"Superheffing niet te veel dramatiseren Topambtenaar Curfs: 99 Denemarken: Quota per fabriek Strijd ontbrand over opvolging Thorn Onduidelijkheid, ongerustheid en ontevredenheid; met deze woorden zijn de gevoelens van de 60 tot 65.000 melkveehouders in ons land te vangen, nadat minister Braks de Beschikking Superheffing publiceerde in de Staatscourant. Er zijn er die van een ramp spreken voor de Nederlandse veehouderij. Anderen wachten bij hun brievenbus op het briefje van het Produktschap voor Zuivel, waarin vermeld is hoeveel liters melk ze heffingsvrij mogen produceren. Met diverse vragen die in de praktijk leven, stapten we naar dr.ir. H. Curfs, direkteur Veehouderij en Zuivel van het ministerie van Land bouw en Visserij. Hij is een van de opstellers van de Beschikking Superheffing en zal als geen ander antwoord kunnen geven op al onze vragen. Konsequenties Bent u het eens met de opmerking dat de superheffing een ramp is voor onze melkveehouderij? Het systeem van de superheffing zal wellicht wat afbreuk doen aan de verdergaande groei van de konkur- rentiepositie van de Nederlandse melkveehouderij. Daar past direkt de opmerking bij, dat we ons in de zestiger en zeventiger jaren door het Gemeenschappelijk Landbouwbe leid geweldig hebben kunnen spe cialiseren. De achter ons liggende jaren waren toch goede jaren voor de sektor. Daarom moeten we voor zichtig zijn om het systeem van su perheffing al te veel te dramatiseren, zeker als je de Nederlandse melk veehouderij afweegt tegen die in an dere EG-lidstaten. We hebben een positie opgebouwd waar andere lan den jaloers op zijn. In absolute zin had ik me wel wat aardigers kunnen voorstellen dan deze superheffing, maar gegeven het politieke klimaat en de verdergaande ontwikkelingen binnen de sektor werd de produktie- beperkingbinnendemelkveehouderij een realiteit. De uitwerking van de superheffing is een Nederlandse aangelegenheid bin nen de richtlijnen van Brussel. Ook daarover hoor je alom kritiek. Het ministerie van landbouw heeft geprobeerd om de Beschikking op hoofdlijnen in goed overleg met het Landbouwschap en Produktschap voor Zuivel uit te werken. Die hoofdlijnen zijn het referentiejaar 1983, keuze in dit jaar voor quotering bij de individuele boer, overdracht van grond gekoppeld aan quota; ideeën over uitzonderingsgevallen èn de wijze waarop we een en ander gaan toepassen. Natuurlijk, het is een gemiddeld kompromis en een aantal mensen is er niet tevreden over. Maar ik denk dat elk systeem, waarin men een aantal procenten te rug moet nooit een systeem kan zijn, waarmee iedereen tevreden is. Maar de 1983 minus 8,65van de overheid gaat natuurlijk wel verder dan de produktiedaling van 7,5%, die door het Landbouwschap is genoemd als maximaal percentage? Om nu al te veel nadruk te leggen op die ruim 1%, die bovenop de 7,5% van het Landbouwschap is gekomen, is natuurlijk ook niet reëel. Cijfer matig is het Landbouwschap het met het kortingspercentage 8,65% best eens. Het gaat voor mijn gevoel dan ook niet om de wijze waarop die 8,65% berekend is, maar om de on derhandelingsruimte. Het Landbouwschap ging niet verder dan 7,5% en vond dat voor alles wat nog verder gekort zou moeten wor den, de overheid maar geld op tafel moet leggen. Het Landbouwschap heeft die 7,5% genoemd als percen tage, dat nog aan de boeren te ver kopen zou zijn. Zouden we echter uitgegaan zijn van een kortingsper centage van 7,5%, dan hadden we ^en heel andere konstruktie moeten bedenken om aan hardheidsgevallen tegemoet te komen. Het ministerie zou in dat geval zodanig streng zijn geweest, dat het Landbouwschap daarmee niet akkoord was gegaan. Ik ben dan ook van mening dat dit het minst slechte kompromis is. Veel boeren hebben in het verleden gepleit voor een quotumregeling, om dat dat de meest rechtvaardige oplos sing is. Er gaan stemmen op, die nu zeggen - de beschikking gelezen heb bend - dat men eigenlijk beter had kunnen pleiten voor een prijsverlaging en/of verhoging van de medeverant woordelijkheidsheffing. Als jet het melkoverschot in de Ge meenschap zou willen regelen via het markt- en prijsmechanisme zou dat leiden tot een inkomensdaling bij al le boeren van naar schatting 15 tot 20%. Dat zou"niet alleen in de Ne derlandse situatie, maar zeker ook elders in de EG tot geweldig grote problemen hebben geleid. Zozeej, dat waarschijnlijk grote delen van de EG - waar veel kleine bedrijven ge vestigd zijn - van deze harde maat regel uitgezonderd zouden worden Dat zou betekenen, dat de moderne produktielanden en -gebieden in de EG het hele gelag zouden betalen. Daartoe behoort ook Nederland. Ik denk dan ook niet dat regulering van de zuivelsektor via het markt- en prijsbeleid op den duur voor Neder land voordelen zou hebben boven het systeem van superheffing. Niet te ontkomen aan inkomensdaling Ingaand op die inkomensdaling; wat kan een melkveehouder doen om eraan te ontkomen? Er valt voor geen enkele melkvee houder te ontkomen aan de super heffing. Iedereen wordt namelijk ge- konfronteerd met 1983 minus 8,65%. Zelfs als hij als uitzonderingsgeval wordt behandeld, dan nog zal hij de korting van 8,65% moeten onder gaan. Ik denk dat dat maar duidelijk gesteld moet worden om geen illusies te wekken. De vraag doet zich wel voor of de melkveehouders moge lijkheden hebben om dat inkomens verlies zoveel mogelijk te beperken. En die zijn er, zo blijkt uit een uitge breide studie van het Landbouw- Ekonomisch Instituut (LEI) en het Proefstation voor de Rundveehou derij. Uit de studie blijkt namelijk, dat voor een gemiddeld bedrijf de uitstoot van een aantal koeien, ge koppeld aan een zorgvuldiger ge bruik van krachtvoer, een betere ruwvoerbenutting en graslandex ploitatie waarschijnlijk de meeste garantie geeft de inkomensdaling zo beperkt mogelijk te houden. Dat be tekent, dat we de boeren niet advise ren om op korte termijn een hoop koeien af te stoten, want dan stort de rundvleesmarkt in elkaar. Wat dan wel? We denken dat een geringe uitstoot van de mindere koeien, gekoppeld aan een zorgvuldiger gebruik van de laatste kilo's krachtvoer, gekombi- neerd met een betere ruwvoerpositie de inkomensdaling beperken. Een zorgvuldiger gebruik van het kracht voer betekent in de meeste gevallen minder krachtvoer gebruiken. Het gaat namelijk om de laatste kilo's krachtvoer. Er wordt nu wel eena krachtvoer gegeven om de melkgift zo hoog mogelijk te laten zijn. Die laatste kilo's voer leveren in wezen een laag rendement op. De boeren moeten nu afstappen van de ge dachte, dat hun melkproduktie zo hoog mogelijk moet zijn. Ze moeten hun melkproduktie ekonomisch ge zien zo optimaal mogelijk laten ver lopen. Ik denk, dat er in een aantal situaties best 10% minder krachtvoer gegeven kan worden, zonder dat dat Dr.ir. H. Curfs, direkteur Veehouderij en Zuivel van het ministerie van Landbouw en Visserij de betrokken boer een evenredig deel van zijn inkomen kost. In de vakbladen lees je dat de inkomens daling als gevolg van de superheffing uit komt tussen de 25 - 30.000,-. Ik geloof dat bij een optimalisering van de melkproduktie de gemiddel de boerenbedrijven op een aanzien lijk beperktere inkomensdaling uit komen. Beschikking superheffing We komen nu toe aan de Beschikking Superheffing zelf. Hoe kijkt u daar persoonlijk tegen aan als direkteur Veehouderij en Zuivel? Ik vind hem zelf moeilijk leesbaar, maar dat kan met juridische teksten moeilijk anders. Gegeven alle in spraak van het bedrijfsleven is deze beschikking het minst slechte alter natief. Trouwens, ik zou niet weten hoe we hem anders hadden moeten opzetten. Hoe ervaart u de keuze voor het refe rentiejaar 1983? Het is vooral de advisering van het bedrijfsleven geweest, dat leidde tot de keuze van 1983 als referentiejaar. Ik wil er op wijzen dat de minister in een eerste konsept-beschikking, die hij rondstuurde, pro-memorie geko zen heeft voor 1982. Een stuk recht vaardigheidsgevoel pleit eigenlijk voor 1982; de aktuele situatie met daarbij een zo eenvoudig mogelijke uitvoering van de regeling voor 1983. Het voordeel van 1982 was, dat de groep van niet- of nauwelijks-groei- ers er naar verhouding beter afgeko men was in vergelijking tot degenen die in 1982/1983 nog uitgebreid hebben en daarvan blijvend voor deel ondervinden. De keuze voor 1982 scheelde deze groep ongeveer 3 tot 3,5%. Het Landbouwschap kwam met de keuze voor 1983. Het schap vroeg zich daarbij af of je de betere ondernemers, die ingespeeld hebben op ontwikkelingen, die onontkoom baar zijn, vanwege hun onderne mersgeest blijvend moet straffen. Wat nu? Veel boeren wachten met zorg de ver dere invulling van de superheffing af Kunt u voor hen al een tipje van de sluier oplichten en beschrijven wat er in de komende periode gaat gebeuren? We begrijpen dat er onduidelijkheid en ongerustheid is onder de melk veehouders. Het gaat immers over de toekomst van hun bedrijf. Dat is ook de reden dat wij ernaar gestreefd hebben de beschikking snel uit te vaardigen. De minister zal proberen zo snel mogelijk duidelijkheid te ge ven aan de boeren over wat hun quotum is en of ze eventueel als hardheidsgeval in aanmerking ko men. Daarom staat de datum van 15 juni in de beschikking als datum, waarvoor de melkveehouder even tueel een groter melkquotum kan aanvragen bij de distriktsbureau- houder. U moet alleen niet vergeten dat het voor het Produktschap voor Zuivel een hele klus is uit te rekenen wat van al die 60 tot 65.000 individuele melkveehouders de melkproduktie in 1982 en 1983 is geweest. Op basis daarvan wordt het quotum 1983 mi nus 8,65% vastgesteld. Ze moeten ook de quota vaststellen voor die melkveehouders die niet aan de fa brieken leverden. Ik hoop dat het Produktschap van Zuivel daar in de loop van mei uitkomt. En dan? Dan kunnen de boeren via de dis- triktsburohouder een beroep doen op de artikelen van rampspoed en/of hardheidsgevallen. De formu lieren worden daar vóór 15 jiini in geleverd. Dan begint het proces van beoordeling. Ik waag me niet aan voorspellingen over hoeveel melk veehouders een dergelijk beroep gaan doen op deze artikelen, maar het zullen er vele duizenden kunnen zijn. Die beroepsschriften moeten allemaal individueel beoordeeld worden en dat gaat pas na 15 juni gebeuren. Met alle goede wil die we hebben kan ik voorspellen, dat daar nogal wat tijd mee gemoeid zal zijn. Dat kan betekenen, dat een melkvee houder na drie maanden al een heffing op teveel geproduceerde melk moet betalen voordat hij weet rampspoed- of hardheidsgeval te zijn? Het ministerie en het Produktschap overleggen nu intensief hoe het sys teem van afdrachten van heffingen moet gaan verlopen. Ik kan daarover geen uitspraak doen. Uitgangspunt is de boeren geen onnodige heffingen te laten betalen. We begrijpen dat op dit terrein, zoals op andere onderde- len heel wat vragen leven. U moet wel bedenken, dat er de afgelopen maanden onder hoogspanning is ge werkt om de beschikking zelf rond te krijgen. We erkennen, dat er een hele hoop vragen zijn blijven liggen, die eveneens op korte termijn beant woord moeten worden. De inning van de superheffing hoort daar ook bij en ik vind zelf, dat we hierover in de loop van mei - begin juni moeten weten waar we aan toe zijn. Hoe soepel wordt de beschikking uit gevoerd? Om een voorbeeld te noe men: als je tot de groep van investeer ders behoort, moet je aantonen dat je voor f 50.000 hebt geïnvesteerd om te komen tot een bedrijf van 60 koeien. Heb je echter 61 koeien of stand plaatsen, dan geldt een investerings- kriterium van f 100.000. Eén koe "laat een gat vallen van f 50.000,-". Ik kan geen uitspraak doen, dat we bij de uitvoering van de regeling soepel gaan optreden. Maar het zal wel duidelijk zijn, dat we geen enkel bedrijf het vel over de orèn willen halen. Het is moeilijk om nu bij Voorbaat al te zeggen, dat we soepe ler optreden. Het systeem dat we ontwikkeld hebben, zal formeel be- wie van ons is teveel? De boeren blijven dus nog een hele tijd in onzekerheid, zeker wanneer ze hun formulieren indienen, teneinde tot een speciale groep te behoren. Ja, hoe moeilijk het ook is voor de melkveehouders, ze moeten toch proberen om geduld te hebben. Nie mand kan hen op dit moment ver tellen wat hun quotum is: het minis terie niet, de 3 CLÓ's niet, het Pro duktschap voor Zuivel niet. Ik doe dan ook een oproep aan alle Neder landse melkveehouders om - hoe moeilijk dat nu ook is - een paar maanden geduld te hebben. handeld moeten worden. Als blijkt dat het systeem niet werkt dan zal het in de loop van dit jaar aangepast moeten worden. We moeten ook niet vergeten, datje het geheel kunt oprekken, maar dat heeft wel weer konsequenties voor het kortingspercentage van 8,65%. Ik denk dat er niemand enthousiast staat te trappelen als wij door een ruimhartig toewijzingsbeleid door de 8,65% heen schieten en dat kortings percentage zouden moeten verho gen. Tiny Brouwers Denemarken zal waarschijnlijk kiezen voor een quotering per fa briek en niet voor landelijk vast te stellen, individuele bedrijfsquota. Aldus blijkt uit een bericht in Landsbladet, afkomstig van de Vereniging van Deense zuivelfa brieken. De quota per fabriek zullen naar het zich laat aanzien worden be paald op 1983 min zes procent. In verband met landelijk vast te stellen hardheidsregels kan dit percentage iets hoger uitvallen. Als een zuivelfabriek door de le veranties van de boeren het vast gestelde quotum overschrijdt, dan krijgt de fabriek een heffing van honderd procent van de richtprijs. Zoals is voorgeschre ven in de EG-regels wordt deze heffing doorberekend aan de le veranciers in verhouding tot de hoeveelheid van overschrijding van hun individuele quotum, dat eveneens wordt vastgesteld op 1983 min zes procent. Omdat er in Denemarken een verschuiving van de melkproduktie plaatsvindt van het eiland Seeland naar Jut land wordt gedacht aan de mo gelijkheid quota tussen de fa brieken overdraagbaar te maken. De strijd om de opvolging van Gaston Thorn als voorzitter van de Europese Commissie lijkt ontbrand te zijn, nu de Deense minister van Financiën, Henning Christophersen, zich kandi daat heeft gesteld voor die post, aldus de Financial Times en Le Monde. De Luxemburger Thorn zal begin volgend jaar aftreden om plaats te maken voor een nieuwe voorzitter. De Deense premier Schlüter heeft bevestigd dat hij de heer Christop hersen kandidaat zal stellen. Deze bewindsman, 44 jaar oud, is voorzit ter van de Deense Liberale Partij en oud-minister van Buitenlandse Za ken. Frans Andriessen zei onlangs dat het voorzitterschap zou moeten toeval len aan een sterke Duitse politicus. Volgens hem zou de Gemeenschap daarbij gebaat zijn, gezien het ge wicht van Duitsland in de Europese Gemeenschap. Andriessen wil zelf wel herbenoemd worden als Euro pees Commissaris. Momenteel beheert hij de porte feuille van mededingingsbeleid. Zijn voorkeur zou nu uitgaan naar de portefeuille financiën en economie, zei hij. 6 4 mei 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 6