Een goede drainage: maatwerk op draindiepte Voor een ongestoorde en maximale gewasgroei is een optimale lucht en waterhuishouding in de bodem onontbeerlijk. Daartoe dient op de meeste klei- en zavelgronden het overtollig regenwater te worden af gevoerd. Op jaarbasis betekent dit, dat 200 tot 300 mm neerslag, in hoofdzaak in de wintermaanden, moet worden afgevoerd. Het rende ment van goed ontwaterde profielen komt verder tot uiting in gronden die MINDER SNEL VERSLEMPEN en in gronden die VROEG in het jaar en veelal gedurende een GROOT AANTAL DAGEN bewerk baar zijn. Eveneens komt dit tot uiting in gronden, waarop met de najaarswerkzaamheden (o.a. de aardappel-, bieten- en spruitkooloogst) met de kleinst mogelijke VERTRAGING en zo MIN MOGELIJK STRUCTUURSCHADE voortgang kunnen vinden. Een ontwateringssysteem functio neert goed, indien de grondwater stand midden tussen de drains in de wintermaanden gemiddeld niet boven 50-70 cm beneden maaiveld komt. Om dit te bereiken is aanleg van een dainagesysteem onder zo droog mo gelijke omstandigheden tot op drainniveau en het gebruik van de juiste drain- en omhullingsmateria len, voorzien van het KOMO keur merk meer dan wenselijk. Profielbouw en draindiepte/drainafstand Door de ruimtelijke opbouw (po- riënstelsel en poriënvolume) zijn de grenzen van bewortelbaarheid, op- drachtigheid, doorlatendheid en bergend vermogen duidelijk vastge legd. Een goed poriënstelsel bestaat uit voldoende doorlopende kleine, middelgrote en grote (o.a. wortel- en wormgangen) poriën. Kan het grondwater in hoeveelheden van b.v. 2 mm per etmaal over afstanden van meer dan 1 m hoog verplaatst wor den, dan is de opdrachtigheid of het capillair geleidingsvermogen goed. De doorlatendheid van het profiel wordt aangegeven met het aantal centimeters, waarmee het water in een met water verzadigd profiel zakt. Profielen, waarin veel grote poriën (o.a. scheuren en wormgangen) voorkomen, hebben een goede doorlatendheid. Profielen met fijn- zandige ondergronden of met ver dichtingen (o.a. ploegzolen) zijn (plaatselijk) minder doorlatend, om dat hierin de grote poriën in mindere mate voorkomen. doende ontwatering de grond in het voorjaar veelal bij te hoge grondwa terstand wordt bewerkt, waardoor structuurschade ontstaat en het pro fiel dan extra gevoelig is voor het ontstaan van verdichtingen (o.a. ploegzoolvorming). Wordt op pro fielen met een matige doorlatend heid en gering bergend vermogen een intensief bouwplan toegepast, dan is al gauw een drainafstand van 10 meter of kleiner vereist. Via een cultuurtechnisch onderzoek kan één en ander nauwkeurig worden be paald. De afvoer van een ontwateringssys teem dient zodanig te zijn, dat in re- genrijke perioden ('s winters) en bij hoge grondwaterstanden zeker 7 mm neerslag per etmaal kan worden af gevoerd. Keuze omhullingsmaterialen Tegenwoordig wordt vrijwel uitslui tend met de flexibele kunststof rib belbuis gedraineerd. Kwalitatief doen de kunststof buizen niet onder voor de gebakken buizen. De diameter van de buis is afhanke lijk van de te ontwateren oppervlakte per reeks en de helling, waaronder de drainreeksen worden gelegd. In de meeste gevallen wordt gedraineerd met ribbelbuizen, waarvan de uit wendige diameter 6 cm bedraagt. Uit oogpunt van onderhoud zijn reek slengtes te prefereren, die de 250 meter niet te boven gaan. Bij de keuze van omhullingsmate riaal spelen het ijzergehalte van het grondwater en het profielmateriaal op draindiepte een belangrijke rol. De kunststof ribbelbuis is favoriet In profielen met een groot volume aan grote poriën en met een lage grondwaterstand kan veel water ge borgen worden. In het Zuidwestelijk klei- akkerbouwgebied is het bergend vermogen vaak gering, hetgeen con sequenties heeft voor de drainaf stand. Door draindiepte en drainafstand op elkaar af te stemmen kan aan de in de inleiding gestelde ontwaterings- voorwaarde worden voldaan. De draindiepte wordt ondermeer be perkt door het winterslootwaterpeil en de profielbouw (b.v. plaatgron- den), waardoor dan alleen de ont- wateringsvoorwaarde kan worden benaderd via de drainafstand. De ontwateringsvoorwaarde van mini maal 70 cm beneden maaiveld wordt in de vollegronds-groenteteelt ge hanteerd. Een feit is, dat bij onvol- 10 augustus 1984 In het algemeen vormt ijzer pas een probleem, indien aan de eindbuizen duidelijke ijzerafzetting plaatsvindt. Bekend zijn de ijzerafzettingen aan de eindbuizen in kwelgebieden en op die plaatsen waar katteklei (meer al gemeen: de zure gronden) in het profiel voorkomt. Verder bestaat de kans, dat in struc tuurloze, fijnzandige ondergronden, inspoeling van zand in de drains plaatsvindt, vooral indien het om hullingsmateriaal door vertering is verdwenen. Dit fijnzandige mate riaal is veelal slecht tot niet uitspuit- baar. De keuze van het juiste om hullingsmateriaal dient hier wel overwogen plaats te vinden. Volumineuze materialen verdienen de voorkeur boven dunne materia len. Deze materialen verstoppen minder snel en vergroten de buiten Eindbuis met taludbeschermer omtrek van de buis. Om zandin- spoeling in structuurloze fijnzandige ondergronden te voorkomen, is het gebruik van materialen die minder snel verteren dan kokos aan te beve len. Gedacht zou kunnen worden aan turfvezel/cocosvezel (75%/25%) of puur turfvezel. Ook de syntheti sche materialen verdienen overwe ging- In Zeeland bestaan goede ervaringen met glasvezel als dun omhullings materiaal. Met dunne materialen wordt in het algemeen zandinspoe- ling in de drains voorkomen. Negatieve ervaringen met glasvlies zijn ook in hoofdzaak het gevolg ge weest van met dit materiaal omhulde gladde buis. Met de tegenwoordig gebruikte kunststof ribbelbuizen lij ken dergelijke negatieve ervaringen tot het verleden te behoren. Op structuurloze fijnzandige onder gronden verdienen de dunne mate rialen zeker heroverweging. Toepas sing van dunne materialen in (sterk) ijzerhoudende profielen dient na drukkelijk voorkomen te worden. In onderstaand schema zijn de diverse keuzemogelijkheden naar de huidige stand van onderzoek bijeengebracht. *Genoêmd kunnen worden: glas vlies, Cerex M 25 28 gr., Typar 68 gr en Big-O-kous. M.u.v. glasvlies is met deze materialen nog weinig er varing opgedaan. Opmerkingen 1. Kokosomhulling is i.v.m. verte ringssnelheid en zandinspoeling minder gewenst in structuurloze ondergronden (veelal de slibarme en fijnzandige ondergronden, zoals de "loopzand" ondergron den) 2. De voorkeur gaat uit naar volu mineuze materialen, doch in pro fielen waar zandinspoeling een probleem kan vormen, lijken dunne materialen een goed alter natief. Er mag echter geen sprake zijn van een duidelijke ijzerafzet ting aan de eindbuis. 3. Voorkomen dient te worden dat bouwvoormateriaal op natuurlijk omhullingsmateriaal terecht komt (i.v.m. de snelheid van ver tering). 4. In niet of weinig verweerd veen met een grove structuur en in grofzandige ondergronden be hoeft eveneens geen omhullings materiaal te worden gebruikt. 5. Wordt de drainage ook voor in filtratie gebruikt, dan moet de toepassing van turfvezel en dun ne omhullingsmaterialen ontra den worden. Bedacht dient te worden dat bij infiltratie het bergend vermogen van het pro fiel nogal verminderd is, hetgeen bij zomerse buien wateroverlast tot gevolg kan hebben. Onderhoud drains De drains dienen voor de eerste keer na ca. 1 jaar doorgespoten te woren (zgn 300 mm beurt). In het eerste jaar na aanleg vindt meestal de grootste "vervuiling" van de drains plaats als gevolg van de instabiliteit van het losgemaakte materiaal in de drain- sleuf. De druk aan de spuitmond dient daarbij zo laag mogelijk gehouden te worden: Ca 12 bar aan de spuit mond, waarbij max. 70 liter water per minuut mag worden geleverd. Vooral in structuurloze fijnzandige ondergronden moet verplaatsing rondom en in de drains van fijnzan- dig materiaal beperkt of voorkomen worden. Samenvatting Een goed functionerende drainage is op de kleigronden veelal noodzaak. In dit artikel is aangegeven hoe één en ander is te bereiken. Daarbij speelt de keuze van het juiste om hullingsmateriaal vaak een grote rol. In lichte, fijnzandige ondergronden loopt men met kokos al gauw risico. Andere materialen lijken hier beter te voldoen. In een schema zijn de keuzemogelijkheden nog eens weer gegeven. Bij verkeerde keus moet men bedenken, dat de drains soms wel erg snel moeten worden afge schreven. Dat verhoogt de jaarlijkse kosten van drainage, bestaande uit afschrijving, rente en onderhoud on nodig. Namens de consulentschappen voor de akkerbouw in Z.W. Nederland Ing. J.J. Kroon. Ribbelbuis vooromhuld met cocosvezel. Draineermachine in aktie

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 9