Landbouwgewassen in de Bijbel; ze bestaan nog steeds! Dorsslede Verschillende gewassen Graanopbrengsten Vermeldingen van gewassen "Wie zijn akker bewerkt, zal zich mei brood verzadigen; maar wie ij dele dingen najaagt, is verstan deloos" (Spreuken 12 11). In dit ene vers ligt de basiswijsheid van menselijk bestaan. In de Bijbel komen vele aanhalingen over landbouw en landbouwgewassen voor: "Is het altijd door, dat de ploeger ploegt om te zaaien, zijn land openscheurt en egt? Immers, als hij de oppervlakte gelijk gemaakt heeft, dan strooit hij dille en werpt komijn uit, en tarwe zaait hij op rijen; gerst in vakken en spelt langs de rand. En zijn Goa onder richt hem over de juiste wijze en onderwijst hem. Dille wordt toch niet met een dorsslede gedorst en over komijn rolt men geen wagen rad, maar dille wordt met een stok uitgeklopt en komijn met een roe de, Wordt broodgraan verbrijzeld? Men dorst het toch niet altijd door? A l drijft men er zijn wagenrad en zijn paarden overheen, men ver brijzelt het niet". (Jesaja 28 24-29) Deze bijbelpericoop die naar he dendaagse agrarische werkme thoden, gemeten naar onze stre ken, niet meer overeenkomt, geeft evenwel een vertrouwd beeld over grondbewerking, zaaien en oogsten. Het toont aan dat de Bijbel, het Oude zowel als het Nieuwe Testament, gedeelte lijk moeilijk kan worden verstaan zonder kennis van de landbouw in het oude Joodse Land. Het geciteerde bijbelgedeelte zouden we een leerdicht kunnen noemen. Als gewassen worden dille, komijn, tarwe, gerst en spelt genoemd. Dille en komijn zijn nog hedendaagse tuinkruiden. Ze zijn welriekend. Komijn wordt nog gebruikt voor het kruiden van kaas. Van de granen zijn tar we en gerst nog zeer belangrijke gewassen. Dille en komijn worden gedorsen door uitkloppen met een stok of vlegel. Dit met de ,hand dorsen gebeurde vanwege de kleinere produktie omvang alsook vanwe ge de kleine en tere zaden. Het dorsen van graan gebeurde met een dorsslede of een wagen rad. De dorsslede bestond uit een bodem van planken aan de on derkant voorzien van metalen punten en bazaltblokken en werd getrokken door één of meer die ren. Het wagenrad of dorswagen was een vierkant houten raam waarin brede met ijzer bezette houten wielen ronddraaiden en werd getrokken door paarden of ossen. Er was bovenop een zit plaats voor de menner. Aangege ven is dat de tijdsduur van het dorsen grenzen kent. Dorsen door middel van runde ren kwam ook voor. Men liet deze dieren rondlopen over de dors vloer waarop koren was uitge spreid. De runderen waren door een juk verbonden. (Deuterono- mium 25 4). Het dorsen vond plaats op een gemeenschappelijke dorsvloer. Deze was buiten het dorp op een hoogte gelegen op een plaats waar de wind vrij spel had. Een harde rotsgrond was een goede bodem. Indien deze niet aanwe zig was dan legde men een vloer aan. Na vlak- en vastmaken werd deze met schuim van olie bestre ken. Soms was er een eigen dors vloer (1 Kronieken 21 18e.v.) Na het dorsen werd het stro en kaf verwijderd door het met een werpschoffel opgooien in de wind om het koren van het stro te scheiden. Het verzamelde graan werd nadien geschoond o.a. door het te zeven en te wannen. Bij de graanoogst werd het gewas hoog afgesneden. Het meeste stro bleef op het land. "En gij neem tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt, doe deze in Bloeiende koriander een pot en maak er brood van" (Ezechiel 4 9). Tarwe en gerst zijn oude cultuurgewassen. 8.000 jaar geleden was de teelt ervan al bekend in West Azië. Tarwe was én is heden ten dage nog het be langrijkste broodgraan. Egypte was eeuwenlang een belangrijk graanland. Gerst stelt minder eisen aan de grond dan tarwe. Het is een goedkopere graan soort; brood hiervan gebakken is minder smakelijk dan van tarwe. Koriander werd gebruikt als spe cerij en als groente. Het eerste werd verkregen uit het zaad, het tweede uit het blad. De ronde vrucht is rijk aan etherische olie die gebruikt werd bij reukwerk. Het geurige blad werd wel ge bruikt bij het bereiden van soep. Dille en komijn zijn reeds eerder genoemd. Andere gewassen die kleine teel ten zullen zijn geweest zijn o.a. nardus, wijnruit, hysop. dorsvloer 32 maal. Het vlas is 7 keer vermeld, het linnen 68 maal. De specerijen, als groep en onder afzonderlijke benaming, worden totaal meer dan 100 keer aange haald. x"En het overige viel in goede aarde en opkomende en uitstoe- lende gaf het vrucht en het droeg dertig-, zestig- en honderdvoud" (Marcus 4 8: ook Mattheus 13 8 en Lucas 8 8). Dit aangehaalde deel uit de "Ge lijkenis van de zaaier", die zoals bekend kan zijn niet is gegeven voor de graanopbrengst, noodt toch om hiernaar te rekenen. Het zal elke lezer bekend zijn dat met b.v. de dertigvoudige vrucht be doeld wordt dat dertig keer zo veel zaad werd gewonnen als er zaaizaad was gebruikt. Hoeveel zaaizaad gebruikt werd en hoe groot de oogst was is uit die tijd niet bekend. Kanaan wordt altijd als zeer vruchtbaar aangegeven in dc Bijbel. "Het vloeit over van melk en honing" (Numeri 13 27). Zie ook Exodus 3 8 en 33 3. De genoemde meervoudige hoe veelheden komen echter hoog voor. Volgens Prof.Dr. B.H. Slicher van Bath was in Noord Frankrijk in pervlakte bouwland aangeduid naar de benodigde hoeveelheid zaairogge. Men sprak van een schepel- en een muddeland. Een mud graan komt overeen met een hectoliter. Een mud was onder verdeeld in 3 schepels, 12 sche pels land, die gelijk zijn aan 4 mudden land zijn gelijk aan 1 ha. In Zuid Friesland rekende men met 10 schepelsland in 1 ha. Hieruit valt te berekenen dat men vroeger voor de roggeteelt 250 280 kg zaaizaad gebruikte. Rond een eeuw geleden was de ver houding hoeveelheid zaaizaad tot opbrengst nog 1 6. Bij de andere granen zullen in die tijd de verhoudingsgetallen hier van niet veel anders geweest zijn. In de jongste tijd zijn de produk- tie-omstandigheden belangrijk verbeterd. Dit door het beschik baar komen en doelmatige toe passing van minerale meststoffen alsmede van produktievere rassen en beter cultuurtechnische maat regelen. Door de gunstiger groei-omstan- digheden en kwalitatief beter zaaizaad is het uitstoelend ver mogen toegenomen. Hierdoor komt van een korrel meer aren. De benodigde hoeveelheid zaai zaad is hierdoor lager geworden. Ongeveer 20 jaar geleden konden Wijnruit Deeg van gerstemeel rijst niet. Spelt is een tarwesoort. Naar onze begrippen is het een soort van mindere kwaliteit. Het werd ook gebruikt als broodgraan. Moge lijk is spelt de eerst verbouwde tarwesoort geweest. Ook gierst is een voedselgraan. Dit gewas is van betekenis in drogere streken daar het voor groei minder water nodig heeft dan andere granen. In o.a. Afrika wordt het nog ver bouwd. Als peulvruchten zijn bonen en linzen genoemd. De bedoelde bonen zijn vrij zeker van het soort veldbonen waartoe onze paarde-, tuin- en duivebonen behoren. Deze bonen werden wel in brood verwerkt. De linzen gelijken op platte erw ten. Bekend is Genesis 25 29-34 waar Ezau zijn eerstgeboorte recht vergaf aan Jacob voor brood en een linzengerecht. Van vlas wordt gesproken in Jo- zua 2 6. Samuel droeg een lin nen lijfrok (1 Samuel 2 18). Het priestergewaad was van linnen. Dat vlas verbouwd werd blijkt uit Spreuken 31 13 de degelijke huisvrouw zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige hand. Ook in Exodus 39 27-29 worden stoffen van fijn linnen genoemd. Mosterd. Het mosterdzaad wordt vermeld bij gelijkenissen in 3 Evangeliën. Het symboliseert het beeld van het kleine dat opgroeit tot iets groots. De olie die van mosterdzaad werd verkregen diende wel als lampolie. Nardus wordt genoemd in Hoog lied 4 13 en Markus 14 3. Nar- dusolie werd genoemd als kost baar en welriekend. Wijnruit dat o.a. genoemd wordt in Lucas 11 42 en dat meer kwalijk dan lekker ruikt werd door de Joden veel als kruiderij gebruikt en daartoe in tuinen ge kweekt. Hysop is een plant die een min of meer bedwelmende invloed kan uitoefenen, de slaap bevorderen of ook wel een reinigende kracht bezit. Zie Exodus 12 22 en Psalm 51 9. De vermelde gewassen komen in meerdere teksten in de Bijbel boeken voor. In het voorgaande zijn de meest voorkomende ge wassen aangehaald waarvan de meesten in onze dagen nog wor den verbouwd en nog even be langrijk zijn. In de Bijbel worden meer gewassen genoemd. Hoog lied 4 13-14 vermeldt henna- bloemen, nardusplanten, nardus en saffraan, kalmus, kaneel met allerlei wierookstruiken, mirre en aloë met al de kostbaarste spece rijen. Volgens de Concordantie van de Bijbel naar de Statenvertaling wordt tarwe 43 keer, gerst 34 keer en spelt 3 keer vermeld. Voorts wordt in 55 verzen koren ge noemd. Van de oogst wordt 48 keer melding gemaakt en over de Hysop de tijd van Karei de Grote (742 - 814) de verhouding tussen hoe veelheid zaaizaad en opbrengst 1 3. Van deze drievoudige op brengst moest dan weer 'A deel als zaaizaad gereserveerd worden voor het volgende jaar. Voor de 13de eeuw wordt ver meld dat in West Europa de ver houding tussen hoeveelheid zaai zaad en opbrengst in normale gevallen voor tarwe 1 4, gerst 1 3'/2, haver 1 3 en rogge 1 5lA was. Hieruit blijkt dat de voed selvoorziening door het lage pro- duktieniveau niet overdadig was. De opbrengsten van de granen zijn vanaf rond een eeuw geleden geleidelijk belangrijk toegeno men. De gemiddelde opbreng sten van granen in Nederland naar Verslagen en Mededelingen van de Direktie van de Land bouw zijn in onderstaande tabel van enkele peiljaren vermeld. In vroeger tijd werd in Drente en aangrenzende gebieden een op we spreken van gemiddeld onge veer een verhouding van 1 30, is dertigvoudige vrucht. Momenteel is gerekend naar tarwe dit reeds ongeveer vijftigvoud. In de laatste jaren zijn op ver schillende bedrijven tarweop- brengsten behaald van over de 10.000 kg zaad per ha. Hier kun nen we dan spreken van gerekend naar de hoeveelheid zaaizaad van zeventigvoudige vrucht. Het is evenwel geen gemiddelde. Er staat geschreven "het droeg dertig-, zestig- en honderdvoud". februari 1984 Ing. J.H. Lantinga Bronnen; De Bijbel., vertaling N.B.G. Concordantie van de Bijbel, Abraham Trommius Fries Landbouwblad: "Schatten der natuur in de Heili ge Schrift", door A. Hallema I960. Gemiddelde opbrengst van granen in Nederland in Jkg per ha (afgerond) Wintertarwe Zomertarwe Wintergerst Zomergerst Rogge Haver Uit deze gegevens blijkt dat de opbrengsten vooral in de laatste halve eeuw sterk zijn toegenomen. 1851/60 1901 1940 1982 1500 2100 3100 7600 2700 6200 2000 2500 2700 5700 2000 3400 5700 1300 1700 2000 4500 1400 2100 2800 4800

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 33