KNLC kommentaar over geld en goed Gasprijs Overheden sluiten zich aaneen bij beheer en inrichting Grevelingen Bewaren van bedrijfsgegevens Wetgever in de fout Subsidie voor mana- gement-ondersteuning In de praktijk blijkt dat de vrouw, die met een agrariër is getrouwd, vaak een meewerkende echtgenote is of wordt. Veelal werkt zij niet alleen mee, maar heeft ze ook ondernemerstaken. Hierbij kunt u denken aan het dragen van risiko's, het verschaffen van kapitaal, het meedenken en mee beslissen en ook het optreden naar buiten in kontakten met derden en in organisaties. Gezien het feit dat veel bedrijven in de landbouw gezinsbedrijven zijn, oefenen man en vrouw deze ondernemerstaken vaak samen uit. De meewerkende echtgenote zal daarom in veel situaties als medeonder nemer kunnen worden aangemerkt. Huidige fïskale maatregelen Fiskaal is er voor de meewerkende echtgenote de regeling dat een deel van de bedrijfswinst aan haar wordt toegekend (zij kan namelijk niet bij haar man in loondienst werken). Welk deel van de bedrijfswinst aan haar wordt toegerekend hangt af van het aantal uren dat de vrouw in het bedrijf meewerkt. Wel zijn deze bedragen gebonden aan een minimum en een maksi- mum. Voor 1984 is dat bij meer dan 525 uur per jaar 10 uur/week/1/9 deel van de winst; meer dan 875 uur per jaar 17 uur/week/1 /5 deel van de winst; meer dan 1750 uur per jaar 34 uur/week/16 deel van de winst. De minimum eis van 10 uur per week zal al vrij snel gehaald worden. Het begrip "meewerkende echtge note" is voornamelijk gebaseerd op de fiskale wetgeving. Hierbij wordt uitgegaan van de gedachte dat de gehuwde vrouw haar echtgenoot ondernemer door het huwelijk tot hulp en bijstand verplicht is (dit geldt ook omgekeerd). Wanneer deze hulp en bijstand bestaat uit arbeidspres taties in de bedrijfssfeer, die normaal betaald zouden, moeten worden, dan kan deze fiskale meewerkwinstrege- ling worden toegepast. Het begrip "meewerkende echtgenote" sugge reert nog steeds dat door de vrouw een rol op het tweede plan wordt gespeeld en dat zij geen wezenlijke invloed heeft op beleidsbeslissingen, m.a.w. dat de vrouw geen (mede)on- dernemer is. In het onlangs bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel "derde fa se" tweeverdieners, komt de regeling voor de meewerkende echtgenote te vervallen. In de plaats daarvan wordt aan de echtgenoot die de onderne ming drijft, een meewerk-aftrek ver leend, welke afhankelijk is van het aantal meegewerkte uren en de hoogte van de winst. Man - Vrouw maatschap Is een maatschap of firma een betere mogelijkheid om de reeële inbreng van de vrouw in het bedrijf in de winstverdeling tot zijn recht te laten komen, dan de meewerkwinstrege- ling? Wanneer in het volgende ges proken wordt over een maatschap, dan wordt daarmee ook firma be doeld. Echtparen kunnen in principe, on geacht het huwelijksgoederenregi- me, waarvoor ze hebben gekozen, samen in maatschapsverband een bedrijf uitoefenen. Het is belangrijk dat de maatschap schriftelijk wordt vastgelegd. In dat kontrakt wordt bepaald hoe de winstverdeling tus sen man en vrouw zal zijn en de in breng van bedrijfsmiddelen en hoe de vertegenwoordigingsbevoegdheid e.d. geregeld wordt. De man - vrouw maatschap komt op dit moment nog niet veel voor. Een belangrijke reden daarvan is, dat de meewerkwinstregeling fiskaal veelal gunstiger uitkwam. Dit is vaak nog zo, hoewel dit wel wat veranderd is door de inwerkingtreding van de "wet Tweeverdieners" per 1 januari 1984. Een belangrijke reden voor het wei nig voorkomen van man - vrouw maatschappen is ook gelegen in de fiskale wetgeving. Er wordt als voorwaarde gesteld dat de onderneming mede wordt gedre ven voor rekening en risiko' van de vrouw. De belastinginspekteur ver langt dan ook dat kan worden aan getoond dat de vrouw de onderne- Vrijdag 5 oktober 1984 ming mede-beheert d.w.z. daadwer kelijk deelneemt aan de leiding en ondernemersrisiko loopt. De onder- nemersrol van de vrouw zal b.v. moeten blijken uit het voeren van besprekingen met vertegenwoordi gers, het ondertekenen van kontrak ten, de tenaamstelling van bankre keningen en ledenrekeningen. Bij de omzetting van een bestaand een mansbedrijf met een "meewerken de" echtgenote in een maatschap zal aangetoond moeten worden dat er een wezenlijke verandering is geko men in de taken en feitelijke werk zaamheden van de vrouw om deze als mede-bedrijfshoofd aanvaard te krijgen. De uitbreiding van een be drijf met nieuwe aktiviteiten zou wel een aanknopingspunt kunnen zijn. De gehele exploitatie van die nieuwe tak zou dan door de vrouw moeten geschieden. Bij de start van een be drijf liggen deze problemen ook wat eenvoudiger, omdat men dan niet met de voorgeschiedenis zit. De te betalen inkomstenbelasting speelt ook een rol. Uit een cijfermatige benadering per 1 januari 1984 door een werkgroep van het Landbouwschap blijkt glo baal dat: - bij winsten tot 40.000,- a 50.000,- de maatschap fiskaal meestal nadeliger is; bij winsten tot 85.000,- de maatschap fiskaal soms onvoor delig is, afhankelijk van de winstverdeling; - bij winsten van 120.000,- tot 150.000,de maatschap fiskaal voordeliger is. De wet Tweeverdieners maakt het mogelijk bij het in maatschapsver band drijven van een onderneming door de echtgenoten, beiden een fis kale oudedagsreserve kunnen vor men. De zelfstandigenaftrek wordt ook bij een maatschap aan de man toege kend. Het ligt in de bedoeling om bij de derde fase van de wet Tweever dieners aan de vrouw in een maat schap of firma een recht op zelfstan digenaftrek toe te kennen, waardoor voornoemde rekenvoorbeelden waarschijnlijk gunstiger voor de maatschap zullen uitvallen. De derde fase zal naar verwachting per 1 januari 1985 in werking treden. Sociale zekerheid Sinds 1980 heeft de arbeidsonge schikte gehuwde meewerkende vrouw recht op een uitkering volgens de Algemene Arbeidsongeschikt heidswet (A.A.W.), mits zij aan een aantal voorwaarden voldoet. Een van die voorwaarden is, dat net in komen uit het bedrijf het jaar voor de arbeidsongeschiktheid minimaal 4.446,87 per jaar moet zijn (per 1 juli 1984). Bij lage winsten wordt de ze inkomenseis door haar niet altijd gehaald. Dan kan zij ook nog in aanmerking komen, indien zij mini maal 6 maanden gedurende 40 uur per week in het bedrijf heeft gewerkt. Via de maatschapsregeling heeft de vrouw, als mede-ondernemer, vaak een hoger inkomen door de andere winstverdeling. Daardoor wordt kans om aan bovengenoemde inko mensgrens voor de A.A.W. te vol doen groter en er zal in minder ge vallen een toetsing aan de 40-uren eis noodzakelijk zijn. Een maatschap of firma is een moge lijkheid om de reeële inbreng van de vrouw in het bedrijf tot zijn recht te laten komen. Er zitten echter mo menteel een aantal aspekten aan die het noodzakelijk maken de zaak goed te overwegen. De voorgenomen wetswijzigingen op fiskaal en sociaal terrein kunnen de berekeningen ook beïnvloeden. Het is dan ook aan te raden bij het aangaan van een maatschap, de zaak vooraf van alle kanten te bekijken met be hulp van uw accountant/boekhouder, notaris en S.E.V. Het voorgaande wordt uitvoeriger behandeld in de Man-Vrouw Maat schap Nota van het Landbouwschap, welke op verzoek gratis wordt toege zonden (tel. 070 - 524411, tst. 115). Een vraag die vaak wordt gesteld is: "Hoelang moeten brieven, opdracht bevestigingen, loonstaten, premieno ta's, balansen, polissen, vergunnin gen, contracten etc. worden be waard?" Een algemeen antwoord op deze vraag wordt gevonden in artikel 6 van het Wetboek van Koophandel. Ieder die een bedrijf uitoefend is op grond van dit artikel verplicht "aan tekening te houden van zijn vermo genstoestand en van alles wat zijn bedrijf betreft". De boeken en be scheiden waarin deze aantekeningen worden gehouden, dienen tien jaar te worden bewaard. Het gaat hierbij globaal gesproken om alle stukken waaruit rechten of verplichtingen van het bedrijf voortvloeien. De ter mijn van tien jaar geldt eveneens voor "balansen, ontvangen brieven en telegrammen en afschriften van uitgaande brieven en telegrammen". Met dit laatste zal een agrarisch be drijf weinig van doen hebben, uiter aard wel met balansen! Ook de Belastingwetgeving stelt eisen aan de bewaarduur van be drijfsgegevens. Schriftelijke gege vens, waarvan door de belasting dienst inzage kan worden verlangd, dienen op grond van de Algemene Wet Rijksbelastingen eveneens tien jaar te worden bewaard. Dit betreft dus jaarstukken, onkostennota's, facturen, loonbelastingkaarten etc. Op grond van de Sociale Verzeke ringswetten moeten loonstaten en loonadministraties vijf jaar beschik baar blijven. Echter schrijft het Wet boek van Koophandel voor dat de loonadministratie tien jaar bewaard moet blijven. 30 jaar Is het verstandig de bedrijfsgegevens langer dan tien jaar te bewaren? Voor polissen, contracten, vergun ningen e.d. met een geldigheidsduur van langer dan tien jaar spreekt dit vanzelf. Ook in andere gevallen kan het nuttig zijn gegevens langer te be waren. Dit heeft te maken met de verjaringstermijn van vorderingen, Het vorige week vrijdag bereikte ak koord met Gasunie en Vegin over de tuinbouwgasprijs voor het komende seizoen geeft zeker nog geen aanlei ding tot groot optimisme. Daarvoor drukt ook een prijs van 42,5 cent per m3 te zwaar op de rentabiliteit van de sektor en blijft dus de konkurentie positie moeilijk. Aan de andere kant hebben we nu wel de erkenning van de regering bereikt, dat voortgaan met steeds maar hogere gasprijzen op basis van de oude koppeling met olie niet verantwoord is. De korting bedraagt nu dan toch zo'n tien procent, terwijl voor het eerst gemiddeld over het jaar sprake zal zijn van een kleine daling van de gasprijs in vergelijking met het vorige stookseizoen. Belangrijk is ook dat de 42,5 cent een maximumprijs is. Een hogere dollar koers en toevallige stijging van de stookolieprijs worden dit jaar dus niet op de tuinder afgewenteld. Men weet nu waar men aan toe is. In de huidige situatie was dit ook het uiterste wat er in zat, waarbij in de loop van de onderhandelingen zelfs de ministerpresident er aan te pas moest komen. Hel niet sluiten van een ak koord leek ons daarom al met al niet verantwoord; zeker met de start van het nieuwe stookseizoen voor de deur. Twee belangrijke zaken zullen intus sen in het komende jaar verder uitge werkt moeten worden. Dat is het vin den van een nieuwe basis voor de be rekening van de gasprijs na dit jaar. Daarbij zal ook kolen als energie drager een belangrijke rol moeten spelen. In de tweede plaats is er een gezamelijk onderzoek naar de meet- verschillen gestart en zullen we er naar streven dat de resultaten daarvan op zo kort mogelijke termijn naar de sektor toe verwerkt kunnen worden. Met het huidige akkoord is een redelijke basis gelegd om op dit punt zaken met de Vegin te doen. Al met al een gasak- koord wat zeker niet de schoonheids prijs zal krijgen, maar wat toch de sektor weer wat meer zicht op een re delijke toekomst biedt. LUTEIJN Bij bestudering van de Wet van 28 juni 1984 tot wijziging van de Pachtwet is een van de medewer kers van Gropatax gebleken, dat onder punt M van diezelfde wet wordt verwezên naar een lid d (als volgt luidend: ingeval het verpachte deel uitmaakt van een landgoed in de zin van artikel 7 van de Wet agrarisch grondver- keer en aannemelijk is dat de verwerven het landgoed als zo danig in stand zal houden) van artikel 56e, terwijl dit betreffende lid d geregeld is bij Wet van 28 maart 1981 houdende regeling van het agrarisch grondverkeer (Wet Agrarisch Grondverkeer) onder K van artikel 66. Daarbij kan gesteld worden dat artikel 66 van deze wet nog niet in werking is getreden. Dit betekent, dat lid e (als volgt luidend: na het einde van het pachtjaar waarin de pachter de leeftijd van vijfenzestig jaren heeft bereikt, met dien verstande dat de in artikel 58b bedoelde verplichting van de verpachter tegenover de pachter in elk geval blijft bestaan gedurende de ter mijn waarmee de pachtovereen komst op grond van artikel 38a, tweede lid, is verlengd) officieel, lid d moet heten, omdat het "echte" lid d nog geen rechts kracht heeft! Voor niet-ingewijden buitenge woon ingewikeld. Maar het komt hierop neer aldus de Gropatax- medewerker, dat de wetgever hier in de fout is gegaan en zich ver slikt heeft in de leden. Opmerke lijk! De Tweede Kamer der Staten-Gene- raal heeft op 27 september jl. inges temd met het voorstel voor de Wet deelneming Grevelingen. Op basis van deze wet neemt het Rijk deel aan een gemeenschappelijke regeling voor de Grevelingen met twee pro vincies, te weten Zuid-Holland en Zeeland, en tien gemeenten. De kos ten van het tot stand brengen van de algemene voorzieningen in het gebied van de Grevelingen zullen laste van het rijk komen. Het gaat hierbij om voorzieningen voor het natuurbehoud en de open- luchtrekreatie, zoals infras'tructurele werken en accommodaties. Tevens komt het nadelig saldo van de reke ning van baten en lasten van het uit voerend lichaam voor 60% ten laste van het Rijk. Dit zogenaamde "Lichaam Natuur- en Recreatiegebied De Grevelingen" zal tot taak krijgen in onderlinge sa menhang, de belangen van natuur, landschap en openluchtrecreatie in die 30 jaar bedraagt. In principe kan iemand b.v. binnen deze 30 jaar een vordering instellen wegens geleverde ondeugdelijke produkten. Meestal springen de mensen wat vlugger op de ketting en is de betekenis van deze lange bewaarduur betrekkelijk. Een praktisch advies kan luiden: Alles 10 jaar bewaren en als men daarna gaat opruimen, oppassen wat men weg doet! M.J. Robijn. dit gebied te behartigen. Het gaat hief met name om de inrichting en beheèr van het buitendijkse gebied in het Grevelingenbekken. Het Grevelingenbekken wordt be grensd door Goeree Overflakkee, de Greve lingendam, Schouwen-Duive- land en de Brouwersdam. In de huidige toestand hebben grote delen van het Grevelingenbekken ho ge biologische waarden, terwijl ande re delen een hoge waarde hebben voor oeverrecreatie, verblijfsrecreatie en watersport. Iedere ondernemer zal af en toe in een situatie geraken waarin hij of zij serieus overweegt een extern advi seur in te schakelen. Om deze stap te vergemakkelijken is de subsidiere geling Management-ondersteuning 1984 ingesteld. De regeling is bes temd voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf met een personeelsbestand tot 200 werkne mers. Binnen zekere grenzen finan ciert de overheid tot 40% van de ad- vieskosten van een extern adviseur. Er is een folder met daarin meer ge detailleerde gegevens over de rege ling. Heeft u vragen, dan kunt u kontakt opnemen met het projekt- bureau Innovatie Nü, telefoon: 070- 798800, van het Ministerie van Eko- nomische Zaken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 3