleden. Wij zullen ze graag meenemen en ze ter bestemder plaatse nadrukkelijk deponeren. Vorige week hebben wij afscheid genomen van ir. Jan Haenen als konsulent Akkerbouw en Rundveehouderij in Westelijk Noord-Brabant. Haenen nam geen afscheid omdat hij met pensioen gaat maar omdat het konsulent- schap is weggereorganiseerd. Met het ministerie is af gesproken dat er in Zevenbergen in ieder geval een de pendance van het konsulentschap Tilburg blijft gevestigd om de boeren in het gebied van dienst te zijn. Vanuit de Z.L.M. hebben wij er nooit een geheim van gemaakt dat wij voorkeur geven aan één akkerbouwkonsulentschap voor het gehele zuidwestelijk kleigebied. Dit bleek echter niet haalbaar zodat genoegen moest worden genomen met een dependance in Zevenbergen. Bij het afscheid van Haenen heeft de voorzitter van de NCB, ir. Latijn houwers, het belang van deze dependance voor de prak tijk nog eens duidelijk onderstreept. Het steunpunt Ze venbergen moet daarbij tevens gezien worden als een onmisbare schakel in de groeiende samenwerking op het gebied van de akkerbouwvoorlichting in het zuidweste lijke kleigebied. Het Interprovinciaal Orgaan voor Akker- bouwaangelegenheden in het Zuidwesten (IOAZ) is daarvan een voorbeeld dat ons aanspreekt. Vanuit de Z.L.M. zal die samenwerking ook in de toekomst zeker gestimuleerd worden. Tijdens het afscheid van Haenen viel overigens ook nog een vrolijke noot te beluisteren. De heer Haenen heeft inmiddels een nieuwe funktie op het ministerie in Den Haag gekregen. Dat is natuurlijk even wennen maar zijn baas sprak de verwachting uit dat Haenen de "pikorde" op het ministerie wel snel door zou hebben en dan ook "zelf een kip zou worden met goede eieren". Reaktie uit de praktijk: als ze daar maar niet van de leg raken... De teelt van "het schone" produkt witlof kan in ons land nog aanzienlijk wordep uitgebreid. Landen als de VS, Saoedie-Arabië en Japan waar het produkt nog nauwelijks bekend is, zijn zeer perspektiefvolle afzetmarkten. Dit geldt trouwens ook voor meer traditionele afzetmarkten als West-Duitsland en België. Dit zei staatssekretaris van landbouw de heer A. Ploeg vrijdag 19 oktober tijdens een werkbezoek dat hij bracht aan de gemeente Oostflakkee, een gebied waar de witlofteelt veel wordt beoefend. Bij een bezoek aan twee witlofteeltbedrijven werd de heer Ploeg geïnformeerd over de problemen waarmee de telers te kampen hebben. Zo is er geen zoet water be schikbaar voor beregening. Men bepleitte dan ook een zoete Grevelingen of de aanleg van een zoetwaterleiding. Voorts worden de telers gekonfronteerd met te hoge huurprijzen van de grond. Grond huren van akkerbou wers - noodzakelijk in verband met de wisselteelt - is dikwijls niet gemakkelijk. Soms ook is men genoodzaakt grond te huren die te rijk is aan mineralen vooral na toediening van kippenmest. Ploeg wilde m.b.t. het zoete water geen konkrete toezeg gingen doen en verwees voor wat de overige aangedragen problematiek betreft naar de vaktechnische- en stand sorganisaties die hier volgens hem zeker een taak hebben, /oor het van de grond komen van de SBE's (de witlof- :eelt heeft nog steeds geen SBE's) zegde hij toe zich in te '.uilen zetten. België De heer W. van Turenhout, voorzitter van de Coop, groenten en fruitveiling Zuid-Holland-Zuid te Baren- drecht illustreerde aan de hand van enige cijfers hoe sterk de witlofteelt in ons land de laatste jaren is gegroeid. Zo was het areaal in 1979 nog 3955 ha terwijl het dit jaar reeds 5000 ha omvat. De geldelijke omzet is in die perio de zelfs verdubbeld en bedroeg in 1983/'84 niet minder dan 103 miljoen gulden. De aanvoer en omzet bij ZHZ maken daarvan ongeveer 20% uit. Ze vindt vooral plaats vanuit Overflakkee en West-Brabant. Bij de export van witlof valt op, zo vertelde de heer van Turenhout, dat er nog steeds expansie is naar West- Duitsland en België. Naar onze zuiderburen die witlofte lers bij uitstek zijn, zijn wij er zelfs in geslaagd onze export te verhogen van 702 ton in 1982/1983 naar 1500 ton in 1983/1984 (sept. t/m april)! Hij zei ook dat eind vorige week een proefzending van 60 dozen witlof naar Japan is verzonden. "Als we er als hele sektor in slagen onze kwa liteit op een nog hoger plan te brengen, dan gaat de teelt van het schone produkt witlof in ons land een goede toe komst tegemoet", aldus ook de veilingvoorzitter. Op landelijk nivo is onlangs een nota verschenen die ten doel heeft oplossingen te vinden voor de mestoverschot- tenproblematiek. De bedoeling is dat deze nota ook in de achterban van de organisaties wordt besproken. De nota konkludeert dat de problematiek zo veel mogelijk via partikulier initiatief moet worden opgelost. Verder moet de kwaliteit van de mest aanmerkelijk verbeterd worden om de afzet naar tekortgebieden (lees: akkerbouwgebie den) te bevorderen. Duidelijk wordt verder dat het weg werken van de overschotten ontzaglijk veel geld gaat kosten. Gedacht moet daarbij worden aan honderden miljoenen. Voor de financiering daarvan wil men onder meer een lage basisheffing leggen op alle mengvoeder (-grondstoffen). De afzetkosten zullen echter met name gefinancierd moeten worden volgens het principe de vervuiler betaalt. Zonder vooruit te lopen op de diskussie in de praktijk wil ik toch in elk geval stellen dat de pro blematiek bepaald niet onderschat moet worden. De tijd is voorbij dat de problemen op dit punt weggewoven konden worden. We moeten ook niet al te optimistisch zijn over definitieve oplossingen, althans niet op korte termijn. De akkerbouwer zal het aanbod van mest in ieder geval puur zakelijk benaderen d.w.z. op basis van kwali teit en prijs. Het is de hoogste tijd dat wij ons serieus met het probleem van de mestoverschotten bezig gaan hou den. De diskussienota verdient daarom ook ons aller aandacht. Oggel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 1