Roodbonten boekten winst op vele fronten
Nabeschouwing nationale NRS-tentoonstelling
Roosje 164 van eigenaar B. Schrijver uit
jeugdgroep.
De nationale NRS-tentoonstelling eens in de vijf jaar geeft een goede
gelegenheid om de balans op te maken van wat er bij de roodbonten de
laatste jaren is gepresteerd.
Het enthousiasme voor de fokkerij is in vergelijking met vijf jaar terug
nog toegenomen gezien de overweldigende opgave voor deze manifes
tatie. Er konden tenslotte slechts 350 MRlJ-dieren uit het gehele land
tot de uitverkorenen behoren. Ongeveer 165 uit Gelderland/Overijssel
en 165 uit het zuidelijk MRIJ-gebied, Limburg en Brabant. Voor het
eerst in de geschiedenis leverde de provincie Utrecht ook MRIJ-dieren
voor dit gebeuren.
Kwa bloedvoering laat in tegenstelling tot zwartbonten en de blaar
koppen het MRIJ nog een vertrouwd beeld zien ten opzichte van 1979.
Slechts bij twee dieren zagen we een niet-MRIJ-vader vermeld.
Produktiecijfers
Het zal duidelijk zijn, dat ook bij een
dergelijk eksterieur gebeuren, de
produktiecijfers voorop moeten
staan. Indien de dieren die in de rin
gen verschijnen aan een zeer goed en
dus doelmatig eksterieur, slechts
middelmatige produktiecijfers zou
den paren, zou dit gebeuren niet aan
zijn doel hebben beantwoord.
Dat doel was om de allerbeste dieren
de top van de fokkerij, te laten zien
en die dieren vertegenwoordigen een
optimale kombinatie van hoge pro-
duktiviteit, uitstekende gebruiksei
genschappen en duurzaamheid. In
de praktijk zijn. bij de voorselektie
slechts weinig dieren over hun pro
duktiecijfers gestruikeld. Vaker
moesten zeer produktieve koeien
worden afgewezen omdat met name
hun uier niet paste bij de zojuist om
schreven eisen. Feitelijk is er dus
nauwelijks op produktie geselek-
teerd door de kommissies en daarom
stemmen de in tabel 1 vermelde ge
middelden zonder meer tot voldoe
ning. Ter vergelijking zijn ook tel
kens vermeld de korresponderende
cijfers uit 1979 en 1974.
De toename bij de jongere roodbon
te dieren is zeer goed te noemen. Bij
de oudere dieren valt er weinig winst
te bespeuren. Bij de zwartbonten is
de stijging bij de jongere dieren met
ruim 100Ö liter opmerkelijk te noe
men. De invloed van het Holstein-
bloed heeft in dit opzicht bij zwart
bont gunstig gewerkt.
De roodbonten onderscheidden zich
duidelijk in tweeledigheid.
Opmerkelijk was ook het grote per
centage oudere best bewaarde koei
en, waaruit de duurzaamheid, even
zeer een ekonomisch belangrijke ei
genschap, naar voren kwam.
Bloedvoering
Het staatje van vaderdieren, dat
zoals reeds aangestipt, louter ver
trouwde namen bood, ziet er als
volgt uit: Het betreft hier uitsluitend
stieren met uit hun fokperiode af
komstige dochters:
Julius 24
Marco 20
Carolien's Gustaaf 19
Manus 19
Walter 15
Prins 2 14
Miena's Mars 11.
Mars 9
Alexander 8
Chris 8
Jetje's Arthur 8
Roland 67 7
Arno 6
Behoudens van Chris werden van de
andere vaders dochtergroepen sa
mengesteld en van Walter zelfs 2.
Drie jonge stieren verschenen met
een dochtergroep uit hun proefpe
riode, in opklimmende leeftijden.
Karei 6, Alva 4 en Leendert. Van de
in totaal 15 stieren voeren er slechts
twee. Prins 2 en Arno, niet het bloed
van Gustaaf Pref. 1, alle andere
daarentegen één of meerdere malen.
Volledigheidshalve, tot de bloedop-
bouw in het algemeen hebben ook
een belangrijke bijdrage geleverd
Boris 7732, pref. 2 en Paul 11346,
pref. 2. Voorts in iets bescheidener
mate nog Kasimir. pref. 2. Walter en
Karei 6 voeren op alle vier genoemde
stamvaders terug. Niet onverwacht
is, dat het bovenste vijftal in het
staatje met vaderdieren vier prefe
renten bevat. Van Alexander en
Mars kan worden vermeld, dat drie
resp. twee van hun dochters behoren
tot de top van de produktieklasse:
Coba 30, Mts. Beltman. Zwolle, een
koe met macht en goed soort, doch
iets storend in de voorhand. Evenals
in Olst kwam Jet 27, A.J.M. Logten-
berg, Broekland, er voor te staan.
Een rondom beste koe met beste
uier, ze kon echter net niet tegen de
kampioene en de reservekampioene
op-
Als reservekampioene werd aange
wezen:
Connie 1, een Arnodochter van L.
Vogels te Beek en Donk. Een best
ontwikkelde ekstra soortige koe met
een zeer goed uier. Carolien 130,
koeien met meer dan 3700 kg vet
eiwit.
Dit beeld is in vergelijk tot vijf jaar
terug kwa spreiding wat minder
rooskleurig. Na deze achtergrondin
formatie brandt de vraag op de lip
pen: en wat liet Utrecht op de groene
mat zien?
Winst in uiers, ontwikkeling en bes-
piering
In vergelijking tot vijf jaar terug viel
er een duidelijke winst in de uiers te
bespeuren. Ook de ontwikkeling en
hoogtemaat was toegenomen. Klonk
vijf jaar terug een waarschuwend
woord ten aanzien van de bespiering,
dit keer stemde dit onderdeel tot te
vredenheid. De uniformiteit in type
was gehandhaafd en het beenwerk.
wat altijd al een goede naam bezat,
bleek ook nu weer solied en krachtig.
Individuele keuring en kampioens
keuring
Op de eerste dag waren er de indivi
duele keuringen en 's middags het
défilé met de kampioenskeuring,
waar in afwijking van vorige keren
een kampioensgroep van plm. tien
dieren overbleef, zowel bij de oude
re. de middenklasse als de jeugd.
Deze groepen vormden te zamen als
het ware het voorbeeld voor het
MRIJ-ras. Dat de kampioenes en
haar sekondantes ten slotte ekstra in
de schijnwerpers werden gezet
spreekt voor zich.
Oudere koeien
We zagen beste rubrieken oudere
koeien en het is dan ook niet'zo ver
wonderlijk dat de kampioensgroep
oudere koeien best was. Tot de laat
ste 10 behoorden: Tilda 40 eig.:
J.A.M. Oude-Lansink, Almelo,
Roosje 24. gebr. Schut Steenderen,
Jaantje 15. A. Ketelaars, Dinter,
Clara 52, D. Reussink, Toldijk was
met ruim 15 jaar de oudste koe van
de hele tentoonstelling. Wat een
gaafheid en best type! Haar gang was
wat minder vlot.
Tilda 25, J.B. Veldhuis, Tilligte, re
vancheerde zich door tot de zesde
plaats in de finale door te dringen,
terwijl haar konkurrente van 's mor
gens, welke zij toen voor moest laten
gaan, nu reeds snel het veld moest
ruimen. Willie 41, H. Scheepens, St.
Oedenrode, imponeerde door haar
soliditeit en type, maar moest haar
fraaie kop buigen voor een kwartet
koeien dat haar voorafging.
(Car. Gustaaf) eig.: J.H.F. Blanc-
kenborg, Diepenheim was de abso
lute topper. Ze mag als hedendaags
voorbeeld worden gesteld voor de
MRIJ-/standaard. Voorzien van uit
muntende produktiecijfers kombi-
neert ze macht, type, een fraai solied
uier. Beste benen en een zeer pas
sende bespiering in zich. Haar wat
witte haarkleur kon bij iedereen nog
geen waardering vinden. Wanneer er
een algemeen kampioene van de
tentoonstelling zou zijn uitgeroepen
dan had Carolien 130 het er velen erg
moeilijk gemaakt.
Middenklasse
In de middenklasse zagen we even
eens een beste gfoep overblijven. Zo
imponeerde Carolien 155, eveneens
van J.H.F. Blanckenborg, Diepen
heim. maar werd tenslotte zesde.
Ook Clara 155, G.H. Hoevink, Mar-
kelo zou de kampioensrozet niet
misstaan hebben. Zij had echter te
maken met de zeer produktieve Ria,
A. Pruijn, Dreume, die meer klasse
in huis had.
Jetje 32, J. Hoeijmakers, Evertsoord
reikte ver met haar derde plaats,
maar de solide zeer typische en best-
geuierde Gretha 7, eig.: G. Jolink,
Drempt was voor haar net even te
solied om verder te-komen. Gretah 7
werd nog reservekampioene omdat
tenslotte Willemien 158, F.H. Dijk
man, Borculo nog iets meer macht
bezat, naast de overige beste eigen
schappen die ook reeds bij Gretha 7
genoemd zijn.
Junioren
De jeugdgroep kon niet helemaal het
peil halen van de midden- en oudere
groep. Niettemin een fraai gezel
schap waar zeker toekomst in schuilt.
Corrie 68, A.G. Bijen, Weerselo liep
als zesde mee, voorafgegaan door
Gonda 1. P. Goldstein, Limbricht en
Rika 27, A.v.d. Biezen, Rosmalen.
Als derde op tal stond Petra, W.M. v.
Dooren, lage Mierde. De keus van de
kampioenen was voor de hand lig
gend. Roosje 164, B. Schrijver,
Zwolle kon de hoogste eer niet ont
gaan door haar macht en type. Haar
zeer goed gevormde en solide uier
bezit voor iets lange spenen. Reserve
werd: Doortje 35, Mts. Wilmink,
Enter. Een typische vaars met best
uier.
Eigenaarsgroepen
In deze kategorie viel er eveneens
veel van goeds te genieten. Alle
groepen werden met een eerste prijs
bekroond.
Bij de viertallen (in de rubriek tot 58
koeien) was de hoogste eer voor
J.H.F. Blanckenborg, Diepenheim.
Een zeer uniforme groep beste
MRIJ-koeien. Tweede werd S.
Goossens, Beers met eveneens een
viertal behangen malse koeien met
zeer goede uiers.
H. Nijsink, Wierden en F.H. Dijk
man, Borculo werden resp. derde en
vierde. In de viertallen (bedrijven tot
64 koeien) zegevierde E.J. Wijers en
Zn. Voorst. Een groep soortige koei
en met best formaat. Eén koe stoorde
wat in de uier. Tweede werd Fam
Hofmeijer, Heino met een groep
middelzware, malse koeien met zeer
goede uiers. A. v.d. Biezen, Rosma
len, H.WJ. Scheperboer, Holten en
A. v. Dijk, Oosterom werden in deze
volgorde opgesteld. Bij de grootste
"viertallen" kwam E.R. Menkveld,
Welsum onbetwist op kop met een
goed sluitend viertal, typische koeien
met goede uiers. Mts. Leunk-Roeke-
visch, Markelo werd een zeer goede
tweede. Schieven, Steenderen, D.J.
Lievenstroo en Zn., Voorst, en B. v.
Genugten, St. Oedenrode, volgden
op korte afstand in deze volgorde.
De vijftallen waren eveneens in drie
rubrieken verdeeld. J.C.M. v. Door-
en, Lage Mierde, hield de eer van
Noord-Brabant hoog, door in de ru
briek tot 87 koeien te zegevieren met
een zeer uniforme groep solide koei
en van goed type en dito uiers. J.H.
Rotink. Beltrum, werd lb met een
groep stukkige koeien, doch een en
kele uier kreeg een bemerking. W. v.
Huiten. Biezenmortel en J. Herma-
nussen, Beers, werden resp. derde en
vierde.
De rubriek tot 100 melkkoeien was
best. Groepen die elkaar weinig ont
liepen en een geweldige indruk
achterlieten. Het was tenslotte
J.A.M. Oude-Lansink, Almelo, die
overtuigend eerste werd. Nog zelden
zagen wij zo'n uniform vijftal, waar
in zoveel kwaliteiten verenigd waren.
Mts. Giesen, Steenderen werd eervol
tweede met eveneens een impone
rende groep. De macht was ook hier
volop aanwezig. Bij de la paste de
groep nog iets beter. W. v.d. Acker,
Gemert, H.G. Schrijver en Zn., Ter-
wolde. Mts. Oude-Lansink, Flerin
gen, en G.A. Wullink, Voorst, wer
den in deze volgorde eveneens met
oranje bekroond. Bij de "grootste"
vijf üllen was het stal De Mars van B.
Schrijver, Zwolle, die voorop kwam
en later op de dag de gouden me
daille van H.M. de Koningin in ont
vangst mocht nemen. Het was een
zeer uniforme groep malse koeien
van zeer goed formaat met zeer goe
de uiers. J. Gielen, Wanssum kwam
op de tweede plaats met een groep
zeer typische gelijnde koeien met
zeer goede uiers. Gebr. Schut,
Steenderen, H. Scheepers, St. Oe
denrode, en gebr. Cox, Roermond,
volgden op geringe afstand.
Stierengroepen
Bij de jeugd (uit de proefperiode) was
de debuterende Karei 6 eig.: KJ.-
Overijssel, veelbelovend. Deze Mie
na's Mars zoon, gefokt bij G.H.
Brouwer, Albergen toonde een uni
forme groep typische vaarzen met
goede uiers. Ook Roland 67, eig.:
K.I.-Overijssel liet een knappe groep
zich uit de fokperiode. Het zijn solide
dieren met zeer goede uiers, die nog
even meer robuustheid moesten heb
ben.
TABEL 1.
Roodbont MRIJ
Alva 4, eig.: K.L-Gelderland liet een
groep dochters uit de proefperiode
zien. Deze "topper van nu" had een
vrij uniforme groep melktypische
koeien van zeer goed formaat. De
uiers waren bij een paar dieren iets
kort. Leendert. eig. K.I.-De Kem
pen, Oerle, liet een groep kalfsdieren
zien eveneens uit de proefperiode.
Deze groep bezat wel een goed type,
maar een paar dieren schoten te kort
in de uier.
Bij de oudgedienden viel veel goeds
te bespeuren. Carolien's Gustaaf,
eig.: K.I.-Gelderland was niet te
kloppen met zijn zeer uniforme
groep, zeer typische en solide doch
ters. Walter, eig. K.I.-Limburg, werd
tweede met eveneens een fraaie
groep middelzware koeien van best
type met zeer goede uiers. Prins 2,
eig. K.I.-Land van Cuijck, werd der
de met een groep behangen zware
koeien maar even minder uniform en
solied dan de groep van Walter.
Miena's Mars, eig.: K.I.-Gelderland
imponeerde met zijn groep dochters,
vooral in zijaanzicht. Het zijn best
ontwikkelde koeien met inhoud en
zeer goede uiers. Marco, eig. K.I.-
Overijssel, werd na arbitrage tweede,
gevolgd door de tweede groep van
Walter. De macht bij Marco gaf m.i.
de doorslag. Een gemengde groep
van noord en zuid bracht Manus,
K.I.-Overijssel, met zijn groep op'het
ereschavot. Rondom MRIJ-koeien.
Ook Mars, eig. K.I.-Overijssel, liet
met zijn groep dochters een beste in
druk na. Er was maar weinig verschil
met de eerste groep. Arno. eig. K.I.-
De Meijerij, Erp, toonde een groep
melkrijpe koeien met een beste
lengte, een enkele uier stoorde iets.
Bij de oudste klasse was Jetje's Art
hur oppermachtig (KJ.-De Meijerij).
Gezien de macht in deze koeien, met
de eveneens zeer goede uiers werd
deze groep terecht voor Julius, eig.
K.I.-Overijssel, geplaatst. Deze
toonde overigens ook een groep
koeien met beste uiers, maar niet de
macht zoals bij Jetje's Arthur.
Alexander, K.I.-De Meijerij, Erp,
werd met een zeer verdienstelijke
groep derde.
Voorzichtig met wild-west
De publieke belangstelling voor de
beide dagen was wat gewoon. De
wegblijvers hebben in ieder geval
heel wat gemist. Na het massale be
zoek aan een aantal demonstratie-
dagen, die deze zomer vooraf zijn
gegaan, dient men zich af te vragen
of de opzet van een dergelijke ten
toonstelling ook aan verandering toe
is en verder is overleg met de K.I.-
verenigingen van belang in hoeverre
demonstratiedagen vrij dicht voor dit
(bijna) nationale gebeuren ook niet
wat eerder of later gehouden kunnen
worden.
Over het algemeen is een tweedaagse
opzet door de inzenders wel gewaar
deerd. De organisatie verliep op een
enkel schoonheidsfoutje na goed.
De buitenlandse belangstelling was
goed. Resumerend kan worden ges
teld, dat de roodbonten een beste
indruk hebben achtergelaten.
Dit resultaat is in zijn geheel tot
stand gekomen op eigen MRIJ-
kracht. Deze beide dagen hebben
geleerd dat men met "wild-west"-in-
breng van vreemd bloed voorzichtig
moet zijn.
Een felicitatie aan het adres van alle
MRIJ-fokkers is bij deze zeer ge
slaagde happening zeker op zijn
plaats.
A.N. Landeweerd
1984
2.2
327
5629
4.13
3.49
17.21
1311
1979
2.4
330
5271
4.02
3.49
15.97
1203
1974
2.4
327
5096
3.92
3.44
15.58
1147
1984
6.6
319
7237
4.06
3.40
22.86
1693
1979
6.1
325
7233
4.02
3.43
22.26
1658
1974
6.3
324
6804
3.99
3.39
21.00
1550
Lopende eerste
lijsten c.q.
100-dagenlijsten.
Roodbont MRIJ
1984
2.2
194
3813
4.13
3.42
1979
2.5
100
2085
3.96
3.33
1974
2.5
100
1967 3.90
3.32
12
Vrijdag 26 oktober 1984