De techniek van
grondontsmetting
Superheffing in de praktijk IV
KORTE WENKEN
C.A.R. Zevenbergen
AKTIE ZUIDWEST
De techniek van grondontsmetting berust op het inbrengen van een
vloeistof op 18 en 20 cm diepte in de bouw voor en op een goede
verdeling hiervan. Doordat de vloeistof vrijwel direkt overgaat in
dampvorm, is een goede afdichting van het grondoppervlak zeer be
langrijk. Het gas dient enige tijd in de grond te blijven om overal in de
bouwvoor goed door te kunnen dringen om zijn werking te kunnen
doen.
Door een onjuiste opstelling van rijsnelheid t.o.v. de draaisnelheid van de af-
dichtingsrol ontstaat onvoldoende afdichting
Goede bodemstruktuur
Een ontsmetting kan alleen slagen
wanneer de bodemstruktuur goed is.
Het beste resultaat wordt verkregen
in lichte tot normaal vochtige grond
met een gelijkmatige goede struk-
tuur, een kluitvrije toplaag en een
bodemtemperatuur van minstens 7
graden C, maar beter is hoger dan 10
graden C.
Het gas moet minstens 2 weken in de
grond blijven. Dit kan alleen als de
grond goed wordt aangedrukt en af
gedicht. Daarom mogen er in de
toplaag geen kluiten, gaten en
scheuren voorkomen.
Voorbewerking op "Kaal" land
Meestal zullen er om een goede af
dichting te verkrijgen één of meer
dere voorbewerkingen nodig zijn,
omdat de grond niet vlak ligt en er
sporen aanwezig zijn. Bovendien ge
ven gewas en stoppelresten ook pro
blemen bij een goede afdichting.
Op kleigronden zijn vooral aange
dreven werktuigen geschikt, met na
me de tanden- en hakenfrees, maar
ook de rotorkopegge. Op zand en
lichte zavelgronden zullen werktui
gen met een egaliserende werking
nodig zijn. De gewasresten moeten
van het perceel verwijderd worden.
In de praktijk gaat het op kleigron
den vaak om het losmaken van vast-
gereden grond en sporen. Gebruik
hiervoor geen ploegen, woelers of
kultivatoren, omdat hierdoor juist
kluiten en brokken ontstaan. Er moet
nooit verse, slecht verkruimelbare
grond naar boven worden gehaald,
omdat afdichten dan onmogelijk
wordt.
Ontsmetten in een groenbemester
Hier is een voorbewerking natuurlijk
onmogelijk. Er kan echter toch met
sukses een grondontsmetting uitge
voerd worden. De z.g. onderdoor
ontsmetting moet gebeuren in een
goed ontwikkelde groenbemester,
welke goed verdeeld op het perceel
staat.
De grond moet voldoende vochtig
zijn, een goede struktuur hebben,
vlak liggen en vrij zijn van sporen en
kluiten. Voldoet de grond niet aan
één van deze voorwaarden, dan is het
misschien beter niet te ontsmetten en
een jaar te wachten.
Wordt de groenbemesting na een
hoofdgewas ingezaaid, zorg er dan
voor dat er na de zaaibedbereiding
voor de groenbenester geen sporen
meer zijn en er een goed verkrui
melde, vlakliggende toplaag aanwe
zig is.
Ontsmetten en tegelijk graszaaien
Als een middel op basis van dich-
loorpropeen wordt ge
bruikt kan gelijktijdig een groenbe
mester worden gezaaid. Dit zaaien
moet dan evenwel voor de afdichting
gebeuren. Als dit niet mogelijk is,
moet minstens 2 weken worden ge
wacht met zaaien omdat anders de
afdichting van de toplaag wordt ver
stoord.
Ontsmetten met freesschaarinjek-
teur
Algemeen wordt de freesschaarin-
jekteur gebruikt. Het freeselement
moet vooral voor de zwaardere
gronden een sterk verkruimelend ef-
fekt hebben. Tegelijk met het in
brengen van de vloeistof moeten
trekker- en steelsporen worden weg
gewerkt, de toplaag worden verkrui
meld en geëgaliseerd en de aange
dreven rol moet het geheel afdichten.
Bij het ontsmetten moet de hefin-
Konsulentschappen voor de Akker
bouw en de Rundveehouderij in
Zuidwest Nederland
Serie suikerbieten nr. 13
richting van de trekker in zweefstand
staan. De werkdiepte wordt ingesteld
middels de aangedreven rol. De
scharen moeten op injektiediepte
horizontaal staan, dit is te regelen via
de topstang. Het gewicht van de ma
chine wordt zoveel mogelijk op de
rol afgesteund, waardoor de grond
goed wordt aangedrukt. Om een
goede afdichting te krijgen zal op de
meeste kleigronden de omtreksnel-
heid van de aangedreven rol groter
moeten zijn dan de rijsnelheid. Deze
voorloop van de rol zal groter noeten
zijn naarmate de grond zwaarder is.
Bij ontsmetten in een groenbemester
zijn ekstra ringen op de rol noodza
kelijk om de steelsporen van de in-
jekteur voldoende te kunnen dich
ten.
Samenvatting
Ontsmetten heeft alleen zin wanneer
er een goede afdichting wordt ver
kregen. Op kleigronden zijn meestal
één of meerdere voorbewerkingen
noodzakelijk. Men kan vaak beter
direkt na de oogst van een gewas de
grond bewerken dan later i.v.m. uit
droging van de grond. Bewerk daar
om de grond op het juiste moment
voor zodat de ontsmetting een grote
kans van slagen heeft anders kost het
alleen maar geld.
A. Peeters
specialist landbouwwerktuigen
en arbeid, C.A.R. Zevenbergen
Ik kan land kopen waarop tot 1 fe
bruari is gemolken. De eigenaar heeft
toen z 'n koeien verkocht en is akker
bouwer geworden. Kan ik nu rekenen
op een evenredige hoeveelheid melk
als ik een perceel grond van dit bedrijf
koop?
Als U grond koopt kunt U aanspraak
maken op het quotum dat op de
grond rust (U dient dit aan te vra
gen). Dit bedrijf is per 1 februari met
de melkveehouderij gestopt en heeft
geen quotum toegewezen gekregen.
Op deze grond zit dus geen quotum.
Op l november 1983 heb ik 4 ha grond
van mijn buurman gekocht, met de
bedoeling mijn melkveestapel met 15
koeien uit te breiden. Om gezond
heidsredenen wil mijn buurman zijn
melkveestapel halveren en meer aan
vetweiderij gaan doen. Tijdens de
stalperiode heeft hij zijn produktie
echter nog niet verminderd zodat hij
nu een voorlopig quotum van 1983
-8,65% toegewezen heeft gekregen.
Ook zijn door ons toen geen bepalin
gen aangaande het quotum in het ver
koopcontract opgenomen omdat we
niet wisten dat bij een eventuele con-
tingentering er een koppeling met de
grond zou bestaan. Uit de voorlich-
tingsbrief van het Ministerie heb ik
begrepen dat grondoverdrachten vóór
1 april 1984 eventueel in beschouwing
kunnen worden genomen, aléén als de
verkoper een produktievermindering
in het -erste kwartaal van 1984 heeft
gehad van minimaal 15% ten opzichte
van het eerste kwartaal van 1983.
Bestaan er voor mij nog mogelijkhe
den tot de geplande uitbreiding van
mijn melkveestapel te realiseren?
De wijziging die Minister Braks on
langs in de beschikking superheffing
heeft aangebracht voorziet o.a. in
grondoverdrachten vóór 1 april 1984.
Naast de "15%-regel" wordt hierin
6
genoemd dat quotum ook kan over
gaan bij grondtransacties voor 1 april
indien hierover overeenstemming
bestaat tussen koper en verkoper.
Aangezien Uw buurman van plan is
de melkproduktie op zijn bedrijf af te
bouwen is het raadzaam om met Uw
buurman over deze kwestie contact
op te nemen. Wellicht kunt U met
hem tot een overeenstemming ko
men omdat het hem toegewezen
quotum toch niet benut zal worden.
Overigens kunt U nooit meer melk
per ha toegewezen krijgen dan er in
1983 per ha is hergeproduceerd (mi
nus 8,65%). De aanvraagprocedure is
nog niet exact bekend; wellicht zul
len beide partijen een verklaring
moeten ondertekenen. Indien uw
buurman niet bereid is om een ge
deelte van z'n quotum -af te staan
kunt U altijd middels een beroep op
artikel 19 (vóór 1 september) een
quotum op deze grond zien te krij
gen.
Wij hebben een weidebedrijf van 40
hectare, op 6 km afstand pachten
wij er daarnaast nog 4 hectare bij ten
behoeve van het jongvee. Door de su
perheffing hebben we het aantal stuks
melkvee verminderd en kunnen wij het
jongvee eigenlijk wel thuis houden.
Wij overwegen nu de 4 ha af te stoten.
Heeft dit gevolgen voor ons melkquo
tum?
U heeft op dit moment 44 hectare in
gebruik.Als de pacht van 4 hectare
wordt opgezegd dan vervalt een
evenredig deel van het toegewezen
quotum, dus in dit geval één elfde
deel. Het komt nogal eens voor dat
gedacht wordt dat als op de betrok
ken percelen geen melkvee is geweid
maar b.v. alleen jongvee verkoop of
afstand doen van pacht, geen gevol
gen heeft tfoor het quotum. Dit is
onjuist, het bedrijf wordt als een to
taliteit gezien. Iedere overdracht van
gebruik van grond, die tot nu toe ten
behoeve van veehouderij werd ge
bruikt, leidt tot het verlies van een
evenredig deel van het melkquotum.
Mijn buurman heeft een bedrijf van 10
hectare waarop melkvee wordt gehou
den. Vorig jaar leverde hij 100.000 kg
melk aan de fabriek. Ik kan dit bedrijf
nu overnemen, gaat het melkquotum
dan ook mee over?
Inderdaad vervalt bij verkoop aan U
het quotum van Uw buurman. Via
een formulier, verkrijgbaar bij de
DBH, kunt U dan een aanvrage in
dienen om dit quotum over te ne
men. De verkoper moet de verkoop
ook melden bij de DBH. Vanaf begin
augustus zullen deze formulieren
(SH5 en SH6) verkrijgbaar zijn voor
allen die na 1 april 1984 grond heb
ben overgenomen of afgesloten.
Let op!! Ongeveer 8000 melkvee
houders hebben in eerste instantie
van het Produktschap Zuivel geen
bericht van "Voorlopige berekening
heffingvrije hoeveelheid" ontvangen
maar een brief waar boven staat:
"Mededeling superheffing". In deze
laatste brief wordt weliswaar een
overzicht gegeven van de in 1983 ge
leverde melk maar het is geen voor
lopige quotumtoewijzing. Een der
gelijke "Mededeling superheffing" is
o.a. toegezonden aan hen die in 1983
of begin 1984 met een bedrijf gestart
zijn, een maatschap zijn aangegaan
of het bedrijf beëindigd hebben. Ook
waar sprake is van onregelmatige le
veranties of bedrijven die in het eer
ste kwartaal van 1984 meer dan 15%
minder melk hebben afgeleverd dan
in het eerste kwartaal van 1983 is
deze brief vërzonden.
Heeft U een dergelijke "Mededeling
superheffing" ontvangen dan moet
U zich, als u dit nog niet heeft ge
daan, beslist in verbinding stellen
met de DBH. Voorkom voor U zelf
moeilijkheden.
AKKERBOUW
DE WITLOFMINEER VLIEG
kan tijdens de trek veel schade
aanrichten aan de witlofkroppen.
Om schade te voorkomen, kunt u
het beste vanaf half augustus het
gewas 3 keer bespuiten met 1 V2 kg
of 1 Z21 Dimethoaat 20% of 0,75 l
Dimethoaat 40% per ha, met tus
senpozen van 2 weken.
UW GRASGROENBEMES-
TER noet na de graanoogst zo snel
mogelijk stikstof hebben. 250 a
300 kg Kalkammonsalpeter is
voldoende voor een vlotte gewa
sontwikkeling. Meer stikstof heeft
geen zin, want dit geeft alleen
meer blad en het gaat tenslotte om
de beworteling van het gewas.
DIERLIJKE MEST gebruiken,
bevordert een goede vruchtbaar
heidstoestand van uw grond en
geeft bij suikerbieten en vooral bij
aardappelen een flinke opbrengst
verhoging. Verdeel de mest goed
over het perceel en laat een mon
ster nemen van de mest. Dan weet
u hoeveel stikstof, kali, fosfaat en
organische stof u toevoegt.
KAR WIJ MOET U na het rui
men van de dekvrucht stikstof ge
ven. Na erwten is 30 - 60 kg stik
stof voldoende. Komt het gewas
onder granen of vlas vandaan, dan
moet de herfstbemesting verhoogd
worden tot 80 a 100 kg stikstof per
he kt are.
LADDERS MOETEN van tijd
tot tijd nagekeken worden. Om
wegglijden te voorkomen, moeten
ladders voorzien zijn van rubber oj
kunststof ladderschoenen. Verf
een houten ladder nooit, want dan
is de kans op uitglijden groot. Be
ter kan olie of blanke vernis wor
den gebruikt.
VEEHOUDERIJ
VOOR HERINZAAI van gras
land is de beste tijd tussen half juli
en half september. Percelen die
meer dan 10% kweek en/of minder
dan 30 a 50% goede grassen be
vatten met bijna geen Engels
raaigras komen voor herinzaai in
aanmerking.
KWALITEIT VAN HET zaai
zaad en een goed zaaibed zijn bij
graslandinzaai belangrijker dan
de hoeveelheid zaad. Van kwaliteit
bent u verzekerd bij aankoop van
een oranje bandmengseVmet de
aanduiding Waardering
OPBRENGST, STA ND VA S-
TIGHEID, resistentie tegen
kroonroest zijn enkele eigen
schappen die per ras flink kunnen
verschillen. Dat staat allemaal in
de rassenlijst. De kwaliteit van een
graszaadmengsel is dus ook af
hankelijk van de rassenkeuze.
De bestrijding van haagwinde
(heggewinde of pispotje) in mais is
goed uit te voeren met 2.4-D.
Plaatselijke toepassing (rugspuit)
heeft de voorkeur. Beschermkap-
pen zijn noodzakelijk, want alleen
de onderste 10 cm van de mais-
stengel mag worden geraakt.
Vrijdag 3 augustus 1984