Voedselvoorziening van eigen
bodem is mogelijk
Chilisalpeter biet méér!
hoezou
ZONDER TUT
ELT ZIJN
Sterkste uitbreiding
graanteelt in Groot-Britannië
16% nitraatstikstof
35natriumoxide
0,04?borium
Met inzet van meer fossiele energie
Een goed bouwplan eist een goed bemes
tingsplan. Suikerbieten vragen stikstof,
natrium en borium. De ideale combinatie
voor de hoogste bietenopbrengst. Maak
daarom een goede start in het nieuwe jaar.
Bestel
Chilisalpeter!
TILT, is het ideale fungicide voor de graanteelt,
met een zeer breed werkingsspectrum en een
lange werkingsduur.
-v¥ Tilt geeft een effectieve bestrijding van;
meeldauw in tarwe en gerst, van gele-, bruine- en
dwergroest in tarwe en gerst Bovendien bestrijdt Tilt
bladvlekken ziekte en netvlekkenziekte in wintergerst
Tilt meer graan uit graan TZIET ER GEZOND UIT MET LIGTERMOET
Kunstmatige
zoetstoffen
veroveren steeds
meer terrein
Als de Nederlandse landbouw het zonder importeren zou moeten doen
en er zo zuinig mogelijk met energie moet worden omgegaan, hoe zou
het er dan voorstaan? Een onderzoek van het Landbouw-Economisch
Instituut geeft aan dat ook dan de bevolking op verantwoorde wijze kan
worden gevoed. Bij een zo zuinig mogelijk verbruik van energie zou
zelfs met slechts 52% van het areaal - wel de beste gronden - 'n aan
minimumeisen voldoende voedselvoorziening kunnen worden gereali
seerd. Er zouden zelfs - als het moest - 30 min mensen kunnen worden
gevoed. Maar wel op een uiterst sobere wijze: met hoofdzakelijk gra
nen, plantaardige vetten, aardappelen en weinig veehouderijprodukten.
Met gebruik van aanzienlijk meer energie maar wel veel minder dan nu
- en bij inzet van meer grond, zou ook een aantrekkelijker en geva
rieerder voedselpakket kunnen worden geleverd met meer vlees, eieren
en zuivelprodukten. Zelfs dan hoeft alle landbouwgrond nog niet vo-
ledig in gebruik te zijn.
Nederland is na de V.S. de grootste
exporteur van voedsel in de wereld.
De Nederlandse boer en tuinder
moet meer dan de helft van zijn in
komen verkrijgen uit afzet in 't bui
tenland. De vraag of de Nederlandse
landbouw in de behoeften v.d. eigen
bevolking zou kunnen voorzien, lijkt
dan ook overbodig. De ervaringen in
de beide wereldoorlogen hebben
echter wel anders geleerd.
De Nederlandse landbouw is name
lijk tevens sterk afhankelijk van im
porten en van de beschikbaarheid
van fossiele energie. Behalve dat 75%
van het eigen areaal van 1.9 min ha
dient voor de produktie van veevoer,
wordt voor dat doel ook nog een
equivalent van 5,4 min ha Ameri
kaanse gerst verbruikt. De voorzie
ning met broodgraan en smeervet
steunt grotendeels op import. En in
de landbouw en aangeschakelde
sectoren in veel energie nodig voor
het op gang houden van de produk
tie.
Noodzakelijke aanpassingen
De studie naar de mogelijkheden
van voedselproduktie in Nederland
zonder invoer van veevoeders en op
een lager niveau van energieverbruik
werd op het LEI verricht in opdracht
van het M inisterie van Landbouw en
Visserij. De studie geeft aan dat voor
een zelfstandige en zuinig met ener
gie omgaande voedselvoorziening
ingrijpende omschakelingen nodig
zijn in de landbouw, de voedings
middelenindustrie en in de samen
stelling van het voedselpakket.
Overheidsingrijpen in de produktie
en de distributie zal onvermijdelijk
zijn. Er zal moeten wórden omge
schakeld van de teelt van gras en
voeder-gewassen naar de teelt van
voedingsgewassen; bovendien zal de
akkerbouw zich meer moeten richten
op de behoeften van de Nederlandse
bevolking.
Verschillende scenario's
Er zijn verschillende scenario's
doorgerekend op basis van een li
neair programmeringsmodel, waar
bij met het oog op zowel produktie
als verbruik, Nederland in een aantal
gebieden is verdeeld.
Als zo zuinig mogelijk met energie
wordt omgesprongen zal de produk
tie zo dicht mogelijk bij de con
sumptiecentra plaatsvinden. Granen
en oliezaden zijn dan de belang
rijkste gewassen en graanprodukten
(brood) en smeervetten, aangevuld
met een dun randje varkensvlees,
vormen het menu.
Als het doel zou zijn om een zo groot
mogelijk aantal mensen in leven te
houden, dan zouden ookaardappe-
len, suikerbieten en ruwvoedernage-
wassen moeten worden verbouwd.
En op de gronden die zich niet voor
akkerbouw lenen, zou de melkpro-
duktie aan bod komen. In dat geval
kan voor 30 min mensen voldoende
voedsel worden geproduceerd, maar
wel met inzet van ruim vijf maal zo
veel energie.
Een "gezond' en toch ook op de
voorkeuren van de consumenten af
gestemd voedselpakket met meer
variatie en een groter aandeel van
veehouderijprodukten, vraagt even
eens meer inzet van energie en
grond. Maar uit het oogpunt van de
kwaliteit van de voeding zou dat
pakket in vele opzichten beter zijn
dan wat we tegenwoordig eten: min
der vet en minder suiker.
Ook het huidige pakket voedings
middelen zou - behoudens kleine
aanpassingen - door de Nederlandse
landbouw kunnen worden geleverd:
maar wel ten koste van een nog ho
gere inzet van fossiele energie.
Het doel van de studie
De studie is vanzelfsprekend niet
verricht omdat de noodzaak van een
dergelijke omschakeling zich aan
dient, maar om een beter inzicht te
krijgen in eventuele mogelijkheden
en ook in onze voedselpositie van dit
moment. Het ontwikkelde model is
bovendien ook voor andere vraag
stellingen te gebruiken. Bijvoorbeeld
voor het doorrekenen van de conse
quenties van verscherping van mi
lieu-eisen, energiebesparing, etc. en
voor een op gesloten kringlopen ge
baseerde landbouw.
Landbouw-economisch instituut.
Volgens gegevens van het Europese Statistiekburo is de graanproduk-
tie in de Gemeenschap als geheel in 10 jaar tijds met ruim 20,5 miljoen
ton gestegen tot 126.25 miljoen ton in 1982, vergeleken met 105.72
miljoen ton in 1973. Het grootste deel van de uitbreiding was te danken
aan de produktie in Groob-Britannië die steeg met 6,6 miljoen ton of
43% tot 21,9 miljoen ton.
Frankrijk bleef de grootste producent met 48,6 miljoen ton, bijna 5700
ton meer dan in 1972, een toename van 13,2%. Dat in Groot-Britannië
de produktie zo sterk kon toenemen hangt vooral samen met de struk-
tuur van de landbouw in dit gebied.
Meer dan 50% van de graanproduk-
tie is afkomstig van bedrijven met
minstens 80 ha. Voor de EG als ge
heel is dat slechts 12%. Hoewel
Frankrijk over een graanareaal be
schikt dat 2,7x zo groot is als het
Britse areaal was de toename van de
graanproduktie in Groot-Britannië
toch aanmerkelijk groter. Dit hoewel
Frankrijk voor zijn betalingsover
schot toch goeddeels afhankelijk is
mmm
sr
WENDT U TOT UW
MESTSTOFFENLEVERANCtER.
Ligtermoet Chemie B V. Postbus 1048
4700 BA Roosendaal. Tel.: 01650-32912
Geregistreerd
handelsmerk van
Ciba Geigy AG.
van de graanexport, met andere
woorden van de restituties die de ge
hele Gemeenschap moet opbrengen.
Wat Nederland betreft is de toename
van de graanproduktie in die tien
jaar slechts bescheiden geweest, na
melijk van 1,36 miljoen ton tot 1,38
miljoen ton.
Dit ondanks een inkrimping van het
graanareaal met ruim 30% wat ge
paard ging met een toename van de
ha-opbrengst met 45,3%.
In Engeland steeg de ha-opbrengst
met 33,3% in Frankrijk met 14,1% en
in Duitsland met 21,2%.
In 1973/74 bedroeg de zelfvoorzie-
ningsgraan in Groot-Britannië nog
65%. De invoer dekte met 8 miljoen
ton ongeveer éénderde van de be
hoefte. In 1982/83 steeg de zelfvoor
zieningsgraad tot 113 en was er een
uitvoer-overschot van bijna 2 mil
joen ton.
Tegenover de gestegen produktie in
Groot-Britannië staat een daling in
het verbruik. De aanwending van
granen als veevoeder daalde in de
genoemde tien jaar met 2,3 miljoen
ton tot 10,8 miljoen ton. Vooral de
tarweproduktie in Groot-Britannië
steeg sterk en wel van 4,7 miljoen ton
tot 10,2 miljoen ton. Daardoor kon
de import dalen van 4,5 tot 1,6 mil
joen ton en de uitvoer toenemen tot
2,45 miljoen ton (was 100.000 t).
vdW.
De kunstmatige zoetstoffen zijn
sterk in opkomst. De ernst van de
situatie is vooral duidelijk op de
Amerikaanse markt, waar een
toeneming is te konstateren van
het gebruik van kunstmatige
zoetstoffen op traditionele sui
kermarkten. De populariteit van
HFCS of isoglucose komt naar
voren in een onlangs gepubli
ceerd rapport van het Ameri
kaanse ministerie van landbouw.
Hieruit blijkt dat in 1983 onge
veer 3,5 miljoen ton HFCS werd
geëxporteerd, vergeleken met
ongeveer 200.000 ton 10 jaar
daarvoor.
Tot dusver heeft HFCS de meeste
punten geskoord op de Ameri
kaanse frisdrankenmarkt en de
geraamde stijging van het Ame
rikaanse verbruik verleden jaar
met 500.000 ton is vooral te dan
ken aan het feit dat veel grote
producenten een verhoging van
het gehalte aan HFCS toeston
den.
Aangezien HFCS pas echt be
kend'werd in de tweede helft van
de jaren 70 heeft de prijs ervan
altijd aanzienlijk boven die van
suiker gelegen.
14
13 april 1984