Winterbloemkool voor Zaadteelt (III) Arbeidstijdverkorting voor werknemers in de tuinbouw Schommelend prijsverloop appelen Onderzoek naar rijpheidskriteria van Golden Delicious Stijgende voorraden drukken (vrije) suikerprijs Franse oogst winterbloemkool valt kleiner uit Ongewenste kruisbestuiving Bloemkool is, evenals alle andere koolsoorten, een kruisbestuivend ge was. Dat wil zeggen, dat er voor een goede zaadzetting stuifmeel nodig is van andere planten. Als kruisbestui ving plaats vindt met planten onder ling binnen het zelfde perceel en dus van het zelfde ras, dan is dat een goede zaak en is er verder niets aan de hand. We spreken dan van interne kruisbestuiving. Als er echter kruisbestuiving plaats vindt met een in de buurt gelegen perceel bloemkool van een ander ras, waardoor bevruchting plaats heeft tussen b.v. een vroeg ras en een laat ras, dan ontstaat er verbastering. In zo'n geval hebben we te maken met ongewenste kruisbestuiving. Veel ernstiger wordt het echter, als het andere perceel een andere kool soort zou zijn b.v. rode kool. In een dergelijk geval zou er een dusdanige verbastering kunnen ontstaan, dat het nakomelingschap van zowel de bloemkool als de rode kool onbruik baar is. De mate van de te verwachten ver bastering benevens de bruikbaarheid van het nakomelingschap is in een dergelijk geval afhankelijk van de afstand der beide percelen, wind richting, obstakels en etc. Een bloeiend koolveld Brassica Winterbloemkool behoort tot de bo tanische soort Brassica oleracea. Dat betekent, dat alle koolsoorten die deze wetenschappelijke naam dra gen, botanisch met elkaar verwant zijn en derhalve met elkaar kunnen verbasteren. Dit betreft alle konsumptiekoolsoor- ten zoals rode-, witte-, savooi-, boe- ren-, bloemkool, spruiten en koolra bi. Hierop moeten de zaadtelers dus steeds zeer attent zijn. Het gevaar dreigt niet alleen van belendende buurtpercelen, maar ook van over winterde planten in volkstuinen en elders gelegen partikuliere groente tuintjes. Van de hierboven genoemde groep Brassica oleracea bestaat geen ver basteringsgevaar met de groep be staande uit b.v. koolraap, koolzaad, knol- en raapzaad. Ondanks het feit dat ze wel allemaal tot het geslacht Brassica behoren, kunnen ze elkaar in de natuur niet bevruchten, omdat ze van een andere soort zijn. Koolraap b.v. is Brassica napus ter wijl knollen (herfstknöl/meiraap) tot de Brassica rapa behoren. Belendingsperikelen Als bij geringe afstand een ernstige verbastering kan worden verwacht, is de kontraktfirma niet verplicht het zaad af te nemen en kan hij op grond van de algemene teeltvoorwaarden (A.T.V.) de teeltovereenkomst zon der schadevergoeding als ontbonden beschouwen. Het eigen belang dienende is het derhalve gewenst om ter voorkoming van dit soort moeilijkheden, vóór de aanvang van de teelt overleg te ple gen met de gebruikers van de belen dende percelen. Belending bij kruisbestuivende ge wassen is één van de keuringseisen van de N.A.K.G. In een regeling ter bestrijding van kruisbestuiving zijn er allerlei voorschriften waarin de afstanden zijn geregeld tussen de ge wassen onderling. In gebieden waar de zaadteelt intensief wordt bedre ven, heeft men teeltafbakeningsre- gelingen gemaakt. Men onderscheidt hierin voorrangsgewassen en niet- voorrangsgewassen. Voor het eiland Overeenkomstig de gemaakte afspraken tussen werknemers en werk gevers is met ingang van het nieuwe kontraktjaar, per 1 maart 1984 een begin gemaakt met de arbeidstijdverkorting. De gekozen vorm voor vaste werknemers is anders dan die voor losse werknemers. Ter infor matie drukken we hieronder de betreffende artikelen uit de CAO's nog eens af. Artikel 17 en 18 van de C.A.O. voor de Tuinbouw luiden als volgt: Artikel 17 Arbeidstijd, tijdstippen van aanvang en einde van de arbeidsdag en roos- tervrije tijd 1. De arbeidstijd bedraagt op de dagen van maandag tot en met vrijdag 8 uur per dag, met in achtneming van het hierna onder de leden 2 en 3 voor vaste res- pektievelijk losse werknemers bepaalde. 2. a. Ingaande 1 maart 1984 geldt voor de vaste werknemers roostervrije tijd. Iedere 2 maanden bestaat er aan spraak op één dag. De werk gever dient de dagen die tij dens de periode van 1 maart 1984 tot en met 28 februari 1985 elke twee maanden als roostervrije dagen gelden voor 1 maart 1984 vast te stel len en schriftelijk aan de be trokken werknemers mee te delen. b. Van de in sub a genoemde verdeling van de roostervrije tijd over de genoemde periode mag worden afgeweken, mits dit gebeurt in overleg met de betreffende werknemers, schriftelijk wordt vastgelegd en de roostervrije tijd over die periode in totaal 48 uur be draagt. c. Indien de vaststelling van roostervrije tijd zoals onder sub a. of sub b. vermeld, niet heeft plaatsgevonden zullen in de periode van 1 maart 1984 tot en met 28 februari 1985, de volgende dagen als roostervrije dagen gelden: - maandag 19 maart 1984; - dinsdag 5 juni 1984; - woens dag 4 juli 1984; - donderdag 6 september 1984; - vrijdag 2 november 1984; - maandag 7 januari 1985. 30 maart 1984 3. Voor losse werknemers wordt met ingang van l april 1984 de arbeidstijd van 40 uur zoals in lid l aangegeven aan het begin of einde van de dag op een of meer dere van deze dagen zo vermin derd dat de arbeidstijd 39 uur per week bedraagt. Partijen geven er voorkeur aan het uur arbeidstijd verkorting te laten voorafgaan of te laten aansluiten aan het week end. 4. De vaststelling van de tijdstippen van aanvang en einde van de ar beidsdag geschiedt - met inacht neming van het overeengekome- ne ten aanzien van de schafttijden als bedoeld in artikel 16 lid 2 - in onderling overleg tussen werkge ver en werknemer met dien ver stande dat de arbeidsdag niet mag aanvangen vóór 7.00 uur en niet mag eindigen na 17.00 uur. 5. Ten aanzien van overeengeko men deeltijdarbeid is het in de voorgaande leden bepaalde van evenredige toepassing, met dien verstande dat deeltijdwerkers nimmer-kunnen worden verplicht meer uren te werken dan is over eengekomen. Indien wel meer uren wordt gewerkt bestaat slechts aanspraak op overwerk - toeslag voorzover door deze uren in de voorgaande leden genoem de aantallen uren en/of tijdstip pen overschreden worden. Artikel 18 Verschuiving van de arbeidstijd 1. Met inachtneming van het be paalde in de volgende leden kan tussen werkgever en vaste werk nemer verschuiving van arbeids tijd worden overeengekomen. Wordt van deze mogelijkheid ge bruik gemaakt, dan dient zulks schriftelijk te worden vastgelegd. 2. De uit de in lid 1 genoemde ver schuiving voortvloeiende verlen ging mag niet meer bedragen dan Va uur per dag gedurende niet langer dan 13 weken per C.A.O.- tijdvak. Ze dient te worden ge- kompenseerd door een zodanige verkorting van de arbeidstijd ge durende de overige periode van het C.A.O.-tijdvak dat het ge middelde van 8 uur per dag over het gehele kontraktjaar blijft ge handhaafd en de arbeidstijd nooit minder dan 7 Vi uur per dag bedraagt. Tholen geldt ook zo'n regeling. Hierin is ook de teelt van wintel bloemkool opgenomen. Voor kool gelden de volgende af standsnormen: Tussen bloemkool en andere Icool- soorten 1000 m Tussen hybriden 1500 m Tussen reuzebloemkool en andere bloemkool 500 m Tussen bloemkooltypen onderling (uitgezonderd reuzeblk) 100 m Daar winterbloemkool tot de reuze bloemkool wordt gerekend, moet derhalve van minimaal 500 m wor den uitgegaan. P.S. Bloempje, stuifmeel, bijtje, sexy kooltje, soortechtheid en raszuiver heid blijft mijn idiooltje. D.L. Koppenhol Studiekiub voor Groente-Bloemzaden "Eiland Tholen" Op verzoek van de EEG-werkgroep "Apple Quality" is onderzoek ver richt naar een praktisch hanteerbare toets voor de bepaling van de rijp heid van Golden Delicious. Voor dit doel is een aantal rijpheidskenmer- ken onderzocht. Daarbij is vooral gelet op de relatie tussen de kelkhol- tediameter en de suiker- en zuurge- halten. Uit het onderzoek blijkt echter dat de samenhang tussen bovengenoemde kenmerken te gering is voor de ont wikkeling van een toetsmethode. Deze konklusie wordt versterkt doordat er geen duidelijke toename in de tijd is van de kelkholtediame- ter. Een en ander is een bevestiging van de resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek. (Inlichtingen: Sprenger Instituut). 3. Bij verlenging van de arbeidstijd is het toegestaan zoveel eerder te beginnen dan 7.00 uur danwel zoveel later te eindigen dan 17.00 uur als de overeengekomen ver lenging bedraagt. 4. Bij gebruikmaking van het be paalde in lid 3 is het noodzakelijk in de periode van verkorting van de arbeidstijd zoveel later te be ginnen dan 7.00 uur danwel zo veel eerder te eindigen dan 17.00 uur als de uit lid 2 voortvloeiende verkorting bedraagt. Het Europese appelseizoen 1983/84 onderscheidt zich wat betreft het prijsverloop nogal wat van andere seizoenen. Tot december liepen de prijzen zoals gewoonlijk wel op maar na de jaarwisseling was er sprake van een kentering. De prijzen bleven ofwel op hetzelfde niveau of ze liepen zelfs terug. Dit laatste was het geval op de Nederlandse veilin gen. In december werd het hoogtepunt bereikt met een doorsnee-prijs van rond de 130 cent per kg, in januari ging er een dubbeltje af en ook in februari was er sprake van een daling van de prijs. De meest recente ontwikkeling in ons land is dat de prijzen behoorlijk aantrekken en weer in de buurt ko men van die van december jl. Cox's en Goudreinetten zijn zelfs belang rijk hoger in prijs dan toen. Bovenstaande prijsbeweging stemt overeen met de ontwikkeling van de afzet van appelen in de E.E.G. Aan vankelijk bleef het aanbod maan denlang een derde achter bij vorig seizoen. Bij een produktie die een kwart kleiner was, had dit tamelijk trage afzetritme tot gevolg dat de voorraad rond de jaarwisseling on danks de 27% kleinere produktie nog maar ruim 10% kleiner was. In januari en februari bleef het aan bod maar 5% achter bij vorig seizoen. Dit alles heeft ertoe geleid dat de voorraad in de Gemeenschap op 1 maart uet 1,70 min kg ca. 14% kleiner was dan vorig seizoen. Vergeleken met het schaarste-seizoen '81/'82 werd er ruim 40% meer bewaard en t.o.v. het seizoen '80/'81 was het kwantum praktisch even groot. Kwaliteit Hoewel in omvang veel kleiner dan de appelvoorraad was het kwantum peren dat op 1 maart jl. nog opge slagen lag veel groter dan in de drie voorgaande seizoenen. Italië dat goed was voor 60% van het E.E.G.- totaal bepaalde grotendeels die trend. Echter ook in Nederland wer den er op 1 maart nog erg veel peren bewaard. Een opvallend detail van dit fruit- seizoen is het hoge percentage klasse I bij de Nederlandse export van ap pelen. Van de totale uitvoer bestemd voor de verse markt is tot begin maart tweederde ingedeeld in klasse I, vorig seizoen was dat krap de helft en in '81/'82 nog geen 40%. Verder valt het op dat de Franse export tot half maart 15% achter is gebleven bij de beide voorgaande seizoenen. Bij de Nederlandse export van peren is van juli '83 t/m februari '84 Enge land de belangrijkste afnemer ge weest. Voorgaande jaren was dat West-Duitsland. Op de wereldgoederenmarkt is sui ker momenteel het goedkoopste produkt. De wereldprijs ligt momenteel rond de 7cts/lb wat overeenkomt met rond 46 cent per kg. Tien jaar gele den lag de wereldprijs nog rond de 66cts/lb (rond 4,40 op de huidige koers van 1 3). Deze toen al zeer hoge prijs hield direkt verband met de toen heersen de oliekrisis. De oorzaak ligt in de grote voorra den die momenteel rond de 40% van de totale jaarkonsumptie bedragen. Dat is het gevolg van een jaren achtereen durende situatie, waarbij de produktie de konsumptie over trof. Wat 1983/84 betreft heerste aanvankelijk de mening dat een of ander land de produktie wel zou te rugschroeven, wat een misrekening bleek te zijn. Dan was er het ongunstige weer dat naar de mening van velen de pro duktie zodanig zou terugdringen dat de produktie nauwelijks of niet ge noeg zou zijn om het verbruik te dekken. De wereldprijs steeg toen tot 14 cts/lb. Alle veronderstellingen bleken onjuist. P.O. Licht rekent voor 1983/84 op een produktie van 96 miljoen ton en een konsumptie van 95 miljoen ton, wat betekent dat de rekordvoorraden verder zullen stijgen. Voeg daarbij het toenemende gebruik van andere zoetmiddelen als mais-suiker, o.a. in de frisdrankenindustrie e.a. dan is het duidelijk dat met een toename van het wereldverbruik van suiker niet te rekenen valt, althans niet in zodanige mate dat de voorraden tot een meer normaal peil zullen terug vallen. Dit temeer daar o.a. in de Ver. Sta ten. die overigens de helft van hun suikerbehoefte door importen dek ken, gerekend wordt met een toena me vari 10% in 1984/85 van het ver bruik van mais-suiker (HFGS). vdw Naar het zich nu laat aanzien (ra ming 1 maart 1984) zal de totale Franse produktie van winterbloem kool ca. 7% kleiner uitvallen dan in het vorige seizoen (310.000 ton tegen 330.000 ton in '82/83). Ten opzichte van '81/82 is er zelfs sprake van een afname met maar liefst 17%. Het areaal winterbloemkool was t.o.v. '82/83 wel met 400 ha uitgebreid tot 30.325 ha. Tot en met 11 maart kon 64.600 ton geëxporteerd worden ('82/83 69.300 ton). Bijna 40% hiervan, ging naar West-Duitsland, 30% naar Engeland en 20% naar Nederland. 21

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 21