Geleidelijke overgang van stal naar weide veruit beste We kunnen ons waarschijnlijk allemaal nog heel goed herinneren hoe nat en slecht voorjaar 1983 was. De koeien konden pas zeer laat naar buiten en het gras van de eerste snede was veel te lang geworden met als gevolg een matige kwaliteit. Ook was er veel schade aan de grasmat door vertrappen en berijden. Op dit moment is uiteraard nog niet te bezien hoe het voorjaar 1984 zal zijn. Maar we hopen natuurlijk dat het beter is dan voorjaar 1983. Overgang van stal naar weide en kopziekte Een geleidelijke overgang is voor vele zaken veruit het beste. Dit geldt ook zeker voor het melkvee bij de over gang van stal naar weide. Want dit betekent ook een overgang van kuil- voer naar vers gras. Daarom moet dit alles geleidelijk gebeuren. Als er grasland aan huis ligt. is het heel goed mogelijk om te beginnen met de koeien slechts en kele uren buiten te laten. Vooral bij een ligboxenstal is dit heel gemak kelijk. Ook de voeding hoeven we dan niet ineens te veranderen. Daar door is er ook minder kans op voe derstoornissen. Een geleidelijke overgang van stal naar weide heeft ook een gunstige invloed op het voorkomen van kop ziekte. Gelukkig is het aantal kop ziekte gevallen de laatste jaren sterk afgenomen. Dat wil echter niet zeg gen dat het gevaar hiervoor helemaal is geweken. Integendeel, want ieder jaar vallen er nog slachtoffers onder de koeien. Vooral bij plotselinge weersveranderingen is het gevaar groot. Aan het weer kunnen we ech ter nog weinig doen, maar wel aan de bemestingstoestand van de grond en de voeding van het vee. Vooral die percelen die een hoge kalitoestand hebben of waar dit voorjaar nog flink drijfmest is opgebracht, zijn gevaar lijk. Als het enigszins kan, moeten deze percelen daarom niet direkt worden geweid, maar eerst gemaaid voor voederwinning. De magnesiumvoorziening is ook een belangrijke zaak, want bij kop ziekte is het magnesiumgehalte in het bloed te laag. Daarom moeten we zorgen dat er voldoende van dit ele ment in het gras zit. En dit is weer afhankelijk van de hoeveelheid magnesium in de grond. Op zandgrond moeten we daarom regelmatig kieseriet of bitterzout strooien. Op kleigrond heeft dit wei nig zin. Om de koeien dan toch voldoende magnesium met het gras te laten op nemen. kunnen we hier beter, vlak vóór het inscharen, gebrande mag- nesiet strooien. Als we dit doen 's morgens op een dauwnat gewas blijft dit spul aan het gras kleven en wordt dan automatisch met het weiden op genomen. Maar ook al hebben we alle maatre gelen zo goed mogelijk genomen, het blijft toch noodzakelijk om de koeien in de gaten te houden. Vooral als een koe zich afzondert van de groep moeten we goed opletten en op tijd de dierenarts waarschuwen. Want het kan een kwestie van minuten zijn. Restanten kuilen goed afdekken Op de meeste bedrijven blijft in het voorjaar een bepaalde hoeveelheid voer over. Dit voer is een kostbaar produkt en daarom moeten, we er ook zuinig op zijn, want niet alleen krachtvoer maar ook ruwvoer wordt steeds duurder, ook al hebben we dat voer van het eigen bedrijf gewonnen. Blijven er hele kuilen over, dan moeten we die goed kontroleren. Bij kuilen met een gronddek komt het dikwijls voor dat er door de regen de grond is afgespoeld en het plastik is blootgekomen. Het beste is dan om er weer grond op te brengen, zodat het plastik goed wordt beschermd. Vooral op de "nekken" van de kuilen is het dikwijls moeilijk grond te houden. Dan moeten we er voor zorgen dat eventuele beschadigingen aan plastik direkt worden dichtge plakt. Kleine stukken kuil van b.v. enkele meters lengte kunnen het beste maar worden opgevoerd. Bij grotere ge deelten is het zonder meer de moeite waard deze te bewaren en goed af te sluiten, zodat deze kuilen de zomer goed doorkomen. Het plastik terug leggen en hierop een paar banden, een balk of een paar scheppen grond is natuurlijk niet voldoende. Dit-af dekken moet goed gebeuren en dat betekent zo luchtdicht mogelijk. Dus het plastik goed terugleggen over de zijkant van de kuil en liefst afdekken met grond. Is dat niet mogelijk dan een beschermzeil of een ekstra laag plastik aanbrengen, die dan aan de onderkant weer goed wordt vastge legd met een flinke laag grond, plas tik zakken met grond, of speciale zandslurven. Om beschadigingen door vee of spelende kinderen te voorkomen is het noodzakelijk dat er een goede afrastering rond de kuilen worden geplaatst. Op verschillende bedrijven geeft de plaats van de kui len soms een zeer rommelige indruk. Hopen grond met daartussen flap perende stukken plastik zijn geen fraaie visitekaartjes. Door het plastik op te "ruimen en het terrein te egali seren, wordt het aanzicht al een stuk fraaier. Bovendien ligt de kuilplaats dan weer klaar voor het nieuwe in- kuilseizoen. Plastik met Komo-keur Regelmatig komen er toch nog rollen plastik op de bedrijven die niet vol doen aan de eisen van dikte, kwali teit, sterkte e.d. Het blijkt namelijk dat er toch nogal wat plastik wordt verkocht voor bij voorbeeld 0,15 mm dikte, dat in werkelijkheid maar 0,12 mm dik is. Dit is-wel een afwijking van 20%. Voor de gebruiker van het plastik is het echter moeilijk te kontroleren of het voldoet aan de opgegeven dikte. Door een rol te wegen, kunnen we wel een indruk krijgen over de wer kelijke dikte. Maar zekerheid over de dikte, sterkte e.d. hebben we pas als dit echt gega randeerd wordt. Dit is het geval wanneer het Komo-keurmerk er op staat. Dit is een keur door een neu trale instantie, die daarvoor dan ook regelmatig steekproeven neemt of het plastik wel aan de gestelde eisen voldoet. De prijs van het plastik met Komo- keur zal meestal wel iets hoger lig gen. maar dan heeft U ook de zeker heid dat het plastik goed is. Want het is toch bijzonder jammer als we met veel moeite en kosten hebben ge probeerd om goed kuilvoer te win nen en dat we dan verliezen krijgen, doordat het plastik niet luchtdicht is. Wees daarom kritisch en eis plastik met Komo-keur. Het is wel wat duurder, maar U bent dan verzekerd van kwalitatief goed plastik. En dat is nodig om het ruwvoer goed te kun nen bewaren. Klauwverzorging Wanneer wij zelf moeten lopen en werken met schoenen die slecht pas sen, is dat geen lolletje. Het is bovendien nog vermoeiend en pijn lijk en het is dan ook logisch dat de arbeidsprestatie minder is. Dit zelfde geldt ook voor onze koei en. Wanneer die het moeten doen met slecht onderhouden klauwen zal de produktie daar ook niet beter van Zorg voor goed passende schoenen. Schade door vroege akkertrips treedt vooral op bij droog weinig groeizaam weer als de voorvrucht tarwe, gerst of erwten is geweest. Bedenk dat verzwakte bieten om wat voor reden dan ook gevoeliger zijn voor onkruidbestrijdingen! Bieten overzaaien? Pas doen als vast staat dat 40.000 a 50.000 planten per ha regelmatig verdeeld niet gehaald wordt. Vlas Tegen zaadonkruiden kan binnen 3 dagen na de zaai toegepast worden: 3A a 1Z2 kg Venzar bij ondervrucht klaver of luzerne; 0,6 a 0,75 kg linu- ron bij ondervrucht karwij. Vanaf een gewaslengte van 5 cm kan 2,5 liter Extar-Sandoz gespoten worden tegen zaadonkruiden (met name zwaluwtong). Is het vlas 8-10 cm dan de hoeveelheid verhogen tot 3 Titer. Aan deze bespuiting kan 0,5 tot 3A liter MCPA 25% worden bijgevoegd, (witte krodde). Ook Actril AC en Certrol A of Basagran zijn goede zaadonkruidbestrijdingsmiddelen. Spuiten met veel water verdient aanbeveling. Ook aan Basagran kan V2-3A liter MCPA 25% toegevoegd worden. Als klavers ingezaaid zijn dan geen Basagran spuiten voor deze het tweebladstadium hebben be reikt. Bij ondervrucht karwij geen Basagran gebruiken. Spuiten direkt na een parathionbespuiting of als nachtvorst verwacht wordt moet on traden worden. De trips kan bestre den worden met 1 Vi liter parathion per ha, let op ze kunnen al vroeg aanwezig zijn. 30 maart 1984 Erwten Afhankelijk van grondsoort, onder vrucht en onkruidassortiment wordt vaak een keuze gemaakt uit de vol gende bodemherbiciden: Tribunil, Bladex, Campagard, simazin of geen bodemherbicide. Kleine onkruiden zijn het best te bestrijden; DNOC kan tot vlak voor opkomst gespoten worden en Ivosit kort na opkomst. Het gewas moet voor Ivosit droog zijn doch de grond enigszins vochtig. In een later sta dium is een keuze mogelijk uit dino- seb of Basagran al of niet met Ivosit. Zodra de eerste vreterij van bla drandkever wordt waargenomen of vroege akkertrips aanwezig is, ver dient een bespuiting met I/2 liter of kg parathion aanbeveling (parathion niet mengen met kleurstoffen). Blauwmaanzaad Dit gewas is buitengewoon gevoelig voor trips, kontroleer het gewas van af de opkomst daarna intensief en voer zo nodig een bespuiting uit met P/2 liter parathion. Onkruidbestrij- ding na opkomst kan plaatsvinden met 6-7,5 liter Asulox per ha. Wan neer voor opkomst reeds Asulox ge bruikt is dan 6 liter Asulox per ha gebruiken. Melden en ganzevoeten worden niet bestreden. Karwij, gewoon en uitlopervormend roodzwenk als ondervrucht verdra gen een bespuiting na opkomst niet. Basagran is niet toegelaten, we zullen eerst de onderzoekresultaten moeten afwachten. Knolselderij Reeds in april dient 120 kg stikstof per ha plus de benodigde hoeveel heid fosfaat en kali gestrooid te wor den. Vervolgens moet enkele weken voor het planten de grond klaarge legd worden. Bewerk de grond tot 8 a 10 cm diepte, fijfi verkruimeld en goed vlak. Om de aanslag van de planten in een droge periode in mei te bevorderen de volgende zaken in acht nemen: niet dieper bewerken dan 8 k 10 cm, eventueel slepen of rollen kort na de eerste bewerking, later niet meer bewerken (on kruid doodspuiten zie "onkruid- bestrijdiijg over de ploegsneden" eerder in dit artikel). Teunisbloemen Een uniform gewas is de BASIS voor deze teelt. Zowel perceelskeuze als zaaibedbereiding moeten erop ge richt zijn om op elke plaats een zaai- diepte van 1 cm op de vochtige ondergrond te bereiken (precisie zaai). Dit samen met een zaaitijd van begin april (bodemtemperatuur over dag 10 gr.C.) moeten een vlotte kieming en daarmee een uniform ge was mogelijk maken. Kort na het zaaien 5 kg lironion per ha als bodemherbicide is een moge lijkheid. Op gronden van 15-20% af- slibbaar in verband met schadekan- sen liever 3-4 kg. Het is beslist aan te raden kort voor opkomst van de teu nisbloemen het onkruid af te bran den. Er staat altijd meer dan U denkt. Bemesten lijkt niet nodig te zijn. De bedrijfsvoorlichter, ing. H.C.A. Rijk worden. Daarom is het nodig dat we regelmatig de klauwen van onze koeien kontroleren. En wanneer een koe kreupel is of moeilijk loopt, moeten we nagaan waar de oorzaak ligt. In veel gevallen zullen dit dan de klauwen zijn. Maar ook bij klauwgebreken is voorkomen nog altijd beter dan ge nezen. In de weideperiode moeten de koeien op de meeste bedrijven elke dag één of twee keer naar de stal lopen om te worden gemolken. Op zichzelf is dit helemaal niet erg als de weg maar goed is. Als deze looppad bestaat uit steenpuin, split of ander hobbelig of scherp materiaal, dan vragen we om moeilijkheden. Een zandpad is ideaal en de koeien lopen er ook graag over. Maar in ons landje regent het nogal eens en dan wordt zo'n zandpad een modderbad. Daarom zal in veel gevallen verhar den van zo'n pad nodig zijn. Dat kan goed met bijvoorbeeld beton, klin kers, tegels e.d. mits deze maar goed zijn gelegd. En onder goed gelegd verstaan we een gelijke ligging, niet te grof, en ook weer niet te glad af gewerkt. Èen andere maatregel om moeilijk heden met de klauwen te voorko men, is het gebruiken van een voet bad met een ontsmettingsvloeistof. Hiervoor is een 3% handelsformaline oplossing goed geschikt. Deze bak moeten we bij voorkeur plaatsen bij de uitgang van de melkstal, zodat alle koeien er ook inderdaad gebruik van moeten maken. Bij het melken op een grupstal is het moeilijker. Maar bekijk toch eens of het ook hier mogelijk is om bij de staluitgang de koeien door een voetbad te laten lo pen. Maar ondanks alle goede voorzorgs maatregelen zullen er toch nog wel eens klauwaandoeningen voorkomen. Door deze zo snel mogelijk te behan delen, kunnen we erger voorkomen. Hebben we te maken met een hard nekkig en soms ook nog besmette lijke klauwaandoening, dan is het noodzakelijk om op tijd de dierenarts te raadplegen en zelf niet te lang te blijven aanmodderen. Er zijn name lijk verschillende soorten "klauw- ziekten", die ieder dikwijls toch weer een andere behandeling vragen. Ga daarom niet zelf experimenteren, maar overleg dit met Uw dierenarts. Teelt van snijmais Snijmais is veruit ons belangrijkste voedergewas. Vooral op onze zand gronden neemt dit gewas een grote plaats in. En terecht, want het is een prima voer dat goed past op onze bedrijven. De beste tijd om te zaaien is eind april begin mei. Vroeger is te riskant in verband met koude, zware nacht vorsten e.d. Later is ook niet goed, want proeven hebben uitgewezen dat zaaien na 10 mei ook opbrengst derving geeft. We krijgen dan wel een gewas dat zeker zo lang is, maar de stevigheid en de korrelzetting wordt minder. Op zandgrond wordt het snijmais- land in april nog veel gebruikt om drijfmest uit te rijden. Toch moeten we de hoeveelheid óok niet overdrij ven. Meer dan 100 m3 drijfmest per ha geeft weinig ekstra opbrengst meer. De verdere bemesting, ook op kleigrond, hangt af van de bemes tingstoestand van de grond en de hoeveelheid drijfmest die is gegeven. Een rijenbemesting met fosfaat is in -de meeste gevallen wel gewenst. Vooral voor de begingroei. Voor de genen, die nog zaaizaad moeten be stellen, is het verstandig om de ras- senlijst nog eens goed te bekijken. Want we moeten niet alleen naar de opbrengstcijfers kijken, maar ook naar de andere eigenschappen. Normaal is het zaaizaad al ontsmet tegen kiemschimmels, maar niet tegen ritnaalden (koperwormen) en fritvlieg. Vooral het eerste en tweede jaar na het scheuren van grasland is er veel kans op schade door ritnaal den. Deze insekten vreten aan de stengels, waardoor de planten weg vallen. Om dit te voorkomen, kan kort voor het zaaien worden gespoten met 3,5 1 Lindaan 21% per ha, wat direkt moet worden ingewerkt. Een andere mo gelijkheid is het zaaizaad te ont smetten met 3 g Lindaan 20% per kg zaad. Ook fritvlieg kan in sommige jaren nogal schade doen. Een zaadbehan deling met 10 g Mesurol per kg zaad geeft al een redelijke bescherming. Schade door vogels, zoals duiven, kraaien en fazanten kan in veel ge vallen worden voorkomen door op een diepte van 5 cm te zaaien. Probeer zo weinig mogelijk zaad te morsen, want dit lokt de vogels. Een zaadbehandeling met Mesurol geeft ook hier een redelijke bescherming. Voor de onkruidbestrijding in snij mais zijn er thans veel middelen. Be langrijk is ook om goed te bekijken welke onkruiden het meest voorko men en mede aan de hand daarvan een bepaald middel te kiezen. Als U lid bent van de "Waarschuwings dienst voor Plantenziekten" kunt U in het boekje "Handleiding 1984" het middel kiezen dat het beste past. Wanneer U laat spuiten, is overleg met de loonspuiter zeer belangrijk. Hij is deskundig op dit terrein en weet meestal ook wel onder welke om standigheden het beste kan worden gespoten. C.A.R. Zevenbergen Bedrijfsvoorlichter rundveehouderij, ing. A.J. Biemans 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 13