Naar een goed
bemestingsbeleid voor grasland
"Overheidslasten moeten omlaag,
onderzoek en ontwikkeling
versterken"
Landbouwschap vraagt Braks
om maatregelen ter
ondersteuning rundvleesmarkt
Winterenting mond
en klauwzeer
Varkenshouderij groeit
sterk in België
Vleessektor tot kamerkommissie
Achteruitgang van de bemestingstoe-
stand
In een van de voorgaande artikelen is
gememoreerd dat uit regionale en
landelijke gegevens blijkt dat de be
mestingstoestand van de grond,
vooral wat de fosfaat en kali betreft,
sterk terugloopt. Dit ondanks de
grote hoeveelheden organische mest
als gevolg van de zware veebezetting
op een groot aantal bedrijven.
Verschillende faktoren spelen hierbij
een rol. De slechte verdeling van de
mest op de bedrijven, zomersialvoe-
dering, 's nachts opstallen van het
melkvee en het diep wegploegen van
de organische mest zijn hier mede
schuldig aan. Bovendien is de kans
niet uitgesloten dat de fosfaatvoor
ziening van het vee minder gaat
worden. Door de invoering van de
superheffing op melk is er een alge
mene tendens de hoeveelheid
krachtvoer te verminderen. Dit
houdt in dat we nog hogere eisen
moeten gaan stellen aan de minera
len gehalten in het gras. Ook al uit dit
oogpunt verdient de fosfaat en kali
ekstra aandacht.
Een verantwoord bemestingsbeleid
Door een doelgericht beleid kunnen
fouten bij de bemesting voorkomen
worden. Een tekort aan bepaalde
elementen leidt onherroepelijk ook
op grasland tot opbrengstderving.
Een overmaat daarentegen kan pro
blemen, zoals kopziekte bij melkvee,
veroorzaken en het milieu ongunstig
beïnvloeden. Reden te meer om te
streven naar een goed bemestings
beleid. Een weloverwogen bemesting
spaart geld, verhoogt de opbrengst, is
het behoud van goed grasland en
noodzakelijk voor een produktieve
en gezonde veestapel.
Analyserapport van grondonder
zoek. mestbalans, bemestingskaart,
alsmede een weidegebruiksplan zijn
middelen, die bij goed gebruik, het
doel sneller en gemakkelijker doen
bereiken.
Graslandgebruik
Bij gebruikmaking van genoemde
hulpmiddelen is een eerste vereiste
dat u zich tijdig moet realiseren wat
er met het grasland staat te gebeuren.
Er is een aanmerkelijk verschil in
bemesting of u de eerste snede gaat
beweiden of bestemmen voor de
voederwinning, of maaien voor stal-
voedering. De percelen, die verder in
het seizoen ekstra gemaaid worden,
is in eerste instantie niet aan de orde
en is dan ook latere zorg. Een goede
planning is echter alleen mogelijk als
het gebruik van grasland kritisch
wordt nagegaan. Heel wat veehou
ders maken hiervoor, met goed suk-
ses, gebruik van de zogenaamde
graslandgebruikskalender. Als het
door wat voor omstandigheden niet
mogelijk is een weidegebruiksplan
op te stellen, dan moet u afgaan op
de opgedane praktijkervaring, wat
eveneens een stap in de goede rich
ting is, mits het op papier wordt ge
zet.
Bemestingsplan
Het opstellen van een bemestings
plan is de basis en een begin van een
verantwoorde bemesting. De plan
ning geeft een duidelijk inzicht hoe
veel fosfaat en kali er via de op het
bedrijf aanwezige veestapel gepro
duceerd wordt en het kwotum wat
nodig is voor een optimale groei. Het
verschil in wat er aan mest geprodu
ceerd wordt en de behoefte moet
vanzelfsprekend gekorrigeerd wor
den. Bij een tekort kan dat aangevuld
worden met aankoop van organische
mest elders of kunstmest. Is er een
overschot aan organische mest, dan
is het zaak hiervoor een andere bes
temming te vinden.
Bemestingskaart
Als u tot diegene behoort die afgelo
pen winter de bijeenkomsten over
Woordvoerders uit de vleessektor
lieten in een openbare hoorzitting
van de Kamerkommissie op 19 ok
tober dan ook unaniem hun ont
stemming blijken. De bijdrage van
het bedrijfsleven is met 45 miljoen
dik betaald, becijferden Landbouw
schap, Centrale Organisatie voor de
Vleesgroothandel (COV), de Neder-
In overleg met het Landbouwschap
en de Stichting Gezondheidszorg
voor Dieren' heeft de staatssekretaris
van landbouw en visserij, A. Ploeg,
de periode waarin de rundveestapel
tegen mond- en klauwzeer moet
worden geënt, gesteld op 1 november
1984 - 1 maart 1985.
Reden van de vervroegde enting is
o.a. het nu niet doorgaan van de
aangekondigde najaarsenting. De
kosten van deze preventieve enting
bleken niet op te wegen tegen de
eventuele risiko's voor de veestapel.
Enten in de wintermaanden is nood
zakelijk omdat de kans op het uit
breken van mond- en klauwzeer in
deze periode groter is dan in andere
maanden.
bemesting van grasland heeft bijge
woond, zal de bedoeling van de be
mestingskaart ongetwijfeld duidelijk
zijn, want daar is veel aandacht aan
besteed. Mocht dat niet het geval
zijn, dan voor u in het kort het vol
gende: De kaart moet gezien worden
als een mestboekhouding. Er wordt
op bijgehouden, de hoeveelheid mest
die per perceel gegeven wordt en de
geleverde bijdrage aan de bemes
tingsbehoefte.
Bij goed invullen van de kaart hebt u
op elk tijdstip in het seizoen een
duidelijk inzicht in de stand van de
uitgevoerde bemestingen. Bij het in
vullen mag de perceelsnaam of
landse Bond van Handelaren in Vee,
de detailhandel en ook het produkt-
schap voor vee en vlees (PVV) voor
de Kamerleden.
Het bedrijfsleven blijft in de huidige
opstelling van de regering verstoken
van de broodnodige verbetering in
haar internationale konkurrentiepo-
sitie. Hoe nodig die verbetering is,
werd van de kant van de NEHEM
nadrukkelijk aangegeven. Naast
kostenverlaging dienen koördinatie
in de export en onderzoek en ont
wikkeling krachtig geaktiveerd te
worden, aldus de NEHEM tot de
Kamerleden. Mei andere woorden:
de struktuur van de sektor moet ver
sterkt worden, zo werd ook van de
kant van het produktschap voor vee
en vlees (PVV) benadrukt. Van de
Kamer wordt dan ook a.s. maandag,
in het overleg tussen de Minister en
Kamerkommissie, een duidelijke
korrektie verwacht.
Het aandeel granen dat dit seizoen
tot augustus in Frankrijk in de
mengvoeders is verwerkt is gestegen
van 6,83 miljoen ton in 1982/83 tot
7,52 miljoen ton in 1983/84. De toe
name is vooral toe te schrijven aan de
stijging van het aandeel tarwe van
2,47 tot 3,36 miljoen ton.
-nummer, het gebruik en de opper
vlakte niet vergeten worden. Het
zelfde geldt voor wat betreft de be
hoefte aan fosfaat en kali. Raadpleeg
hiervoor de uitslagen van het gron
donderzoek. Gemakshalve worden
de benodigde hoeveelheden per ha
omgerekend per perceel. Als slot de
opmerking dat de kaart na iedere
bemesting nauwkeurig bijgewerkt
moet worden. Niet alleen een goed
begin is het halve werk, maar het
volbrengen is erg belangrijk.
Aanwenden van drijfmest
Er zijn perioden in het jaar dat het
niet mogelijk is bepaalde werkzaam
heden te verrichten. Een van deze
bezigheden is het uitrijden van drijf
mest. Externe belemmeringen, zoals
geen vrij land of ongunstige weer
somstandigheden kunnen hiervan de
oorzaak zijn.
In de praktijk komt het echter ook
veelvuldig voor dat pas aan uitrijden
gedacht wordt als de kelder bijna of
helemaal vol is tot zelfs overloopt.
Dit is zondermeer totaal verkeerd.
Bij een dergelijke werkwijze vraagt u
om problemen. Vaak moet er dan
naar een noodoplossing worden ge
zocht om van de overtollige drijfmest
verlost te zijn. Stel dan ook niet uit
tot morgen wat gisteren kon gebeu
ren. Als de omstandigheden het toe
laten, moet de,mest uitgereden wor
den, ook al is de kelder maar voor
een gedeelte gevuld. Iedere geboden
kans moet aangegrepen en benut
worden. Dit is ook tijdens de winter
periode van toepassing.
Raadzaam is het er voor te zorgen
dat er voor een ongunstige periode
een voorraadvorming mogelijk is,
In een brief aan minister Braks zegt
het Landbouwschap dat tot nu toe
een nog verdere verslechtering van
de rundvleesmarkt is uitgebleven
door ekstra maatregelen van twee
maanden geleden. De uitvoering er
van wordt echter beperkt door een
tekort aan opslagkapaciteit. Het gaat
hierbij om de verruiming van de in
terventie voor stieren en een opsla
gregeling voor vlees van koeien.
Gezien de verwachte grote uitstoot
van dieren uit de melkveestapel is nu
aktie nodig om ervoor te zorgen dat
de prijzen niet nog verder kelderen.
Volgens het schap moet er, desnoods
Ook in België heeft de varkenshou
derij de laatste jaren een sterke groei
te zien gegeven. In de periode van
1959 tot 1970 nam de omvang van de
varkensstapel met meer dan 100%
toe, van 1.425.000 tot 3.730.000.
In de daarop volgende tien jaar steeg
de omvang van de Belgische var
kensstapel tot 5.170.000 in 1980.
In 1981 en 1982 was er van enige
teruggang sprake, doch in 1983 wer
den weer 5.300.000 varkens geteld.
Deze toename is vooral toe te schrij-
C.R. Tilburg
A. van Haperen
bedrijfsvoorlichter rundvee
houderij
zodat het verplicht uitrijden achter
wege kan blijven. Een ander vaak
voorkomend verschijnsel is dat op de
huiskavels de drijfmest vaak letter
lijk gedumpt wordt.
Vrijwel altijd verkeren de huisperce
len in een rijke bemestingstoestand.
Er wordt geschermd met het woord
tijdnood, zodat van de aantrekke
lijke afstand dankbaar gebruik wordt
gemaakt. Zondermeer is dit een on
juist argument en niet steekhoudend.
Waar een wil is, is een weg. Maak tijd
vrij om ook de percelen op afstand
van een passende hoeveelheid drijf
mest te voorzien. Het zijn immers de
buitenpercelen die in de meeste ge
vallen stiefmoederlijk behandeld
worden.
Een punt wat ook zeker de aandacht
verdient is de gelijkmatige verdeling
op de kavels onderling. Tracht in de
kelder een homogeen produktie te
verkrijgen, wat mogelijk is door voor
het uitrijden goed te mengen en zo
nodig terug te pompen. Zorg verder
voor een juiste afstelling van de va-
kuumtank, zodat men van een goede
spreiding verzekerd is en vergeet de
gewenste rijsnelheid niet. Een onge
lijke verdeling in hoeveelheid en
dikte is nadelig voor de graszode.
Drijfmest op de juiste manier toege
past is een uitstekende meststof van
uw bedrijf.
Voor het instandhouden van de gras
zode is een goede verzorging zeer be
langrijk. De bemesting en verpleging
moet gericht zijn op het scheppen van
gunstige omstandigheden voor het
behoud van een gesloten grasmat met
een goed grasbestand. Ontwatering is
geen bemestingsaangelegenheid,
maar toch belangrijk genoeg om er
enkele regels aan te wijden. Immers
het is de fundering waarop gebouwd
wordt. Elke kuituurmaatregel en be
mesting mist voor een groot gedeelte
zijn doel als de ontwatering niet in
orde is. Wateroverlast is funest. In
water is het goed vissen, fnaar niet
boeren.
in het buitenland, meer opslagkapa
citeit ter beschikking worden gesteld
en meer aandacht worden besteed
aan de afzet van rundvlees. Het
Landbouwschap noemt in dit ver
band de bevordering van de eksport
naar derde landen en een eventuele
eenmalige vervanging van rundvlees
uil derde landen, dat wordt verwerkt
tot zogenaamd industrievlees, door
in de EG geproduceerd vlees. Voorts
zou de binnenlandse konsumptie
kunnen stijgen als de huidige lage
prijzen tot uitdrukking komen in de
detailhandelsprijzen. aldus het
schap.
ven aan een groter aantal varkens per
bedrijf.
Dit steeg van 10,3 dieren in 1959 tot
44,5 in 1970; 124 in 1980 en 151 in
1983.
In diezelfde periode daalde het aan
tal bedrijven met varkens van
139.000 in 1959 tot 84.000 in 1970 en
35.000 in 1983. In 1983 bedroeg de
netto-produktie iets minder dan
700.000 ton.
In 1982 nam België na Nederland en
Denemarken de derde plaats in op
de wereldranglijst van de grootste
exportlanden. Uitgevoerd werd
193.500 ton varkensvlees.
Voer een bemestingsbeleid!
Het ge
zegde "regeren is vooruit zien"
heeft nog niets aan waarde inge
boet. Als veehouder moet u zich
nu al goed realiseren wat in 1985
de plannen zijn en uiteraard daar
ook naar handelen. Aangezien dit
het laatste artikel is in de serie
"Bemesting van grasland" laten
we bepaalde facetten nog eens in
het kort de revue passeren.
Een goede verdeling en benutting van de mest van het eigen bedrijf is nog het
goedkoopste
Nadat de vee- en vleessektor jarenlang meer dan 80% van de kosten van
de naar haar mening weinig efficiënte vleeskeuring heeft moeten dra
gen, dreigt deze ook nog eens opgezadeld te worden met het betalen van
tenminste de helft van de reorganisatiekosten van die vleeskeuring. De
regering heeft de Vaste kommissie van landbouw van de Tweede Kamer
weliswaar laten weten, dat ze met ingang van 1 januari a.s., de helft van
de vleeskeuringskosten draagt, maar het uiteindelijke bedrag dat het
bedrijfsleven zou moeten opbrengen, bijna 60 miljoen, is in verhou
ding met de bedragen elders in de EG en in verhouding met de eerder
gedane toezeggingen nog veel te hoog.
Het Landbouwschap heeft een beroep gedaan op minister Braks
(Landbouw en Visserij) om maatregelen te nemen ter ondersteuning
van de zeer slechte rundvleesmarkt. Door de invoering van de super
heffing voor de melkveehouders is het aanbod van rundvlees in de
Europese Gemeenschap sterk toegenomen en de markt onder grote
druk komen te staan. Hierdoor ontvangen de boeren in ons land" nu
prijzen voor hun runderen die 64% bedragen van de oriëntatieprijs, een
prijs die de boeren eigenlijk zouden moeten krijgen.
Vrijdag 26 oktober 1984
17