Hoofdrolspeelsters van toen
nu in ondereind
Veertien groepen vrijwel uitgesloten
Radikale ommekeer op NRS jubileumkeuring
Groot en melktypisch
Rocket en Sheik
Braks beslist over bezwaren tegen heffing:
Omvang melkveestapel neemt af
Wat er bij de zwartbonten allemaal is
veranderd sinds de NRS-jubileum-
keuring van vijf jaar geleden is
enorm. Toen vielen nog bijna uit
sluitend FH-dieren in de prijzen, op
de vorige week vrijdag en zaterdag
gehouden jubileum-keuring in
Utrecht kwamen er alleen dieren met
Holstein-bloed aan kop. Toen één
HF-dochtergroep (Bill), nu nog
slechts één kollektie van een FH-stier
(Fan. 145). Verder waren er geen
stieren meer op de keuring, waren de
bedrijfskollekties danig verkleind,
was de gemiddelde produktie van de
aanwezige zwartbonte dieren in vijf
jaar tijds tweemaal zo snel gestegen
als in de periode 1974-1979 en waren
de interprovinciale krachtverhou
dingen flink verschoven. Met name
de FH-dieren uit de omvangrijke
Noordhollandse vertegenwoordi
ging, die in 1979 een hoofdrol speel
den. vormden nu het ondereind van
de keuring. Gelderland streek nu
verreweg de meeste lA's op. Het
grootste verschil met vijfjaar geleden
lag wellicht in het uiterlijk van de
dieren, waarbij ook de manier van
jureren werd aangepast. De kam-
pioene in de middenklassen zou vijf
jaar geleden met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid niet
door <le voorselectie zijn gekomen,
als zijnde te groot en te arm bespierd.
Terwijl het NRS nog regelmatig het
geloof in de "gepast ontwikkelde"
dubbeldoelkoe belijdt, koos men met
Hoitinga Sheik 8 voor een kampioe
ne van uitgesproken melktype met
een kruishoogte van meer dan 1.45
Dochtergroep Astor
(foto AMeekma)
meter... KRS-direkteur ir. Klaas P.
Stapel was "zonder voorbehoud zeer
tevreden" over de uiterlijke kwali
teiten van het materiaal op de jubi
leumkeuring. Zo positief kon hij zich
echter niet over het bezoek uitlaten.
De tribunes, die plaats boden voor
15.000 bezoekers raakten zowel op
vrijdag als op zaterdag slechts half
gevuld en dat was vooral wat de
tweede dag betreft een teleurstelling
voor de organisatoren. De weergo
den zaten na vrijdag niet helemaal
mee, maar 's zaterdags bleef het
droog bij een voor mens en dier
aangename temperatuur. Toch bleef
de jubileumshow ook op de tweede
dag een enigzins sfeerloze vertoning,
waarbij het publiek op de tribunes
rondom de fraaie grasmat naast de
Utrechtse veemarkthal te weinig
werd geboden. De keuring speelde
zich nogal onoverzichtelijk af in res
pectievelijk tien en acht ringen, ter
wijl begeleidend kommentaar be
perkt bleef tot de slotrondes.
De kampioenskeuring na afloop van
de individuele rubrieken op de eerste
dag bracht puik geuierde, grote
melkkoeien aan kop. Bij de oudere
dieren ging de zege naar de bijzonder
lange, grote en fraaie Billie 590 van
Wijnand Pon.
Dit hyperproduktieve derdekalfs
paradepaardje uit de showstal van de
spermaimporteur uit Leusden viel
daarbij opnieuw op door haar wer
kelijke perfekte, lange kwaliteitsuier.
De lopende lijst vat? deze Canadees
gefokte (Shore Stylist Xeendale)
koe: 12176 kg melk met 4.86 procent
vet en 3.39 procent eiwit in 256 da
gen, goed voor een standaardkoe van
69 en een laktatiewaarde van 138 op
het bedrijf dat in het zojuist afgeslo
ten kontrolejaar met 2347 vet- en ei
witgrammen alleen Salentein^BV te
Nijkerk voor hoeft laten te gaan. Dat
bedrijf, eigen aan auto-importeur
Pon een broer van de eerder ge
noemde), melkt dan ook eenmaal
vaker per dag en is het eerste dat in
ons land de 10.000 kg per koe ge
middeld passeert.
Dubbeldoel
De reserve-kampioene in de mid
denklasse benaderde het dubbeldoel
het meest. De zware, diepe, iets we
ke, Viking-dochter Ida 42 van de
Vormthoeve van Anton Ruyter te
Tollebeek wón eerder dit jaar al een
kampioensrozet in de polders en
werd daar ook uitgeroepen tot koe
met de beste uier. Ida heeft dan ook
een zeer beste uier en valt daarnaast
op door haar nogal vlakke kruis. Bij
de jongere koeien boekte de be
roemde eiwitvererver Rocket een
dubbel sukses. Zijn zeer fraaie, best
geuierde en sterk gelijnde dochter
Wille 40 (M.V. Bill) van W. Loonen
uit het Brabantse Dongen was de
onbetwiste kampioene van de vaar
zen, ook al dankzij haar prima
beenwerk. De tweede dag stonden de
bedrijfskollekties en vervolgens
dochtergroepen op het programma.
In de eerste rubriek van de dag won
de bedrijfsgroep van Koepon 3 te
Leusden met niet erg uniforme klas-
'sekoeien voor de dieren van de Gro
ningse NHS-inspekteur L.J. van der
Groot te Ten Post.
Een zeer best vijftal van De Wetering
B.V. te De Wijk won het gemakkelijk
van de. beroemde Pietje's van George
Ruyter te Blokker.
De dochtergroepenkeuring draaide
uit op een dubbele strijd tussen Roc
ket en Sheik op hoog niveau. Beiden
traden tweemaal tegen elkaar in het
veld en verdeelde de prijzen; elk een
IA en een 1B, waarbij ons de oudste
Sheikgroep nog het meest aansprak.
In deze rubriek volgden nog dege
lijke groepen van de Telstar-zoons
Viking en Triple Throat. De zeer
melktypische dochters van Cantor
wisten het tot een 1 A-prijs te brengen
voor de diepe, ruim bespierde Man-
O-Wars, terwijl Bill genoegen moest
nemen met een derde plaats. Bij de
jongere koeien speelde Bill geen rol
meer van betekenis, maar zijn oudste
kollektie won toch nog een IA. Hij
werd gevolgd door de populaire Su
perstar vóór de wat kortere Pan 145-
dochters. Gardenis (die zeer weinig
individuele suksessen boekte) en Sil
ver. Bij de jongere stieren met doch
ters uit de proefperiode waren de
onderlinge verschillen niet groot.
Forst van K.l. Drenthe won voor
Metoalfs Elevation. Dan van fa.
Dekker te Axel en ingezet door
"Sjbekarspel".
De oudste rubriek proefstiergroepen
werd een sukses voor Brabant met
aan kop Tele en Astor voor Tops, die
leed onder een gebrekkinge voorse
lectie. De als natuurlijke dekker in
gezette Alfons, nu in gezamenlijk ei
gendom van Salentein BV en k.i.
West-Brabant, legde veel eer in met
zijn puike viertal. Waarmee nog niet
gezegd is dat hij dit sukses in k.i.-
verband kan ervaren.
Klaas Sj. Meekma
Van dag tot dag doen zich ontwikkelingen voor rond de afwikkeling van
de Beschikking Superheffing. Een en ander kreeg vorige week een
voorlopig hoogtepunt toen minister Braks van Landbouw het advies
van de landelijke kommissie Superheffing openbaar maakte. Hij gaf
ook aan welke kategorieën melkveehouders in het kader van artikel 19
(bijzondere gevallen) een extra hoeveelheid melk tegemoet kunnen
zien. Het Landbouwschap is van mening, dat om op basis van redelijk
heid en billijkheid te kunnen oordelen over de aanvragers, de hoeveel
heid van 35.000 ton melk voor deze artikel 19-ers vergroot moet wor
den, iets wat de minister niet wilde.
Toen de bewindsman bovendien niet
verder ging dan het aankondigen van
een opkoopregeling voor melk. was
voor het Landbouwschap de maat
vol. Het besloot haar vertegenwoor
digers voorshands terug te trekken
uit de landelijke kommissie Super
heffing en adviseerde aan de boe-
renvertegenwoordigers in de provin
ciale kommissies hetzelfde te doen.
Letter van de beschikking
In zijn benadering heeft het Land
bouwschap de landelijke en provin
ciale advieskommissies heel duide
lijk aan elkaar gekoppeld, hoewel
men in de provincie alleen de inves
teringsgevallen en niet-groeiers be
handelt. Ook deze provinciale
"clubs" zijn bij hun advisering ge
bonden aan de letter van de be
schikking en mogen niet werken naar
de geest ervan. Daardoor moeten
bedrijven, die net niet aan bepaalde
regels voldoen, worden afgewezen.
Hierdoor worden bijvoorbeeld
melkveehouders, die mede met be
hulp van eigen arbeid hebben uitge
breid of dat in fasen hebben gedaan,
afgewezen. Provinciaal bestaat de
verwachting, dat deze bedrijven lan
delijk via de beroepsprocedures aan
aanvullende melk geholpen kunnen
worden.
Door .de harde opstelling van minis
ter Braks zullen de bedrijven, die
buiten de termen van investeerder of
niet-groeier vallen, ook in de lande
lijke beroepsprocedures tussen de
wal en het schip terecht komen, zo
verwacht het Landbouwschap.
Eenderde koe per bedrijf
Ook bij de afhandeling van de artikel
19-gevallen rekent men op de nodige
problemen. De overheidsvertegen
woordigers in de landelijke kommis
sie verklaarden zich gebonden aan
een beschikbare hoeveelheid toe te
wijzen melk van 0,3 procent van de
melkplas. Daarmee werd tegelijker
tijd duidelijk dat van enige tege
moetkoming in het toewijzingsbeleid
van melk nauwelijks sprake kan zijn.
Immers, de beschikbare hoeveelheid
melk ten behoeve van 13.000 aan
vragen bedraagt in dat geval onge
veer eenderde koe per bedrijf.
Dit ailes overziende houdt het
Landbouwschap rekening met het
feit dat zo'n 10 tot 20 procent van de
bedrijven, die een beroep doen op
artikel 19, als gevolg van de super
heffing, in ernstige financiële moei
lijkheden komt te verkeren. Daarbij
zijn bedrijven, die momenteel mid
den in een uitbreidingsproces zitten.
Afgewezen kategorieën
De landelijke kommissie heeft in
middels een groep van 13.000 melk
veehouders, die een beroep doet op
artikel 19 om meer melk, gerubri
ceerd in 20 kategorieën. Zoals we
vorige week berichtten zullen zes van
die 20 kategorieën extra melk tege
moet kunnen zien. Voor melkvee
houders in de overige veertien kate
gorieën is er minimale hoop op meer
melk. Minimaal, omdat minster
Braks van Landbouw tijdens de pers-
konferentie toezegde, dat bij de indi
viduele beoordeling van de aanvragen
overmacht situaties en geheel on
voorziene omstandigheden mede in
beschouwing kunnen worden geno
men.
Melkveehouders, die hun verzoek
schrift in het kader van artikel 19
hebben ingediend onder vermelding
van een van de volgende 14 redenen
kunnen er voor bijna 100 procent
zeker van zijn, dat de minister hun
verzoekschrift zal afwijzen.
Slacht- en omschakelingsregeling
van het O.- en S.-Fonds. Volgens de
minister was deelname aan deze re
geling de keuze van de ondernemer.
Hij liep daarbij het risiko, dat de
marktsituatie en de geldende rege
lingen na 5 jaar drastisch zouden zijn
gewijzigd.
Toekomstige bedrijfsovername,
waarbij bedrijven in verband met de
daarmee samenhangende financiële
lasten willen gaan uitbreiden. Het
ministerie wijst er op dat uitbreiding
van een bedrijf en van de melkpro-
duktie'nu alleen nog maar kan
plaatshebben door grond met quota.
Natuurlijke handicap met daaraan
gekoppeld hogere produktiekosten.
Alternatieve landbouw
Opfokkers
De minister tekent hierbij aan, dat
een ondernemer die in het verleden
de keuze heeft gemaakt voor deze
bedrijfstak ook de risiko's voort
vloeiend uit deze beslissing dient te
dragen.
Niet-uitgevoerde plannen. Het gaat
hierbij om bedrijven, die plannen
hadden om uit te breiden ofwel te
starten, maar geen investeringsver
plichtingen zijn aangegaan voor 1
maart 1984. Volgens de minister be1
hoort uitstellen van de plannen en
het nog niet aangaan van investe
ringsverplichtingen tot het risiko van
dé ondernemer.
Ontwikkelingen in verband met be
drijfsovername. Dat zijn bedrijven
waar de'overname al vóór 1 april
1984 heeft plaatsgehad en bedrijven
waar "de opvolger al dan niet in
maatschapverband meewerkt en
waar uitbreiding plaats heeft of gep
land is. Minister Braks geeft toe. dat
hier een reëel probleem speelt, dat
echter niet op te lossen is in het kader
van de verdeling van het nu be
schikbare quotum.
Starters niet vallend onder artikel 11
Het betreft bedrijven die niet vol
doende geïnvesteerd hebben om
voor artikel 11 in aanmerking te ko
men (kleinere of nevenbedrijven).
Uit het oogpunt van het landbouw-
struktuurbeleid kunnen deze bedrij
ven in het algemeen niet als per-
spektiefbiedend beschouwd worden.
Uitbreiding van standplaatsen zon
der voldoende investeringen. Er staat
bij deze en vorige kategorie volgens
de minister geen enkele aanleiding
nu alsnog over te gaan tot het mee-
waarderen van de eigen arbeid.
Bedrijven met een langzame opvul-
Het totaal aantal melk- en kalfkoeien
bedroeg begin juli circa 2.442.000
stuks, ruim 2,5 procent minder dan
medio 1983. Daar ten tijde van de
landbouwtelling in mei nog geen
daling werd waargenomen moet
vooral in de loop van mei en in juni
een forse uitstoot van melkvee heb
ben plaatsgevonden.
Dat is het gevolg van de EG-maa-
tregel om de melkproduktie te be
perken (de "superheffing"). De tota
le rundveestapel bedroeg begin juli
5.426.000 stuks, dit is 93.000 stuks
meer dan vorig jaar (plus 1,7 pro
cent). Dit blijkt uit een steekproe-
fonderzoek van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, dat maandag is
gepubliceerd. Evenals bij de melk
veestapel was er bij de overige dieren
bestemd voor de melkveehouderij
ling van de stalkapaciteit. Een keuze
en beslissing van de ondernemer,
waarvan de risiko's en konsequenties
voor zijn rekening dienen te komen.
Omstandigheden volgens artikel 12
van de beschikking (calamiteiten),
maar een produktievermindëring,
die kleiner is dan 10 procent.
Langdurige calamiteiten. Globaal
afwijzen, maar individueel bekijken
op situaties van overmacht.
Artikel 13 (niet-groeiers) met afwij
kende melkproduktie. Bedrijven, die
in 1981 een lagere dan voor dit be
drijf normale produktie hadden,
waardoor de produktie in 1983 ten
opzichte van 1981 met meer dan 3
procent is gestegen, zodat niet vol
daan wordt aan de voorwaarden van
artikel 13. Globaal zal ook hier wor
den afgewezen, waarbij individueel
bekeken wordt op situaties van
overmacht.
Grondverkoop aan publiekrechte
lijke lichamen.
Uiterlijk begin oktober zal de melk
veehouder de brief van de minister in
de bus hebben, waarin wordt aange
geven of zijn verzo'ek om meer melk
volgens artikel 19 is toe- of afgewe
zen.
Tiny Brouwers
een vermindering van het aantal te
zien. Zo nam de kategorie "ander
rundvee bestemd voor de fokkerij"
af met 25.000 stuks tot 1.311.000
dieren (- 1,9 procent) en van deze
kategorie waren het vooral de dieren
jonger dan een jaar die sterk in aan
tal verminderden: van 892.000 stuks
in juli 1983 naar 835.000 stuks begin
juli 1984 (- 6,4 procent). Het aantal
stuks "gedekt jongvee" bedroeg nu
633.000, dit is 7.000 stuks of 1,1 pro
cent minder dan vorig jaar.
De mestveestapel gaf een sterke uit
breiding te zien, namelijk van
848.000 stuks naar 1.040.000 stuks
(plus 22,6. procent). Hierbij nam het
aantal mestkalveren toe met 121.000
stuks en de kategorie "ander jongvee
voor de mesterij" met 58-.000 dieren
(respektievelijk plus 23 procent en
plus 21 procent).
6
Vrijdag 7 september 1984