Superheffing blijft ons bezighouden Voor de tweede keer.... vanuit de Z.L.M. gezien zuidelijke landbouw maatschappij Minister Braks opende nieuw LH-gebouw f Of i z.l.m VRIJDAG 11 MEI 1 984 69e JAARGANG NO. 3731 land- en tuinbouwblad -- -r - - •-x r fe ^'-r X -r m xS X y i i t X. X Xt, *--- :- ■fe? VV v;" \xf ---f^,fy XX ''Xi 'J/'/XX "-XX t'*'X' >-vr'v - -,,-v^v AiX fes 'iSV X/ - jfjg X. ar, f,7- yl'/>*7 A l vroeg in het voorjaar was het weer gunstig en de struktuur van de grond welhaast ideaal voor het zaaien. Met de nat weer problemen van vorig jaar nog in 't achterhoofd werd door zeer veel boeren besloten de suikerbieten vroeg te zaaien. Van deze vroeg gezaaide bieten moest de laatste weken echter door de slechte opkomst zo'n 20-30worden overgezaaid. De slechte opkomst was voornamelijk te wijten aan de later gevallen regen die, gevolgd door het droge, schrale weer van de laatste tijd, korstvorming tot gevolg had. Daarbij zijn ook een aantal bietenpercelen iets te diep ingezaaid als gevolg van de rulle grond in die periode. Het areaal is dit jaar met 127.000 ha ongeveer 3.000 ha groter dan het geplande areaal in 1983 maar bijna 10.000 ha lager dan in 1982. In 1983 is echter maar 117.000 hektare gezaaid i. v.m. de langdurige regenvaljuist in deze periode. (foto: Van der Have, Kapelle) V Deze week is gestart met voorlichtingsbijeenkomsten over de regeling van de superheffing en de gevolgen daarvan voor de veehouders. De bijeenkomsten worden georganiseerd door de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en de Distrikts Buro Houders die via de minister van Landbouw de verantwoordelijkheid dragen voor de uit voering. Zoals verwacht is er zeer veel belangstelling voor deze bijeenkomsten. Begrijpelijk en terecht dat elke veehouder wil weten wat hem de komende jaren boven het hoofd hangt. Op ver schillende punten bestaat er evenwel nog veel onduide lijkheid. Nog steeds is de beschikking op verschillende onderdelen niet uitgewerkt door het ministerie van Landbouw. Dat ervaren wij als een slechte zaak. Te lang blijven veel veehouders in de onzekerheid verkeren waar men nu aan toe is. Blijkbaar hebben de beleidsmakers moeite met de nieuwe situatie die nu ontstaan is. In plaats van het aan moedigen tot investeren moet men nu ondernemers dui delijk maken dat er minder geproduceerd moet worden. Niet alleen op het ministerie van Landbouw heeft men daar moeite mee, ook de politiek realiseert zich onvol doende hoe groot de problemen zijn voor sommige be drijven. Dat is gebleken in de vaste kamerkommissie voor Landbouw. Politiek lag het goed de niet-groeiers in be scherming te nemen. Op zich inderdaad een 11 mei 1984 redelijke zaak. Maar dat er daarnaast nog andere zeer schrijnende problemen zijn is men blijkbaar niet of on voldoende aan toe gekomen. Wij denken hierbij aan die bedrijven welke in 1 982 t/m maart 1 984 investeringen hebben gedaan. Verschillende bedrijven hebben inves teringen gedaan met rentesubsidie. En nu moet men plotseling 20% ekstra inleveren op de uitbreiding boven de 8,65% heffing. Deze problemen gelden ook voor nieuw gestichte bedrijven in ruilverkavelingen en in de Flevopolder. De voorzitter van de Landelijke Raad heeft vorig jaar in een van deze vergaderingen gezegd dat wat met de ene hand aangereikt wordt niet met de andere terug genomen kan worden. Wij vragen ons nu af hoe deze uitspraak te rijmen valt met het beleid dat men nu met de investeerders wil gaan voeren. Nu de minister niet bereid is ekstra ruimte te scheppen betekent het dat wat aan uitzonderingen toegekend wordt ingeleverd moet worden door wie geen uitzondering zijn. Dat is ook het dilemma waarmee de georganiseerde landbouw te ma ken heeft. Toch is het hard nodig dat nog eens goed nagegaan wordt hoe de problemen komen te liggen voor de investeerders die 20% op de uitbreiding moeten inle veren en hoe daar op redelijke wijze ook ten opzichte van de anderen aan tegemoet gekomen kan worden. Veel onduidelijkheid is er nog over de gebondenheid van het toegewezen quotum melk met de grond. Naar onze mening kan en mag het melkquotum niet wijzigen wan neer op een bedrijf grasland gescheurd wordt om daar mee de produktiekosten die op de veehouderij drukken te verlagen. De ondernemersvrijheid wordt door de super heffing in sterke mate beperkt. Op 10 mei opende minister Braks van Landbouw en Visserij een nieuw gebouw van de Landbouwhogeschool aan de Bornsesteeg. Daarin wordt de_vakgroep Vegeta- tiekunde, plantenoecologie en onkruidkunde (VPO) ge huisvest, die onder leiding staat van prof. dr. P. Zonder wijk. Het gebouw, dat bijna 3 miljoen gulden heeft gekost en ruim 1100 vierkante meter oppervlak telt, omvat en kele laboratoria, een zaal voor discussiebijeenkomsten en werkkamers voor het personeel. Architect was Hein van Meer uit Amsterdam. Met dit nieuwe gebouw kreeg de vakgroep VPO voor het eerst een eigen huis ter beschikking, nadat hij door sa menvoeging van enerzijds vegetatiekunde en panten- oecologie en anderzijds onkruidkunde in 1980 was ont staan. Er bestaat sedert enige tijd een intensieve samen werking tussen de vakgroep en het centrum voor agro- biologisch onderzoek (CABO), reden waarom de nieuw bouw dicht bij dit centrum is geplaatst. De vakgroep-met-de-lange-naam, die fundamentele en toepassingsgerichte wetenschapsgebieden integreert, maakt op dit moment veel studie van de problemen die ontstaan waar landbouw en landschap met elkaar botsen. Daarbij wordt het landschap vooral bekeken vanuit het oogpunt van de landbouw. Om waardevolle landschap pen en vegetaties te behouden en te versterken zal het zaak zijn de boeren voldoende mogelijkheden te bieden daaraan mee te werken, uiteraard met behoud van de mogelijkheden om een goede produktie te maken. Vanouds is de boer een van de belangrijkste bouwers ge weest van het landschap. Nu het agrarisch bedrijf geheel andere eisen stelt dan vroeger is de verscheidenheid van landsehapsvormen en plantengemeenschappen vaak sterk verarmd. Daarop bestaat veel kritiek. Prof. Zonderw ijk en zijn staf willen het gesprek tussen natuur-, milieu-, en laridbouwgroepen bevorderen en proberen de boer zijn belangrijke rol als landschapsbouwer te hergeven. Gewaakt moet er voor worden dat de vrijheid in de be drijfsvoering daarbij ook nog beperkt gaat worden. Daar mee zou het doel van de superheffing nog meer geweld aangedaan worden. De problemen die er kunnen zijn bij verkoop van de grond, gekoppeld aan het quotum, moe ten dusdanig geregeld worden dat de normale bedrijfs voering niet aangetast wordt. Een redelijke vraag van jongeren die een bedrijf willen overnemen en een te klei ne veehouderij-eenheid tot een rendabele produktietak op willen voeren wordt tot nu toe ook als niet mogelijk beantwoord. Ook dit is een probleem dat nadere aan dacht verdient. Veel onduidelijkheden die er nu nog zijn dienen nu op korte termijn opgelost te worden. Laten wij in Nederland er voor zorgen dat er een zo billijk mogelijke regeling tot stand komt en er voor waken niet te burokratisch te werk te gaan. Ondanks dat nu op veel vragen op de voorlich tingsbijeenkomsten nog geen antwoord gegeven kan worden ervaren wij deze bijeenkomsten toch positief. Voor de veehouders is het nuttig voorlichting te krijgen hoe het bedrijf aan öe gewijzigde situatie aangepast kan worden. Iedere ondernemer moet daar een eigen invul ling aan geven. Een invulling die goed doordacht moet worden. Individuele voorlichting dan wel in kleine groepjes is belangrijk. De S.E.V. van de Z.L.M. wil daar zeker behulpzaam bij zijn. Maar ook omgekeerd ervaren wij de voorlichtingsbijeen komsten als nuttig. Veel van de problemen waarmee de individuele bedrijverv te maken hebben komen aan de orde. Problemen die zeker niet altijd vooraf te voorzien zijn geweest. Het is goed daar als organisatie kennis van te nemen. Belangrijk ook voor de vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw in de provincies die de signalen uit de praktijk door kunnen geven naar het Mi nisterie in Den Haag. Het zou goed zijn dat kamerleden ook een of meer van deze voorlichtingsbijeenkomsten zouden bezoeken. Misschien zou daardoor een meer op de realiteit gerichte diskussie plaats kunnen vinden in de vaste kamerkommissie voor Landbouw of in de Kamer zelf. Doe Ie man

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 1