Boer(in) hierboer(in) daar
De boeren portemonnee
Het land
Het werk
Een boerderij in
Noord-Ghana
Vooruitgang?
De "chief' van het land
Kinderen en arbeid
ƒ882
Ifil
Het geld
Ekonomie op z'n
Afrikaans?
Geld speelt in onze landbouw een rol
van kapitale betekenis. Eigen ver
mogen, vreemd vermogen, rente
subsidies en EEG prijsafspraken be
palen voor een groot deel het reilen
en zeilen van onze landbouw. Er is
flink wat geld nodig om vandaag de
dag een boerenbedrijf te runnen.
Volgens LEI cijfers van 1983 is voor
grond, gebouwen, vee, werktuigen
en voorraden gemiddeld per bedrijf
zo'n 1,23 miljoen gulden nodig.
Nu hebben de meeste mensen zo'n
bedrag niet zo maar in de zak. Waar
komt al dit geld vandaan? Gemid
deld over alle bedrijven komt 60%
van dat bedrag van de ondernemer
zelf, het zogenaamde eigen vermo
gen. Daarnaast is er het vreemd ver
mogen. Waren dit vroeger vooral le
ningen van familieleden, nu zijn het
vooral de banken en de overheid die
dit geld ter beschikking stellen. Tot
slot is er dan nog het verpachters
vermogen d.w.z. de waarde van de
grond in eigendom van pachters die
deze grond tegen betaling (pacht)
beschikbaar stellen aan de boeren.
Dit geld kost geld, n.l. de rente. Deze
rente schommelt afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Over alle
vermogen moet deze rente berekend
worden, echter van het vreemd ver
mogen moet deze ook werkelijk be
taald worden. Geld is in Nederland
een dure produktiefaktor.
Voor de meeste bedrijfstakken is
grond de meest essentiële produktie
faktor en tevens ook degene die het
grootste deel van het vermogen voor
z'n rekening neemt. In Nederland is
'grond verhandelbaar en doet een
bepaalde prijs. Grond is schaars dus
de prijs is hoog. Alleen als men grond
pacht wordt door de grond weinig
vermogen in beslag genomen.
Een andere dure produktiefaktor is
arbeid. Dit blijkt ook wel uit het feit
dat veel arbeid is vervangen door
kapitaal: minder mensen in dienst,
meer dure werktuigen. Zeker in de
landbouw is er de laatste 20 jaar
enorm veel gemechaniseerd en vele
bedrijven hebben zich ontwikkeld
tot zogenaamde éénmansbedrijven.
Gezinsarbeid is in sommige bedrijf
stakken nog steeds belangrijk, echter
in de meeste is de arbeid van het
gezin niet meer een essentiële faktor.
Waarom nu zo'n verhaal over de
struktuur van onze bedrijfsvoering?
Deze ruwe schets kan als hulp dienen
om aan te tonen hoe onze bedrijfs-
struktuur verschilt van deze in
Noord-Ghana. Men zegt altijd dat
Afrika arm is. Maar wat is arm? En
hoe produceert dan zo'n zogenaam
de arme boer?
Bij een bedrijf moetje je een cirkel
van ronde hutten van klei voorstellen
met rieten daken, (zie figuur 1). Va
riaties in de grootte van de "com
pound" en het aantal hutten hangen
af van de rijkdom en de grootte van
het gezin.
In de compound woont de eigenaar
met 2 vrouwen en 5 kinderen, plus
nog üat andere familieleden (ook dit
aantal verschilt sterk van huis tot
huis). Buiten de cirkel van hutten
staan 2 of 3 graanopslagplaatsen:
bouwwerken van hout en van gras
geweven matten.
Rondom de compound heeft men de
zgn. huisakker (1-2 ha) die elk jaar
wordt bebouwd. Dan heeft men 2 of
3 "bush akkers" zo'n 3-6 km van het
huis vandaan (denk even aan de
looptijden).
Elk jaar wordt er een stukje nieuw
land aan toegevoegd en laat men een
stukje braak liggen. Geiten, kippen
en schapen lopen in en om het huis.
Grootvee (als men dat heeft) is
meestal onder beheer van een her-
dersstam. De hak is het meest ele
mentaire werktuig hier in de land-
10 augustus 1984
delsgewassen produceren en passen
nieuwe ontwikkelingen snel toe.
Hiernee komen zij in konflikt met
het traditionele systeem' met alle
problemen van dien. Anderen bege
ven zich nog steeds voornamelijk
binnen het traditionele systeem en
kopen zo af en toe wat luxe.
De enorme verschillen tussen onze
landbouw en de landbouw in
Noord-Ghana moge nu wel duidelijk
zijn. Met deze konstatering rijzen
meer vragen dan dat er vragen
beantwoord zijn.
Veel van onze bemoeienissen met
ontwikkelingslanden hebben tot doel
de landbouwproduktie in die landen
te verhogen. "Want honger is on
rechtvaardig en ze moeten zelf hun
problemen helpen oplossen", zo
stellen wij. De landbouw moet dus
vooruit. Maar hoe en in welke rich
ting? Is het einddoel onze fabrieks
matige produktiemethoden?
Uit het verhaal blijkt wel dat ont
wikkelingen vaak het eerst wegge
legd zijn voor de rijken. De boer met
de hak, de kategorie die absoluut
gezien het meeste voedsel voort
brengt in Ghana is niet zo eenvoudig
vooruit te helpen.
Bijvoorbeeld kunstmest. Dit is er niet
of alleen tegen een hoge prijs. Een
alternatief om de vruchtbaarheid
van de grond op peil te houden zou
Het ploegen gebeurt met ossen
bouw. Iedereen heeft er wel een
paar. De hak wordt gebruikt om het
land bouwrijp te maken en om te
wieden.
Het hakmes is een ander elementair
werktuig: het wordt gebruikt om bo
men neer te halen, te oogsten en voor
van alles en nog wat. Een paar ossen,
een ploeg, een ossekar of ezelkar zijn
minder algemeen voorkomend. Deze
relatief nieuwe vorm van mechani
satie is slechts weggelegd voor de rij
keren.
de planten en het oogsten.
Men kan ook arbeid "huren" via een
systeem van gemeenschappelijke ar
beid. Men nodigt alle mensen uit het
dorp op de eigen akker uit voor bijv.
1 dagdeel. Men betaalt dan met
voedsel en pito (lokaal bier).
Heb je geen voedselvoorraad aan het
eind van het droge seizoen kun je dus
ook geen arbeid huren. Armeren
werken dus wel op andermans akker,
maar hebben zelf deze mogelijkheid
niet.
landbouw gestreefd wordt naar
winstmaximalisatie, terwijl men in
ontwikkelingslanden streeft naar het
minimaliseren van het risiko.Dit lijkt
voor een deel waar te zijn. Allereerst
streeft men ernaar in z'n behoefte te
kunnen voorzien. In dat proces mag
er niets mis gaan en men vermijdt elk
risiko. De meeste boeren bevinden
zich op dit nivo.
Op het volgende nivo streeft men
ernaar te zorgen dat het gezin kan
blijven voortbestaan. Dit houdt in
dat men genoeg welvaart moet ver
krijgen om de bruidsprijs te kunnen
betalen of om te voldoen aan allerlei
sociale verplichtingen. Op dat nivo
durft men wat meer risiko's in de
produktie te nemen.
Het volgende nivo zou je het prestige
nivo kunnen noemen. Hier geldt
geen minimalisatie van het risiko,
men neemt juist risiko's.
In Afrika ziet men een merkwaardi
ge mengeling van traditioneel en
modern. In het traditionele systeem
is er een tendens naar een min of
meer gelijke verdeling van de mate
riële welvaart. Ik zal dat toelichten.
Materiële rijkdom wordt steeds aan
gewend voor allerlei sociale gebeur
tenissen. Bij begrafenissen, feesten,
bezoek aan de dorpsoudste worden
geschenken gegeven. Hoe meer men
geeft, hoe hoger men stijgt in aan
zien, hoe meer (politieke) invloed
men krijgt. Macht, aanzien, invloed
ÜH
Enkele van de hutten die de "compound" vormen
Uiteraard is er nog veel meer te be
schrijven over werktuigen, manier
van boeren etc., maar dat is nu niet
zo van belang.
Informatie over produktiefaktoren
als geld, arbeid etc. is veel moeilijker
te geven. Deels omdat hun "ekono-
mie" heel anders werkt, deels omdat
de gegevens moeilijk te krijgen zijn
(men denkt niet in getallen).
Ik wil toch een poging wagen om de
eerder genoemde faktoren grond,
arbeid en kapitaal ook voor Noord-
Ghana onder de loep te nemen.
Grond heeft hier geen ekonomische
waarde. Er is dus geen prijs per hek-
tare en men kan ook geen grond ko
pen. Als ik zou willen gaan boeren,
kan ik grond krijgen.
De traditionele leiders hebben nl.
zeggenschap over het gebruik van
het land. Zij vertegenwoordigen de
voorouders die het eigenlijke beheer
van het land hebben. Hier gelden
allerlei ingewikkelde regels, maar
het komt er op neer dat ieder gezins
hoofd genoeg land krijgt om in het
bestaan van zijn gezin te kunnen
voorzien.
Arbeid is de beperkende faktor in de
voedselproduktie. Vaak bepaalt de
hoeveelheid arbeid waar men over
kan beschikken de omvang van het
bedrijf. Het landbouwklaar maken
van het veld, het wieden en het oog
sten is allemaal handwerk. De kin
deren en evt. broers zijn de belang
rijkste bron van arbeid voor een
boer. Zijn vrouwen helpen vaak bij
'v
Voor Nederlandse begrippen wordt gebruik gemaakt van primitieve werktuigen
Geld als zodanig speelt
nauwelijks een rol bij het boeren.
Om een akker te bebouwen heeft
men in principe slechts een hak no
dig. De boeren sparen wel en men
zou kunnen zeggen dat een soort ei
gen vermogen wordt opgebouwd.
Dat gebeurt middels het vee. Kleine
boeren houden schapen, geiten en
kippen, grote boeren leggen geld vast
in koeien. Dit kapitaal wordt aange
sproken in noodgevallen (men ver
koopt om voedsel te kunnen kopen),
om kleine dingen van de markt te
kunnen kopen (groenten, zeep etc.)
en in geval van feesten, vergaderin
gen, bezoekers als kado te kunnen
geven. Echter nieuwe ontwikkelin
gen doen hier hun intrede. En nieu
we ontwikkelingen hoe klein en
aangepast dan ook, doen de behoefte
aan kapitaal enorm stijgen. Het
voorbeeld in deze streek is de invoe
ring van het gebruik van dierlijke
trekkracht. Ik zal dit proberen te il-
lusteren met een rekenvoorbeeld.
Wil men beginnen met het gebruik
maken van trekkracht dan is daar
voor de volgende investering nodig:
2 ossen
c 25.000,-(cedis; 1 cedi ƒ0,10)
1 ploeg c 6.000.
1 ossekar c 15.000, c 46.000,
Bij de huidige prijzen komt dat neer
op zo'n 18 tot 20 zakken mais van 100
kg. Het blijkt dan ook dat dierlijke
•trekkracht nu alleen door de rijkeren
wordt toegepast.
Men zegt wel dat in de Westerse
wordt verkregen ten koste van mate
riële welvaart. Ook is er dan nog te
kontinu druk van de (armere) fami
lieleden om voedsel etc., dit kan in
dit systeem om sociale redenen nooit
worden geweigerd. Rijk zijn bete
kent dan ook dat je verplicht bent
veel weg te geven.
Onze westerse invloed op dit tradi
tionele systeem is onvermijdelijk.
Bromfietsen, radio's, zeep zijn
tegenwoordig te koop zij het niet in
grote hoeveelheden.
Voor de armeren verandert dit wei
nig in hun situatie. Voor de rijkeren
biedt deze nieuwe situatie wel nieu
we mogelijkheden. Sommigen, de
progressieven, storten zich geheel in
deze nieuwe markt. Zij gaan han-
kompostering kunnen zijn. Maar
problemen als transport, hoeveel
heid arbeid blijken dan haast ono
verkomelijk. Een kar voor 15.000 ce
dis is onbetaalbaar.
Technisch gezien zijn er ontelbare
mogelijkheden om de produktie te
kunnen verhogen. Sociaal en ekono-
misch ligt dit allemaal een stukje
moeilijker.
Naar mijn mening blijft veel ont
wikkelingswerk steken op het tech
nische vlak. Voor echte vooruitgang
moet je hun "ekonomie" begrijpen
en dat duurt lang en waarschijnlijk
begrijp je het nooit helemaal.
AdJ.
Kinderen aan het werk met de hak