Nieuw verslag van grondonderzoek op bouwland Aanpassingen A.M.-beleid aardappelen Akkerbouw en grasland nu gescheiden 11 8 Het verslag van grondonderzoek op bouwland heeft een gedaan teverwisseling ondergaan. In sep tember start het Bedrijfslabora- torium te Oosterbeek met een nieuwe vorm van verslaggeving, waarbij leesbaarheid en de pre sentatie van de onderzoekgege- vens en bemestingsadviezen hoge prioriteit hebben gekregen. Vooral bij fosfaat en kali is de uitbreiding van de bemestings adviezen opvallend. Vergeleken met het "oude" verslag- formulier, dat met enkele kleine wij zigingen meer dan twintig jaar in gebruik is geweest, vallen de volgen de wijzigingen op: - Akkerbouw en grasland zijn nu ge scheiden. De specialisatie in de landbouwsek- tor is thans zover doorgevoerd dat de scheiding tussen grasland en bouw land zonder bezwaar kan worden gemaakt. Slechts een tweetal procenten van de grondmonsters is nog afkomstig van "gemengde" bedrijven; uiteraard verschilt dit percentage per regio nogal sterk. Deze scheiding houdt echter wel in dat voor een 1- a 2- jarige kunstweide nu een advies wordt gegeven op het nieuwe bouw- landverslag. - Eén monster per verslag Per verslag één monster brengt meer papier in omloop. De duidelijkheid wordt er wel door vergroot en het opent de mogelijkheid om via ge richte teksten de analyseresultaten en/of adviezen van passend kom- mentaar te voorzien. De bemes- tingsadvisering wordt daardoor meer indringend. - Zinvolle vermelding gewasgroepen Het is niet zinvol op elk verslag alle gewassen uit de adviesbasis af te drukken. Daarom is" gekozen voor een opzet om zo veel mogelijk die gewassen op het verslag te zetten die voor de individuele boer van belang zijn. Een uitvoerige inventarisatie van de geteelde gewassen in de diverse landbouwgebieden heeft een lijst van de belangrijkste gewassen opge leverd. Deze komen altijd op het verslag. Een aantal gewassen is samengevat onder een groepsnaam (bijv. bonen, zaderijgewassen) die op het verslag komt. Alle "zeldzaam" geteelde gewassen kunnen via het inzendformulier worden opgegeven en komen dan op het verslag. De volgorde van de gewassen op het verslag is afhankelijk van de gfond- soort. - Streefgetallen De streefgetallen voor fosfaat en kali kunnen variëren per grondsoort en soms ook de zwaarte van de grond. Bij koper en borium wordt het streefgetal aangegeven waarboven geen bemesting nodig of gewenst is. Voor de overige elementen is het streefgetal in het algemeen het mid den van de toestand "goed" of "vol doende". De vermelding van de streefgetallen betekent zonder twijfel een ekstra ondersteuning bij het ontwikkelen van een gericht bemes- tingsbeleid door de grondgebruiker. - Reparatiebemesting Een bemestingstoestand van fosfaat en kali die beneden het streefgetal ligt, leidt ondanks hoge jaarlijkse bemestingen tot lagere opbrengsten dan bij een juiste bemestingstoe stand met name bij bouwplannen met aardappelen en suikerbieten. Daarom is het verstandig de bemes tingstoestand te verbeteren, hetzij ineens, hetzij geleidelijk. De ekstra gift die daarvoor nodig is, staat vermeld op het nieuwe verslag- formulier, alsmede de totale gift voor 4 jaar om het streefgetal te bereiken en te behouden. - Kleurenbanden De groen gekleurde stroken geven een ekstra attentiewaarde aan de be mestingstoestand, de bemestingsad viezen en de streefgetallen. - Algemene toelichting Op de achterzijde van het verslag- formulier wordt kort ingegaan op zaken als streefgetal, ekonomisch optimale bemesting, reparatiebe mesting en bouwplannen. - Opbergmogelijkheden Het verslagformulier is voorzien van een perforatie, zodat het gemakkelijk in een ordner van A4-formaat kan worden bewaard. - Nieuw impuls Aan de wijziging van het verslagfor mulier voor grondonderzoek in de akkerbouw is intensief overleg met het Konsulentschap in algemene dienst voor Bodemaangelegenheden in de landbouw vooraf gegaan. Daarnaast zijn opnieuw alle beschik bare mogelijkheden gebruikt die de modernste komputer biedt om de be mestingsadviezen zo gericht mogelijk samen te stellen. Dit zal zeker zijn uitwerking in de praktijk niet missen en zonder twijfel een nieuwe impuls geven aan het grondonderzoek in de akkerbouw, dat inmiddels een halve eeuw "jong" is. BEDRIJFSLABORATORIUM VOOR GROND- EN GEWASONDERZOEK Postbus 115 6860 AC OOSTERBEEK Tel. MS - 341(41 228.122.8 J BOUUBOFR DE VOREN 3 1984 HG DOKKUM VERSLAG VAN GRONDONDERZOEK OP BOUWLAND D.D. 21-09—04 PERCEELSGEGEVENS Onderzoeknr A900050 Perceelaaanduldlng DE AKKER Grondsoort ZAND (CODE 10 Bemonsterde 0 -20 laag Datum monstername CM 03-0S>~84 BEMESTINGSTOESTAND EN ADVIES IN KG ZUIVERE MESTSTOF PER HA. H«t advies is geldig lol en met 1988 KALK Z.b.w MAGNESIA MgO BORIUM B KOPER Cu FOSFAAT P.O. KALI KjO VRIJ LAAG VOLDOENDE LAAG LAAG VRIJ HOOG LAAG 1.150 ÏOO 1,0 6,0 gevonden Pa-getal BH streefgetal "VSJISb*" B" KUC. consumpf ie-ipootaardappe1 en,uien.spruifkool b ladsp i naz iegr oent«gewassen fabri eks~i ndustri eaardappelen su i keivoederb ietenf granen<ger«t+)zaderi jgewassen .snijmais,bonen,erwten 80 80 60 0 BO 120 120 ÏOO 50 120 270 200 220 150 270 200 170 120 170 120 1 Om de gevonden bemestingstoestand op hel niveau van hel streelgetal te brengen Is nodig: 0 230 Om levens de |aaril|kae onttrekking (gemiddeld 70 kg P,0, en 150 kg K.O, bl| zandgrond 200 kg K,0| Ie compenseren la dus In 4 |aar totaal nodig: O 1030 Geii en h« ven. Met naar het jaar 20O KALK BORIUM KOPER FOSFAAT KALI it hoge Pw-getaL hneft de jaarlijkse onttrekking niet te worden gege- de adviezen bij het gevonden Pw~-getal loopt de fosfaattoestand terug streefgetal. Wilt u de gevonden fosfaattoestand handhaven dan in 4 kg P205 verdelen. De kalkgift en het streefgetal gelden voor bouwplan B (z.o.z.). De onderhoudsbekaIking per jaar is 200 kg z.b.w. Het streefgeta l voor bouwplan A is 4,9, yoor C 5,6 en voor D 5,7. Voor bouwplan A is 280 kg, C 2300 kg en D 2590 kg z.b.w. nodig. De gift geldt voor het eerste jaar voor een bouwplan met hakvruch- ten. Voor volgende jaren is 50 kg MgO nodig. Bi j alleen mais- en graanteelt is het streefgetal 45 en zijn de giften voor het eerste jaar 25 kg en voLgende jaren 20 kg MgO. De gift geldt voor bieten, koolrapen, wortelen en «ais <z.o.z.)« De kopergift is voldoende voor 4 jaar. Verdeel de giften over de meest behoeftige gewassen. Het kaliadvies geldt voor 1 of 2 jaar, daarna bemesten als bij het streefgetal. Gerst 30 kg fosfaat ext -a. Voederbieten ÏOO kg ka l i e xf ra Org. slof Afehb- PH- Koolzure Magnesia Borium Koper Mangaan Fosfaat Ken kalk MgO-NaCI B-water Cu-hno, Mn-red Pw-getal K-getal K-HCl ANALYSERESULTAAT 6,5 4,8 35 Cl o 2,9 46 7 6 STREEFGETAL (x^>i) 5,2 75 0,35 4,0 30 Organise Na slot. afslibbaar Magnesia, borium an koper m koolzure kalk m van de droge g n mg/*g d'oge grond Kali in mg/l& ond (•opgegeven gehatts) g droga grond en fosfaat in mg/l Onderzoek wordt verricht er adviezen word en uitgebracht alleen op voorwaar de del de aanvrager afstand doel ven ied« aanspraksii|ksteliing Hoewel de bestrijding van aardappelmoeheid van groot belang is, kan gesteld worden, dat de moeheid van het slechte weer veel telers, momenteel meer dwarszit Het Landbouwschap en daarmee de landbouworganisaties, worden al eni ge tijd gekonfronteerd met wensen vanuit de Plantenziektenkundige Dienst (PD) om het wettelijke gere gelde Aardappel Moeheidsbeleid op onderdelen aan te passen. In hoofd zaak gaat het hierbij om een viertal punten. 1. Terwijl we bij dè huidige regels gebruik kunnen maken van vruchtwisselingsschema's 1 2,1 3 en 1 4 wordt dit met ingang van 1985 aangevuld met schema's 2 4, 2 6 en 2 8. 2. Voorts is het de bedoeling om de aardappelopslag in navolgende gewassen strenger aan te pakken en in bepaalde gevallen als aard appelgewas mee te tellen in de wettelijke vruchtwisseling. 3. Bij de 1 op 2-teelt mag bij de nieuwe regelgeving de verplichte grondontsmetting worden ver vangen door het uitsluitend en afwisselend telen van een resis tent ras waarvan de resistentie overeenkomt met in het gebied voorkomende biotypen, aange wezen door de P.D. 4. Terwijl tot nu toe bij het kweken van nieuwe rassen nieuwe resis tenties gekoppeld moesten zijn aan voorgaande, lijkt dat uit gangspunt gedeeltelijk te worden losgelaten. Andere vruchtwisselingsschema's Een viertal veranderingen dus in het A.M.-beleid die ieder op zich nog wel wat nadere detaillering, explika- tie en knobbelwerk nodig hebben. In deze beschouwing wil ik me daarvan onthouden en dat graag overlaten aan organisaties en voorlichting. Vooral bij de fabrieksaardappelteelt en de teelt van konsumptieaardap- pelen kan een vruchtwisselingssche- ma waarbij in twee opeenvolgende jaren aardappelteelt wettelijk moge lijk wordt interessant zijn. Vooral voor de bestrijding van de aardap pelopslag en daarmee gepaard gaande A.M.-bestrijding. Hoewel de pootgoedsektor als geheel zich nog moet uitspreken lijkt het daarbinnen minder gewenst in verband met het beteugelen van andere ziekten met zeer strenge N.A.K.-normen. Mis schien moet gepleit worden om de nieuwe vruchtwisseling op voorhand voor pootgoedteelt niet geheel uit te sluiten, maar op zijn minst sterk moet worden ontraden, althans voor het grootste deel. Overigens is het systeem van twee teelten achterel kaar geen uitvinding van de P.D., maar een systeem aangedragen door enkele praktische boeren die zich hiervoor al een aantal jaren hebben ingezet. Een stukje bekroning dus! Aardappelopslag en de Wet Een ieder kan op zijn klompen aan voelen dat aardappelopslag in gra nen en bieten niet alleen een lastig onkruid is, maar kwa aardappel moeheid eenzelfde gevolg heeft als een gewas aardappelen. Een stok achter de deur om aardappelopslag als gewas mee te tellen komt echter zwaar aan. Waar liggen de grenzen? Wie bepaalt die grenzen? En op welk tijdstip wordt gekontroleerd? Dit te meer waarbij bijvoorbeeld in bieten een goede bestrijdingsmogelijkheid is met Round Up. Maar dan moet de opslag eerst wel boven het bietenge was uitkomen om met sukses de "strijker" te kunnen gebruiken. Aan de ene kant een logische regelgeving, aan de andere kant een beoordeling waarbij vooral de rechtsgelijkheid in het geding is. De vinger aan de pols, voor met name de landbouworgani saties. Minder grondontsmetting Tot nu toe was een 1 op 2-teelt mo gelijk wanneer men uitsluitend re sistente rassen verbouwde, terwijl men verplicht was één maal per vier jaar een grondontsmetting toe te passen. Die verplichte grondonts metting komt nu te vervallen, wan neer men doorgaat met het uitslui tend telen van resistente rassen, maar waarbij de bio-typen per gebied door de P.D. worden aangewezen. Een verruiming aan de ene kant, wat aanzienlijke kostenbesparingen met zich kan brengen, maar een beper king aan de andere kant in zijn ras- sengebruik. De praktijk zal hierbij aangeven of we met het nieuwe sys teem ook eerder in het vol "valplek- ken-beleid" terecht komen! Maar voor de meest inventieve boeren een ekstra mogelijkheid voor geldbespa ring; vooral wanneer de bedrijfshy- giëne goed wordt toegepast (opslag- bestrijding! Koppeling biotypen Al jaren lang wordt door een aantal aardappelkwekers de strijd gevoerd met de P.D. om bij de inbouw van nieuwe biotypen in de nieuwe rassen, deze bij de toelating in de rassenlijst niet te koppelen aan de bestaande. In de praktijk: een nieuw ras met E- resistentie moet, om voor de opname in de rassenlijst in aanmerking te komen tevens resistentie bezitten tegen de biotypen A, B, C en D. Hoewel er moeilijke en diepgaande diskussies aan ten grondslag liggen, waarbij wel nooit het gelijk zal blij ken, lijkt de nieuwe koers op zijn minst interessant. Wij als telers heb ben er baat bij uit een goed rasse- nassortiment een keuze te kunnen maken waarbij hoge opbrengsten en weinig ekstra kosten belangrijke faktoren zijn. Tenslotte Er is weer wat beweging in de regel geving ten aanzien van het A.M.-be leid in Nederland. Bij onze intensie ve aardappelteelt in Nederland zal de vergaande "begeleiding" wel no dig zijn. Toch vraagje je weieens af tot hoever deze vergaande "betutte ling" nodig en mogelijk blijft! Rechtsgelijkheid is ver te zoeken, omdat slechts in die gebieden grond gemonsterd wordt, waar de meeste trefkansen zijn. Eén ding staat vast: bij export van poot- en konsumptieaardappelen mogen geen cysten gevonden worden. En dat gelukt tot heden wonder-wel! Maar of dat ook gelukt bij een vrije teelt, zonder vruchtwisselingsver- plichtingen, zonder karteringen, maar met een verplichte grondbe- monstering na iedere aardappelteelt, waar ook in Nederland, met strenge normen, is op zijn minst een interes sante vraag. Op z'n tijd moet men ook niet bang zijn de bakens eens echt te gaan verzetten. "A. Vermeer Vrijdag 5 oktober 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 8