VOO It m:
Vit OIIW
Vrouw en bedrijf
Vrouwen in de Z.L.M.
Richtlijnen
Problematiek
meewerkende vrouw
Geëmancipeerde vrouw
Diskussie
Ontaarde moeder
onder redaktie van de Redaktiekommissie
Bond van Plattelandsvrouwen voor Zee
land en Brabant
Redaktieadres:
Mevr. LJ.de Regt - van Maldegem
Anna Mariaweg 1, 4494 PB Geersdijk
Er is me gevraagd om één en ander te vertellen over de studiedag van de Centrale van Plattelandsvrouwen
organisaties te Amersfoort. Het onderwerp omvatte de problematiek van de meewerkende vrouw in het
bedrijf.
Dit onderwerp was gekozen i.v.m. de ontwerprichtlijnen voor de rechtspositie en gelijke behandeling van
mannen en vrouwen in het gezinsbedrijf welke binnenkort in het Europees Parlement behandeld gaat
worden.
Het is de bedoeling dat deze ontwerprichtlijnen omgezet gaan worden in een richtlijn van de Europese
Gemeenschap d.w.z. richtlijnen zijn dwingende voorschriften zodat de lidstaten verplicht zijn hun wetten aan
te passen of te veranderen. De richtlijnen zijn globaal zodat elke lidstaat de wet in kan passen aan de
bestaande wet. De richtlijn betreffende gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het gezinsbedrijf
momenteel in diskussie zodat inspraak nu nog mogelijk is.
In de praktijk is het meestal zó dat de
man bedrijfshoofd is en de vrouw de
meewerkende partner. De man heeft
dan een rechtspositie en de meewer
kende vrouw niet. Toch heeft deze
vrouw vaak een eigen inbreng, zij is
mede-bedrijfsleidster, levert arbeid
en brengt vaak ook kapitaal in. Als
we hiernaar kijken blijkt vaak dat de
vrouw niet erkend wordt als onder
nemer en als iemand die beroepsar
beid verricht. In vergelijking tot de
man wordt ze vaak ongelijk behan
delt.
Toch zijn er vele vrouwen in de
middenstand en de agrarische sektor
die zeggen "voor mij hoeft het niet al
die wettelijke rechten. Als mijn ge
zinsleden mij maar zien als vol
waardige partner, dan is het prima".
Maar niet iedereen denkt er zó over
en ook met het oog op de toekomst
kunnen we hierin niet altijd berus
ten.
De ongelijkheid kan mogelijkerwijs
opgeheven worden door overheids
maatregelen: d.w.z. verandering of
aanpassing van bepaalde wetten.
B.v.: wet op eigendom en vermogen;
sociale zekerheid en bedrijfsverte-
genwoordiging en toegang tot be
roeps- en vakopleidingen.
Gaarne zouden wij zien dat het hu
welijksgoederenrecht zodanig werd
aangepast dat beide partners recht
hebben op de waardevermeerdering
van het eigendom of vermogen.
Dat het erfrecht zodanig geregeld
wordt dat de overblijvende echtge
noot als éérste recht heeft op het be
drijf. Het is natuurlijk ook mogelijk
om samen een maatschap aan te
gaan. Dan krijgen man en vrouw
beide een aandeel in het bedrijfska
pitaal en hebben dezelfde rechten en
positie. Momenteel is deze vorm van
maatschap of firma nog moeilijk op
te richten, daar er voorwaarden ge
steld worden waaraan een doorsnee
echtpaar met een doorsnee bedrijf
niet aan kan voldoen.
Dan nu de belastingen: In de meeste
landen ontvangt de vrouw geen of te
weinig beloning voor haar werk om
dat dit bij de wet verboden is of om
dat bij een bepaald belastbaar inko
men het loon van de vrouw niet ho
ger mag zijn dan een bepaald maxi
mum. Dit bedrag is vaak minder dan
het loon dat een andere werknemer
voor hetzelfde werk zou ontvangen.
De sociale voorziening zoals pensio
nering, ziekte en invaliditeit en
zwangerschap is vaak minder goed
geregeld.
Erkenning van het beroep zou een
goede bijkomstigheid zijn. Immers
als men jaren in het bedrijf mee
draait, kent men heus wel de kneep
jes van het vak. Toch dienen er na
b.v. overlijden van de echtgenoot di
ploma's getoond of behaald te wor
den. Als er een mogelijkheid zou be
staan een certifikaat te verkrijgen
waarin verklaard wordt dat de vrouw
gedurende een aantal jaren ervaring
heeft verkregen in een bepaald be
roep dan zouden er al vele proble
men uit de weg geruimd zijn.
Eveneens zou het prettig zijn als de
mogelijkheid bestond om na het hu
welijk nog een gerichte beroeps- of
vakopleiding te volgen. Immers de
meeste vrouwen weten pas door hun
huwelijk in welke richting ze worden
4 mei 1984
Op de voorjaarsvergadering van
de Bond van Plattelandsvrouwen
afd. Zeeland bracht mevrouw
A.L. Dekker - van Nieuwenhuij-
zen bijgaand verslag van de Stu
diedag van de Centrale van Plat
telandsvrouwen.
De heer en mevrouw Dekker
eksploiteren de kamping "Linda"
te Wemeldinge en als midden
standsvrouw heeft ze zeker ook
met deze problematiek te maken.
De vrouw van de bloemist is samen
met haar man een azaleakwekerij
begonnen. Zij verkocht hierin de
azelea's en deed de boekhouding.
Toen er sprake was om de winkel van
de hand te doen heeft zij zich hier
tegen verzet en is zelfstandig de win
kel blijven runnen. En het ging zo
goed dat ze er een tweede winkel bij
heeft kunnen nemen. Nu wordt zij
door alle zakenrelaties volledig er
kend als geëmancipeerde vrouw. En
dit bevalt haar prima. De leus van
mevr. Blom wil ik u graag meegeven:
"Het werk is een middel om te leven,
je leeft niet alleen om te werken".
Hierna werden de bezoeksters inge
deeld in groepen en werd ons ge
vraagd om de mening per groep te
geven over de volgende stellingen:
1Is het vanzelfsprekend dat als een
vrouw trouwt met een man die
een zelfstandig beroep of bedrijf
heeft, zij ook trouwt met het be
drijf? De meeste vrouwen ver
klaarden dat je er meestal van
zelfsprekend in rolt. Maar von
den wel dat als de vrouw zelf een
beroep heeft naar haar zin, ze dit
niet altijd moet opgeven.
2. Is de meewerkende vrouw drie
dubbel belast? Daar was eenieder
het mee eens. Immers je hebt de
zorg voor de zaak, huishouding
en kinderen.
3. Kan een meewerkende vrouw
nooit zelfstandig zijn? Momen
teel is dit nog moeilijk voor de
wet, daarvoor zou het Europees
Parlement uitkomst kunnen
brengen.
4. Een meewerkende vrouw is een
geëmancipeerde vrouw? Daar
was praktisch iedereen het mee
eens.
5. Vindt u het nuttig en gewenst dat
dit thema ook met leden in de
organisatie besproken wordt? Ja,
want op deze wijze betrekt men
een veel grotere groep bij de pro
blematiek.
In het middagprogramma gaf mevr.
May - Weggen, lid van het Europees
Parlement, eerst een korte toelich
ting op de ontwerprichtlijnen, die ik
al eerder besproken heb.
Ook nu kwam er weer een levendige
diskussie opgang onder aanvoering
van mevr. Verboom, de heer Ruhé
en mevr. May.
'Pot slot kwam hieruit naar voren dat:
- Er nog veel gedaan moet worden
aan de rechtspositie van de mee
werkende vrouw maar dat de
meeste vrouwen met de huidige
situatie nog niet zo ongelukkig
waren.
- Men moet niet schromen om ma
terieel goede regelingen te treffen,
b.v. testament op de langstleven
de.
- Er een angst bestaat voor gelijk
stelling voor de belasting, omdat
we dan als tweeverdieners be
schouwd worden en er dan op
achteruit gaan.
Dat vrouwen een waardevolle in
breng kunnen hebben als het om
bedrijfsvertegenwoordiging gaat.
- De vrouwen bescheiden zijn, als
het gaat om kosten voor b.v. kur-
sussen voor bijscholing ten be
hoeve van het bedrijf vergoed te
krijgen.
- Als we pensioenpremie moeten
gaan betalen, kunnen we dan deze
kosten nog wel opbrengen? Want
daarom werken de meeste vrou
wen mee in het bedrijf omdat per
soneel vaak te duur is.
Al met al waren er heel wat vóór en
tegen argumenten te vinden maar
over één ding waren we het allemaal
eens: Het was bijzonder fijn om de
eigen ervaringen uit te wisselen en
een bijzonder leerzame dag.
A.L. Dekker
gestuurd. Vaak hebben zij in hun
jeugd een geheel afwijkende oplei
ding genoten. De mogelijkheid tot
herscholing dienen zij alsnog te krij
gen.
De daarbij komende kosten moeten
als bedrijfsonkosten afgetrokken
kunnen worden van de belasting.
Deze bovenstaande onderwerpen
werden ons in Amersfoort voorge
legd met de vraag: "dames wat is
jullie mening over de volgende vra
gen".
Voordat ik deze ga behandelen wil ik
u eerst nog vertellen dat de dag in
geleid werd door 2 dames namelijk
een vrouw van een apotheekhou
dend huisarts en een vrouw van een
bloemist.
De vrouw van de arts vertelde dat zij
18 jaar lang meegewerkt had in de
praktijk van haar man, maar dat dit
haar steeds minder ging bevredigen.
Ze vertelde: "Ik kreeg steeds meer
het gevoel dat ik dienstmeisje en te
lefoonjuffrouw was, door dat ik bij
alles moest zeggen, ik zal het mijn
man vragen of zeggen. Als er b.v. een
recept voor verkoudheid gevraagd
werd dan wist ik even goed als mijn
man wat er in moest, maar toch
mocht en kon ik de verantwoording
niet nemen.
Na die 18 jaar toen de kinderen gro
ter werden heb ik mezelf los gemaakt
en ben vrijwilligers werk gaan doen.
Mijn man en kinderen aksepteerden
dit beter dan de buitenwereld, die me
met recht een ontaarde moeder von
den. Toch heb ik zelf nu pas het ge
voel dat ik werkelijk leef.
Onlangs is naar aanleiding van
een desbetreffende enquete de
wijze waarop vrouwen lid kunnen
worden van de ZLM weer aan de
orde gesteld. Op verzoek van de
agrarische kommissie van de
Bond van Plattelandsvrouwen -
afd. Zeeland hierbij enige, kantte
keningen mijnerzijds.
Vanouds
De Z.L.M.'kent reeds vanouds de
mogelijkheid dat vrouwen zelf
standig lid kunnen worden echter
tegen de normale kondities d.w.z.
de gewone kontributieregeling.
Enkele jaren geleden is besloten
het lidmaatschap van vrouwen
(boerinnen) te stimuleren via het
berekenen van een lagere basis-
kontributie (thans 37,50 per
jaar terwijl de gewone kontributie
voor een lid zonder grond 70,—
per jaar bedraagt). Voorwaarde is
dat de man lid/bedrijfsgenoot is.
Deze lage-kontributieleden ont
vangen geen landbouwblad en
betalen de normale kring- en af-
delingskontributie. Voor het
overige hebben deze lage-kontri-
butieleden alle rechten en plich
ten van gewone leden waaronder
het aktief en passief kiesrecht
d.w.z. het recht om te kiezen en
gekozen te worden.
Bedrijfslidmaatschap
Nu wordt regelmatig gesteld dat
het beter zou zijn dat de ZLM de
mogelijkheid zou scheppen om
een zogènaamd bedrijfslidmaat
schap. Daarmee zou dan tevens
afgestapt moeten worden van het
persoonlijk lidmaatschap zoals
wij dat nu kennen. Centraal staat
dat het bedrijf lid is, man en/of
vrouw zouden in dat geval het
bedrijf kunnen vertegenwoordi
gen op vergaderingen en derge
lijke. De betrokkenheid van de
vrouw zou daarbij zijn ingebak
ken aldus de voorstanders van
een bedrijfslidmaatschap.
In juni 1980 heeft een aantal dames zich in laten schrijven als lid van de
ZLM. In het midden alg. sekretaris mr. J. Oggel.
Praktische problemen
Nog los van een ingrijpende sta
tutenwijziging voorzie ik toch wel
een aantal praktische problemen.
Zo ligt er de vraag wie geacht
moet worden het bedrijf te verte
genwoordigen bij verschil van
mening onderling: de man, de
vrouw of de kinderen. Het lijkt
me geen goed idee familietwisten
uit te vechten op vergaderingen
(hoewel dit wellicht wel zou kun
nen bijdragen aan de belangstel
ling). In ditzelfde kader moet
bovendien uitgemaakt worden
wie van de gezinsleden in aan
merking komt om gekozen te
worden in bijvoorbeeld een be-
stuursfunktie.
Doorzetters
Het lijkt mij dat een bedrijfslid
maatschap de zaak niet eenvou
diger zal maken. Bij een per
soonlijk lidmaatschap ligt dit
eenvoudiger en duidelijk: men
moet een persoonlijke prestatie
leveren (kontributie betalen)
waaraan men persoonlijke rech
ten kan ontlenen. De veel ge
hoorde opmerking dat de boerin
en/of kind(eren) bij verhindering
van de man de honneurs zou
moeten kunnen waarnemen is
vrij gemakkelijk op te lossen via
het geven van een machtiging. De
afdelingen en kringen zouden dit
dan wel mogelijk moeten maken
via een besluit van de algemene
ledenvergadering. Op die wijze is
althans dit probleem op eenvou
dige en praktische manier op te
lossen. Zelfs zonder dat de boerin
persoonlijk lid wordt van de
ZLM. En de vrouwen die daar
mee geen genoegen willen nemen
kunnen natuurlijk persoonlijk lid
worden van de ZLM. Dat zijn de
doorzetters: die zien we vast nog
wel eens terug in hoge bestuur
lijke funkties bij de ZLM.
Oggel
21