Ir. G. Meester van LEI bepleit
premie voor niet-melken
"Politici moeten goed beseffen dat er een grens is
aan het incasseringsvermogen van de boeren"
Scheidende Landbouwschapsvoorzitter:
Optimisme
Verslaafd
Keuze's
Ondanks superheffing groeit zuivelvoorraad
Begin deze maand heeft CBTB-
voorman Jaap van der Veen de
voorzittershamer van het Land
bouwschap overgedragen aan
drs. Joris Schouten van de
KNBTB. De tweejaarlijkse voor
zitterswisseling valt deze keer sa
men met fundamentele verande
ringen in het landbouwbeleid,
vooral voor de zuivel. Aan een
lange periode van groei lijkt een
eind te zijn gekomen. Tiendui
zenden ondernemers staan voor
de vraag hoe het nu verder moet.
Het is dan ook geen wonder dat in
een gesprek met de scheidende
Landbouwschapsvoorzitter het
thema "superheffing" voortdu
rend terugkomt. Van der Veen
(40) erkent dat ook hij nog niet
precies weet hoe de boeren én
hun organisateis zich het best op
de nieuwe situatie kunnen instel
len. Wat hij wél weet is dat de
unieke positie van ons land in de
EG en de wereld niet verloren
mag gaan. Dat kan niet meer
langs de weg van de specialisatie.
Het Landbouwschap zoekt daar
om naar middelen om de kon-
kurrentiekracht van de melkvee
houderij op een andere manier in
stand te öouden.
Van der Veen houdt er wel reke
ning mee dat het vinden van een
nieuw evenwicht nog de nodige
spanningen kan geven. "Als
straks de melkafrekeningen bin
nen komen met de superheffing
en een extra aftrek voor hardheid
en een kostenverhoging van de
zuivelfabriek zal de druk onge
twijfeld hoog oplopen". Toch ge
looft hij dat de mensen en orga
nisaties die bij de uitwerking van
de superheffing betrokken'zijn er
Kostbare voorraden
De zuivelvoorraden vormen een gi
gantisch probleem in de Europese
Gemeenschap. Minister Braks liet
zich onlangs ontvallen dat hij er geen
idee van heeft hoe de bestaande
•voorraden opgeruimd moeten wor
den.
Meester: "Omgerekend in melk lag
er aan het eind van het melkprijsjaar
1983/'84 zo'n 15 miljoen ton in
voorraad. Deze hoeveelheid zal in
1984 met 4 miljoen toenemen, zodat
er aan het eind van het jaar 19 mil
joen ton opgeslagen ligt. Op de een
of andere manier zal de Europese
Kommissie daar ooit een keer af
moeten. Het is een probleem waar
momenteel nauwelijks over gespro
ken wordt. Wij hebben berekend dat
de kosten van deze afzet ongeveer 70
cent per liter melk bedragen. Daar is
dus een bedrag mee gemoeid van
ruim 13 miljard. Dat is gelijk aan
het totale bedrag dat de EG dit jaar
in zullen slagen elkaar vast te
houden. "Dat vereist, zegt hij,
natuurlijk wel dat iedereen zorg
vuldig opereert en dat de organi
saties dicht bij hun mensen blij
ven staan". Dat laatste wordt
volgens hem gemakkelijker ge
maakt doordat allerwegen het
besef aanwezig is dat bepaalde
zaken nu eenmaal moeten ge
beuren.
Van der Veen vindt overigens dat
niemand zich mag laten verleiden
over de toekomst alleen maar
somber te doen. "We moeten ons
realiseren dat de situatie ook snel
weer gunstiger kan worden. Es
sentieel daarvoor is wat de eko-
nomie en de wereldmarkt doet.
En dan konstateerjk dat voor ons
belangrijke landen weer een flin
ke ekonomische groei te zien ge
ven. Er hoeft echt niet zoveel
meer te gebeuren of onze agrari
sche export krijgt weer lucht. Dat
hebben we in 1978 ook gezien".
Dat neemt niet weg dat er zowel
in Brussel als in eigen land voor
zichtig gesproken wordt over
nieuwe forse ingrepen in het Eu
ropese Landbouwbeleid. De
scheidende Landbouwschaps
voorzitter reageert daarop voor
zijn doen ongewoon fel: "De po
litici moeten goed beseffen dat er
een grens is aan het incasserings
vermogen van de boeren. De
mensen in de landbouw krijgen
op het ogenblik harde opdoffers
toegediend. Dat mag zich niet
nog eens herhalen. De gemeen
schap als geheel moet daarvoor
de verantwoordelijkheid ne
men".
voor de zuivel uitgeeft. Deze voorra
den hangen nu boven de markt en
daarvan gaat een geweldige prijs-
drukkende werking uit".
Vrijwillige beperking
Hoe moet je het zuivelprobleem nu
verder aanpakken? Volgens Meester
is het voor de melkveehouders niet
zo'n plezierig vooruitzicht, gezien de
pijn die nu al geleden wordt, de pro-
duktie door verdere kontingentering
te verminderen. Daarom vindt
Meester het een veel beter idee de
vrijwillige premieregeling voor het
niet afleveren van melk nu van stal te
halen. "Het Landbouwschap heeft
een premie voor vrijwillige produk-
tiebeperking al bij de minister aan
gekaart, maar dan wel op nationaal
niveau. Brussel geeft daarvoor de
gelegenheid. Het Landbouwschap
wil zo wat meer ruimte kreeëren om
de hardheidsgevallen op te vangen.
Jaap van der Veen
Van der Veen maakt er geen ge
heim van dat hij zijn werk als
Landbouwschapsvoorzitter de
afgelopen twee jaar met plezier
heeft gedaan. "Het is een baan
die erg veel spanning en inspan
ning met zich meebrengt, maar
waaraan je ook een beetje ver
slaafd raakt. Als ze mij zouden
vragen nog twee jaar bij te teke
nen, zou ik geen dag aarzelen.
Aan de- andere kant is het na
tuurlijk ook wel goed om weer
eens te ontdekken hoe een nor
maal mens leeft. De gewone din
gen dreigen er eerlijk gezegd wel
bij in te schieten".
In zijn optreden naar buiten
toonde Van der Veen zich vooral
de nuchtere Fries, de man van
Ik denk evenwel dat dit niet een
kwestie van de nationale lidstaten
moet zijn, maar dat het in Europees-
verband geregeld dient te worden.
Het gaat erom de totale hoeveelheid
geproduceerde melk te verminde
ren", aldus Meester.
Hij denkt daarbij dat een bedrag van
20 tot 30 cent per liter melk, welke
dus niet wordt geleverd, de vrijwilli
ge beperking voor melkveehouders
aantrekkelijk kan maken. Voor ge
specialiseerde bedrijven zou dat be
drag misschien meer dan 30 cent
moeten zijn. Volgens Meester zou de
boer van jaar tot jaar de keuze moe
ten maken, afhankelijk van de rege
ling die de EG autoriteiten voorstel
len op basis van de aktuele marktsi
tuatie. De vrijwillige beperking kan
voor een deel van de produktie gel
den of voor het hele bedrijf.
"Vroeger hebben wij nogal bezwaar
gemaakt tegen zo'n soort regeling,
omdat je niet kon voorkomen dat de
koeien en de grond van degene die
"geen gezeur, maar aanpakken",
die de boodschap van het Land
bouwschap in duidelijke taal en
goed geargumenteerd op tafel
legde waar dat nodig was. Hijzelf
zegt ervan overtuigd te zijn dat de
manier waarop de voorzitter van
het Landbouwschap in het
Haagse politieke- en overheids-
wereldje wordt geaccepteerd en
gerespekteerd, alles te maken
heeft met die mogelijkheid een
wel afgewogen standpunt van het
landbouwbedrijfsleven naar vo
ren te brengen. "Je kunt je zaken
als het moet ook snel voorberei
den, temeer omdat je een appa
raat achter je hebt dat daarop is
ingesteld".
Van der Veen heeft het wel onre
delijk gevonden dat sommige
mensen hem niet bleken te
beoordelen op zijn standpunt,
zijn argumenten en zijn inzet,
maar op het feitelijke resultaat.
"Je komt met dit werk in situaties
terecht waarin je ook met hon
derd procent inzet en honderd
procent goede argumenten niet
bereikt wat je wilt bereiken. Het
zit mij bijvoorbeeld geweldig
dwars dat we met de prijs van het
tuinbouwgas onze zin niet heb
ben gekregen, hoewel de minister
van Landbouw openlijk erkent
dat onze argumenten goed zijn en
dat we gelijk hebben. De zaak is
wat mij betreft nog niet uitge
praat."
Bij zijn aantreden, twee jaar ge
leden, zei Jaap van der Veen dat
het Landbouwschap bij belang
rijke beleidskeuze's niet alleen
zou moeten zeggen hoe het niet
stopte via een omweg toch weer in
produktie zouden komen. Dat kan
nu niet meer, omdat andere boeren
hun produktie niet kunnen uitbrei
den vanwege de quotering via de su
perheffing. Je kunt nu de mensen de
keuze laten en je regelt de produktie
als het ware volgens het marktme
chanisme. De boer kan zelf bereke
nen hoeveel hij voor zijn melk krijgt
als hij wel levert en hoeveel hij ont
vangt wanneer hij geheel of gedeel
telijk stopt met melken. Dat is - denk
ik - veel minder hard en veel beter te
aksepteren dan wanneer de boer het
risiko loopt in de komende jaren toch
weer verplicht te worden de produk
tie verder in te krimpen".
Meester noemt als een wezenlijk
verschil tussen zijn voorstel en vroe
gere voorstellen dat de boer binnen
het bestaande quotum dat hem is
toegewezen kan besluiten zijn pro
duktie met een bepaald percentage
te verlagen, waarvoor hij dan een
premie ontvangt.
Als een voorwaarde voor het welsla
gen van zijn plan noemt Meester dat
de quota niet verhandelbaar zijn.
Daar is momenteel aan voldaan.
Zodra de quota wel verhandelbaar
zijn, gaat ermee geschoven worden
en dat maakt de hele zaak onbetaal
baar voor de Europese Kommissie.
Hij verwacht dat er bij de Neder
landse boeren zeker belangstelling
zal zijn voor een dergelijke regeling.
"Je kunt het in ieder geval probe
ren", zegt hij. "Als je het niet doet
Tveet je zeker dat je met geweldige
voorraden blijft zitten die de prijs
moet, maar ook zou moeten aan
geven hoe dan wel. Hij vindt dat
die keuze's op een aantal punten -
de milieuproblematiek en de
overschottenproblematiek - wel
degelijk zijn gemaakt. Wel geeft
hij toe dat er voor een belangen-
behartigende organisatie als het
Landbouwschap grenzen zijn aan
het zelf verantwoordelijkheid ne
men. "Die grenzen komen vooral
in zicht als er veel pijn moet wor
den verdeeld. Je kunt je nu een
maal niet vervreemden van de
mensen waarvoor je hier aan het
werk bent".
Van der Veen verwacht dat de
samenwerking in het Landbouw
schap er de komende jaren niet
gemakkelijker op zal worden. Hij
wijst er bijvoorbeeld op dat de
positie van de beide Voedings
bonden geleidelijk aan het ver
anderen is. "Ze hebben hun leden
in toenemende mate niet meer in
de landbouw, maar in een aantal
cirkels om de landbouw heen,
waardoor de neiging om verbin
dingen aan te gaan met de indus
trie groter wordt. Wij zullen ons
echter moeten realiseren dat je
ook indirekt grote gemeenschap
pelijke belangen hebt en houdt.
Ook de samenwerking tussen*de
drie centrale landbouworganisa
ties kan nog beter, bijvoorbeeld
op het gebied van het gezamen
lijk uitgeven van een blad, de
voorlichting en een aantal andere
vormen van dienstverlening. Zo'n
sterke samenwerking komt ook
de spreekbuisfunktie van het
Landbouwschap ten goede. Ik
zou deze zaken met gepaste eer-
beid in de aandacht van mijn op
volger willen aanbevelen".
zullen drukken en op den duur tot
verdere beperking zullen leiden.
Prijsherstel
Het wegwerken van de gigantische
zuivelvoorraden is volgens Meester
zeker in het belang van de Neder
landse boeren. "Wij beschikken over
een uitzonderlijk goed kommercieel
afzetapparaat waardoor wij onze
zuivelprodukten tegen een goede
prijs kunnen afzetten. Gebleken is
dat de melkprijs voor de boeren, los
van de Brusselse prijsontwikkeling,
Samengevat betoogt Meester dat al
leen herstel van marktevenwicht kan
leiden tot hogere prijzen voor de
producenten.
Financiering
Het knelpunt in het voorstel van
Meester om een premie te geven op
niet geleverde melk is de financiering
ervan. De Europese schatkist is im
mers leeg. Getuigt zijn plan daarom
we) van werkelijkheidszin?
"Ik denk van wel", zegt Meester,
"want de ministers van Financiën
draaien nu in eerste instantie op voor
de kosten van interventie. Pas wan
neer vanuit interventie geruimd gaat
worden komt de EG met de afreke
ning en wordt het waardeverlies aan
de nationale lidstaten vergoed. Op
dat moment komen dus pas echt de
uitgaven tot uiting.
Ik zie niet in waaron de lidstaten
Brussel wel als het ware helpen met
de voorfinanciering van de interven-
tievoorraden, terwijl zij dit geld niet
beschikbaar zouden kunnen stellen
ter financiering van de premierege
ling voor het niet-afleveren. Dat is
voor iedereen goedkoper. Want over
een, twee of drie jaren komt toch de
rekening voor het wegwerken van de
overschotten. Dat kost dan zeventig
cent of meer per liter melk, terwijl
men nu dertig cent per liter kwijt zou
zijn voor vrijwillige produktiebeper-
king. Dat kan dus altijd uit".
Bartele A. Bokma
"De vrijwillige premieregeling voor het niet-afleveren van melk zou nu
van stal gehaald moeten worden. Het is een oud voorstel van de land
bouworganisaties, dat werkelijk effektief de zuivelproduktie kan be
perken nu er vanaf 1 april j.l. sprake is van quotering". Ir. Gerrit
Meester zegt het met grote overtuigingskracht. Hij is stafmedewerker
van het Landbouw-Ekonomisch Instituut. Samen met ir. A. Oskam van
de Vakgroep Algemene Agrarische Ekonomie van de Landbouwhoge
school heeft hij een onderzoek verricht naar de wereldvraag naar zui
velprodukten uit de EG. De harde konklusie van dat onderzoek is voor
Meester aanleiding om te pleiten voor een verdergaande beheersing
van de melkproduktie in de EG dan nu bereikt wordt via de superhef
fing. In de huidige situatie is er geen enkel zicht op vermindering van de
voorraden boter en melkpoeder. Integendeel.
ir. G. Meester
4 mei 1984
7