Wintergerst maakt goede beurt Vakantie Knolcyperus bedreigt Nederlandse land- en tuinbouw Een late oogsttijd Zoals het er in ZUID-BEVELAND nu reeds geruime tijd naar uitziet krijgen we met een late graanoogst, maar ook met een late oogst voor koolzaad, vlas, graszaden en erwten te maken. Op deze wijze worden alle werkzaamheden naar een later tijd stip verschoven, met het risiko dat de ruimte tussen de graanoogst en straks de aardappeloogst beperkt zal zijn. Veel te weinig zon hebben we gehad en te lage temperaturen, toch wordt niet ongunstig gedacht over de te verwachten opbrengsten. Het ziet er niet naar uit dat deze week al in de wintertarwe zal worden begonnen. De kleur van de tarwe is op vele percelen wat onregelmatig. Plaatse lijk speelt voetziekte (tarwehalmdo- der) daarbij een rol. Daarnaast zijn de grondstruktuur, de wat natte af rij pingsperiode en (te) dik zaaien mede wel eens als oorzaak aan te wijzen. Hier en daar is wel wat lege ring ontstaan door te veel stikstof te strooien. Het valt wel op dat dit jaar weer in sterkere mate mussenschade in de tarwe valt waar te nemen. Ze ker kort bij de dorpskernen en bij bedrijfsgebouwen. De maiskuilen zijn zeker leeg!? De oogst van de wintergerst is dui delijk meegevallen. Misschien een gewas dat toch wat meer kansen gaat krijgen, zeker nu toch voor het zuid westen gebleken is dat men niet persé al zo vroeg in september be hoeft te zaaien. De zomergerst laat nog wel even op zich wachten. Zeker bij de vroeg gezaaide (de meeste) percelen zou de opbrengst wel eens duidelijk kunnen meevallen. Het koolzaad is ook zeer laat. Per 1 augustus was nog niets geoogst. Een deel ligt nu in het zwad, een ander deel wil men van stam maaidorsen. Er wordt een goede opbrengst ver wacht. Alleen dan als men nu spoe dig kan beginnen. Meerdere daggn goed, droog weer om het gehele ge was tot onderin op te laten drogen zou gunstig kunnen zijn om te kun nen maaidorsen. Anders zal het voor gelegerde plekken soms nog met wat groeiend onkruid daarin, niet ge makkelijk worden. Er staat al wat vlas aan de schelf. Een klein gedeelte moest in het begin van deze week nog getrokken worden. Toch lijkt de opbrengst nog wel mee te vallen. De eerste bruto-opbreng- sten van het graszaad vallen mee. De vochtgehaltes zijn vrij laag. Mogelijk dat dan straks ook de netto-op brengsten gunstig voor de dag zullen komen. Bij de aardappelen zullen'we de hele maand augustus nog blijvend te ma ken hebben met het optreden van de Phytophthora. Goed spuiten en niet te veel tussenruimte nemen zal ge woon noodzakelijk blijven. Het be slissen om dood te spuiten zal men nu konsekwent moeten bekijken. De oude aardappeloogst heeft een goede prijs opgebracht. Ook de prijsver- wachtingen voor de nieuwe oogst zijn niet ongunstig. Dus zorg ook ge woon voor een goed produkt, laat dit niet afhangen van één enkele keer spuiten. Bij de suikerbieten laten zich de percelen weer al zien, waar men te vroeg met de teelt van sui kerbieten is teruggekomen. En waar we nu het ongunstige werk - de schade - van de bietecysteaaltjes kunnen zien. Laat nu grondmonsters nemen voor de bietepercelen voor 1985, benut de meest geschikte per celen of zoek naar mogelijkheden van grondontsmetting. We streven bij de wintertarwe, maar toch ook bij alle andere gewassen naar de hoogst mogelijke opbrengsten. Waarom dan toch bij bieten nog te dikwijls - gewoon zomaar, omdat het een beetje in de vruchtwisseling past - op een ziek, daardoor ongeschikt per ceel met een zo dure teelt als suiker bieten gaan beginnen? Steeds worden de kreten over het "kleefkruid" op de akkerbouwbedrij ven groter en niet ten onrechte. Het is gewoon een moeilijk bestrijdbaar onkruid, dat is zeker. Maar het is toch eigenlijk het gekste dat op veel kanten en wegbermen, wanneer we met alles en nog wat de "kweek" hebben bestreden, dat zeker ook zo moeilijk was om definitief weg te krijgen nu het kleefkruid voor de dag komt. Zonder soms begroeide kanten (gras al of niet met wat kweek) de kansen van kleefkruid wat beperkt kunnen houden? Ruim een week geleden werd geheel Nederland met de neus op de feiten gedrukt: in het NOS-journaal werd verteld dat men in de land- en tuin bouw te kampen heeft met een nieuw soort onkruid: de knolcyperus. Met name in Brabant en Limburg neemt dit onkruid hand over hand toe en bestrijding van het onkruid is uiterst moeilijk. Helaas komt dit "gevaar lijke" onkruid ook op meer plaatsen voor. Als praktijkschrijver van SCHOUWEN-DUIVELAND kan ik vertellen dat knolcyperus ook in ons gebied voorkomt! Verspreiding van het onkruid door het verslepen van grond met machines is erg gemakke lijk, terwijl bestrijding van knolcype rus uiterst moeilijk is. Het is dus van enorm groot belang dat de machines goed schoongemaakt worden, vooral als er gewerkt wordt bij verschillende boeren. In de praktijk wordt er vaak veel te licht gedacht over het reinigen van machines, maar het is gewoon van levensbelang voor het behoud van goede gezonde grond! De oogst van diverse gewassen is reeds in volle gang. Er is veel gras zaad, met name roodzwenk en veld- beemd gedorsen, het vlas is getrok ken, en de eerste groene erwten staan aan de ruiter. Daarnaast zijn de konservenerwten nagenoeg allemaal geoogst en zijn er reeds veel plan- tuien gerooid. Het is nog moeilijk om over opbrengsten te praten. Wel is duidelijk dat het in het algemeen ze ker niet tegenvalt. In de plantuien hebben veel telers te maken met veel tarra als gevolg van schimmelaan tasting van de ui. Het betreft hier in veel gevallen de niet te bestrijden witrot schimmel. De oorzaak van de aantasting is hier in dit artikeltje moeilijk aan te geven; de schimmel kan reeds in de grond aanwezig ge weest zijn, maar kan ook met het plantgoed meegekomen zijn. In ieder geval is het erg vervelend als je te maken hebt met witrot; niet alleen dit jaar maar ook de komende jaren aangezien de schimmel jarenlang in de grond achter blijft. Ook hier is het dus weer van essentieel belang dat er met de machines geen grona wordt versleept. De opbrengst van de aardappelen lijkt goed te worden. De aanslag is erg goed en de groei zelfs nog beter. Het ziet er naar uit dat we de kant van 1982 op gaan, met hoge op brengsten en ...lage prijzen?? De wintertarwe gaat met name na een paar warme dagen snel achteruit. Hoewel er nog veel percelen zijn die (veel te) groen staan, zijn de eerste percelen zeer binnenkort rijp en kunnen geoogst worden. Ook de op brengst van de tarwe lijkt veelbelo vend, en dat terwijl er al een over schot aan graan heerst. Veel telers zijn erg benieuwd naar het prijsnivo van de te oogsten tarwe. Wordt het 45,- of mogen we nog rekenen op 46,- of misschien zelfs op 47,-? Hadden we maar wat meer baktar- we, da'n was er tenminste nog iets te verdienen. Met deze "lange" periode sinds onze vorige bijdrage van drie weken gele den is er op WALCHEREN weer heel wat veranderd. Op verschillende plaatsen zien we weer "bloot" land. Een flink gedeelte van het graszaad is inmiddels geoogst. Het vroege gras zaad onder goede omstandigheden. Voor het graszaad wat nu nog gedor sen moet worden hopen we op droog en zonnig weer. De resultaten van de reeds gedorsen gazongrassen lijken niet ongunstig. Het wachten is op de werkelijk uit te betalen kg-opbrengst. Voor de gefreesde met wikken inge zaaide graszaadstoppel zijn de om standigheden gunstig. De vroegstge- zaaide wikken staan boven en heb ben dus nog een flinke groeiperiode voor de boeg. Een groot gedeelte van het vlas is getrokken en aan hokken gezet. Weldra zullen we de eerste schelven weer zien verrijzen. In tegenstelling tot andere teeltgebieden voor vlas wordt in ons gebied overwegend nog de traditionele oogstmethode toege past. Vermoedelijk zullen we ook in de komende jaren wel meer gaan overschakelen op de nieuwere me thoden. Dat wordt dan dauwroten van de vlasstengels en het zaad win nen door veldrepelen of zwadrepe len. We zijn benieuwd naar de cijfers van de meitelling uit ons gebied. De indruk bestaat dat het vlasareaal wat groter is dan in 1983. Groene erwten zijn er ook al wat ge maaid. We zagen een enkel perceel in de ruiter gezet. Vermoedelijk zul len de meeste wel volgen. Maaidor sen van erwten van stam of vanuit het zwad ligt onze erwtetelers nog De bewoners van het LAND VAN ALTENA EN BIESBOS kunnen in dit deel van het jaar in 2 groepen worden ingedeeld. De ene groep bes taat uit vakantiegangers, de andere groep zorgt er voor dat die vakantie- vierders onderdak krijgen. De boeren en tuinders komen vaak zelf niet aan vakantie toe, enerzijds om financiële redenen, anderzijds omdat er niet altijd een vervanger te krijgen is. Toch heeft de agrariër ook een rustperiode nodig, want de werk tijden zijn nog altijd lang en het be drijf vraagt steeds meer van de on dernemer. Degene die in loondienst werkt krijgt een vakantietoeslag die soms op kan lopen tot een flink bedrag. Dan zijn grote en langdurige reizen geen be zwaar. Maar als men met een te krappe beurs op stap gaat naar het buitenland en er dan op alle manie ren moet worden bezuinigd, dan krijgt men te maken met onver wachte teleurstellingen. Toch wordt de vakantie door velen als een rustpauze in het dagelijkse leefpatroon beschouwd, zodat men daarna geestelijk en lichamelijk weer beter in staat is om aan de slag te gaan. Sommigen bezoeken musea, oude steden, kerken of andere bouwkundige schoonheden, anderen slapen overdag in de zon of onder een parasol op het strand en zetten 's nachts de bloemetjes buiten. Na zo'n vakantie besteden gaan ze er daarna toch ook weer een jaar tegenaan. De landbouw in de Biesbos heeft weinig te maken met de rekreatie die daar wordt bedreven. Het is vooral het overgeschoten water dat door de toeristen wordt bevolkt. Watertoe risme is de grote trekpleister. Ook de rondvaartboten vinden veel aftrek en velen bezoeken tevens het Biesbosmuseum met zijn vroegere werktuigen en voorstellingen voor het gebruik van het water, riet en hout die daar aan de orde worden gesteld. Ook het materiaal waarme de de mensen in die tijd in soms slechte omstandigheden hun brood moesten verdienen is de moeite waard. Het is leuk om het te bekij ken, maar het is te hopen dat de om standigheden waaronder gewerkt moest worden, zich niet meer voor doen. Een schril kontrast met de tijden van nu, met zijn vele sociale voorzienin gen, zijn vrije dagen en een vakantie om U tegen te zeggen. Een hoofdstuk apart is het weerbe richt. De verwachting van "wat zon" wordt dagelijks voorspeld met een bewolking, waar de zon het niet van kan winnen. Met een zomer als ver leden jaar nog in het geheugen valt deze zomer toch in het niet. De zon heeft deze zomer vaak verstek laten gaan. Doch met de gedachte dat achter de wolken toch de zon schijnt, blijven we hopen op goed weer tij dens de aanstaande oogst. Gelukkig ging het de laatste week al de goede kant uit. Het oogstseizoen is dit jaar aan de late kant, maar overigens staan de meeste gewassen er goed voor. Als we in het laatste stadium nog mooi weer krijgen, kan er nog veel meevallen en dat is nodig, want in de diverse be drijfstakken zal er voordeliger moe ten worden gewerkt en dus bezuinigd moeten worden op de kostenreke ning. Door verschillende maatregelen moeten we proberen ondanks de flauwe stemming die er op de markten heerst, toch nog een behoorlijk inko men te verwerven. niet zo. Om van veel risiko af te zijn heeft men het er voor over om het produkt in de ruiter te zetten. Wie dit niet op kan brengen zaait géén erw ten. Zowel van vlas als van de erwten worden goede kg-opbrengsten ver wacht. De kleur van het vlas is mooi gee!. De oogsttijd van de reeds geoogste produkten is 10-14 dagen later dan normaal. Het ziet er naar uit dat de granen, met name de wintertarwe ook.laat oogstrijp zal zijn. Voor half augustus zal er weinig tarwe geoogst worden. Dank zij het wisselvallige weer verloopt de afrijping geleide lijk. Het gewas is nog helder en ge zond. De opbrengstverwachtingen zijn goed. We wachten met spanning de eerste resultaten af. Er wordt deze weken veel over het weer geschreven. Verschillende uit wassen van baldadigheid en rellen worden aan het slechte weer toege schreven. Wanneer we alles nog eens overzien, dan mogen we konkluderen dat we in onze streken eigenlijk toch geen reden tot klagen hebben. Zeker niet in vergelijking met de meer noorde lijke gebieden. We hadden weinig zon tekort en op tijd regen. De tem peratuur was wel wat aan de lage kant. Voor de rekreatie en de toerist was het mogelijk wat minder dan vorige jaren. Voor de groei van de gewassen met name ook nu nog voor de rooigewas- sen en het grasland is het best weer. Zelden zien we het vee op deze tijd in zoveel gras lopen. En de kans is niet ondenkbaar dat we straks met teveel aardappelen en uien zitten. Het aan tal bewaarruimten neemt in ieder ge val nog steeds toe. - s c H El L E -*i Van de oogst 1984 is momenteel (4 aug.) al wat bekend. De karwij is normaal zonder uitschieters naar boven. Dit gewas is moeilijk schoon te houden, reden waarom vele boeren het uit hun bouwplan geschrapt hebben. Het graszaad is erg wisselend van hoog tot laag. Op sommige perce len kwamen nogal wat kamille plekken voor en dat is nog een er fenis uit het natte jaar 1983. We moeten echter wel even bedenken, dat als we van de dekvrucht win tertarwe 10 ton willen dorsen, dat er dan voor de ondervrucht gras zaad niet veel groeikansen over blijven. De konservenerwten hebben het goed gedaan, maar de oogst viel lelijk in het water. Na de oogst kende men zijn perceel niet meer terug en moest de diepwoeler er snel aan te pas komen. Het voor ons vrij onbekende gewas wintergerst heeft wonderen ge daan. Topopbrengsten van 8 - 9 ton worden er landelijk genoemd en dat komt het saldo wel ten goede. Wat de gewasbescherming betreft is het een goedkoop gewas en dat scheelt al een slok op een borrel. De Groningers hebben dit gewas al vele jaren geteeld en het wordt dus tijd, dat wij daar als graanstudiek- lub te rade gaan. Als dekvrucht voor een groenbemesting is win tergerst buitengewoon geschikt. Een grasgroenbemester tijdig in gezaaid kan als grondverbeteraar vast en zeker wedijveren met gras zaad. Reeds eind juli komt de grasgroenbemester bloot en met die voorsprong zal minder stikstof nodig zijn dan op een later tijdstip na de oogst van wintertarwe. Het is de moeite waard, dat we ons wat meer gaan verdiepen in deze ma terie. Zo'n vroege stoppel leent zich zeer goed voor het uitrijden van dierlijke mest. Bij het modern denken rijzen de vragen, wat kun nen we als boer nog en hoe kunnen we het in onze bedrijfsorganisatie inpassen? De hamvragen luiden steeds: hoe kunnen we boer blijven en hoe houden we onze grond ge zond? Soms liggen de antwoorden heel dichtbij en is het wel eens goed dat we elders rondkijken. Na een duur aardappeljaar volgt meestal altijd een goedkoop jaar. De geruchten lijken daar nu al wat op, maar toch moeten we niet te gauw ach en wee roepen, want we weten nog niets van de opbrengsten aan aardappelen in de omringende landen. Wat weten we momenteel van ons eigen gewas en hebben we al eens een paar bossen aardappe len opgetrokken? In onze aardappelstudieklub heb ben we rooimonsters vergeleken en grote verschillen ontdekt in op brengst en in sortering. Voorge- kiemd pootgoed ligt duidelijk voor en vooral op de zachte grond. Te nat en te vroeg gepoot op de zware grond bleek een foute zaak. Onts metten tegen rhizoctonia mogen we beslist nooit vergeten, want de gevolgen van de aantasting van deze lakschurft zijn wel bekend. Zo als praktische boeren met el kaar de eigen gewassen bestude ren, erover diskussieren is goud waard. We kunnen veel van elkaar leren en daar is men in Zeeland druk mee bezig. Op meerdere percelen zien we "toprol" in de aardappelen en de vraag is of er aan de te vroege kant tegen gespoten is op een te klein gewas en of de bladluizen dit jaar pas op een later tijdstip present waren. In de bieten komen de bladluizen voor half juni, in de granen voor half juli en in de aardappelen voor half augustus. Zo is er in onze gewassen altijd wat te zien en is om die redenen een goede bril niet gauw te duur. Wel te duur is overmatig gebruik van de gashandels op onze traktoren, maar daar kan men dagelijks nog heel wat op besparen. 6 10 augustus 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 6