De wildbeheereenheid kan
bijdrage leveren aan tegengaan
toenemende wildschade
GS: Walcheren als
ruilverkaveling op
voorbereidingsschema
POTTEKZ^
In 1983 veel agrarische
bouwaktiviteiten in Zeeland
Samenwerking op Tholen en St. Philipsland gestart met 6000 ha
Wildbeheereenheid heeft korte
geschiedenis
Behoud natuur en landschap vereist
afweging van belangen
Prins Valiant
Het toenemend streven van overheid en natuurbeschermingsorganisa
ties om te komen tot de stichting van reservaten, landschapsparken,
stiltegebieden, etc. heeft geleid tot de oprichting van samenwerkings
verbanden van jagers, wildbeheereenheden genoemd. Het uitgangs
punt van deze samenwerkingsverbanden is om naast het natuurbe-
schermingsbelang ook het jachten landbouwbelang harmonisch mee te
nemen. De verwachting is dat de wildbeheereenheden onder meer een
bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van de toenemende wild
schade.
Reeds enkele jaren neigt de publieke
opinie tot het onder druk zetten van
het overheidsbeleid in de richting
van een beschermingsnivo van wild
stand en vogels waarbij de belangen
van faunabeheer voorop worden
gesteld. Het gevaar bestaat dat zulks
ten koste gaat van andere vitale be
langen waaronder die van de land
bouw. In dit verband kan gewezen
worden op het instellen van de zoge
naamde "wetlands", in dit blad al
serder vermeld. Reeds zes gebieden
zijn alszodanig aangemeld, waaron
der de Grote Peel en een deel van De
Biesbosch
Bovendien is de Minister van Land
bouw voornemens om de Minister
raad voor te stellen de Oosterschelde
en het Markiezaatsmeer aan te mel
den als wetland. Een zorgelijke zaak
hierbij is, dat men naast de buiten
dijkse gebieden ook een groot aantal
binnendijkse gebieden als wetland
aan wil wijzen. Niet alleen de land
bouwbelangen - een toename van de
wildschade valt te verwachten - maar
ook de jachtbelangen dreigen hier
door op de achtergrond te raken.
Tholen en St. Philipsland
Als reactie op deze ontwikkelingen
hebben dertig jagers van Tholen en
St. Philipsland met een gezamenlijke
oppervlakte van ca. 6000 hectaren
een wildbeheereenheid opgericht.
Éénderde van de jagers met bijna de
helft van het totaLe jachtterrein in
deze streek is nu tot dit samenwer
kingsverband toegetreden. Een
werkgroep uit het afdelingsbestuur
van de Koninklijke Nederlandse Ja
gers Vereniging (KNJV) bereidde de
Ganzen kunnen bij de wintertarwe grote schade aanrichten
Volgens een studie van het ministerie
van landbouw springt 1983 eerst als
een jaar waarin veel is gebouwd.
Voort is het aantal verleende bouw-
verubouwvergunningen in alle secto
ren beduidend groter dan in voor
gaande jaren. In zeeland heeft dit
laatste voornamelijk betrekking op
de schuren in de akkerbouwsector,
waarbij de stijging in Zeeland relatief
sterker is dan in de rest van Neder
land.
Opvallend is verder dat de categorie
"wagens en werktuigen" in Neder
land een vrij sterke stijging vertoont,
terwijl deze tendens in Zeeland met
wordt waargenomen. De totale ge
middelde bouwsom is in Zeeland
beduidend lager 88.300) dan in
Nederland 128.700) Dit moet me
de worden toegeschreven aan het
grotere aandeel van de rundveehou
derij en intensieve veehouderij in
Nederland t.o.v. Zeeland (De bouw
sommen in de akkerbouw liggen la
ger). Na een jaar met een goed be
drijfsresultaat wordt meer in gebou
wen geinvesteerd, hetgeen mede
schommelingen in het aantal bouw
activiteiten per jaar en per sector
verklaart.
In een brief aan de Centrale Kuituur-
technische Kommissie te Utrecht la
ten Gedeputeerde Staten van Zee
land weten dat zij in kunnen stemmen
met het feit dat Walcheren als ruil
verkaveling wordt geplaatst op het
voorbereidingsschema Landinrich-
tingsprojekten voor 1985. Dit is
overigens in overeenstemming met
het vastgestelde streekplan Midden
Zeeland.
In de brief wordt opgemerkt dat de
voorbereidingskommissie (straks
landinrichtingskommissie) aan de
hand van onderzoek en studie in
eerste instantie nader zal moeten be
palen of alle belangen waarvoor zij
zich in het gebied gesteld zal zien
inderdaad met een ruilverkaveling in
voldoende mate behartigd zullen
kunnen worden of dat vooralsnog
voor een herinrichting zal moeten
worden gekozen. G.S. wijzen erop
dat zulks niet uitgesloten is. In dit
verband merkt het Kollege op dat er
een nieuw streekplan voor de gehele
provincie in voorbereiding is.
Ongevraagd wijzen GS de CCC erop
dat de vele jaren geleden aange
vraagde ruilverkavelingen West
Zeeuws-Vlaanderen en St. Philips-
•and thans op het voorbereidings
schema dienen te worden geplaatst.
Wanneer dit om budgettaire redenen
problemen oplevert, zo merken ze op,
laat thans in ieder geval West
Zeeuws-Vlaanderen voor landinrich
ting in aanmerking komen, omdat
van beide genoemde gebieden dit wel
het meest landinrichtingsbehoeftig is.
Indien de grootte van de aangevraag
de ruilverkaveling West Zeeuws-
Vlaanderen mede een belemmering
zou vormen voor een integrale opna
me daarvan op het voorbereidings
schema ondersteunen GS gaarne het
door de Zeeuwse landbouworganisa
ties van Westelijk Zeeuws-Vlaande
ren op de CCC gedane klemmend be
roep om op het voorbereidingssche
ma 1985 gedeelten van West
Zeeuws-Vlaanderen het gebied rond
Aardenburg - op te nemen.
Mocht plaatsing van St. Philipsland
op dit schema op onoverkomelijke
problemen stuiten, dan dient de mo
gelijkheid te worden opengehouden,
dit gebied op een eerstvolgend sche
ma te plaatsen.
Plaatselijke vormen van samen
werking tussen jagers bestaan
reeds lang, zoals b.v. combinaties
van jagers en jagersverenigingen.
Om de rechten en plichten van de
deelnemers veilig te stellen zijn
sommige reeds tot een stichtings-
of verenigingsvorm gekomen.
Bij de overheid, met name bij het
Ministerie van Landbouw bes
tond reeds langer de wens om te
komen tot schaalvergroting.
Zoals bijvoorbeeld weergegeven
in de jachtwet van 1954 met de 40
ha. regeling; Destijds werd reeds
gesproken over zogenaamde
jachtschappen, maar het bleef bij
plannen.
Uit de verschillende Memoires
van Toelichting bij de begrotin
gen van het Ministerie van
Landbouw uit de periode 1977
t/m 1981 blijkt steeds meer dat de
wens bij de overheid bestaat om
te komen tot samenwerkingsver
banden tussen jachthouders. In
1978 werd voor het eerst ook het
zogenaamde wildbeheerplan ge
noemd. In die jaren werden door
de direktie Faunabeheer, ges
teund door het KNJV, voor het
eerst initiatieven ontplooid om te
komen tot wildbeheereenheden.
Deze Wildbeheereenheden,
waarvan er nu ongeveer 200 zijn,
kwamen vooral tot stand onder
invloed van "druk van buiten".
Momenteel is men veelal door de
oprichtingsfase heen en zal het
verschijnsel wildbeheereenheid
zijn waarde in de praktijk moeten
bewijzen.
De landbouw kreeg als gevolg hier
van een enorme overlast van deze
beschermde vogels. Gezamenlijk
optreden van wildbeheereenheid en
landbouworganisaties resulteerde in
;en door de Minister goedgekeurd
✓erjagingsplan van deze ganzen naar
;en (fourageer)gebied van Staats
bosbeheer. Helaas is een dergelijke
oplossing lang niet overal praktisch
nogelijk.
'Eens te meer blijkt hieruit echter
vel het sterke punt van de wildbe
heereenheid, door heel plaatselijke
an praktisch te zijn, alsmede door in
redelijk overleg een volwaardige
gesprekspartner te zijn, is veel te be
reiken", aldus van Schooten.
Zeeland
In Zeeland is door de provinciaal
bestuur van de jagersvereniging een
tweetal aftastende bijeenkomsten
gehouden over het oprichten van
meer wildbeheereenheden. Tevens
heeft reeds een eerste kontakt plaats
gevonden met de landbouworgani
saties.
De landbouw pleit voor een faunabe
heer en een jachtgeleid, waarbij de
toenemende druk van de wildschade
op de landbouw wordt ingeperkt tot
een acceptabele tolerantiegrens,
waarbij ook de belangen van de land
bouw voldoende tot hun recht komen.
oprichting van de wildbeheereen
heid Tholen en St. Philipsland voor.
werkwijze
De doelstelling van een wildbehee
reenheid is het verkrijgen cq. behou
den van een optimale wildstand, die
verenigbaar is met de belangen van
natuurbescherming, jacht en land
bouw. Er zijn diverse vormen van
integratie in een wildbeheereenheid,
waarbij de "voors- en tegens" van de
verschillende modellen per op te
richten vereniging afgewogen moe
ten worden. Globaal genomen bes
taan er een tweetal basismodellen:
1. alje jachtterreinen onderverhu
ren aan de vereniging waarbij
deze optreedt als jachthouder en
alszodanig aansprakelijk is. De
leden zijn dan jachthuurder.
2. Vaak vormt de onder 1 genoemde
inbreng van jachtterreinen een te
grote stap, zeker voor de grond
gebruiker/jager. Bij dit meest ge
hanteerde model vindt er een sa
menwerking plaats tussen de
jachthouders, waarbij afspraken
worden gemaakt over een wild
beheerplan op korte-, en lange
termijn.
groei en toekomst
Het aantal wildbeheereenheden is
sinds het ontstaan eind jaren zeven
tig in ons land tot maar liefst 200
gegroeid. Deze wildbeheereenheden
hebben een gemiddelde oppervlakte
van 1500-2500 ha. en bestaan veelal
uit 10-20 jachthouders. De verschil
len zijn groot omdat geen enkele si
tuatie identiek is. Landelijk KNJV-
medewerker dhr. P.C.H. van
Schooten ziet de toekomst van de
wildbeheereenheid gunstig tege
moet: "Gezien de continue druk van
vooral natuurbeschermingsorganisa
ties op het buitengebied zul je met
een antwoord moeten komen. Van
uit je praktische fauna-deskundig
heid en met je direkte kennis vanuit
het veld kun je in redelijk gecombi
neerd overleg van landbouw en jacht
met de overheden vaak een bevredi
gend resultaat verkrijgen. De na
tuurbeschermingsorganisaties plaat
sen in dit verband de mens te vaak
buiten de natuur",
rotganzen
Een voorbeeld van gekombineerd
optreden heeft op Texel plaats ge
vonden. Grote gebieden vielen hier
ander de natuurbeschermingswet.
De regering zal haar beleid voor na
tuur- en landschapsbehoud vooral
richten op instandhouding en ver
sterking van bestaande natuur- en
landschapswaarden. Zij hoopt dit
langs twee lijnen te bereiken, name
lijk door bescherming en beheer.
Hierin worden een algemeen èn een
toegespitst beleid onderscheiden.
Het algemeen beleid richt zich op
zowel de handhaving van de ecolo
gische en landschappelijke kwaliteit
van het Nederlandse grondgebied,
terwijl het toegespitste beleid gericht
is op instandhouding van ecologisch,
kultuurhistorisch en/of landschap
pelijke waarden of situaties.
Dit vormt de eerste hoofdlijn van het
beleid in de regeringsbeslissing over
het struktuurschema natuur- en
landschapsbehoud die op 20 sep
tember jl. is verschenen. Minister ir.
G. Braks (landbouw en visserij) en
dr. P. Winsemius (volkshuisvesting,
ruimtelijke ordening en milieube
heer) geven daarin de hoofdlijnen
van het rijksbeleid voor de ruimte
lijke aspekten van het natuur- en
landschapsbehoud.'
Bij deze eerste hoofdlijn van het be
leid ligt een sterk aksent op afweging
van belangen. Bij een aantal beleids-
katagoriën in het Struktuurschema
zijn zgn. essentiële uitspraken ge
daan. Deze betreffen het te voeren
beleid bij de belangenafweging.
Kenmerkend voor deze essentiële
uitspraken is dat zij bij de afweging
van belangen op rijksnivo duidelijke
aksenten leggen ten gunste van het
natuur- en landschapsbehoud.
A Is je door het zacht heuvelend VXj
prairieland van de staat Wis-
cons in rijdt, waar vele koeien rHH
grazen in dit zuivel en bief-
stukcentrum van de Verenigde
Staten, ontgaat een zekere fa
miliegelijkenis in dit grazige
landschap je niet.
En inderdaad, dit is een zwart
bont Holsteinland van vele
zusteren.
Het stond met grote koppen in
de "Madison Milk and Manu
re Monthly Messenger" de
maandelijkse "Zuivel, Loei en
Mest Bode", een Amerikaans
Z. L.M.-blad): "SUPER-
BULL IS NO MORE". Stier
Valiant, Prins der Prairies,
vader van vijf en dertig duizen
den, is na een vruchtbaar leven
niet meer. Dit bericht heeft ook
onze media bereikt, en u kunt
er ons Z.L.M.-blad van 31 au
gustus op naslaan. Een stilte
viel over de steppe, het loeien
klonk omfloerst. Een miljonair
was heengegaan. Valiant van
Holstein werd geboren in 1973,
en werd al direkt herkend als
een bijzonder stierkalf en dus
niet prompt verwerkt tot lapjes,
poulet en levertjesworst. Reeds
bij zijn eerste kalverliefde te
kende zich zijn grote toekomst
af, toen hij de prille ketens ver
brak en een niets vermoedende
kudde met de stuipen op het lijf
over de prairie joeg. Bij het in
tomen leek het even of hij de
ambitie van een rodeo stier
koesterde, terwijl een spaans
sprekehde zakenrelatie van
zijn baas een goede vee hts tier
in hem zag. Maar Baas Walton
had de glimp in zijn ogen her
kend, en dacht aan een andere
bestemming. Een stevige ring
door de valiante neus hielp hem
door zijn wilde jaren, en al
spoedig prijkte een bord met
"Fokker Friendship" op zijn
deur. Zijn toekomst lag in zijn
nakomelingschap, en dat heeft
er niet om gelogen. Niet slechts
had deze super stier 35.000
dochteren, hij gaf hen tevens
een bruidschat van zo'n acht
tien miljoen dollar aan ekstra
melkopbrengst mee!
Wij zouden daarvan rillen: die
miljoenen verdwijnen subiet in
de europese superbak van
Braks. In de Verenigde Staten
hebben ze nu in plaats van een
superpias melk een ingevroren
superklont zaad van Prins Va
liant! Zoiets hebben wij weer
niet.
POTTEKIJKER
Vrijdag 28 september 1984