Boer(in) hier, boer(in) daar.... Boeren in Ghana Klimaat Mais Landbouwmethoden Zweetdruppels A ndré de Jager Jacqueline Veth Vanaf augustus vorig jaar zitten ir. A ndré de Jager (26) en ir. Jacque line Veth (26) in Noord-Ghana als leiders van een klein landbouw- en voedingsvoorlichtingsstation, ge naamd "Langbensi Agricultural StationA ndré werd geboren in Nieuw- en Sint Joosland en groei de op op een fruitteeltbedrijf Jac queline werd in Oude Tonge gebo ren. Zij is dochter van een onder wijzend echtpaar. Via de Her vormde Kerk in Zeeland werken zij voor de presbyteriaanse kerk van Ghana. Beide zijn vorig jaar afgestudeerd aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen. Zij zullen ons vandaar vertellen van hun belevenissen en indrukken. Zaken die aan de orde komen zijn o.m. het werk van de Ghanese boer, de landbouwvoorlichting, allerlei cultuurverschillen tussen hier en daar, de rol van de vrouw in de landbouw, handelsproblemen etc. etc. Zij zullen daarbij zoveel mo gelijk vertellen vanuit hun eigen ervaringen. Hun eerste aflevering treft u hierbij aan (zonder foto's want die zijn daar mislukt), (red.) Wanneer moderne techniek wordt toegepast, dan laat gebrek aan onder delen of brandstof het gebruik vaak niet toe. De vochtigheid is hoog zo tussen april en oktober van 96% in de ochtend tot 70% laat in de mid dag. In het droge seizoen waait er een droge "harmattan" wind vanuit de droge Sahel streken die de vochtigheid laat dalen tot be neden de 20%. In deze periode drink je dan ook heel wat litertjes water per dag. Door de vele uren zonneschijn is de verdamping erg hoog, zodat Februari, het is winter. Koud en/of nat in Nederland, droog en relatief koel in Noord-Ghana. Weinig bedrijvigheid op het land; te koud in Nederland, te droog in Noord-Gh^na. In het huishouden wel veel werk, want eten moet je tenslotte elke dag, ook in Afrika. Veel overeenkomsten, maar ook veel verschillen. Geen zesrijige bietenrooiers, geen 12-scharige rondgaande ploeg, geen trekker met vierwielaandrijving, geen temperatuur geregelde aardappel bewaarplaats. Wel een hak, een kapmes, een ossenkar soms, rie ten hutten voor de opslag van mais. Maar ook combines op grote rijstvelden, traktoren en trucks. Overeenkomsten, verschillen. Boer of boerin zijn in Zeeland of in het Mamprusi gebied. Is dat totaal verschillend of lijkt het wel een beetje op elkaar? Is een boer in Afrika een kollega, een poten tiële konkurrent of een hulpbe hoevende stakker? Veel mensen denken vaak zo zwart-wit, hebben vaak hun oor deel heel snel klaar. "Een Afri kaan is lui en daarom gaat het daar zo slecht". Misschien is dat wel zo, misschien zijn er ook wel andere redenen. Samen met Jac queline Veth zit ik, André de Ja ger, nu ongeveer een half jaar op een landbouwvoorlichtingssta tion in het Noorden van Ghana. Naast het werk in de dorpen en op het station vinden we het heel belangrijk ook wat van onze er varingen naar Nederland door te spelen. Niet met de pretentie om een al geheel beeld van de problematiek van de ontwikkelingslanden te schetsen. Meer om informatie te geven over een klein stukje Afri ka, te vertellen over mogelijkhe den en moeilijkheden bij het ontwikkelingswerk, proberen een beeld te geven van de levenswijze en problemen van een boerenfa milie in Noord-Ghana en om te proberen verbanden te leggen tussen het "boeren" hier en het "boeren" daar. Als m'n schrijflust me niet in de steek laat hoop ik enige keren per jaar een stukje te schrijven in het ZLM-blad. Waarom in het ZLM-blad? Om dat ik als geboren en getogen Zeeuw me nog verbonden voel met het Zeeuwse land. In dit eerste stukje een beschrij ving van het klimaat en in het kort iets over de landbouwme - thoden. Jan Pelleboer zou in dit land mi nimaal 6 maanden werkeloos zijn. In het droge seizoen begint en eindigt elke dag met zon. Soms een harde wind, die veel stof doet opwaaien en soms ook windstil. Zoals in Nederland de tempera tuur bepalend is voor de lengte van het groeiseizoen, zo is dat de regenval in Noord-Ghana. Dit gebied ligt ten Zuiden van de zgn. Sahel-zöne en kenmerkt zich door een savanne landschap (ta melijk vlak met bomen verspreid in het landschap) en 1 regentijd per jaar. De laatste 3 jaar is de regenval ruim beneden het gemiddelde gebleven (700 - 800 mm). Zoals afgelopen jaar viel de laatste re genbui eind september. De late gewassen kregen dan ook te wei nig water. Maximum temperaturen komen voor tegen het einde van het dro ge seizoen (maart - april) en mi nimum temperaturen in decem ber en januari. 35 30 25 Zo max teMp. '«"'tóp. iiii j f 1 J J A S 6 n d het groeiseizoen nog korter is dan dat de tabel met regenval zou doen vermoeden. In het begin en aan het eind van de regentijd is de hoeveelheid regenval niet vol- dan dat wij daaronder verstaan. Maar dat zal later nog wel eens uitgebreid beschreven worden. Landbouw in Afrika is vrijwel geheel gebaseerd op de natuur lijke bronnen als bodem, klimaat en handenarbeid. De moeilijke natuurlijke omstandigheden dic teren een extensief bouwplan. Enkele plaatsen kunnen gebruik maken van irrigatie, maar dat is heel zeldzaam. Een kleine min derheid van de boeren maken gebruik van dierlijke trekkracht. Wat teelt men zoal? Mais vooral. Men oogst de korrel en laat de rest op het land achter. Andere belangrijke gewassen zijn sorghum (een soort mais) en pin da's. Vaak teelt men bonen of groenten tussen de mais in. Samen met vruchten en noten die Kleine boerenbedrijven geven meer werkgelegenheid en een hogere op brengst per ha. doende om de verdamping bij te kunnen houden. Een boer in Afrika "boert" op een klein stukje land met primitieve hulpmiddelen. Dit is het beeld wat velen hebben. Nou in deze streek komt dat aardig met de werkelijkheid overeen. Ruim 80% van de mensen zijn direkt van de landbouw afhankelijk in hun be staan. In onze streek zijn onge veer 85.000 boeren met zo'n 2 tot 3 hektare per bedrijf. Bij het woord "bedrijf' moet je wel heel wat anders voorstellen De voedselsituatie in veel ontwikkelingslanden is zo slecht, dat hulp van rijke landen een levensvoorwaarde is men uit de "bush" haalt vormen deze gewassen de basis van hun bestaan. Vrijwel de gehele oogst wordt zelf gekonsumeerd of ge deeld met familie en slechts een heel klein deel wordt op de markt verkocht. Kippen en parelhoenders zijn veel voorkomend en lopen ge woon los. De meeste boeren houden geiten en schapen. Deze lopen los in het droge seizoen. In het regenseizoen worden ze in een kudde gehouden. Grootvee wordt gehouden door de rijkeren. Men gebruikt deze als trekkracht, als een soort spaarpot voor het geval de oogst mislukt, voor feesten en festivals (om als cadeau te kunnen geven). Soms is het ook een kwestie van prestige om veel vee te hebben. De bodemvruchtbaarheid tracht men op peil te houden door re gelmatig van stuk grond te ver wisselen. De afhankelijkheid van de natuur wordt hier wel erg duidelijk. Re gelmatig zorgen droogten of overvloedige regenval voor het falen van de gehele oogst. Er moet heel hard gewerkt worden onder moeilijke omstandigheden met soms niet eens enig resultaat. Vooruitkomen als boer betekent hier datje geluk moet laten kom- bineren met heel veel zweet druppels. Tot slot van dit artikel een frag ment van een gesprek met een boer tijdens een voorlichtingsbe- zoek. Tijdens dit gesprek probe ren we uit te vinden of hij geinte- resseerd is in ons composterings- programma. Vr. Is de bush-akker (het stuk land vrij ver weg van het huis) altijd op dezelfde plaats geweest? Ant. Nee, we verlaten een klein gedeelte elk jaar en ontginnen ook weer een nieuw gedeelte. Vr. Waarom verlaatje een ge deelte elk jaar? Ant. Omdat de bodem arm wordt. De bodem gaat dood. Vr. Waarom wordt de bodem arm en gaat dood? Ant. Omdat we altijd onze ge wassen op dit land telen en niks teruggeven. We hebben kunst mest nodig. Vr. Hoeveel jaar kun je een stuk land gebruiken voordat het dood gaat? Ant. 3 tot 4 jaar. Vr. Is het moeilijk om een nieuw stuk te ontginnen elk jaar? Ant. Ja, maar we moeten het doen. Het is normaal. Als we kunstmest zouden hebben zou den we niet elk jaar land hoeven te ontginnen. Als de mensen toe nemen hebben we binnenkort geen land meer om te ontginnen. Vr. Was de huis-akker (het stuk grond om het huis heen) al tijd op dezelfde plaats? Ant. Ja, ik ben hier geboren en ik ben hier nog steeds. Vr. Waarom is het mogelijk dat je hier nog steeds kunt "boe ren"? Ant. Nou, de kinderen plassen en poepen hier en wij gooien al ons huisafval op het land en dat houdt de bodem goed. Vr. Hoe is dat met geitenmest (de keutels lagen bij onze voe ten)? Ant. O, ja. Vr. Weet je mensen die mest gebruiken op hun land? Ant. Ja, de Talensi en de Fulani (2 stammen), zij dragen het naar hun land. Vr. Is dat goed? Hoe zijn hun oogsten? Ant. Het is goed. Van een klein stukje halen ze veel mais. Vr. Heb je mest om naar het land te sturen? Ant. Nee, mijn vee wordt ge hoed door een Fulani-man en de schapen en geiten maken niet zo veel. Vr. Kun je de Fulani-man vragen om de mest? Ant. Ja, want hij heeft mijn vee. Hij moet wel toestemmen. Vr. Kun je mest naar het land sturen dit jaar? Heb je genoeg ar beidskracht daarvoor? Ant. Ja, de kinderen doen dat werk. Vr. Je hebt ons verteld dat mest goed is voor de bodem. Zijn er nog andere dingen die goed zijn om in de bodem te stoppen? Ant. Nee, alleen kunstmest en mest. Vr. Zijn maisresten, bladeren en ander afval goed? Ant. Nou, dat is niet goed om dat het het wieden moeilijk maakt met de hak. Het maakt het ook moeilijk om te zaaien, waar er veel resten liggen. Van dit soort gesprekken leren wij heel veel. We leren wat er speelt bij de boeren, wat de problemen zijn en wat voor dingen zij al we ten. Voorlichting is niet maar even komen vertellen wat goed voor ie mand is. Als je het goed doet is het een lang proces van proberen te begrijpen. Voorlichting hier, voorlichting daar. Zowel in Ne derland als in Ghana niet eenvou- diE AJ Tabel 1. Gemiddelde regenval, maximum en minimum waarden in mm in Tamale JFMAMJ JASOND Totaal Max. 25 Gem. Min. 50 200 50 200 75 225 125 25 250 150 25 325 150 50 450 200 50 425 225 50 200 100 50 100 50 25 - (2500) 1100 250)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 32