Overheid fungeert als gangmaker
bij stijging grondprijs
De O. V.M. blijft voordeliger..
zuidelijke landbouw maatschappij
Z.L.M.-voorzitter A.J.G. Doeleman:
Vertekend beeld
Overheid is op de verkeerde weg
Het gaat goed met de O.V.M.!
Kabinet beslist pas later over compensatie
voor boeren
Landbouwschap zeer ongelukkig
met besluit Eurotop.
VRIJDAG 6 JULI 1984
IamM 69e JAARGANG NO. 3
land- en
tuinbouwblad
Vorige week hield de Onderlinge Verzekerings Maatschappij van de ZLM haar J aarvergadering. Op deze foto
ziet u achter de bestuurstafel van links naar rechts de heren S. de Visser, M. Boogerd, direkteur J. de Lange,
voorzitter L. van Nieuwenhuyzen en J. Visser. Voor degenen die bij de O VM zijn verzekerd was efgoed nieuws.
Er wordt weer een premierestitutie betaald. Het gaat prima met de OVM en omdat het een onderlingeis
profiteren de "klanten"hiervan!
Ondanks het overwegend positieve resultaat van het af
gelopen jaar, met name in de akkerbouw, is het beeld wat
het LEI schetst in het Landbouw Economisch bericht voor
de land- en tuinbouw vrij zorgelijk. Aldus ZLM-voorzitter
A.J.G. Doeleman in zijn openingstoespraak bij de maan
dag 2 juli j.l. gehouden Hoofdbestuursvergadering.
In het genoemde LEI bericht wordt het spanningsveld
duidelijk gemaakt tussen incidentele meevallers en de
gemiddelde verhouding tussen kosten en opbrengsten.
Deze verhouding is in de afgelopen jaren ongunstiger
geworden. Zo bleef b.v. in 1967 nog 31% van de op
brengsten over voor het gezinsinkomen, tegenover nu
slechts 20%. Terwijl de opbrengstprijzen de laatste 15
jaar met 50% stegen, was dit cijfer voor de kosten van de
produktiemiddelen 60%. Daarnaast blijkt dat er grote
verschillen zijn per bedrijf. Vooral het laatste jaar was dat
in sterke mate het geval.
In de akkerbouw worden de bedrijfsresultaten vooral be
paald door de vrije produkten. Echter hebben niet alle
bedrijven voldoende mogelijkheden die vrije produkten
te verbouwen. Steeds meer zien we dat uitschieters naar
boven zorgen voor een sterk vertekend beeld van hetgeen
gemiddeld door de boer wordt bereikt.
Die vertekening zien we ook bij de grondprijzen. De hoge
bedragen die kortgeleden voor vrije grond in Zuidelijk
Flevoland werden geboden staan niet in verhouding met
de rentabiliteit, ook al hebben we in dit geval met zeer
produktieve grond te maken. Maar het gevaar is niet
denkbeeldig dat dergelijke incidentele gevallen invloed
zullen hebben op het grond- en pachtbeleid in 't alge
meen. De overheid is de laatste jaren gangmaker geweest
bij de stijging van de pachtprijzen. Nu, met de uitvoering
van de motie Faber, wordt dezelfde overheid, gangmaker
bij de prijs van de vrije grond. En wat nog erger is, ook bij
die van verpachte grond. De overheid maakt hierbij ge
bruik van vrijwilligheid die afgedwongen wordt van be-
drijfsgenoten die in omstandigheden verkeren dat ze be
drijfseconomisch onverantwoorde prijzen kunnen en wil
len betalen. De Z.L.M.-voorzitter constateerde met enig
cynisme dat de overheid nu blijkbaar ook geen behoefte
meer heeft aan de Wet agrarisch Grondverkeer.
De gevolgen van deze handelwijze zullen pas op langere
termijn duidelijk worden. Wellicht niet voor degenen die
deze hoge prijzen betalen, maar voor de land- en tuin
bouw in 't algemeen. Nu reeds signaleert het LEI de
ongunstige verhouding tussen kosten en opbrengsten.
En vooral bij de akkerbouw speelt het produktiemiddel
grond daarbij een zeer belangrijke rol. Wij vinden, aldus
de heer Doeleman, dat de overheid op de verkeerde weg
is door op deze manier op de grondmarkt te opereren. Het
is dezelfde overheid die weinig begrip blijkt te hebben
voor de ongunstige situatie waarin de Nederlandse boe
ren door het EEG beleid dreigen te geraken. Het lijkt op
huichelarij als men zegt dat er in navolging van Duitsland
ook voor de Nederlandse agrariërs wat zal moeten ge
beuren, maar dat intussen uit wil stellen om eerst te
bezien of hiervoor wel ruimte is binnen de begroting. En
dat terwijl juist speciaal land- en tuinbouw zorgen voor
een positieve bijdrage aan de handelsbalans.
De heer Doeleman besloot zijn toespraak met de opmer
king dat het spreekwoord van de kip met de gouden
eieren nog steeds realiteit blijkt te zijn.
vervolg verslag Hoofdbestuursvergadering op pag. 9).
In het vorige nummer hebt u het financiële verslag ovei
1983 kunnen lezen. In dit nummer een verslag van dt
algemene ledenvergadering. In deze vergadering is hei
vvoorstel tot premierestitutie van 8% over de bruto premie
goedgekeurd, hetgeen neerkomt op gemiddeld ruim 14
van de netto premie. Deze restitutie (niet voor traktoren;
is de vierde in successie.
Op de prolongatienota 1985 ziet u deze restitutie in min
dering gebracht. Voor de A.O.V. na Ie jaars premie zal
over 1983 zelfs 20% premie worden terugbetaald, 't Is niet
mis want weet u, onze basis premie is al zo laag. Verder
treft u in dit nummer weer de nodige adviezen aan als u in
een file verzeild raakt. Als het op een gegeven moment
niet goed gaat in 't verkeer wijs dan vooral niet naar uw
eigen voorhoofd. Hebt u zich wel eens geraliseerd hoe
stom dat is?
Tevens treft u een boeiende beschrijving aan over onze
levenspartner, het O.B.F. Zowel onze buiten- als bin
nendienst als onze vertegenwoordigers zullen niet nala
ten u op de voordelen van het O.B.F. te wijzen, tenzij in
bepaalde gevallen voor u een ander keuze beter is. Onze
objektiviteit staat daar borg voor.
Vervolgens leest u commentaar op de ontwikkelingen in
de gezondheidszorg en tenslotte wordt de opvolger van
ondergetekende bij u geïntroduceerd.
Ter gelegenertijd komen wij daar zelf bij u op terug.
deL.
Den Haag (ANP) - Het kabinet heeft vrijdag nog geen
besluit genomen over de vraag hoe en in welke mate de
Nederlandse boeren financiële compensaties krijgen nu
op de EG-top van begin deze week in Fontainebleau aan
de Bondsrepubliek Duitsland is toegestaan uitgebreide
nationale steunmaatregelen voor haar boeren te nemen.
Het Kabinet wil deze zaak bezien in het kader van de
begrotingsvoorbereiing voor volgend jaar. Eerst moet het
totale financiële beeld voor volgend jaar in kaart zijn
gebracht en pas op dat moment zullen de meestbetrokken
ministers een voorstel doen, aldus premier Lubbers vrij
dag na afloop van het kabinetsberaad. Het kabinet streeft
er naar om de begroting voor volgend jaar over twee
weken rond te hebben. Een van de belangrijke punten bij
de begrotingsvoorbereiding vormt het probleem van de
jeugdwerkloosheid. Lubbers sloot niet uit dat voor de
bestrijding van de jeugdwerkloosheid wat meer geld zal
worden uitgetrokken dan de ongeveer 600 miljoen gul
den die er in de meerjarenramingen voor is gereserveerd.
Verder zal het kabinet een precieze invulling moeten
geven aan de bezuinigingen op het gebied van de sociale
zekerheid, volksgezondheid, ambtenarensalarissen en
trendvolgers. De totale ombuigingstaakstelling bedraagt
9.6 miljard gulden en is enige tijd geleden al vastgesteld.
Als derde belangrijke punt waarover het kabinet nog
moet besluiten noemde Lubbers de lastenverlichting
voor bedrijfsleven en particulieren.
Het Landbouwschap is "zeer ongelukkig en uiterst ve
rontrust" over de besluiten die de Europese regeringslei
ders in Fontainebleau hebben genomen. Dat geldt met
name voor het besluit om West-Duitsland toestemming te
geven zijn boeren met ingang van 1 juli aanstaande een
korting van 5 procent te geven op de afdrachten van de
btw. Volgens het Landbouwschap leidt dat tot een ernstige
verstoring van de concurrentieverhoudingen in de EG.
In een brief aan premier Lubbers heeft het Landbouw
schap de regering met klem gevraagd om extra maatre
gelen te nemen om die concurrentieverstoring te voor
komen. Dat zou kunnen door naast de al beschikbaar
gestelde 120 miljoen een aanvullend bedrag uit te trek
ken.
Wést-Duitsland heeft de steunmaatregel voor zijn boeren
gekoppeld aan een eerder genomen besluit over het ver
minderen van de zogenaamde monetair compenserende
bedragen (mcb). Door de maatregel worden de leveran
ciers van zogenaamde marjetverordeningsprodukten ge
compenseerd voor de prijsdaling die het gevolg is van het
laten verdwijnen van de mcb. Voor de leveranciers van
produkten waarop geen mcb van toepassing zijn (tuin
bouw, pluimvee, aardappelen) werkt de Duitse maatregel
echter als een directe inkomenstoeslag. In Nederland
gaat het alleen al in deze sector om een produktiewaarde
van 9 miljard.
Het Landbouwschap beschouwt de Duitse maatregel als
een hernationalisatie van het EG-landbouwbeleid voor
een langere periode. De regeling voor West-Duitsland
loopt tot 1 december 1988 en heeft geen aflopend karak
ter.