De maand april op het
Zuidwestelijk landbouwbedrijf
-
Konsuféntschap voor de Akkerbouw
en de Rundveehouderij te Goes
plff 0^ 1
I—ui—IWW Jt:;;V'
Vooral nu de poters duur zijn, is het zaak goed te letten op de potermaat, aantal
kiemen en gewenste aantal stengels.
In de tweede helft van februari is er kunstmest gestrooid, zijn er tweedejaars plantuien geplant en zomer
granen gezaaid. Als we dit artikel half maart schrijven zijn deze werkzaamheden nog niet afgerond. Wat
kunstmest strooien betreft komt het gevaar van ZOUTSCHADE om de hoek kijken, zeker als er nog kali bij
moet. Fosfaat geeft nauwelijks zoutschade.
GROENBEMESTERS zijn in een bouwplan met rooivruchten een "must" uit het oogpunt van opbrengst
van het volggewas en de bodemvruchtbaarheid.
Als nog geen klaver of Engels raaigras onder de granen is gezaaid, is dit begin april de hoogste tijd. Zeker
onder wintertarwe. Italiaans raaigras dient pas gezaaid te worden na half april en in zomergranen begin mei.
Gemengde inzaai van Engels raaigras met zomergranen geeft zeer goede slagingskansen.
Mogelijk doen zich in april reeds vragen voor welke VERVANGENDE GEWASSEN geteeld kunnen
worden na het uitrijden van een gewas waarop een bodemherbicide toegepast was. Vergewist U zich van de
(on-)mogelijkheden.
Het is een goede zaak om van begin af aan de TEELTGEGEVENS per gewas en per perceel op te schrijven.
Dit om later saldoberekeningen te kunnen maken (Aktualiteiten 31 "Rekenen en Weten")"maar ook om de
oorzaken op te kunnen sporen voor een tegenvallende opbrengst. Volgende jaren kunt U veel hebben aan
deze aantekeningen in bouwboek of agenda.
Wenken bij het spuiten
De keuze uit het grote aantal bestrij
dingsmiddelen is makkelijker voor U
als U de "Groene P.D.-berichten"
en/of de "Handleiding 1984" erop
naslaat. Ook het nalezen van het eti
ket is geen overbodige luxe. En als
het middel dan in een goed schoon
gemaakte en afgestelde spuitmachi-
ne gaat is er weer aan een voorwaar
de voldaan voor een goed spuitre-
sultaat. Let ook op wind en drift in
verband met schade in aangrenzende
percelen (chloor IPC en graszaad,
groeistoffen en witlof. Ramrod en
tulpen, enz.)
Ten aanzien van het mengen van
bestrijdingsmiddelen gelden de vol
gende algemene regels:
Als op een etiket van een produkt
een bepaalde menging aanbevo
len wordt kan die altijd zonder
bezwaar toegepast worden. Elke
fabrikant gebruikt weer andere
formuleringen, meng daarom
middelen afkomstig van dezelfde
fabrikant.
Mengen "buiten de adviezen om"
kan bezwaren geven vanwege:
uitvlokken, bezinken of opromen
van het middel, een minder goede
werking of schade aan het gewas.
Daarbij zij opgemerkt dat het
mengen van vloeibare middelen
met enerzijds spuitpoeders en
anderzijds flowables vaak niet
gaat.
Onkruidbestrijding over de ploegsne-
den
Het mechanisch bestrijden van dit
onkruid is mogelijk maar aangezien
dit een intensieve grondbewerking
vraagt gaat dit vaak ten koste van het
zaaibed. Bovendien valt het on-
kruidbestrijdingseffekt vaak tegen.
Een betere oplossing voor dit pro
bleem is het spuiten van Gramoxone
en/of Reglone of Actor met veel
water en niet te grove druppel.
Komen er sterk ontwikkelde zaad
onkruiden voor zoals muur, kleef
kruid, kamille enz. dan biedt 2 a 3
liter Roundup per ha een zeer goed
alternatief. Binnen 2 h 3 dagen kan
een grondbewerking plaatsvinden,
het effekt van Roundup is dan nog
nauwelijks zichtbaar.
Voor late gewassen als bonen en
knolselderij kan op goed ontwikkel
de kweek, klein hoefblad of aardap
pelopslag Roundup ingezet worden.
Pas de dosering aan naar onkruid
soort en gebruik 100 liter water per
liter Roundup. Een pleksgewijze
bestrijding ook in de gewassen kan
een verspreiding van het betreffende
wortelonkruid over het hele perceel
voorkomen.
Over de onkruidbestrijding in granen
is reeds een apart artikel in het
Z.L.M.-blad verschenen van de hand
van ing. L. Zwemer. Tevens staat in
formatie hierover in de "Spuithand-
leiding" en in de "Groene Berich
ten".
Er zal eerder CCC nodig zijn indien:
de grond stikstofrijk is,
het plantenbestand dicht is,
er sprake is van een weelderige
beginontwikkeling,
een ondervrucht geteeld wordt
(graszaad!),
er kans op voetziekte is.
12
Daarnaast speelt het ras ook een rol:
bij Marksman wordt geen CCC
geadviseerd,
bij Arminda, Granada en Saiga
l liter (minder dan liter per
toepassing is niet zinvol; Armin
da reageert soms zelfs negatief op
CCC),
Citadel neemt een tussenpositie
in,
bij Okapi en Donjon is zeker
CCC nodig; meestal tweemaal,
bijvoorbeeld 1 1 of l'A 1
liter met 10-14 dagen tussentijd.
Neem daarbij eerdergenoemde
omstandigheden in overweging.
U. Vraag informatie bij Uw bedrijfs-
voorlichter.
In het algemeen zal er geen nood
zaak zijn om een tweede stikstofgift
al in stadium F 5 toe te dienen. Al
leen bij een schrale gewasontwikke
ling of bij een hol plantbestand zal
een vroegtijdige tweede gift overwo
gen moeten worden. Deze vroege gift
verhoogt het aantal aren per m2.
Wintergerst
Wintergerst reageert gunstig op een
gedeelde stikstofgift. De tweede gift
van 30 a 60 kg N per ha is nodig in
stadium F 5.
Bij rijenbespuiting behoort een goede hoogteregeling.
De grootste stevigheid ontstaat door
de basis van de stengel te verkorten.
Hiervoor is spuiten in gewasstadium
F 5 een vereiste (F 5 sporadisch is
een eerste knoop boven de grond
voelbaar). Er moet groei in het gewas
zitten; bij koud en schraal weer
neemt het gewas onvoldoende op.
Het juiste bestrijdingstijdstip voor
oogvlekkenziekte is F 6 (bij zowat
elke hoofdstèngel is de eerste knoop
boven de grens voelbaar). Dit is 2
weken na F5. De norm voor de be
strijding is: op minstens 15 20% van
de stengels een oogvlek. Spuit ter
voorkoming van resistentie niet on
nodig.
Wilt U aan de hand van eigen waar
nemingen het gewas beter volgen,
ziekten Ieren kennen en een gericht
computeradvies voor ziektebestrij
ding krijgen? Dan is Epipré iets voor
gebruik van grof pootgoed, 45 mm
opwaarts en op gronden met een
matige loofontwikkeling (zware
grond) ligt het optimum bij 18-20
stengels per m2. Beneden resp. 16 en
18 stengels per m2 treedt als regel
opbrengstderving op.
Mede gezien deze gegevens lijkt het
ons uit oogpunt van verlaging van de
pootgoedkosten per ha niet verstan
dig om de potermaat 35/45 op lichte
grond wijder te poten dan 40 cm in
de rij en op zware grond 37 cm.
Bedenk dat op zware grond bij vroeg
poten, en bij een slechte struktuur
minder stengels tot ontwikkeling ko
men. Ook passen hier potermaten
kleiner dan 35/45 minder goed.
Ook rhizoctonia (lakschurft) kan het
gewenste stengelaantal per m2 nog
bedreigen.
Denk bij de pootbedbereiding aan de
volgende punten:
enkellucht verdient de voorkeur,
bandenspanning zo laag mogelijk
als verantwoord is volgens de
bandentabel,
zo weinig mogelijk werkgangen,
dus zo groot mogelijke werk-
breedte,
geen sporen onder de ruggen
waarin de aardappelen komen te
groeien poten in onbereden
grond),
een losse laag van 6 cm is vol
doende om de poter te kunnen
bedekken (zware grond!),
rijd zo snel mogelijk (hogere ka-
paciteit, minder brandstof per ha,
minder kans op versmering),
goede diepteregeling,
vlak pootbed.
Evenals bij het poten geldt voor het
frezen dat de grond voldoende droog
moet zijn om struktuurbederf én
kluitvorming te voorkomen. Bij
vroeg poten vooral op lichte grond
zal men enige tijd moeten wachten
met frezen totdat de wortelgroei op
gang komen is. Dit geldt nog sterker
als het pootgoed koud gepoot is of
fysiologisch zwak is of bij aanwezig
heid van knolziekten (fusarium, rhi
zoctonia). Bij laat poten vooral op
zware grond verdient het aanbeve
ling in verband met vochtvoorzie-
ning in het pootbed kort na het poten
te frezen (uitdroging voorkomen).
De onkruidbestrijding in aardappe
len kan plaatsvinden door kort na de
laatste keer aanaarden of frezen te
spuiten met een bodemherbicide
zonder kontaktwerking op een be-
zakte rug. Kort tegen de opkomst
kan gebruik gemaakt worden van
middelen die ook kontaktwerking
hebben, zoals bijvoorbeeld Sencor of
Igrater (Sencor niet in alle rassen).
Komt er kleefkruid voor dan dient
men een bestrijding uit te voeren met
DNOC of Herbogil vlak voor of tij
dens de opkomst. Deze kleurstoffen
kunnen gemengd met Sencor of
Igrater worden verspoten.
Geen bestrijding uitvoeren bij teveel
wind en dwarswind. De verdeling
van het middel is onder die omstan
digheden onvoldoende.
Vergeet ook de AARDAPPELAF
VALHOPEN niet! De loofontwikke
ling op deze hopen kan worden
tegengegaan door NU Prefix korrels
of Casoron granulaat te strooien.
Men kan de hopen ook afdekken met
zwart plastik.
N.B. Gebruik geen ongekeurd poot
goed of pootgoed dat niet op Phoma
is onderzocht. De kans bestaat dat
dan het hele perceel zal moeten
worden omgeploegd.
Suikerbieten
Over de onkruidbestrijding voor op
komst, na opkomst, zaaibed en zaai
en, schoffelen en rijenbespuiting
verschijnen aparte artikelen in het
kader van de Aktie "Zuidwest Sui
kerbieten".
Uitleg bij het schema:
Bietekever: Voor(delen van) perce
len die extra risiko's lopen zal naast
een zaaizaadbehandeling tevens een
volveldsbehandeling, zaaivoorbe-
spuiting of een granulaattoepassing
gewenst zijn.
Carbofuran dat in pillenzaad zit
geeft kans op groeiremming en weg
val. Indien de bieteplantjes nog klein
zijn en er worden op de planten de
zogenaamde "vliegende bieteke
vers" gevonden dan kan in de
avonduren worden gespoten met
parathion.
Ritnaalden of te wel koperwormen
Komen ze in wat groter aantallen
voor dan is de enige afdoende bes
trijding een grondbehandeling met
lindaan.
Granulaten
Als deze "droog liggen" werken ze
minder goed. Tranid Temik
lindaan) mag in een maximale dose
ring van 10 kg per ha toegepast wor
den, de werking op luizen komt dan
overeen met 8 kg Temik.
De werking van Temik en Vydate op
het bietecysteaaltje is sterk wisselend
en gemiddeld amper winstgevend.
Tabel 1. Aantal stengels per poter, de benodigde hoeveelheid pootgoed voor
een standdichtheid van 18 stengels per m2 en de prijsverhouding op grond
van de "gebruikswaarde" van een drietal pootgoedmaten van het ras Bintje
potermaat
in mm
aantal
stengels
per knol
aantal
poters
per ha
gewicht
in
kg/ha
globale
prijsver
houding
28/35
35/45
45/50
4
5.5
6,5
45.000
33.000
28.000
1150
1700
2300
150
100
75
Meeldauw en dwergroest doen vaak
meer schade dan men denkt. Met
Bayleton is een goede bestrijding te
verkrijgen, spuiten kort voor het in
aar komen geeft de beste resultaten
maar in een vroeg ontwikkeld gewas
kan een behandeling in een vroeger
stadium nodig zijn.
Aardappelen
Wilt U de kieming van de poters tot
het poten in de hand houden, zorg
dan dat hoe dan ook licht en lucht tot
de poters toe kunnen treden.
Uit onderzoek is komen vast te staan
dat een maximum opbrengst aan af-
leverbaar produkt 40 mm opwaarts
bereikt wordt bij 16 a 20 stengels per
m2. Op gronden met een goede loof
ontwikkeling (vofchthoudende zavel
gronden) is het gewenst te streven
naar 16 tot 18 stengels per m2. Bij
Tabel 2. Schematisch overzicht van de werking van insekticiden in de biete
teelt
biete- spring- rit- emel- blad- biete
kever staart- naalden ten lui- cyste
zen aaltje
en
I
Z.Z. behandeling
Mesurol
Multamat
Carbofuran
lindaan
II Zaaivoor
Mesurol
4-
-
-
III Volvelds
lindaan
IV Granulaten
Curater
Multamat
Tranid
Temik
Dacamox
Counter
Vydate
niet bekend
geen werking
enige werking
matige werking
+goede werking
(voor dosering en toepassing
zie spuithandleiding 1984).
30 maart 1984