Minder koeien, ook meer tijd? Aandacht voor de melkmachine w Voorlopige leverbotvoorspelling voor najaar en winter 1984/1985 De maatregelen van de overheid om de melkproduktie te beperken zijn voor vele veehouders aanleiding geweest het aantal dieren op het bedrijf te verminderen. Berekeningen hebben aangetoond dat de nadelige ge volgen van de superheffing voor een gedeelte kunnen worden opgevan gen door een kleiner aandeel dieren tot een hogere produktie te bren gen. Ook met een goede graslandverzorging is er nog wel het een en ander te bereiken. Met een kleiner aantal dieren kan de veehouder meer tijd besteden aan andere zaken. Onder andere zal de zorg die aan de dieren besteed wordt, worden goedgemaakt door een ho gere produktie. In het volgende zul len enkele punten aangegeven wor den waar bij veeverzorging aan ge dacht zou kunnen worden. T ochtigheidswaarneming De tijd die aan tochtigheidswaarne ming besteed wordt, wordt goed be taald. Onderzoek heeft uitgewezen dat een observatie van de dieren op geregelde tijden de tussenkalftijd doet verkorten. Dit levert voordelen op! Neem de tijd om de tochtige koeien op te sporen. Loop driemaal daag sspeciaal voor dit doel door de stal en noteer tochtige koeien. Er zullen dan minder koeien "gemist" worden en de tochtige dieren op het juiste tijdstip geïnsemineerd worden. Een dier met pijnlijke klauwen zal waarschijnlijk minder voer opne men. dus minder melk produceren. Het is een goede zaak hier aandacht aan te besteden. Door de dieren 2 x per jaar te laten bekappen is al veel narigheid te voorkomen. Daarnaast is het een goede gewoonte van de dieren die drooggezet worden de klauwen te inspektereff. Korrekties kunnen dan aangebracht worden. Bij stinkpootinfekties in de stal die nen ook de drooggezette dieren re gelmatig een formaline-voetbad te krijgen, evenals de jonge dieren. Het voorkomen van de ziekte van Mor- tellaro ("Italiaanse stinkpoot") bij de dieren vergt een zorgvuldige behan deling en kost tijd. Het is voor de dieren en de veehouder echter de moeite waard de tijd ter bestrijding van deze ziekte te nemen. Heeft u al eens gedacht over het vol gen van een kursus klauwverzor- ging? U iergezondheid Op veel bedrijven is te weinig aan- dacht geschonken aan de uierge zondheid van het melkvee. De vee houder wordt gealarmeerd als bij voorbeeld het celgetal van de tank- melk boven de 750.000 komt. Echter, ook als dit getal lager is kost het al veel melk. Wanneer het celgetal van de tank- melk ongeveer 300.000 is, zal een te groot percentage dieren te weinig produceren. Het opsporen van die ren met een te hoog celgetal kan door de veehouder op het bedrijf gebeu ren door middel van de Brabantse mastitistest of de Californische mas- titistest. Nadere inlichtingen hier over kunnen de Gezondheidsdienst voor Dieren of de melkwinningsad- viseur verstrekken. Hygiëne bij het melken is van groot belang, maar kost tijd. Het gaat er niet om of er vele koeien per uur gemolken worden; het gaat er om dit zo goed en verantwoord mogelijk te doen. De hiervoor genoemde ziekten en afwijkingen zijn voor een deel terug te voeren tot de hygiënische staat van de stal waarin de dieren dagelijks verkeren. Veel van deze problemen zouden voorkomen kunnen worden door regelmatig schoonmaken en schoonhouden. In ligboxenstallen is het onderhoud van de boxen belangrijk. Het verwij deren van mest en andere vuilighe den uit dode hoeken enz. schiet er tot nu toe vaak bij in wegens tijdgebrek. Administratie Voor een goede bedrijfsvoering is het aanleggen en bijhouden van een goede administratie van belang en deze kan veel moeilijkheden voor komen. Zij vormt een belangrijk on derdeel bij de vele beslissingen die een veehouder op langere of kortere termijn moet nemen. Het wel en wee van de veestapel moet overzichtelijk ergens genoteerd staan. Het bijhou den. maar dan volledig, van een vruchtbaarheidsziektekaart kost tijd. maar het is geen verloren tijd. Tijd, besteed aan bijvoorbeeld toch tigheidswaarneming, klauwverzor- ging, goede melktechniek en hygiëne levert meer, kwalitatief betere, melk op. Een goede administratie hierbij maakt het werk gemakkelijker. Drs. R. Kommerij Proefstation Rundveehouderij Minder koeien geeft volgens berekeningen ook meer tijd. Tijd, welke besteed kan worden aan de opsporing van tochtige koeien, veeziektes en het aanleggen en bijhouden van een goede administratie. Ing. C. DE Koning specialist melkwinning en -hygiëne bij het C.R. Tilburg Zoals wellicht bij u bekend is, wordt dit winterseizoen door de konsu- lentschappen voor de rundveehouderij in Zuid-Nederland in nauwe samenwerking met de zuiveldiensten, de Gezondheidsdiensten en de melkwinningskommissies ruime aandacht besteed aan de melkwinning onder het motto "Melken, kwaliteitswerk". In dit artikel wordt nader ingegaan op de melkmachine. Ontwikkeling van de melkmachine Na de tweede wereldoorlog heeft het machinaal melken zich in Nederland snel ontwikkeld. Op vrijwel elk melkveebedrijf is tegenwoordig een melkmachine aanwezig. Dit kan va riëren van een eenvoudige emme rinstallatie tot een uitgebreide mel- kinstallatie, waarin de elektronika ruimschoots toegepast wordt. In Zuid-Nederland zijn ca. 2000 bedrij ven met een emmerinstallatie, 3.000 grupstalbedrijven met een melklei- ding en ongeveer 5.000 bedrijven met een doorloopmelkstal. Eén zaak hebben al deze verschillende typen melkmachines echter gemeen; het melken! Door een slecht gebruik van de melkmachine of door gebruik te maken van een melkmachine met slecht funktionerende onderdelen kan veel schade ontstaan. Dit heeft namelijk een nadelige invloed op de melkproduktie, de melkkwaliteit en de uiergezondheid van de koeien. Om verzekerd te zijn van een tech nisch goed funktionerende melkma chine kunt u als veehouder een on- derhoudsabonnement voor uw melkmachine afsluiten. Het onderhoudsabonnement De belangrijkste onderdelen van de melkmachine zijn de vakuumpomp. de regulateur, de melkstellen met het drukwisselingssysteem, de vakuum- leidingen en het melkvoerende ge deelte van de melkinstallatie. Al deze onderdelen worden tijdens de on derhoudsbeurt door de monteur doorgemeten en beoordeeld aan de hand van normen. Deze normen zijn vastgelegd in de Technische Aanbe velingen voor Melkmachines 1984 en gelden zowel voor nieuwe als voor gebruikte melkmachines. Zo zijn in deze aanbevelingen normen gesteld ten aanzien van de reservekapaciteit van een installatie, de leklucht en werking van een regulateur, de lek lucht en de diameter van een mel- kleiding, de werking van een druk wisselingssysteem enz. De monteur vult zijn bevindingen in op het meet- en adviesrapport en herstelt de gekonstateerde afwijkin gen. Door het afsluiten van een on derhoudsabonnement kunt u, als veehouder, ervan verzekerd zijn, dat de machine jaarlijks wordt gekon- troleerd en daardoor dus ook tech- 16 nisch in orde zal zijn. De kosten van een onderhoudsabonnement bedra gen voor 1984 voor een emmerin stallatie 110,- exkl. b.t.w. op basis van een arbeidstijd van 2 uur en voor een melkleiding installatie bedragen deze kosten 170,- exkl. b.t.w. op basis van een arbeidstijd van 3 Zi uur. Bij overschrijding van deze tijden is een uurtarief vastgesteld van 49,25. Toch problemen hij het meiken Ondanks een technisch goed funk tionerende installatie kan het voor komen. dat tijdens het melken de koeien lastig zijn en onvolledig wor den uitgemolken en dat de melkstel len regelmatig luchtzuigen en afval len. Onrust tijdens het melken* en onvolledig uitmelken vertragen het melkproces en beiden worden door de melker dan ook als ongewenst beschouwd. Vaak blijken deze problemen te ma ken te hebben met de gewichtsver deling van het melkstel. Valse lucht zuigen, blind melken, afvallen van melkstellen en onkant "uit" zijn, zijn verschijnselen die vaak veroorzaakt worden door een onjuiste gewicht sverdeling van het melkstel over de uierspenen. Bij vaarzen en koeien met een goed uier hangt het melkstel meestal wel in de juiste positie. Bij koeien met een groter uier en met achterkwartieren die groter zijn dan de voorkwartieren, is de gewicht sverdeling vaak fout. Het gewicht van het melkstel trekt met name aan de voorspenen, waardoor deze nog eerder "uit" zijn dan de achterkwar tieren. De voorkwartieren worden blind gemolken. Er ontstaat kans op luchtzuigen en zelfs op afvallen van het melkstel. Door bij deze koeien het melkstel met behulp van de lange melkslang iets naar voren te trekken, waardoor weer de juiste gewichtsverdeling wordt bereikt, kunnen veel proble men worden voorkomen. Zowel voor grupstalbedrijven als voor bedrijven met een doorloopmelkstal kunnen vaak eenvoudige voorzieningen worden getroffen voor een juiste stand van het melkstel. Dit is moge lijk door het inkorten van de achter ste korte melkslangetjes en het toe passen van de "kleine kop"-tepel- voering voor en de "grote kop"-te- pelvoering achter. De meeste melk Een goed onderhouden melkmachine is een eerste vereiste voor de produktie, kwaliteit en uiergezondheid van de koe machinedealers hebben eveneens één of ander systeem van melk- slanggeleiding in hun verkooppro gramma. Hulpapparatuur Het melken met een melkleidingin- stallatie gaf een aanzienlijke ar- beidsverlichting ten opzichte van het melken met een emmerinstallatie, immers het zware sjouwen met em mers melk en de ekstra looplijnen kwamen te vervallen. Met het toene men van de bedrijfsgrootte en het aantal melkstellen per melker, is echter tevens de behoefte ontstaan aan hulpapparatuur. Hierbij kan ge dacht worden aan o.a. eenvoudige kijkglaasjes en melkstroomindikato- ren, al of niet gekoppeld met licht signalering, welke het einde van de melkstroom aangeven. Verder is er ook apparatuur, die het feitelijke melken beëindigt, zoals melkstopap- paratuur of afneemapparatuuF. Op grupstalbedrijven kan tot 3 melk stellen goed gebruik gemaakt wor den van kijkglaasjes of melkstroom- indikators. Bij 4 melkstellen of meer verdient melkstopapparatuur of af- neemapparatuur de voorkeur. In doorloopmelkstallen verdient het aanbeveling om bij meer dan 8 melkstellen eveneens melkstop- of afneemapparatuur te gebruiken. In doorloopmelkstallen kan bovendien ook gebruik gemaakt worden van melkmeetglazen. Deze hebben di verse voordelen, o.a. een bufferende werking (stabiel vakuum), mogelijk heid om melk af te zonderen en kontröle op de melkgift (ook op "uit" zijn). In grote doorloopmelkstallen kan automatisering van de kracht- voerverstrekking en het openen en sluiten van hekken en deuren een aantal looplijnen laten vervallen en dus tijd besparen. Goed melken hele werk Melken met een melkmachine, die technisch in orde is, is een eerste voorwaarde voor goed melken. Het afsluiten van een onderhoudsabon nement voor uw melkmachine is hierbij een goed hulpmiddel. Zijn er toch problemen bij het melken, dan kan de gewichtsverdeling van het melkstel een rol spelen. Hulpappara tuur is in een aantal gevallen aan te bevelen en kan een belangrijke ar- beidsverlichting opleveren. Iedereen kent het gezegde "een goed begin is het halve werk", maar voor het mel ken geldt zowel voor veehouder als koe "goed melken is het hele werk"! De maanden mei, juni en juli zijn vergeleken met de gemiddelde nor maalwaarden ongeveer 10 procent te koud geweest. Tot eind juli werden tamelijk veel slakken in de greppels gevonden, maar door de droge augustusmaand liep dit aantal terug, zodat er toen nog maar weinig slakken voorkwa men. Wel bleken de nog aanwezige slakken meerdere malen besmet met een der tussenstadia van leverbot. Op bedrijven waar in de zomer water in de greppels heeft gestaan door in laat of kwel, kan wel degelijk een behoorlijke infektie van leverbot bij rundvee en/of schapen zijn opgetre den. De afkeuringspercentages van lam- merlevers, wegens een aantasting door leverbot, zijn tot heden zeer laag. Ook in de mestmonsters van zowel runderen als schapen worden door de Gezondheidsdiensten voor Die ren slechts zelden en dan bovendien weinig eieren aangetroffen. Gevallen van akute sterfte bij scha pen, veroorzaakt door leverbot, zijn niet voorgekomen. Behandelingsadvies In het algemeen is, zowel bij rundvee als bij schapen, geen behandeling nodig. Hiermee kan gewacht worden op de definitieve prognose, die on geveer eind november verschijnt. Vooral doordat er vrijwel geen voor- jaarsinfektie is opgetreden, zijn be handelingen voorlopig niet nodig. Een uitzondering op deze algemene regel dient te worden gemaakt voor die bedrijven die vorig jaar wél moesten worden behandeld. Maar ook op deze bedrijven dient een be handeling pas te worden uitgevoerd 4 - 6 weken na aanvang van een pe riode met regen. Deze behandeling dient dan te geschieden met een middel dat jonge leverbotjes aantast. Vanzelfsprekend kan men ook pre ventieve maatregelen nemen door vanaf de regenperiode de dieren niet meer op leverbot gevaarlijke perce len te weiden. In twijfelgevallen, zowel wat betreft schapen als rundvee, wende men zich tot zijn praktizerend dierenarts of tot de Gezondheidsdienst voor Dieren. Om vast te stellen of inderdaad een besmetting met leverbot is opgetre den kan men een onderzoek yan bloedmonsters laten instellen. Vrijdag 26 oktober 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 16