Graslandvernieuwing: doen of niet doen
Vliegenbestrijding in de
pluimveehouderij: hoe te handelen?
0
Aan de herinzaai van grasland zijn
kosten, risiko's en produktieverlies
verbonden. Men zal dan ook alleen
tot herinzaai moeten besluiten, wan
neer dat echt noodzakelijk is.
Wanneer graslandvernieuwing?
Dit is het geval wanneer het grasland
veel planten bevat, die door het vee
slecht worden gevreten en die in de
bestaande grasmat moeilijk zijn te
bestrijden.
Herinzaai komt in aanmerking wan
neer een perceel meer dan 10%
kweek bevat. En ook wanneer de
grasmat voor minder dan 30 50%
uit goede grassen bestaat, waarbij
engels raaigras - het beste weidegras
- vrijwel of geheel ontbreekt.
Grote omvang
Ieder jaar wordt naar schatting in ons
land 150.000 ha ingezaaid. Dit is
bijna evenveel als de totale opper
vlakte grasland in Noord-Brabant.
Een grote omvang die van flinke be
tekenis is. Merendeels betreft het
herinzaai, terwijl ook het doorzaaien
van bestaand grasland een grotere
omvang heeft aangenomen.
Goed grasland
Nu de superheffing een feit is, is het
nog belangrijker om de kosten te
drukken. De voerkosten zijn hierbij
Tijdige vernieuwing is nodig voor een optimale grasproduktie
van groot belang. Door zoveel mo
gelijk melk uit ruwvoer te produce
ren worden de voerkosten verlaagd.
Dat betekent dat het alle aandacht
vraagt om vooral "goed grasland" te
hebben.
Voorwaarden
Om goed grasland te verkrijgen dient
men aan een aantal voorwaarden te
voldoen.
De beste tijd voor herinzaai is tussen
half juli en eind september. De tem
peratuur en de vochtvoorziening zijn
in deze periode het meest gunstig
voor een snelle aanslag.
In veel gevallen zal bij graslandver
nieuwing kweekbestrijding nodig
zijn.
Dalapon-methode. Bij 'n kweek-
lengte van 5 a 10 cm spuiten met
20 kg dalapon. Na minimaal 5
dagen inzaaien. Een grondbe
werking is hierbij noodzakelijk.
Round-up. Bespuiting bij een
kweeklengte van 10 a 15 cm met 4
1 per ha. Na 10 dagen beginnen
met grondbewerking en inzaaien.
Na grondonderzoek is een betere
bemesting mogelijk. Bemonste
ring tot ploegdiepte is wenselijk.
Kalkbemesting alleen te geven op
advies en na het ploegen. Daarna
goed inwerken.
Fosfaat en kali via drijfmest (na het
ploegen). Bij de inzaai vraagt het
zaad voor een goede aanslag een
goed zaaibed. Een goed zaaibed is
vast en vlak en heeft een iets losse
toplaag.
Inzaaien
De vlaszaaimachine is het meest ge
schikte werktuig voor herinzaai. De
ze brengt het zaaibed 2 k 3 cm in de
grond.
Mengsels met een hoog percentage
engels raaigras, zoals BG 3 of BG 4
verdienen de voorkeur. Aanbeveling
verdienen oranjeband mengsels met
waardering 1 (kweekerij zaad). Dit
geeft de zekerheid van goed zaai
zaad.
Zaaizaadhoeveelheden van 25 a 35
kg per ha o.a. afhankelijk van tijdstip
van inzaaien, de toestand van het
zaaibed en de inzaaitechniek.
Doorzaaien
De laatste jaren is het doorzaaien
nogal toegenomen. Toch dient deze
methode van vernieuwing alleen
toepassing op moeilijk bewerkbare
gronden.
Voorwaarde is ook, dat het land vlak
is, en de waterhuishouding en be
mesting in orde zijn.
Bij meer dan 30% kweek spuiten met
4 1 per ha round-up, wanneer de
bladmassa 10 15 cm bedraagt en
droog is.
5 dagen na de bespuiting kan het gras
gemaaid worden. Het doorzaaien
met een doorzaaimachine kan na 10
dagen plaatsvinden. Bij erg droog
weer kan beter met doorzaaien wor
den gewacht, tenzij een regeninstal
latie aanwezig is.
Waar is het om begonnen
Vooral een goede verzorging en een
goed graslandgebruik zijn belangrijk
om steeds voldoende gras van goede
kwaliteit te hebben, zonder dat de
grasmat verslechtert.
Herinzaai en doorzaai moeten zoveel
mogelijk worden voorkomen. Gras
land wordt ingezaaid met de bedoe
ling het jaren mee te laten gaan.
J.A.M. Driessen
Bedrijfsvoorlichter
C.R.A. Tilburg
De vliegenbestrijding is op veel pluimveebedrijven een flinke kosten
post. Het aantal vliegen is op deze bedrijven vaak zo sterk toegenomen
dat er sprake is van een vliegenplaag.
Een vliegenplaag bëtekent niet alleen hoge kosten ten aanzien van de
bestrijding, naar ook ekstra kosten door toename van tweede soort
eieren en een verhoogde kans op problemen met de gemeente over de
hinderwetvergunning.
Reden te meer om te trachten een vliegenplaag te voorkomen. In dit
artikel wordt een aantal punten aangegegeven waarop u moet letten om
vliegenoverlast te voorkomen. Problemen met vliegen komen vooral
voor in stallen met droge mest-systemen.
Waarop letten?
Om het vliegenprobleem in de hand
te houden moet u met de volgende
faktoren rekening houden:
1. Vliegen niet aantrekken. Door
een goede hygiëne in en rondom
het bedrijf. Met name het regel
matig verwijderen van dode die
ren, voerresten en kapotte eieren.
2. De droge mest moet goed droog
zijn. Om dit te kunnen bereiken
moet u op de volgende zaken let
ten:
10- lekkende nippels vervangen
- komt er regen- of grondwater
binnen
- wordt er voldoende voorge-
droogd op de platen (3-4 da
gen in de winter)
- is de luchtbeweging in de
mestput voldoende en komt
die bij de mest
- de bezetting
- de temperatuur in de mestput,
vooral 's winters
- 's nachts het water afsluiten
3. Rekening houden met het weer.
Bij een hoge relatieve luchtvoch
tigheid en een hoge temperatuur
is de kans op een vliegenplaag
groot. Onder dergelijke omstan
digheden duurt de ontwikkeling
van ei tot geslachtsrijpe vlieg
maar elf dagen. Te vroeg spuiten
is dan ook beter dan te laat.
Het optreden van resistentie. Lang
durig gebruik van een bestrij
dingsmiddel kan leiden tot resis
tentie tegen dat bestrijdingsmid
del. Omdat veel bestrijdingsmid
delen dezelfde werkzame stof
bevatten is het beter om te spre
ken van resistentie tegen een
werkzame stof. Resistentie bete
kent dat de werkzame stof niet
meer dodelijk is voor de vliegen.
10 augustus 1984
Resistentie ontstaat geleidelijk
aan en wordt weer afgebroken als
de betreffende werkzame stof
langere tijd niet gebruikt wordt.
U als pluimveehouder kunt mede
hierdoor de kans op resistentie
wat verminderen door:
- de behandeling zoveel moge
lijk te beperken. Dit kan door
alleen de rustplaatsen te be
handelen, de juiste konsen-
tratie toe te passen en alleen te
spuiten als er teveel vliegen
zijn.
10- wisselen van werkzame stof.
Hiervoor wordt geen termijn
aangegeven. Gedacht wordt
aan een halfjaar.
- gebruik van langwerkende
middelen beperken.
- gebruik van alternatieve be
strijdingsmiddelen.
Welk bestrijdingsmiddel?
Bij de keuze van een bestrijdings
middel moet u rekening houden met:
- het aantal vliegen.
- het verlangde effekt. Daarbij kan
worden gedacht aan vliegen dood
of maden dood. Zolang het aantal
vliegen gering is, kan alleen vlie
gendood voldoende zijn, maar in
de meeste gevallen is het beter
om de vliegen en naden gelijktij
dig te bestrijden.
- de wijze van toepassen.
welke werkzame stof in het ver
leden is gebruikt en wat de wer
king ervan was. Is de werking van
het bestrijdingsmiddel minder
geworden, dan is het aan te raden
om een bestrijdingsmiddel met
een andere werkzame stof te ne
men. Hierbij treft u een lijst aan
met de toegelaten middelen (per
1-6-1983), ingedeeld per werkza
me stof. Het gebruik van niet
toegelaten bestrijdingsniddelen
moet worden afgeraden, gezien
het risiko van residuen in kip of
ei.
Hoe bestrijden?
Rekening houdende met de kans op
resistentie is het van belang dat u een
vliegenbestrijding alleen uitvoert als
dit noodzakelijk is.
De volgende bestrijdingsmethodé
houdt hiermee rekening:
- niet bestrijden zolang het aantal
vliegen akseptabel is
- wanneer het aantal vliegen toe
neemt éénnalig een goede be
strijding met vliegendood en ma-
dendood uitvoeren
- is het aantal vliegen daarna ak
septabel, dan wachten met een
volgende bestrijding
- is het aantal vliegen nog te groot
dan gedurende enige tijd regel
matig een bestrijding uitvoeren
en daarbij misschien veranderen
van werkzame stof
Bij dit alles is het zeer belangrijk, dat
u het verloop goed volgt en zaken als
het weer, de gebruikte konsentratie
van de bestrijdingsniddelen, lekka
ges, soms tijdelijk uitschakelen van
ventilatoren tijdens een bestrijding
en tijdelijk geen mest afschrapen van
de platen goed in de gaten houdt!
Hoe te handelen?
Het vliegenprobleem is niet zo een
voudig op te lossen. Doordat de si
tuatie op elk bedrijf anders is wordt
het nog ingewikkelder. Wilt u tot een
oplossing van het probleem konen
dan moet u er bewust mee bezig zijn.
Alleen als u zelf goed weet hoe u een
bestrijding hebt uitgevoerd en wat
het effekt was kunt u hierover een
zinvol gesprek voeren met uw voor
lichter. Zo kunt u mogelijk komen tot
aangepaste benadering van het vlie
genprobleem op uw bedrijf.
Toegelaten insecticiden, ingedeeld per werkzame stof
Madendood (mestbehandehng)
Vliegendood
Methomyl Bogena
Methomyl
Bogena
vliegendood
vliegendood
Golden Malrin
-
Golden Malrin
Difluben-
zuron
Astonex4G
Dimilin spuit-
poeder25
Dimilin G
granulaat 4
Tetrachloorvinfos Rabond
Trichloorfon Tugon madendood
Dimethoaat Luxan Parasect*
fenitrothion* vloeibaar
Muskitol E 28*
Permethrin —Out Flank
Tabanex
Tetrachloorvinfos Rabond
Trichloorfon Neguvonpoeder
Tugon vliegendood
Dimethoaat Muskitol E 28
fenitrothion Luxan
Parasect vloeibaar
Pyrethrinen Turbair
piperonylbutoxide Flydown
Resmethrin T urbair Resmethrin
Flyspray
Dichloorvos pyrethrinen
piperonylbutoxide* Detmol Fum
bij vernevelen/spuiten mogen er geen dieren in de stal zijn
13