Nazomer-herfst: ideale tijd voor de bekalking Mestsilo in Middelharnis in gebruik PVV-bestuur formuleert stimuleringsbeleid varkensfokkerij Als proef slaagt, ook silo's in Zeeland Eerste bietentestcijfers Jaarverslag C.B.S.: Vertrouwen van het bedrijfsleven in C.B.S. bewezen Een marktbeleid voor de slachtkuikensektor is nodig Pluimveegigant komt er niet Kalktip De meest ideale periode van het jaar voor het uitvoeren van een bekal king staat weer voor de deur. De verschillende gewassen worden in de nazomer en herfst geoogst waarna er in het veld ruimte komt om daar waar nodig de kalktoestand van de grond te onderhouden of te repare ren. Er wordt zodoende reeds tijdig een maatregel genomen die leidt naar een goede uitgangs pH voor het te verbouwen gewas in 1985. bouwland 18 kg en op grasland 13 kg zuivere kalk aan de grond. Alle bovengenoemde verliezen bij elkaar opgeteld maken dat het pH nivo in de loop der jaren langzaam aan gaat dalen vandaar dat bijv. een keer per drie a vier jaar een onderhoudsbe- kalking nodig is. De grond wordt anders te zuur hetgeen de produktie en kwaliteit van de gewassen nadelig zal beïnvloeden. Zorgvuldig strooien Het strooien van kalk dient uiterst zorgvuldig te worden uitgevoerd. Zo is de geadviseerde hoeveelheid kalk- meststoffen op bouwland bestemd voor de totale bouwvoordikte en voor de bewerkingsdiepte bij gras landvernieuwing. Kalkverliezen Ondanks het feit dat de praktijk duidelijk de voordelen van het handhaven van een goede pH van de rond inziet blijkt uit de analyse ipporten van het grondonderzoek at er nog vrij veel percelen mank gaan aan een veel te lage kalktoe stand. Een vrij ruime, zgn. repara- tiebekalking, is in dat geval zeker gewenst voor het op het juiste nivo brengen van de pH. Een eenmalige bekalking, zorgt ech ter niet voor een blijvende verbete ring van de pH. De kalktoestand van de grond loopt door een aantal in- vlo -den geleidelijk terug. In i e eerste plaats is daar het verlies dot uitspoeling, afhankelijk van de grc 'soort moet er rekening worden gehouden met een uitspoelingsver- lies op bouwland, op zandgronden van ca. 150 a 250 kg zuivere kalk per ha/jaar tot 4 a 500 kg zuivere kalk per ha op kleigronden. Voor grasland op alle grondsoorten geldt een kalkverlies door uitspoe ling van 50 kg zuivere kalk per ha per jaar. In de tweede plaats gaat er kalk ver loren wanneer er kalk onttrekkende kunstmeststoffen in het bemestings plan zijn opgenomen. De praktijk dient rekening te houden met o.a. de verzurende werking van vrijwel alle mengmeststoffen voor zover deze stikstof bevatten. Bovendien onttrekt de veel gehruikte stikstofmeststof K.A.S. 27 l/2 per 100 kg produkt op De toediening van kalk Kalkmeststoffen zijn moeilijk in wa ter oplosbaar en dienen na het strooien intensief met de grond te worden gemengd. Eerst dan worden de fijne deeltjes kalk door het koolzuurhoudend bo- demvocht omgezet in een oplosbare vorm, waarna de kalk zijn milieu verbeterende werking in de groeizo- ne kan beginnen voor o.m. een in tensieve wortelontwikkeling van de plant. Het regelmatig inwerken van ges trooide kalk is sterk afhankelijk van de wijze van toediening. De fijne droge kalkmeststoffen kunnen met speciale strooiers bijzonder fijn ver deeld worden aangewend hetgeen de gelijkmatige inwerking bevordert. Wanneer daarbij getracht wordt zo veel mogelijk op droge grond en bij droog weer te strooien dan kan het maksimale rendement van de bekal king worden verwacht. Het repareren, maar vooral het on derhouden van de kalktoestand van de grond is een regelmatig terugke rende bezigheid op het agrarisch be drijf. Het zorgvuldig uitvoeren van deze handeling is van het allergroot ste belang. Het gaat immers om het verkrijgen van een basis voor een goede bodemvruchtbaarheid. Een stevig fundament, optimale pH, is dan gelegd voor een maksimaal ren dement van de overige noodzakelijke meststoffen. Aan het marktrapport van Limako b.v. te Breda ontlenen wij de volgende eerste bietentestcijfers: liddelharnis is een dezer dagen silo in gebruik genomen voor de ag van mest. De betonnen silo die doorsnee heeft van 48 meter, een ;rvlakte van 1.800 vierkante me- en een hoogte van vijf meter, kan 9.000 kubieke meter mest bevatten. Bij de ontwikkeling van deze groot schalige voorraadsilo is een speciale methodiek uitgedacht om de mest homogeen te krijgen, zodanig dat op elk gewenst punt mest uit de silo kan worden gezogen. Een uitgekiend systeem - waarbij in hoogte verstel bare circulatiepompen worden ge bruikt - zorgt voor een zodanig mix en dat de noodzakelijke homogeni teit wordt bereikt. De silo is tot stand gekomen dankzij de samenwerking tussen de Bra bantse Mestbank en het mest distri butiebedrijf G. Kurstjens BV uit Grubbenvorst. De noodzakelijke fi nanciële middelen - de silo vergde een investering van 400.000,- wer den bijeengebracht door de Noord brabantse Christelijke Boerenbond, de provincie Noord-Brabant, Kurst jens b.v. en aangevuld met subsidie van het O S fonds. Een van de voordelen van de voor- wortelgewicht gr suikergehalte suiker per wortel gr wortel gewicht mton suikergehalte suiker ha/mton U.K. 1984 13.25 54 1983 13.31 45 Frankrijk 1984 1983 30.17 13.37 4.04 25.85 13.67 3.71 Mest-Duitsland 1984 1983 315 355 11.9 13.5 37.6 48 België 1984 1983 28.146 28.024 11.69 11.90 3.285 3.329 Hongarijë 1984 "T6F 13.6 36.2 1983 "T5r 13.3 47.2 De ingebruik genomen mestsilo. raadsilo is dat er van bedrijven mest afgevoerd kan worden ook als er geen vraag is (dit voorkomt mest- dumpingen) en dat er snel mest ge leverd kan worden op het moment dat dit nodig is. Als de praktijk uitwijst dat de proef opzet voldoet aan de verwachtingen, dan zullen in de toekomst meer silo's worden gebouwd onder andere in de provincie Zeeland. "Onze konklusie moet zijn dat de slachtveeverzekering een belangrijke funktie heeft en dat het bedrijfsleven vertrouwen heeft in de wijze waarop het C.B.S. zijn taak vervult". Aldus vat het Dagelijks Bestuur van de Stichting Centraal Buro Slacht veeverzekeringen te Utrecht in zijn jaarverslag samen wat er in 1983 is gepasseerd op dit gebied. Voor het C.B.S. was 1983 een histo risch jaar, omdat in dit jaar het P.V.V.-bestuur besloot de verzeke ring van slachtrunderen en -schapen na 1 januari 1984 niet meer verplicht te stellen. De positieve reaktie van het be drijfsleven op de C.B.S.-plannen de verzekering van slachtrunderen na die datum op vrijwillige basis voort te zetten, was onverwacht groot. Naar schatting zal ongeveer de helft van de in 1984 te slachten runderen verzekerd zijn bij het C.B.S. In 1983 was het aantal verzekerde dieren t.o.v. 1982 gestegen met 4%. De schade was 6,5% lager, de kosten konden met ruim 4% worden terug gebracht. Deze cijfers mogen als zeer gunstig worden aangemerkt, gezien de vaak moeilijke omstandigheden waaron der het C.B.S. moest opereren. Vooral de psychische druk - als ge volg van de onzekerheid over de toekomst van het C.B.S. - is groot geweest. De basis voor de kwaliteit van de Nederlandse varkensstapel, met na me ten aanzien van slacht- en ge- bruikseigenschappen. is de topfokke- rij. Het goed funktioneren daarvan is bij uitstek een belang van de hele sektor, stelt het bestuur van het pro- duktschap voor vee en vlees (pvv). In zijn openbare vergadering op 8 au gustus formuleerde het bestuur op grond daarvan een drietal uitgang spunten voor het (financieel) stimu leren van de varkensfokkerij in ons land. Die drie zijn: a) Nederland doet er verstandig aan, in eigen land, een krachtige basisfokkerij te behouden - liefst met konkurrerende fokpro- gramma's; b) de grootte van de stapel van de daarvoor dienstige rassen en de spreiding moet vanuit fokkerij oogpunt voldoende zijn en c) de re sultaten van de topfokkerij moeten in een efficiënte struktuur, onverwijld ter beschikking komen voor de gehele Nederlandse varkenshouderij. Van oudsher was de basis daarvan, de topfokkerij, een stamboekaange legenheid. De laatste twintig jaar zijn daar de zogenaamde "fokkerij-groe peringen" bijgekomen. Hun aandeel in onze produktie van slachtvarkens wordt nogal uiteenlopend aangege ven: ruim 11% tot 25 a 30%. Het pvv schat, dat dit laatste cijfer het dichtst bij de aktualiteit ligt. Reeds eerder had het pvv-bestuur ten principale besloten, dat alle fok kerijinstellingen in principe in aan merking dienden te komen voor fi nanciële hulp bij hun kostbare se- lektiewerk. De nu nader geformu leerde uitgangspunten houden o.a. in. dat te subsidiëren objekten een landelijke status en van dito belang moeten zijn. Daarbij moeten deze gericht zijn op efficiencyverbeterin gen - wat o.a. inhoudt dat geen ex ploitatie-tekortfinancieringen meer plaatsvinden - terwijl subsidies de gevoelige onderlinge konkurrentie- positie niet mogen verstoren. Zowel naar aard als omvang zal daarbij re kening gehouden worden met de mate. waarin het algemeen belang daarmee gediend is. Tenslotte zal bij het pvv-subsidiebeleid van de var kensfokkerij rekening gehouden worden met de manier waarop de centrale overheid zijn subsidiebeleid voert. De direktie van de Grisaac Organi satie bv te Ede heeft het kollege van B en W van Dronten laten weten dat men voor 1 augustus de door het kol lege gestelde einddatum geen finan- cierders heeft kunnen vinden voor Poultry Training Farm. Een eerdere financier, de West Duitser Katman, had het eerder al laten afweten omdat deze zich niet kon verenigen met en kele bepalingen in de hinderwet. Het kollege betreurt de gang van zaken zeer en wil de draad weer oppakken wanneer zich onverhoopt nieuwe geinteresseerden zouden melden. De Nederlandse slachtkuikensektor ziet zich geplaatst tegenover een wereldmarkt die deels het karakter heeft van een groeimarkt, maar die op onderdelen ook tekenen van verzadi ging vertoont. In feite gaat het om een reeks van deelmarkten met scherpe konkurrentie tussen veel aanbieders. Als de bedrijven goed in spelen op bestaande mogelijkheden, heeft ook de Nederlandse slachtkui kensektor perspektief voor de toe komst. Djt is de belangrijkste kon- kluste van een onlangs gepubliceerd Voor het handhaven van een goede kruimelstruktuur op de kleigronden is een ideale kalktoestand onont beerlijk. Reparatie en onderhoud van de kalktoestand op de slibhou- dende gronden door middel van een schuimaarde gift is een rendabele investering. De positie van de Nederlandse slachtkuikensektor wordt bepaald door een aantal relatief sterke en zwakke punten m.b.t. produktie en afzet. Sterk zijn de groottestruktuur van de bedrijven waardoor een effi ciënte produktie in principe mogelijk is en het EG-beleid m.b.t. de slacht kuikensektor. Sterke aspekten zijn ook op te merken bij het Nederland se overheidsbeleid voor de sektor (onderzoek, onderwijs en voorlich ting alsook gezondheidszorg dieren) en de geografische ligging t.o.v. de omringende EG-markten. Relatief zwakke aspekten vertonen het kos- tennivo van de bedrijven en de mar keting van de sektor. Het zou voor de Nederlandse sektor goed zijn een beleid te ontwikkelen gericht op enige groei in de komende jaren. Een eerste prioriteit ligt daar bij in een versterking van de positie op de EG-markt. 6 17 augustus 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 6