Goede resultaten met Swifter-schaap "Nederlandsch Trekpaard" 70 jaar -Fokker Berkhof in Amerongen: Kruisingen Swifter-stamboek Vruchtbaarheid Ondergeschoven Het gaat goed met het Swifter-schapenstamboek. Dat kan worden gekonkludeerd uit het feit dat in éên jaar tijd het aantal leden bijna verdubbelde. Het vrij nieuwe schapenras wordt vooral gebruikt als slachtlam-moederdier. Daarmee zijn prima resultaten te bereiken, zo bleek uit een bezoek dat we brachten aan schapenfokker Berkhof in Amerongen. Zijn driehonderd Swifter-ooien hadden enkele weken ge leden al voor een paar honderd nakomelingen gezorgd, terwijl er nog dagelijks lammeren bijkomen. Het zijn lammeren waar een grote vraag naar bestaat: veel zijn al besproken als ze amper zijn geboren. "Door zo'n zes jaar geleden van de melkveehouderij over te schakelen op de schapenhouderij heb ik m'n best gedaan de melkprijs te redden", zo zegt de heer L. Berkhof geksche rend. Oorspronkelijk molk hij dertig koeien op zijn bedrijf aan de Lekdijk tussen Amerongen en Wijk bij Duurstede. Toen hij voor de beslis sing kwam te staan zijn verouderde stal te vernieuwen, besloot deze jon ge Jjoer zich te richten "helemaal op de schapenhouderij. Het afstoten van de melkkoeien leverde een aar dige EG-premie op en achteraf kon- stateert Berkhof dat de overschake ling hem best meegevallen is. "Zeker gezien de huidige moeilijkheden in de melkveehouderij heb ik er beslist geen spijt van", zo konkludeert de schapenfokker, wiens bedrijf in to taal 35 ha groot is. Daarvan ligt 13 ha op een kunstmatig eiland in de Lek, bij de stuw van Amerongen. Dit ei land, gelegen recht tegenover Berk^ hofs bedrijf, is alleen via sluisdeuren van 1 meter breed te bereiken. Bovendien is deze grond (zand met een dun laagje klei) bijzonder droogtegevoelig. Schapenhouderij is hier eigenlijk de enige mogelijkheid. Op z'n minst 2 lammeren.. Een drieling is geen uitzondering.. Op het bedrijf van Berkhof waren al een reeks van jaren Texelaars aan wezig. Negen jaar geleden begon hij voorzichtig met kruisingsschapen. Reden daarvoor was dat de Texelse schapen te weinig lammeren opleve ren om goed te kunnen selekteren. Iets wat zeker voor een fokker van groot belang is. "Door het hoge drachtigheidspercentage en het gro ter aantal lammeren per ooi houd ik meer fokschapen over. Bij de éénja rige ooien levert dat onmiddellijk al een aardig winstbedrag op". De Swifter is ontstaan door kruising van de Texelaar (een typisch vlees schaap) en het Vlaamse schaap (een melkschaap). Het Vlaamse schaap komt nog slechts in kleine aantallen voor, onder andere in Noord-Bra bant. Het is wat zwaarder bespierd dan het Friese melkschaap, is erg vruchtbaar en heeft een lange bronstperiode. Die laatste eigen schappen mist de Texelaar. De Landbouwhogeschool heeft op haar proefbedrijf in Swifterbant speciaal gefokt en geselekteerd met het Vlaamse schaap om het te kunnen kruisen met de Texelaar. Door voortgezette paring van de gekruiste dieren en selektie blijft de erfelijke aanleg in principe half Texels en half Vlaams. De bemoeienis van de Landbouwho geschool zorgde ook voor de naam van het nieuwe schaap. Naar de "ge boorteplaats" Swifterbant werd het het Swifterschaap, al snel gevolgd door een Swifter-stamboek. Doel van het stamboek is de Swifter verder te verbeteren. Tevens kan men hiermee de garantie geven dat de geregis treerde schapen inderdaad Swifters zijn. de orde van groQtte van die welke voor de Texelaars wordt betaald. "Mensen met een kleine koppel ko pen graag deze schapen met goede moedereigenschappen en kruisen die met hun eigen ram. Daarmee krijgen ze een prima slachtprodukt", aldus Berkhof. "Eigenlijk doen wij precies hetzelfde als de veefokkers die Amerikaanse stieren gebruiken. We kruisen om de produktie en het ren dement te verhogen. Dat levert uit- stekènde resultaten op. Het Land- bouw-Ekonomisch Instituut bere kende al een meeropbrengst van 60 per ooi". Enkele jaren geleden was Berkhof één van de initiatiefnemers voor op richting van een Swifter-stamboek. Nu is hij penningmeester van een stamboek met al meer dan zeventig leden en zo'n 2300 ingeschreven schapen. De nieuwe leden, die af komstig zijn uit het hele land, wor den persoonlijk door één van de be stuursleden bezocht. Iets wat voor Berkhof soms een tijdrovende zaak is, daar onder meer Friesland tot zijn rayon behoort. Hoofddoel van het Swifter-stamboek is volgens de penningmeester het zuiver houden van het ras. Daarom, zo legt hij uit, hanteert men vrij strenge normen, ook wat betreft de vruchtbaarheid. Alleen ramlamme- ren waarvan de moeder aan voorge schreven normen voldoet, komen voor registratie in aanmerking. Is de moeder een Swifter-ooi, dan moet die als éénjarige minstens twee lam meren hebben geworpen, als tweeja rige vijf en als driejarige minstens acht lammeren. Deze strenge eisen leidden ertoe dat bij de Swifter-ooien op ongeveer 0,5 lammeren per worp meer kan wor den gerekend dan bij Texelse ooien. Onderzoek van de Landbouwhoge school leverde voor éénjarige Texel- Het schapenfokbedrijf aan de Lekdijk in Amerongen Met de woorden "De muziek die het geklepper van paardenhoeven op de wegen naar de akkers vertegenwoor digt is er niet uit. Er is maar één woord voor: paardenmuziek. En de zorg dat die hoefslag ons als muziek in de oren zal blijven klinken, die zorg blijven wij u volgaarne en van ganser harte toevertrouwen", eindigde ir. M.A. Geuze te Wouw, een lofzang op het paard en in het bijzonder het Ne derlands Trekpaard die hij vrijdag 30 maart in Den Haag uitsprak op de algemene vergadering van de Ko ninklijke Vereniging Het Neder landsch Trekpaard. Dit ter gelegen heid van het 70 jarig bestaan van deze vereniging. De heer Geuze diepte uit zijn herin nering talrijke persoonlijke beleve nissen en anekdotes op waar het zijn omgaan met het trekpaard betreft. Voorzitter W.L. Lokhorst en Geuze schetste op hun eigen wijze de histo- Voorzitter Lokhorst spelt de heer IJ- sebaert de onderscheiding op, die bij het ere-lidmaatschap behoort rie van het trekpaard, de oprichting van het stamboek, de hoge prijzen die ooit voor hengsten werden be taald, de moeilijkheden in de oorlog, en de nieuw^ opbloei van de fokkerij met vooral impulsen uit Zeeland en Zuid-Limburg. Gesticht in 1914 door o.m. de Zeeuws Vlaming G.A. Vorsterman van Ooyen maakte de vereniging perioden van grote bloei, teruggang en stabilisatie mee. Door de land bouwmechanisatie is het aarrtal fok kers en trekpaarden flink afgeno men, maar wat is overgebleven is een kern van grote liefhebbers die op fokdagen bewijst over vakmanschap en liefde voor het paard te beschik-, ken. Tijdens de vergadering werd de heer M.L.M. IJsebaert uit Axel benoemd tot erelid van de vereniging als blijk van dank voor zijn jarenlange inzet als bestuurslid en jurylid voor het "Nederlands Trekpaard". J.W. De voornaamste reden waarom Berkhof voor het Swifter-schaap koos was de grotere vruchtbaarheid. Lopend door de stallen wordt snel duidelijk dat het met de vruchtbaar heid wel goed zit. Drielingen zijn eerder regel dan uitzondering. Daarnaast noemt Berkhof nog een groot voordeel: de Swifter lammert makkelijker af dan de Texelaar. "Toen ik 150 Texelaars had, zat ik in de lammertijd dag en nacht in de schuur en moest ik zo af en toe hulp Van buitenaf inroepen. Nu slaap ik prima en 's morgens zie ik wel hoe veel lammeren er geboren zijn". Omdat ook hier de uitzondering de regel bevestigt, blijkt enkele minuten later toch een schaap problemen te hebben. Geroutineerd doet Berkhof snel een inwendig onderzoek en helpt in een oogwenk twee verkeerd liggende lammeren op de wereld. "Moest ik vroeger nogal eens de hulp van mijn vrouw inroepen voor een inwendig onderzoek, bij deze scha pen kan ik het gemakkelijk zelf', zo zegt de Utrechtse schapenhouder. De Swifter wordt voornamelijk ge bruikt als slachtlam-moederdier. De slachtlammeren worden verkregen door de Swifter-ooien te dekken met Texelse rammen. Berkhof legt zich hoofdzakelijk toe op het fokken van moederdieren. Daar is een goede vraag naar en cie prijs ligt dan ook in se ooien een gemiddelde op van 1,08 lam, bij Swifters was dat 1,64. Voor tweejarigen zijn deze getallen resp. 1,80 en 2,32 en voor andere ooien 1,87 en 2,52. "We hebben zowel grotere als klei nere schapenhouders onder onze le den, maar het zijn wel allemaal mensen die Financieel resultaat van hun schapen verwachten", vertelt Berkhof. "Natuurlijk verschillen de onderlinge doelstellingen. Sommi gen willen zoveel mogelijk drie- en vierlingen. Ik vind een schaap met twee lammeren prima, als ik er dan ook maar op kan rekenen dat het er twee zijn, en niet één". De prijs die Berkhof voor z'n lamme ren krijgt ligt ongeveer even hoog als die voor de Texelse fokooi-lamme- ren, dus duidelijk boven de slacht- waarde. "Zo is er best een boterham uit te halen", zegt deze schapenfok ker, die wel kwijt wil dat de schapen houderij in ons land in een wat on dergeschoven positie verkeert. "Zo wel bij de standsorganisaties als wat betreft onderzoek, voorlichting en gezondheidszorg. Als je een zieke kip hebt staan er zo tien deskundigen omheen. Bij een ziek schaap kan het soms lang duren voor je de juiste man erbij hebt", illustreert Berkhof de si tuatie van de Nederlandse schapen houderij. Jan van Liere 20 april 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 9