Akkerbouw komt ook steeds meer onder druk
Dig A mpt in Flevoland:
99
99
Het is nu ongeveer 15 jaar gele
den dat Dig Ampt boer werd in
Oostelijk Flevoland. Bij de uit
gifte in 1969 werd aan hem zijn
akkerbouwbedrijf aan de Wi-
sentweg tussen Dronten en Swif-
terbant toegewezen. Hij kende de
polder toen echter al verscheide
ne jaren. Als boerenzoon uit de
Noordoostpolder werkte hij
daarvoor al 4 jaar bij de ontgin
ning van het nieuwe land en
daarna ook nogeens een jaar of 3
als medewerker op een z.g.n.
Bieb-bedrijf van de Staat. Met
hem hadden we kort geleden een
praatje over zijn bedrijf.
Het bedrijf van Ampt is bijna 40
ha groot. De grond is zware zavel
met rond 40% afslibbaar. Een
naar zijn oordeel goede grond.
Het bouwplan op dit bedrijf bes
taat uit Va wintertarwe, Va suiker
bieten, Va aardappelen (ongeveer
half konsumptie- en half poot-
aardappelen) en verder 6 ha uien
en 31/2 ha konservenpeulvruchten.
Dit laatste is een dubbelteelt, n.l.
als eerste gewas konservenerw-
ten, gevolgd door een nateelt
stamslabonen.
Ampt in de uien die een heel
belangrijk gewas vormen voor
zijn bedrijf.
Ampt voert dit bedrijf als een
éénmansbedrijf. Aanvankelijk
had hij wel een vaste medewer
ker, maar sinds een jaar of 6 niet
meer. Wel werkt er jaarlijks zo'n
10 a 12 weken een volontair op
zijn bedrijf. En ook wordt er nog
weieens een kracht van de be-
drijfshulp ingeschakeld om ar-
beidspieken op te vangen, b.v. bij
de aardappel- en uienoogst en bij
het sorteren. Maar verder werkt
hij alleen.
"Met de grotere machines werk ik
wel samen met een buurman", zo
vertelt hij. "Daarbij hebben we
ieder wel onze eigen machines,
maar een machine die ik niet heb
heeft de buurman en omgekeerd.
Samen hebben we zo een kom-
plete inventaris en met name het
oogstwerk zetten we zo samen
rond. Maar het werk dat we al
leen kunnen doen, doet wel ieder
voor zichzelf'.
Poot- en konsumptieaardappelen
In de eerste tijd dat Ampt boer
was, was hij een echte pootgoed-
boer. Hij had toen 16 deel aard
appelen in zijn bouwplan, uit
sluitend pootgoed. "De slechte
pootgoedprijzen gedurende een
aantal jaren maakte de poot-
goedteelt steeds minder aantrek
kelijk", aldus Ampt. "Bovendien
kreeg ik ook nog te maken met
een phomabesmetting. Om die
redenen ben ik voor een deel
overgegaan op konsumptieaar
dappelen en bovendien heb ik het
areaal aardappelen wat inge
krompen. Ik heb daar geen spijt
van gehad, want de konsumptie-
teelt doet het hier ook heel goed.
Het financiële resultaat daarvan
is voor mij doorelkaar genomen
dan ook zeker niet slechter dan
voor de pootgoedteelt'
"Poot- en konsumptieaardappe
len samen op hetzelfde bedrijf is
geen ideale kombinatie. Het
maakt je bedrijf wel wat inge
wikkelder. De bewaring gebeurt
hier ook in dezelfde ruimte. Dat
betekent ook, dat ik voor de kon
sumptieaardappelen geen kiem-
remmingsmiddelen kan gebrui
ken. Het gevolg daarvan is dat de
bewaarmogelijkheden beperkt
zijn en dat ik mijn aardappelen al
vroeg in het voorjaar moet afle
veren".
"Mogelijk moet ik nog weieens
kiezen voor één van beide: poot
goed- of konsumptieteelt. Zoals
ik er nu tegenaan kijk, denk ik dat
ik dan eerder zou kiezen voor al
leen konsumptieaardappelen dan
teruggaan naar enkel pootgoed
teelt. Maar dat is het oordeel dat
ik nu heb; het kan best dat de
gang van zaken ook weieens weer
anders wordt en dat ik dan een
andere beslissing zou nemen",
meent Ampt.
Dubbelteelt
Op dit moment heeft hij plannen
om de tarwe in zijn bouwplan
(die hier gelukkig dit jaar wel op
tijd geoogst kon worden), wat in
te perken. Een gedeelte wordt het
komende jaar vervangen door
graszaad. "De opbrengst van de
tarwe valt hier wat tegen", zo zegt
hij. "Bovendien laat de prijs het
wat afweten en de perspektieven
daarvan lijken me ook niet zo
best. Het is daarom in mijn ogen
niet zo'n aantrekkelijk gewas. Ik
kijk daarom naar wat anders uit,
maar de mogelijkheden zijn niet
De boerderij van A mpt.
Dig Ampt is nu 15 jaar boer in Flevoland.
zo ruim voor handen". "Ook de
konservenpeulvruchten zijn geen
gewassen die er met hun rende
ment erg uitsteken. De resultaten
zijn ook nogal wat wisselend,
want zowel voor de erwten als de
bonen geldt dat ze erg "weer ge
voelig" zijn. Zit het mee dan zijn
het leuke teelten, maar dat is ze
ker geen regel. Elk van deze ge
wassen afzonderlijk kan het qua
rendement nauwelijks opnemen
tegen de granen. Maar door de
dubbelteelt komen we er wat
De konsumptieaardappelen zit
ten gedeeltelijk in een pool. Voor
het overige is hij met deze pro-
dukten geheel vrij, dat bevalt
hem wel. Met de uien werkte hij
ook al eens met een meerjarig
kontrakt, maar zijn ervaring
daarmee is niet zo best.
"Ik hou ervan om de afzef van
deze produkten zelf in handen te
houden", zo zegt hij. "Dat maakt
de zaak wat levendiger. Maar het
is niet gemakkelijk om het goed te
doen. Het is altijd weer raden
Het machinepark breidde zich in de afgelopen jaren sterk uit en het mate
riaal werd steeds groter en zwaarder.
verder mee dan met een graan
gewas".
Kwaliteit belangrijk
"Een heel belangrijk gewas voor
ons bedrijf zijn de uien", zo ver
telt Ampt verder. "Dit gewas
heeft in de afgelopen jaren een
flink stuk van ons inkomen gele
verd. Dat is ook te danken aan de
goede opbrengsten die we hier
halen; 60 a 70 ton per ha.
En gemiddeld heb ik sinds ik 8
jaar geleden met deze teelt be
gonnen ben, ook redelijke prijzen
kunnen maken".
Hij is van mening, dat het daarbij
ook heel belangrijk 'is, dat er een
goede kwaliteit geleverd kon
worden. "Men wil onze uien in
het algemeen wel hebben", zo
konstateert hij. De bewaring
speelt in dit verband ook een
grote rol. Ampt heeft voor zijn
uien een mechanisch gekoelde
bewaarplaats gebouwd met een
kapaciteit van 400 ton. Voldoen
de om zijn gehele uienoogst op
een goede wijze te bewaren. Hij is
daardoor niet gedwongen het
produkt geheel of gedeeltelijk
van het land te verkopen. Hij be
waart de uien gewoonlijk vrij
lang om tot een betere prijs te
komen en dat loont naar zijn er
varing zeker de moeite.
Partikulier en koöperatief
De afzet van zijn uien en zijn
aardappelen loopt bij Ampt he
lemaal via de partikuliere handel.
wanneer het goeie moment er is
om te verkopen".
Wie uit het voorgaande zou af
leiden dat Ampt niets van koö-
peraties wil weten heeft het mis.
Zijn bieten gaan b.v. naar de
Suiker Unie en zijn tarwe gaat
gedeeltelijk naar de koöperatie
en gedeeltelijk naar de partiku
liere handel. Veel verschil heeft
hij daarin niet. "Het zijn soms
bijkomstige zaken die de keuze
op dit punt bepalen", meent hij.
Zorgen voor toekomst
Met de gang van zaken op zijn
bedrijf tot nu toe is Ampt in grote
lijnen wel tevreden, maar over de
vooruitzichten voor de akker
bouw is hij niet bepaald gerust.
"Ik denk dat het in de 15 jaar dat
ik nu boer ben gemakkelijker was
dan het de komende jaren zal
zijn", zo meent hij. "De prijzen
komen steeds meer onder druk en
we moeten er rekening meehou-
den, dat de kosten blijven stijgen,
ook al gaat dat dan misschien wat
minder snel dan in de afgelopen
jaren".
"De akkerbouw wordt weliswaar
niet getroffen door een superhef
fing zoals de veehouderij, maar
zonder zorgen is het EG-beleid
voor de akkerbouw ook zeker
niet. En het is niet ondenkbaar
dat onze sektor toch ook nog met
wat invloeden van de superhef
fing te maken krijgt. Bij de prij
zen van de voederprodukten is
dat ongetwijfeld het geval en hier
en daar kan er ook sprake zijn
van een uitbreiding van bepaalde
teelten. Je kunt veehouders die
daarvoor de mogelijkheden heb
ben moeilijk verbieden daarnaar
uit te wijken nu ze met de melk
moeten inkrimpen", vindt AmpL
Zorgelijk daarbij is naar zijn me
ning wel, dat er zo weinig alter
natieven zijn om tot een beter
rendement te komen. Een ver
schuiving naar tuinbouwteelten is
in hoofdzaak alleen mogelijk op
de lichtere gronden. Nieuwe
teelten die zich de laatste jaren
(weer) aandienden zoals erwten,
blauwmaanzaad en droogbloe
men, bieden maar beperkte mo
gelijkheden. "Het zal in de ko
mende jaren dan ook wel het no
dige van het ondernemerschap
vragen om als akkerbouwer een
goed resultaat te verkrijgen, maar
voor goede ondernemers zullen
er zeker perspektieven blijven",
zo meent Ampt.
Bedrijfshygiëne
Een zaak die hij voor de akker
bouw ook van bijzonder groot
belang vindt 'is de bedrijfshygië
ne. "We worden gekonfronteerd
met ziekteverschijnselen en on
kruiden waar wat tegen gedaan
moet worden. Daar kunnen we
niet omheen. Het is dan ook zeker
nodig dat er op dit terrein maa
tregelen worden genomen, maar
er moet wel voor gewaakt wor
den, dat die maatregelen niet te
veel belemmeringen voor de be
drijfsvoering meebrengen".
"Het is goed, dat de boeren op het
punt van bedrijfshygiëne met de
neus op de feiten worden ge
drukt. Ze zullen de waarschu
wingen die gegeven worden ook
in acht moeten nemen en de aan
wijzingen die over dit alles wor
den verstrekt ook moeten vol
gen".
Aldus Dig Ampt, die meent dat
het niet in het belang is van de
akkerbouw als de boer op dit
punt door al teveel voorschriften
aan banden wordt gelegd.
d.H.
De stamslabonen, gezaaid na de konservenerwten, doen het goed.
Vrijdag 5 oktober 1984
13