T oestanden CS ?rj) ■p Braks neemt zorg en ongerustheid niet weg zegge en schrijve lijVTl,*} zuidelijke landbouw maatschappij Erwten plus/min Ganzen Plattelandsjongeren z.l.m VRIJDAG 30 MAART 1 984 69e JAARGANG NO 3725 land- en tuinbouwblad Bijna tweeduizend boeren waren zaterdag naar Wolvega gekomen om minister Braks z'n uitleg over het Brusselse akkoord aan te horen. De demonstratieve bijeenkomst had een rustig en ingetogen karakter. Gelaten ondergin gen de boeren de uitleg van de minister "dat er snel een beslissing moet vallen, omdat hoe meer tijd er verstrijkt, hoe neteliger en riskanter de situatie wordt". Land bouwschapsvoorzitter Jaap van der Veen verwoordde de zorg en ongerustheid van de Nederlandse landbouw. "Het zuivelakkoord leidt tot een inkomensdaling van tienduizend gulden, hetgeen voor een groter bedrijf kan oplopen tot twintigduizend gulden. Deze bedragen staan in geen enkele verhouding tot wat voor andere groepen in de samenleving nog akseptabel is", aldus Van der Veen. Dat kon minister Braks (op de foto op de rug gezien) niet weerleggen. Naast de minister voorzitter Jan Nijland van de Friese CBTB, drs. Jaap van der Veen en voorzitter 'Thomas Miedema van de ABTB kring Friesland. Individuele boer "Over de toepassing van de superheffing moeten we de konkrete uitwerking nog op tafel krijgen, maar ook in ons laatste beraad is eind vorige week in Brussel onweer sproken gebleven, dat doorwerking naar de individuele boer moet plaatsvinden", aldus minister ir. G. Braks tij dens de demonstratieve bijeenkomst. Ook bij deze gele genheid noemde de bewindsman het mislukken van de Europese Top een grote slag, waardoor veel nieuwe on zekerheid is ontstaan. Deze onzekerheid moet zo spoedig mogelijk verdwijnen. Verder werd er door Braks op gewezen dat het inko- menseffekt van de superheffing in Nederland waar schijnlijk geringer zal zijn dan in andere landen. Als ge volg van het relatief intensieve karakter van de Neder landse melkproduktie, liggen de betaalde kosten (vee voer, kunstmest, e.d.) voor de laatste liters melk betrek kelijk hoog. Bij teruggang van de melkproduktie treedt daardoor een grotere kostenbesparing op dan bij meer extensieve produktie. Ten aanzien van hardheidsgevallen kon de bewindsman nog geen konkrete duidelijkheid geven. Het europese landbouwbeleid beheerst nu al weken lang het nieuws. Desondanks draait de wereld intussen ge woon door. De boeren hebben niet verzuimd datgene te doen wat nodig is om het land weer vrucht te laten dra gen. De boer ploegt nu eenmaal altijd voort. Ondertussen duurt de onzekerheid over de uitwerking van het (voorlo pig) landbouwakkoord onverminderd voort. Ook minister Braks was afgelopen zaterdag op de grote boerenbijeen- komst in Wolvega niet in staat ons nader te informeren over de konkrete invulling van bijvoorbeeld de superhef fing. De minister volstond ermee het akkoord met enige verve te verdedigen. Zijn proefballon over de binnen landse verdeling van het melkquotum - namelijk referen tiejaar 1 983 - had echter sukses: hij kreeg er tenminste de handen mee op elkaar. Het lijkt mij nu maar het beste eerst af te wachten of de E.E.G. de huidige krisis over leeft. Wel hoop ik dat de minister bij de verdere onder handelingen zich de boeren-boodschap zal herinneren die hem in Wolvega op ludieke wijze - maar daarom niet minder gemeend - is meegegeven: "Bezuinigen OK, fail liet nee!" Inmiddels is officieel bevestigd dat de steunregeling voor erwten, tuin- en veldbonen voor menselijke konsumptie gehandhaafd blijft. Voor de praktijk is dat een plezierig bericht. Daar staat echter een teleurstelling tegenover: voor zaaizaad van voererwten en veldbonen loopt de steun af. Ondanks aandrang vanuit (Zuid-west) Neder land is de raad van ministers niet op zijn reeds eerder (1 983) genomen besluit teruggekomen. Dat is bijzonder jammer. Gezien het belang voor de (zuidwestelijke) ak kerbouw vind ik echter dat we moeten blijven proberen deze zaaizaadsteun terug te krijgen. Als we er nu mee beginnen lukt het wellicht voor volgend jaar. Het Brusselse beleid staat opeens een eind van je af als je machteloos moet toezien hoe je wintertarwe of grasland voortdurend vertrapt en opgevreten wordt door ganzen. Ik heb de gevolgen daarvan (in de Yerseke Moer) met eigen ogen gezien en kan me daardoor de irritatie bij de betreffende boeren des te beter voorstellen. Een boer zaait nu eenmaal niet voor de schadevergoeding maar voor een zo rijk mogelijke oogst. Door de enorme aantal len ganzen is het evenwicht totaal zoek en er komen er ieder jaar meer. De drie Zeeuwse Landbouw Organisaties (3 Z.L.O.) hebben inmiddels een brief gestuurd aan het ministerie van Landbouw. Gesteld is dat er sprake is van een onhoudbare situatie waaraan zo snel mogelijk een eind moet komen. Het zit er wel in dat de overheid hier een vergelijkbaar beleid zal willen voeren als op bijvoor beeld Texel en Terschelling d.w.z. via het "aanleggen" van zogenaamde fourageergebieden. Buiten deze alter natieve voedselgebieden mogen de ganzen dan stelsel matig worden verjaagd met o.a. het geweer (ex art. 53 Jachtwet). Nog vorige week gaf de minister daarvoor (weer) toestemming op Texel en Terschelling. Ik kan me voorstellen dat de praktijk niet onmiddellijk staat te jui chen bij de idee van zulke fourageergebieden. Probleem is echter dat als je de ganzen zonder meer verjaagt ze bij de buurman gaan zitten en dat is natuurlijk ook weer niet de bedoeling. Als landbouw zijn we best bereid mee te denken over een konstruktieve oplossing voor dit irritante probleem. Of de landbouw voor de gekozen oplossing uiteindelijk verant woordelijkheid zal kunnen dragen hangt vooral af van de praktische uitwerking daarvan. De plattelandsjongeren verenigd in de P.J.Z. zitten mo menteel in een periode waarin ze zich moeten beraden op de toekomst van de P.J.Z. Onlangs is daarvoor ook een "overlegdag" georganiseerd. Gezien de goede belang stelling en de positieve sfeer op deze dag ben ik bepaald niet bang dat de P.J.Z. ten onder zal gaan. Doordat de subsidiekraan steeds verder dicht gaat zal echter het ak sent (weer) veel meer op zelfwerkzaamheid komen te liggen. Op zichzelf hoeft dat zeker geen ongunstige ont wikkeling te zijn. Vanuit öe Z.L.M. volgen wij de ontwik kelingen met grote belangstelling. Daarbij is ook van groot belang dat de P.J.Z. vanuit onze afdelingen en kringen positief wordt benaderd, ook wat de ledenwer ving betreft. Voor de jongeren is dat een ekstra stimulans om te laten zien wat ze waard zijn. Op de overlegdag bleek uit de diskussie dat er binnen de P.J.Z. behoefte is aan (meer) algemene agrarische aktiviteitérï. Dit hoeft overigens niet in strijd te zijn met de aktiviteiten van het Zuidwestelijk beter dan "Zeeuws" Agrarisch Jongeren Kontakt (Z.A.J.K.). Formeel is het Z.A.J.K. immers een kommissie van de drie plattelandsjongeren organisaties. In de praktijk funktioneert het Z.A.J.K. echter vrijwel zelfstandig, althans die indruk heb ik. Wellicht dat een en ander aanleiding kan zijn om ook de wisselwerking tus sen het Z.A.J.K. enerzijds en de plattelandsjongerenor ganisaties anderzijds bij de diskussie over de koers van de P.J.Z. te betrekken. Meer duidelijkheid op dit punt kan de presentatie - en daarmee de herkenbaarheid - van het (agrarisch) jongerenwerk ten goede komen. Overigens zullen de jongeren dit zelf moeten uitmaken want de toekomst is immers aan de jeugd. Oggel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 1