De oogst van konsumptie-aardappelen nadert Resultaten monsterneming 27 augustus 1984 Kwaliteit tot nu toe prima Verwerkingscijfers aardappelen "Landbouwverkeer en veiligheid" Benoeming kommissarissen CSM Groeiverloop van suikerbieten (landelijk IRS-onderzoek) Mogelijke knolproduktie in kg per ha per dag voor een praktijkperceel met een gezond gewas zonder vochttekort bij een verschillende mate van grond- bedekking met groen loof. grondbedekking met groen 'loof periode 75% 50% 25% le decade september 510 340 170 2e decade september 450 300 150 3e decade september 400 260 130 We zien, dat bij een grondbedekking lager dan 25% de knolproduktie per dag gering is. Snel doodspuiten van dergelijke gewassen vergroot de kans dat onder gunstige omstandigheden kan worden geoogst. Ook dit jaar is, om oogstbeschadiging en de kans op aantasting door knol- ziekten te beperken, een goede afharding van de schil noodzakelijk. Dit vraagt in het algemeen een periode tussen doodspuiten en rooien van ten minste 14 dagen. Tenslotte kan ook een aantasting door Phytophthora bepalend zijn voor het tijdstip van doodspuiten. Ook bij de konsumptie-aardappelen naderen we het einde van het groei seizoen. De groeiomstandigheden zijn dit jaar in het algemeen voor spoedig geweest, al heeft de droogte van de laatste weken in sommige ge bieden een versnelde afrijping ve roorzaakt. Niettemin lijkt de op brengst goed en zal het uitvalpercen tage laag zijn. Er is een prima kwali teit aardappelen gegroeid, wat een extra stimulans kan zijn om er naar te streven ook een kwaliteitsprodukt in de bewaarplaats te krijgen. In dit opzicht zijn er een aantal zaken welke aandacht vragen. Ondermeer naar aanleiding van vragen uit de praktijk willen we in dit artikel de volgende punten nader bekijken: - het voorkómen van knolaantas ting door Phytophthora - de bewaring van partijen met "jong ziek" resp. van partijen af komstig van percelen waarin aantasting door bacterieziekten is opgetreden de rattekeutelziekte - doodspuiten en het optreden van naveleindrot wanneer aardappelen doodspui ten rooibeschadiging bij rooien on der droge omstandigheden resp. bij lage bodemtemperatuur Phytophthora Al vanaf het begin van het groeisei zoen komt in veel percelen kon sumptie-aardappelen Phytophthora voor. Door veelvuldig spuiten is de ziekte in het algemeen goed in de hand gehouden. Echter, de dreiging van een sterke uitbreiding is zeker ook nog in september aanwezig. Bespuitingen met maneb-tin dienen dan ook tot het tijdstip van loofver- nietiging te worden voortgezet. Het gebruik van Ridomil heeft thans - ook bij ernstige aantasting - geen zin meer. Beter is het om bij een zware aantasting het gewas direkt dood te spuiten. Als norm hanteren we hier bij vaak. dat het loof moet worden vernietigd als bij 25% van de stengels aangetaste blaadjes worden gevon den. Gelet op het vergevorderde sei zoen (en het opbrengstniveau) ver dient het wellicht aanbeveling om al bij een geringere aantasting dood te spuiten. Bewaring partijen met "jong ziek" Bij ongunstige weersomstandighe den bestaat de kans, dat ondanks voorzorgsmaatregelen toch partijen geoogst gaan worden waarin door Phytophthora aangetaste knollen voorkomen. Met name als dit z.g.n. "jong ziek" betreft, d.w.z. knollen welke nog slechts kort tevoren zijn aangetast, dan vraagt de bewaring extra aandacht. Mede door secun daire infekties met andere schimmel- of bakterieziekten kunnen zulke knollen snel gaan rotten. Partijen met "jong ziek" dienen zo snel mo gelijk te worden droog geblazen, om het rot te doen indrogen. Dit vraagt wat langer ventileren, dan voor het winddroog draaien van de knollen nodig is. Het drogen verloopt het snelst bij ventileren met lucht met een lagere temperatuur dan die van de knollen of met lucht met een lage relatieve vochtigheid. De eerstge noemde situatie zal zich vooral 's nachts voordoen. Een lage relatieve luchtvochtigheid komt alleen over dag voor, met name bij helder weer met temperaturen boven de 15 gr.C. Voorts geldt, dat naarmate de knol- temperatuur lager is, de uitbreiding van het rot langzamer gaat. Partijen waarin "jong ziek" of ander rot voorkomt moeten bij voorkeur da gelijks worden gekontroleerd. Stank bij het aanzetten van de ventilatoren en het massaal optreden van vliegjes wijzen op een uitbreiding van rot in de partij. Hier en daar komt ook een enkel perceel voor, waarin de laatste we ken een aanzienlijke aantasting door zwartbenigheid óf stengelrot is ge- konstateerd. Hierbij komt ook kno- Vrijdag 7 september 1984 Voorkom beschadiging bij het rooien. laantasting voor. Partijen waarin bakterierot voorkomt dienen ook zo snel mogelijk te worden droog ge blazen. Als niet meer dan 1% rot voorkomt kan - mits snel wordt ge droogd - uitbreiding van het rot als regel worden voorkomen. Voor par tijen met "jong ziek" of bakterierot geldt, dat men ze bij voorkeur niet moet opslaan tussen gezonde aard appelen. Aparte opslag biedt de mo gelijkheid van een goede kontrole. Bovendien kan de partij zonodig snel geruimd worden. Rattekeutelziekte Een ziekte welke dit jaar vrij veel wordt aangetroffen, is de rattekeu telziekte (Sclerotinia sclerotiorum). De symptomen van deze schimmel ziekte zijn, een grote witte vlek ron dom de stengel, welke op deze plaats meestal is geknikt. Als we de stengel ter hoogte van de witte vlek open maken, vinden we vaak zwartgrijs gekleurde korrels, die op rattekeutels lijken. Dit zijn de zogenaamde rust- sporen van de schimmel, waarmee hij in de grond kan overblijven. De ziekte, die ook in gewassen als bo nen, koolzaad, blauwmaanzaad, karwij, etc., kan voorkomen, treedt vooral op bij koel vochtig weer, om standigheden die we deze zomer vaak hebben gehad. De aantasting vindt als regel plaats via wondjes ondermeer van afgevallen bladeren of veroorzaakt door harde wind. De rattekeutelziekte kan bij een vroeg en massaal optreden flinke schade veroorzaken. Aantasting van knollen komt in het veld zelden voor; soms kan het tij dens de bewaring optreden. Snel drogen en een lage bewaartempera- tuur kan het optreden van de ziekte tijdens de bewaring voorkómen. Doodspuiten van aardappelen Als het op het tijdstip dat u dit leest nog steeds droog (en warm) is, kan als gevolg van doodspuiten van nog vitale gewassen, het zogenaamde naveleindrot of naveleindeverkleu- ring optreden. Met name kan dit het geval zijn bij gebruik van snelwer kende doodspuitmiddelen als Reg- lone en Dinoseb in olie. De ervaring heeft geleerd, dat de kans op proble men bij gebruik van Reglone groter is dan bij toepassing van Dinoseb. Bij toepassing van een langzaam dodend middel als Purivel is naveleinderot tot nu toe niet gekonstateerd. Uit een oogpunt van vermijden van nave leinderot verdient Purivel dan ook de voorkeur, tenminste als er geen Phy tophthora in het gewas voorkomt. Komt wel Phytophthora voor, dan wordt bij gebruik van Purivel het ri- siko van knolinfektie groter, daar het afsterven van het gewas relatief langzaam verloopt. Bij Reglone en Dinoseb wordt als gevolg van de snelle doding van het gewas de spo revorming van de schimmel abrupt afgebroken. Men kan bij toepassing van Dinoseb in olie of Reglone de kans op naveleinderot als volgt ver kleinen: door in 2 keer dood te spuiten, waarbij de eerste keer een lage dosering wordt gebruikt (b.v. 8 1 Dinoseb resp. 1 1 Reglone) door 's morgens vroeg of 's avonds laat te spuiten. Het gevaar voor knolaantasting door Phytophthora bij gebruik van Puri vel kan men beperken door tegelijk met Purivel ook nog maneb-tin te spuiten. Zonodig kan na ca. 1 week het loof versneld worden gedood met Dinoseb of Reglone als de ontwik keling van de Phytophthora dit ve reist. Wanneer doodspuiten? Het tijdstip van doodspuiten is als regel een compromis tussen een nog hogere knolopbrengst en minder ri- siko ten aanzien van de oogstom- standigheden. De knolproduktie per ha per dag welke men in september bij een verschillende mate van grondbedekking mag venyachten is in de tabel gegeven. Van 13-27 augustus zijn de lande lijke gemiddelden voor de wortelop brengst, het suikergehalte en de sui keropbrengst meer gestegen dan de 10-jarige gemiddelden in de over eenkomstige perioden. Dit wijst op een goede groei tijdens de laatste weken,, hetgeen gelet op het weer (dag-/ nachttemperaturen en aantal zonne-uren) begrijpelijk is. In Zeeland is de wortelgroei wat minder geweest, het suikergehalte daarentegen wat meer gestegen. In de gebieden Noordelijke zandgrond en Veenkoloniën zijn zowel de toe neming van wortel- als suikergewicht minder dan het landelijk gemiddel de. Het hogere suikergehalte heeft hier de lagere wortelopbrengst niet kunnen kompenseren. In de genoemde gebieden speelt thans de kombinatie weinig neerslag, grondsoort en droogtegevoeligheid een duidelijke rol. De gezondheidstoestand van het ge was is nog steeds goed te noemen. Wel tekenen zich thans duidelijk Het Produktschap voor Aardappelen deelt mede, dat in de maand juli in totaal 48.000 ton aardappelen is ver werkt tot frites, puree, chips en an dere konsumptieprodukten. Daar door is de verwerking tot 1 augustus gekomen op 554.000 ton, tegenover 570.000 ton in 1983 en 525.000 ton in 1983. De uitvoer van frites, puree, chips e.d. omgerekend tot verse aardappelen bedroeg in de maand juli 64.600 ton terwijl de invoer van produkten overeenkwam met 6.600 ton verse aardappelen. Oogstbeschadiging vermijden De oogst vormt een duidelijke be dreiging voor de kwaliteit van kon- sumptieaardappelen. Dit geldt in het bijzonder als het on derwatergewicht van de knollen - zoals dit jaar - aan de hoge kant is. Het is immers bekend dat zowel de blauwgevoeligheid als de gevoelig heid voor oogstbeschadiging toene men naarmate het onderwaterge wicht hoger is. Als dan bovendien in een droge kluiterige grond moet worden gerooid kan zeer ernstige rooibeschadiging optreden. Onder dergelijke omstandigheden ziet de konsumptie-aardappelteler zich voor een dilemma gesteld. Uitstellen van het rooien vergroot het risiko dat onder natte omstandigheden moet worden geoogst. Direkt rooien bete kent ernstig kwaliteitsverlies, het geen, vooral in een jaar met een rui me marktvoorziening, de prijs on gunstig kan beïnvloeden. Aspekten als grondsoort, rooikapa- citeit e.d. zullen dan de uiteindelijke In de serie Aktualiteiten, uitgegeven door de Federatie van Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting is versche nen nummer 17: Landbouwverkeer en Veiligheid. Ieder landbouwbedrijf wordt regel matig op de een of andere manier gekonfronteerd met het, ook op plattelandswegen, steeds intensiever wordende verkeer. De positie van het landbouwverkeer is er niet eenvou diger op geworden; de lage snelheid van - vaak brede - landbouwvoertui gen wekt voor de overige wegge bruikers nogal eens problemen op en zo nu en dan ontstaan er gevaarlijke situaties. In het Wegenverkeersreg lement (W.V.R.) zijn een aantal uit zonderingsbepalingen opgenomen voor het deelnemen aan het verkeer met landbouwvoertuigen. Daar deze uitgebreide wetten vaak niet worden gelezen door tijdgebrek is nu deze brochure samengesteld waarin de belangrijkste bepalingen waarmee beslissing of wel of niet gerooid moet worden bepalen. Overigens is het op het moment dat we dit schrijven zo droog, dat het heel wat kan regenen alvorens de grond verzadigd is. Ernstige knolbeschadiging kan ©rik optreden als bij lage bodemtempera- turen wordt geoogst. Met name geldt dit bij bodemtemperaturen lager dan 8 gr.C. Evenals vorig jaar zullen bel komend seizoen door het KNMI weer waarschuwingen worden ver strekt als 's nachts lage temperaturen zijn gemeten. Deze waarschuwingen worden zonodig vanaf half septem ber gegeven tijdens de mededelingen voor land- en tuinbouw om 05.45 en 06.45 uur. In dergelijke gevallen verdient het aanbeveling om enkele uren met rooien te wachten tot de bodemtem peratuur weer is opgelopen tot een niveau van ca. gr.C. Op heldere dagen is dit als regel het geval tussen 10 en 12 uur. PAGV, Lelystad Ir. C.D. van Loon de boer het meest heeft te maken op een gemakkelijke en vlot leesbare wijze aan de orde worden gesteld. 13 kunt de brochure bestellen door/ 3„- over te maken op girorekening no. 3959908 t.n.v. Vereniging voor Be drijfsvoorlichting te Ovezande met vermelding van "Aktualiteiten 17". Kommissarissen van de N.V. CSM delen mede dat zij in de op 29 au gustus j.l. gehouden buitengewone algemene vergadering van aandeel houders hun voornemen hebben kenbaar gemaakt om in maart 1985 de heren P.J.S. de Jong en K. Fibbe te herbenoemen en de heer Ir. F.H. Fentener van Vlissingen te benoe men als kommissaris van de ven nootschap. De Centrale Onderne mingsraad van de N.V. CSM heeft verklaard tegen de herbenoemingen en de benoeming geen bezwaar te hebben. 11 Gebied Wortëlgewicht kg/ha Suikergehalte i| Suikergewicht kg/ha I. Zeeland 47.100 14.1 6600 II. W.Brab.klei-Z.Holl.Eil. 49.700 13.7 6830 III. ZHollvast-N.Holland 47.400 13.8 6560 IV. Z. en O. Flevoland 49.400 13.1 6460 V. Noordoostpolder 47.200 13.5 6370 VI. Noordelijke klei 42.300 13.0 5460 VII. Noordelijke zandgrond 33.600 15.7 5120 VIII Veenkoloniën 36.300 14.2 5120 IX. Rivierkleigebied 45.900 13.9 6360 X. Z. en Z.O. zandgrond 40.500 13.2 5380 XI Löss 40.600 13.2 5370 Nederland 1984 43.200 13.9 5940 Nederland '1983 39.300 13.6 5250 Nederland 1974/1983 42.800 14.3 6118 "valplekken" af indien bietenmoe- bemestingsbanen zijn duidelijk heid voorkomt. Ook struktuur- en waarneembaar.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 11