Landbouwhogeschool wil inspelen op maatschappelijke veranderingen Ontwikkelingsplan 1985 -1989 200.000 ton tarwe uit Ver. Staten naar SU In de komende jaren zal het beleid van de Landbouwhogeschool gericht zijn op uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden van de landbouw wetenschappen in maatschappelijke probleemsituaties en in het ver lengde daarvan op verruiming van de arbeidsmarkt voor haar afgestu deerden. Hoe de Landbouwhogeschool dit denkt te bereiken heeft zij neergelegd in het ontwikkelingsplan 1985 - 1989, dat onlangs is ge reedgekomen. In dit plan wordt benadrukt dat er een flexibel stelsel van wetenschap pelijk landbouwonderwijs en -onderzoek nodig is; met het oog daarop wordt in het ontwikkelingsplan een lijst van (nieuwe) wetenschapsge bieden opgevoerd, die de komende jaren ekstra aandacht of prioriteit zullen krijgen. Boven aan die lijst prijken de moderne biotechnologiën en nieuwe informatietechnologiën. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten via o.m. partikuliere indus trie en diensten beter ten goede komen aan de maatschappij als geheel Onderwijs De Landbouwhogeschool heeft, evenals de andere universiteiten in Nederland, een periode van inten sieve herprogrammering van het on derwijs achter de rug. Niet alleen is de kursusduur van de programma's van ruim vijf tot vier jaar terugge bracht, maar er zijn ook tal van in houdelijke veranderingen ingevoerd. De ontwikkelde programma's zijn flexibel, ze geven docenten en stu denten de kans om in te spelen op ontwikkelingen in vakgebied of maatschappij. De nieuwe programma's van de ho geschool bieden opleidingsmogelijk heden voor een breed skala van maatschappelijke funkties. In de twintig studierichtingen zijn 92 oriëntaties te onderscheiden. En binnen die oriëntaties zijn weer circa 300 studieprofielen beschreven. Het doktoraalprogramma van een oriëntatie bestaat uit 3400 uur ver plichte vakken en 1700 uur vrij te kiezen uit het totale onderwijsaan bod van de hogeschool. Elke studie richting heeft bovendien een vrije oriëntatie met een verplicht romp programma van slechts 1000 uur; de rest van de tijd kan ingevuld worden met nieuwe kombinaties van vakken. De 300 studieprofielen zijn aanbe volen vakkenpakketten, bedoeld als voorbereiding op een bepaald be roep of kategorie van beroepen. Het onderwijsbeleid van de Land bouwhogeschool is erop gericht nieuwe ontwikkelingen zoveel mo gelijk als oriëntatie of studieprofiel in de studierichtingen op te nemen. Zo wordt momenteel onderwijs voorbereid dat de mogelijkheden van afgestudeerden moet vergroten om zich als zelfstandig ondernemer te vestigen. Wellicht wordt hiervoor een aparte kursus ingericht. Onderzocht zal worden of er, naast de gangbare onderwijsprogramma's, korte kursussen georganiseerd kun nen worden voor degenen die tot nu toe niet aan hoger onderwijs toek wamen. Beroepsgerichte Aansluitend op de eerste fase van de studie, die afgesloten wordt met een doktoraal eksamen dat recht geeft op de ingenieurstitel, streeft de hoge school naar de inrichting van enkele beroepsgerichte opleidingen in de tweede fase. Omdat er een ruime vraag bestaat naar Wageningse on derzoekers, wordt in de eerste plaats gedacht aan een onderzoekersoplei ding. Daarvoor zal samengewerkt worden met de landbouwkundige onderzoeksinstituten in Wagenin- gen. Verder wil de hogeschool haar lerarenopleiding (op eerstegraadsni- vo) uitbreiden; zij wil dat doen sa men met de stichting die nu de op leidingen voor tweedegraadsleraren in het landbouwonderwijs koördi- neert (de STOAS). Bovendien zal de hogeschool zich sterk maken voor de invoering van een tweedefase beroepsopleiding voor ontwikkelingsdeskundigen. De velen die in de eerste fase een tropi sche richting hebben gevolgd kun nen met zo'n tweedefaseopleiding hun positie op de buitenlandse ar beidsmarkt versterken. Vrijdag 12 oktober 1984 Onderzoek Het onderzoek van de Landbouw hogeschool kenmerkt zich door een op toepassing gerichte aanpak, ook wanneer het fundamenteel van aard is. Het wordt grotendeels afgestemd op meerjarenafspraken die gemaakt worden in de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek (NRLO). De laatste jaren is veel ge daan om het management van het onderzoek te verbeteren. Binnenkort zal in NRLO-verband een studie worden ondernomen naar mogelijk heden tot verdere verbetering van de onderzoeksorganisatie. Veel aan dacht zal de komende tijd worden besteed aan vernieuwing van het onderzoek. Voorts wordt getracht het internationale aspekt te versterken door een ruimere inschakeling van het transferpunt. Het nog jonge transferpunt probeert bij externe fi nanciers belangstelling te wekken voor het uitbesteden van projekten aan de hogeschool. Om te bemiddelen bij onderzoek voor minder draagkrachtige organi saties wordt met ingang van 1985 een wetenschapswinkel opgericht. In dit nummer zullen we het vak wis kunde zoals het bij ons gegeven wordt eens belichten. Sinds de invoering van het vak wis kunde zien we vakken als meetkun de, algebra, rekenen, funkties en grafieken enz., zoals we die van vroeger kennen, niet meer in die vorm terug. Al deze losse onderdelen zijn nu bij elkaar gebracht en in el kaar geschoven en door middel van een begrijpend verhaal aan elkaar geknoopt. Verder is zoveel mogelijk de tekst, het verhaal, in wiskundige tekens omgezet. Dus alle wiskundige vakken van vroeger gebruiken we nu nog alleen in 'n logische volgorde, zodat er 'n opbouwend geheel ont staat. De leerlingen leren dan ook veel béter het verband te zien tussen het een en ander en logisch na te denken. We gebruiken hiervoor het systeem: "Denken, doen en begrij pen". De titel geeft al aan in welke volgorde ze wat doen. Vóórdat ze iets gaan doen moeten ze eerst leren na te denken. Als ze over 'n probleem hebben nagedacht moeten ze het probleem zelf gaan uitvoeren, dus doen. Dan door er eerst over nage dacht te hebben en daarna er zelf aan gewerkt te hebben wordt het oplos sen van 'n probleem begrepen. Deze volgorde van werken is belangrijk in het vak wiskunde maar misschien nog meer daarbuiten. Dus het vak heeft ook nog 'n goede uitstraling naar alle andere werkterreinen, en men krijgt een betere greep op z'n omgeving. Vernieuwingen Een belangrijke nieuwe ontwikkeling in de komende jaren is dat er een twintigtal part-time, tijdelijke hoog leraren zal worden aangetrokken. Hiermee wil de Landbouwhoge school bepaalde vernieuwingen op gang brengen, de inbreng vanuit de praktijk stimuleren en de samenwer king met instituten, andere universi teiten en het bedrijfsleven bevorde ren. Tegelijk wordt een wisselleer stoel ingesteld, die elk jaar wordt be zet door een andere vooraanstaande wetenschapper. Prioriteiten Voor de komende planperiode heeft de Landbouwhogeschool in een aantal wetenschapgebieden priori- Het vak is 'n echt exakt vak "zo is het en niet anders" (1 1 2 en niets anders). Bij zo'n vak is het wel ge wenst dat iemand ordelijk en netjes werkt, wat ook weer goed is voor overige vakken. Tevens is de kon- sentratie in zo'n vak erg belangrijk. De onderwerpen die behandeld moeten worden, worden zoveel mo gelijk ondersteund door middel van praktische voorbeelden waarmee de leerling nu en in de toekomst te ma ken krijgt. Nivo's Het aantal uren dat bij ons wiskunde wordt gegeven is in klas 1 en 2: 3 uur per week en in klas 3 nog 2 uur per week. Tot en met klas 3 wordt het b-programma wiskunde afgewerkt. Hierna gaan de echte goede wiskun de leerlingen in de c-nivo klas en krijgen weer 3 uur per week wiskun de. De overige leerlingen volgen in klas 4 het b-nivo waarbij wiskunde nog 2 uur per week wordt gegeven. Dit b-nivo wiskunde bestaat voor enkele leerlingen, die na het behalen van het b-nivo terug willen komen op C-nivo (herprofilering), uit wis kunde op b-nivo. Met de overige b- nivo leerlingen gaan we rekenen. Dit omdat onze vorm van onderwijs toch voor velen een eindonderwijs is. De eis voor deze kategorie leerlingen is toch dat ze nog kunnen rekenen (oppervlakte, inhouden, enz.) als ze onze school verlaten. Veel leerlin gen mogen dan denken dat de re- teiten aangegeven. Het informatika-onderwijs zal geïn tensiveerd worden en voor informa- tika-onderzoek zal meer kapaciteit worden ingezet. Er wordt daartoe een beleidsnota voorbereid, waarin voorts de toekomst van operationele analyse, nieuwe toepassingen van de mikro-elektronika en van de telede- tektie aan de orde zullen komen. De verdere ontwikkeling van de mo derne biotechnologiën zal de ko mendejaren een hoge prioriteit heb ben. De Landbouwhogeschool zal zich daarbij vooral richten op on derzoek ten dienste van de afvalver werking en het milieubeheer, de voedings- en voedermiddelentech- nologie, de plantaardige en dierlijke produktie. Het spreekt vanzelf dat zij ook het ondersteunende basisonder- leraar F. v. Bussel kenmachine wel voor hen rekent en denkt, het denkwerk blijft echter al tijd nog voor de mens liggen. Voor de c-nivo leerlingen wacht op het eind van de 4e klas het landelijke eindeksamen dat bestaat uit een open en een meerkeuze eksamen. Dit zal over enkele jaren ook worden sa mengevoegd tot een eksamen. Sinds 1976 is het eindeksamen besluit LBO van kracht. Daarin staat dat er ge werkt moet worden naar één LBO - - MAVO-c eksamen. Dit is ondertus sen gebeurd. Dus MAVO-c krijgt hetzelfde eksamen als onze c-nivo leerlingen terwijl op de MAVO meer uren wiskunde worden gegeven en de leerlingen dus beter zijn voorbe reid op het eksamen. Desondanks halen we met onze leerlingen een aanvaardbaar nivo, met een gemid delde dat ruim boven andere LBO- scholen ligt. Dit is natuurlijk alleen haalbaar met goede werkwillende leerlingen. Ondanks het feit dat onze school voor vele leerlingen het eindonder wijs is, gaan er toch vele leerlingen naar andere scholen, vooral naar de middelbare land- en tuinbouw school. Voor deze scholen is wel een toelatingseis dat ze minimaal wis kunde b-nivo hebben voor de prak tische middelbare school (MAS-b) en ze moeten voor de moeilijker en meer theoretische middelbare school (MAS-a) minstens c-nivo wiskunde bij ons gehad hebben. zoek zal uitbreiden, waarbij onder meer gedacht wordt aan de moge lijkheden van genetische manipula tie. Er wordt een omvangrijk program ma ontwikkeld op het terrein van de bestemming, de inrichting en het beheer van landelijke gebieden. Daartoe zal vooral de onderzoeks- kapaciteit voor de bodembiologie uitgebreid worden. Verder wordt van de Landbouwhogeschool een ver hoogde inzet verwacht bij het on derzoek ter bestrijding van zure re gen. Alternatieve en milieuvrien- deljke vormen van landbouw zullen meer dan in het verleden aandacht krijgen. Op het gebied van energievoorzie ning en -besparing zijn twee pro gramma's in de maak, het ene gericht op energiehuishouding in de lande lijke gebieden en het tweede op niet-fossiele energievormen in de landbouw. Ten behoeve van de tuinbouw wordt veel aandacht bes teed aan gewassen waarvan de teelt minder energie vergt. In de maatschappijwetenschappen wil de hogeschool meer systematisch bijdragen leveren aan de analyse va de landbouwproblematiek. Er liggen voorstellen om onderzoek te begin nen naar het stelsel van kennispro- duktie en kennisbenutting voor en door de landbouw. Ten behoeve van .ontwikkelingslan den wil de hogeschool meer kapaci teit inzetten, zowel in die landen zelf als ook in Nederland. Zo streeft de hogeschool ernaar haar (engels- talige) Master of Scienceopleiding bodem en water uit te bouwen en te integreren in een stelsel van op het buitenland gerichte opleidingen. Het ligt in het voornemen een buitenge woon hoogleraar in de ontwikke lingsproblematiek aan te stellen. Binnen Europa wil de hogeschool bevorderen dat Wageningse studen ten bepaalde vakken aan buiten landse universiteiten kunnen volgen en geldige tentamens kunnen afleg gen. Buitenlandse studenten zullen aangemoedigd worden naar Wage- ningen te komen, bijvoorbeeld door invoering van onderwijs in de En gelse taal. in te springen zodra de komputer hier wordt geplaatst. Dit kompute- ronderwijs zal voor onze leerlingen een algemene oriëntatie zijn in het gebruik van komputers in de samen leving, de zogenaamde burgerinfor- matika. Dus niet alleen bij wiskunde maar ook bij andere vakken, zoals nederlands, engels, biologie, plan tenkennis enz. is de komputer in te zetten en zal de leerling meer indivi dueel en beter en sneller de lessen kunnen volgen. De komputer is dus in zeer veel takken te gebruiken en wordt in de praktijk ook al veel ge bruikt, zoals bekend,* ook in de land- en tuinbouwtak. F y_ Busse| leraar wiskunde, techniek aan de Groene School te Kapelle De Ver. Staten hebben 200.000 ton "hard red" wintertarwe aan de Sov jet-Unie verkocht voor levering in het in juni begonnen landbouwjaar 1984/1985. Dat jaar is het tweede van de lange termijnovereenkomst tussen beide landen inzake graanleveranties. Overigens begon dit tweedejaar op 1 oktober j.l. Tot nu toe werd door de Sovjet-Unie in dit tweedejaar reeds 9.159.700 ton granen gekontrakteerd, te weten 1.589.500 ton tarwe en 7.599.200 ton mais. vdW 15 Komputers Verder wordt op verschillende lagere land- en tuinbouwscholen geëkspe- rimenteerd met komputers, georga niseerd vanuit het ministerie van landbouw, waaronder wij horen. Deze scholen testen verschillende merken komputers en maken pro gramma's (software) om binnen en kele jaren ook op onze school te kunnen gebruiken. Ondertussen zijn verschillende leraren bij ons op school kursussen aan het volgen om

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 15