Braks maakt
superheffing definitief
Regels voor
melkveehouders
Geen financiële steun!
De eisen en adviezen
m.b.t. de eisen en adviezen
van het Landbouwschap
uitwerking superheffing
Korting 8,65 procent bij Referentiejaar 1983
Parasieten
Investeerders
Buitengewone
omstandigheden
Overdracht grond en quota
Niet definitief
Landbouwschap blijft
vechten voor betere
regeling.
De Nederlandse melkveehouders weten sinds woensdagmorgen waar ze
aan toe zijn: ze zullen 8,65 procent moeten inleveren op hun melkpro-
duktie, Minister Braks heeft na enkele weken koortsachtig overleg nu
definitief vastgesteld hoe de superheffing in ons land zal worden toe
gepast. Een laatste overleg met de Vaste Kamercommissie voor Land
bouw, dinsdagavond, leverde het percentage van 8,65 op. Braks dacht
aanvankelijk aan 8,35 procent. Op aandringen van de Kamerleden werd
het 0,3 procent meer. Met deze hoeveelheid die iedereen extra moet
inleveren, kunnen de "niet-groeiers" worden geholpen. De niet-groei-
ers moeten 5,65% inleveren. Extra financiële steun voor de melkvee
houderij wordt door de bewindsman afgewezen, hij ziet daarvoor geen
ruimte in zijn begroting.
"Het wordt een geweldige opgave
voor onze veehouderij om hier op
een acceptabele manier vorm te ge
ven". Zo luidde de reactie van de
VVD'er Piet Blauw. Hij was één van
de vijf Kamerleden die ondanks het
Paasreces dinsdagavond jl. met mi
nister Braks om de tafel zaten. Ze
bespraken het definitieve voorstel
van Braks over de uitvoering van de
superheffing. Gadegeslagen door
een bomvolle publieke tribune
(stands- en jongerenorganisaties,
Landbouwschap, zuivelcoöpraties
en zelfs het Europarlement waren
vertegenwoordigd) legde de minister
verantwoording af. Kritiek ontving
hij vooral van de zijde van de PvdA.
echter ook de andere partijen had
den aanmerkingen op de voorstellen.
De grootste weerstand bestond bij de
Kamerleden tegen het feit dat te
weinig rekening was gehouden met
de bedrijven die de laatste jaren hun
melkproduktie niet hebben uitge
breid. Het Landbouwschap had ge
vraagd om melkveehouders die wil
len stoppen een premie toe te kennen
en de vrijkomende quota te verdelen
onder de "niet-groeiers". Minister
Braks zei dat hij daar het geld niet
voor heeft. Bovendien kost dat op
kopen te veel tijd. "Wij vinden het
echter niet juist om de niet-groeiers
even zwaar te treffen als de groeiers",
zo verwoordde CDA'er Jan van
Noord de mening van alle fracties.
Men vond elkaar tenslotte in het
compromis dat de quota 0,3 procent
extra gekort zullen worden. De hier
uit vrijkomende hoeveelheid melk
zal worden verdeeld onder de niet-
groeiers met minder dan 45 melk
koeien. Zij hoeven dan niet 8,65
maar ongeveer 5,65 procent in te le
veren.
Kamerlid Blauw zei de minister, niet
zo blij te zijn met de beslissing Ne
derland te beschouwen als één regio.
Hij vreesde vooral de negatieve ge
volgen voor het westelijk weidege
bied, waar om diverse redenen de
melkproduktie minder is gestegen
dan in andere delen van ons land.
SGP-vertegenwoordiger Van Ros-
sum viel hem daarin bij. Braks zag in
deze bezwaren echter geen reden zijn
plannen te herzien.
Scherpere kritiek kwam er van
PvdA-Kamerlid Rob Tazelaar: "In
deze vorm is het voorstel voor ons
niet acceptabel. We vinden dat er op
geen enkele manier recht wordt ge
daan aan hen die niet, of bijna niet,
méér produceren". Hij pleitte ervoor
dat geen enkele melkveehouder on
der een bepaald minimum kan zak
ken. De PvdA denkt daarbij aan een
"produktievloer" van 1981 min 2,5
procent. Minister Braks toonde zich
hier niet toe bereid. Reden voor Ta
zelaar om te eisen dat direct na het
Paasreces de Kamer zich buigt over
de superheffing.
Duidelijk werd tijdens het overleg
dat het ministerie van Landbouw
geen financiële ruimte heeft om de
melkveehouders extra tegemoet te
komen. Braks zag slechts één moge
lijkheid: de jaarlijkse door Brussel
beschikbaar gestelde 20 miljoen
voor de kleine melkveehouders. "Er
is alleszins reden om deze regeling
bij te stellen", aldus de bewindsman.
"Ik sluit niet uit dat de 20 miljoen
voortaan inkomensondersteunend
zal gaan werken". Vanuit de Ka
mercommissie kwam de suggestie
een deel van het geld wat beschik
baar komt als compensatie voor de
afbouw van de mcb's per 1 januari
a.s. te bestemmen voor de niet-
groeiers. Minister Braks zegde toe,
na te gaan of dat mogelijk is.
Positief reageerde Braks op een sug
gestie van Tazelaar. Deze had gewe
zen op het feit dat de parasieten bij
het Nederlandse rundvee jaarlijks
miljoenen guldens kosten. Dat werd
vorige week duidelijk tijdens pen
symposium in Wageningen. Tazelaar
vroeg Braks het onderzoek op het
gebied van de parasieten-bestrijding
extra te ondersteunen. "Dat kost
hoogstens een paar ton en zo help je
ook veehouders die je met andere
maatregelen niet bereikt". Minister
Braks vond dit een uitstekende sug
gestie. Hij zal laten onderzoeken wat
hier de mogelijkheden zijn.
Jan van Liere
Ten behoeve van het overleg dat
dinsdag 18 april plaatsvond met
de Minister van Landbouw en
Visserij over de uitvoering van de
door de E.G. vastgestelde "hef
fing op meer" voor melk heeft het
Landbouwschap het volgende
onder de aandacht gebracht van
de Vaste Commissie voor Land
bouw van de Tweede Kamer.
Het Landbouwschap heeft de Mi
nister voor de uitvoering van de hef
fing geadviseerd uit te gaan van het
hanteren van het jaar 1983 als refe
rentiejaar, alsmede voor het jaar
1984/'85 de heffing direct toe te
passen per melkveehouder. Het
Landbouwschap wil ons land terzake
niet opsplitsen in regio's.
Bij de vaststelling van de referentie
hoeveelheid per producent mag vol
gens het Landbouwschap maximaal
een aftrek van ca. 1,5% op de in 1983
geleverde hoeveelheid worden toe
gepast. Voor melkveehouders, welke
de afgelopen jaren een ongeveer ge
lijkblijvend niveau van afleveringen
kenden, zal een dusdanige voorzie
ning moeten worden getroffen dat
deze melkveehouders hun afleverin
gen in geringere mate behoeven te
verminderen. Het betreft hier de
veehouders die voor de inkomens
vorming in hoofdzaak zijn aangewe-
vervolg Marktpagina
Minister Braks heeft met terugwerkende kracht tot 1 april 1984 de
Beschikking Superheffing in werking gesteld. Iedere melkveehouder
krijgt nu te maken met door de minister vastgestelde regels ten aanzien
van de hoeveelheid te produceren melk. Individueel krijgt iedere melk
veehouder een melkquotum toegewezen. Wordt deze hoeveelheid
overschreden, dan wordt een heffing opgelegd van 56 cent per kg teveel
afgeleverde melk.
Uitgangspunt bij de toewijzing van
de individuele hoeveelheid is de af
geleverde melk in het kalenderjaar
1983. Op deze hoeveelheid wordt een
korting toegepast van 6,65 procent.
Voor diegenen die rechtstreeks aan
de consument leveren geldt als basis
1981 1 procent. Bij het opleggen
van de heffing wordt ook rekening
gehouden met het vetgehalte in 1983
en het vetgehalte in de lopende pe
riode april 1984 - april 1985.
In de Beschikking worden drie rede
nen genoemd waarvoor een verzoek
lfan worden ingediend om van het
toegewezen quotum af te wijken,
n.l.:
diegenen die vóór 1 maart 1984
verplichtingen zijn aangegaan of
gerealiseerd hebben ten behoeve
van vervanging of uitbreiding
van de stalcapaciteit;
diegenen die kort voor of in 1983
zijn getroffen door een ramp,
brand, veeziekte;
diegenen die in 1983 iets minder,
evenveel of iets meer produceer
den dan in de voorgaande jaren.
Voor deze categorie (zgn. niel-
groeiers) zal de aftrek waar
schijnlijk 5,65 procent bedragen.
Bij de totstandkoming van dit ar
tikel was dit laatste nog niet defi
nitief bekend.
In de nieuwste beschikking van het
Ministerie van 20 april staat dat to,
de kategorie niet-groeiers moeten
worden gerekend die veehouders
waarvan het bedrijf in de jaren 1982
en 1983 niet of nauwelijks is gegroeid
en die tenminste 60% van het totale
aantal SBE's in de melkveehouderij
hebben mits -het bedrijf behoort tot
een nog nader te bepalen kategorie
kleinere bedrijven (er zal dus nog
moeten worden vastgesteld tot welke
bedrijfsomvang deze kategorie be
hoort, maar men denkt aaan tussen
45 en 50 koeien)
mits de veehouder het hoofdberoep
in de landbouw heeft en jonger is
dan 55 jaar. Hij komt ook voor de
kategorie niet-groeiers iri aanmer
king als hij een leeftijd heeft tussen
55 en 65 jaar maar een opvolger
heeft.
Diegenen die een beroep op de uit
zonderingen willen doen, moeten dit
via een formulier, dat bij de DBH te
verkrijgen zal zijn, aanvragen. Dit
moet vóór 15 juni zijn gebeurd.
Wacht hier niet te lang mee als u
denkt hiervan gebruik te kunnen ma
ken.
Wat de investeerders betreft, geldt de
volgende bepaling:
in het melkprijsjaar 1984/1985 moet
meer afgeleverd worden dan in het
jaar 1983 respectievelijk 1981 en na 1
januari 1982 en vóór 1 maart 1984
moeten verplichtingen tot investe
ringen zijn aangegaan, danwel moet
men zich verbonden hebben in het
kader van het Besluit Landbouwbe
drijven met ontwikkelingsmogelijk
heden een goedgekeurd ontwikke
lingsplan uit te voeren. Vervolgens
worden twee categoriën onderschei
den: De eerste categorie heeft be
trekking op vervanging of uitbrei
ding tot een aantal van zestig of
minder ingerichte standplaatsen
voor melk- of kalfkoeien en voorzie
ningen die daar rechtstreeks mee te
maken hebben. De uitbreiding moet
minstens twintig procent zijn en in
elk geval betrekking hebben op vijf
of meer melkkoeien. Het bedrag aan
investeringen moet tenminste
50.000,— zijn.
De tweede categorie heeft betrek
king op vervanging of uitbreiding
tot een aantal van meer dan zestig
standplaatsen en een investering van
minstens 100.000,— en een uit
breiding van minimaal 25 procent
aan standplaatsruimte. De inves
teerders kunnen op verzoek uitgaan
van de in 1982 afgeleverde melk,
vermeerderd met de uitbreiding in
standplaatsruimte, min twintig pro
cent, vermenigvuldigd met 5500 kg.
melk. Berekening van het quotum
vindt dus plaats volgens de formule
(1982 (y-20%) x 55.00)-8,65%,
waarbij y de uitbreiding van het
aantal standplaatsen voorstelt. Ie
mand die bijvoorbeeld uitgebreid
heeft met dertig standplaatsen kan
een extra quotum krijgen van 30 -6
24 x 5500 kg. Dit mag opgeteld wor
den bij de leverantie van 1982 en het
totaal wordt dan verminderd met
6,65 procent. Omdat ervan uitgegaan
wordt dat iemand die in 1983 ge
bouwd heeft nu nog niet op de vol
ledige produktie is, wordt de gedu
rende het lopende melkprijsjaar be
rekende hoeveelheid extra, voor
tweederde deel in aanmerking geno
men. In 1985/1986 geldt dan de vol
ledige hoeveelheid. Als ingebruik
name in 1984 plaatsvindt dan wordt
gedurende het lopende melkprijsjaar
de helft van het quotum toegevoegd
en in 1985/1986 het volledige quo
tum. Daarbij wordt dan de 8,65 pro
cent aftrek in rekening gebracht.
Degene, van wie ten gevolge van een
buitengewone omstandigheid, welke
zich kort vóór of in de loop van 1983
onverwachts heeft voorgedaan, de
melkproduktie in dat jaar minder
dan negentig procent heeft bedragen
van de produktie in 1981 of 1982 kan
verzoeken als basisjaar 1981 of 1982
te nemen en daar de aftrek van 8,65
procent op toe te passen. Het gaat
hier om natuurrampen, brand en
veeziekten.
In principe gaan quota met de grond
over. Dit geldt zowel voor een geheel
bedrijf als een gedeelte. Er komen
ten aanzien van dit punt nog nadere
regels. De EG (Brussel) denkt na
melijk de quota alleen aan grondo-
verdrachten van minimaal tien ha. te
binden. Elk land kan hier van afwij
ken. Wat Nederland betreft is nog
niet besloten in hoeverre dit zal ge
beuren. Bij overdracht van grond
moet niet alleen gedacht worden aan
verkoop, maar ook aan pacht en de
uitgifte in erfpacht. Wil men in aan
merking komen voor quotum-ver
meerdering omdat meer grond in
gebruik is genomen, dan zal dit
moeten worden aangevraagd. Hier
voor zijn bewijsstukken noodzakelijk
waarmee de aankoop, in pachtne-
ming enz. wordt aangetoond en een
verklaring dat de evenredige hoe
veelheid van het bedrijf dat de grond
overdoet wordt overgenomen. Deze
regeling is dus per 1 april 1984 in
werking getreden. Voor de Flevo-
polders en bedrijfsverplaatsing 'in
ruilverkavelingen en reconstructie
gebieden gelden aanvullende regels.
Toen dit artikel werd geschreven was
de definitieve tekst van de Beschik
king Superheffing nog niet beschik-
Het Landbouwschp betreurt het
zeer dat noch de minister noch de
Tweede Kamer bij de behandeling
van de superheffing geld uit alge
mene middelen vrij heeft willen
maken voor een premieregling ten
behoeve van melkveehouders die
in de toekomst minder melk willen
leveren. Het Landbouwschap zal
zich blijven beijveren om een der
gelijke regeling gestalte te laten
geven teneinde aldus ruimte vrij te
maken voor veehouders die door
gaan. Bovendien zou de melkvee
houderij daardoor struktureel op
een hoger plan komen. Evenzeer
zal het schap zich, zo zei alge
meen sekretaris drs. M.L. de
Heer, blijven inzetten voor een
extra regeling ten behgpe van
melkveehouders die als gevolg van
de inwerkingtreding van de super
heffing in grote moeilijkheden
komen. Het schap vindt het aftrek
percentage van 8,65% onaan
vaardbaar hoog en is van mening
dat 7,5% het maximum is; de rest
moet komen uit quota's die opge
kocht moeten worden.
baar. Enkele punten uit de beschik
king waren ook nog onduidelijk. Al
leen de definitieve tekst is uiteraard
bepalend voor de uitvoering van de
regeling. De regeling zal niet in alle
bijzondere gevallen voorzien. Het is
te verwachten dat er de komende
weken meerdere aanvullende uit
voeringsbesluiten zullen komen.
Buiten de in dit artikel genoemde
uitzonderingen, waarop via de DBH
een beroep kan worden gedaan, zul
len er ook bedrijven zijn die in ern
stige mate worden getroffen. Deze
kunnen op grond van artikel 18 van
de beschikking een beroep op de
minister doen. Dit geldt ook voor
degenen die wel tot de genoemde
uitzonderingen behoren, maar on
voldoende tegemoet worden geko
men.
Drs. A.A. Jaarsma
Ieder bedrijf wordt door de su
perheffing fors getroffen. Het ene
bedrijf (en gezin!) echter in veel
ernstiger mate dan het andere.
Vooral bij degenen die de laatste
jaren niet uitgebreid hebben en
bij de bedrijven met een lage vee
bezetting komt de boete op méér
als zeer onredelijk over. Het toch
al lage inkomen wordt nog verder
aangetast.
Zwaar getroffen worden degenen
die geïnvesteerd hebben en in de
beginperiode met tegenslagen te
kampen hebben gehad. Een
zwemvestmaatregel kan de on
dergang van deze bedrijven voor
komen.
Ieder moet -nu het menens is- met
de kortgeleden nog door diverse
boeren zelf bepleite superheffing
voor zijn eigen bedrijf beslissin
gen nemen. Voor twintig cent is
geen melk te produceren. De
keuze is nu minder voer of minder
koeien. Overweeg dit nauwkeurig
en werk mee aan een geleidelijke
aanpassing om een volledige in
storting van de rundvleesmarkt te
voorkomen.
De heffing wordt per drie maan
den geïnd. Zit u 1 juli a.s. boven
het quotum van april, mei en juni
van vorig jaar, dan moet u afre
kenen 56 cent per kilogram
boven dit quotum.
De regeling zal veel rompslomp
en ambtenarij met zich meebren
gen. Bovendien wordt de land
bouwstructuur geen goed gedaan.
Daarom moet een beleid gevoerd
worden om zo snel mogelijk van
deze regeling te worden verlost.
Voor de "stabiele producenten"
gaat een lagere aftrek gelden,
echter niet voor iedereen. Als
voorwaarden worden genoemd:
Hoofdberoep landbouw, moet
ouder dan 55 of 65 jaar, mits er
een opvolger is en niet meer dan
45 koeien. Het gaat dan om be
drijven die in 1983 tussen vijf
procent minder of drie procent
meer dan in de voorgaande jaren
hebben geproduceerd.
De toepassing van de regels voor
de investeerders roept vele vraag
tekens op.
20 april 1984
5