Onkruidbestrijding in uien en sjalotten KORTE WENKEN C.A.R. Zevenbergen Opbrengsten leden studieklub peulvruchten Zuid-Beveland lopen ver uiteen Beheer van rotganzen op eilanden vindt op vochtige grond of als kort na het spuiten regen wordt verwacht. Propachloor Van dit middel dezelfde dosering gebruiken als voor op- In uien en sjalotten wordt de onkruidbestrijding overwegend met chemische middelen uitgevoerd. In ge zaaide uien (zaai-uien, zilveruien, eerstejaars plantuien en picklers) is het mogelijk om zowel voor de opkomst van de plantjes als over het groeiende gewas bespuitingen uit te voeren. In tweedejaars plantuien en sjalotten kunnen vanaf het moment dat er is geplant chemische onkruidbestrijdingsmiddelen w orden ingezet. De in uien toe te passen middelen bestrijden geen wortelonkruiden. Bij onkruidbestrijding in uiegewassen kan men een keuze maken uit diverse middelen. Welk middel men kiest is afhankelijk van het te verwachten onkruidsortiment en de ontwikkeling van het gewas. Voor het verkrijgen van een goed effekt met zo weinig mogelijk risiko voor het gewas is het belangrijk dat de spuitvloeistof zo regelmatig mogelijk wordt verdeeld. De vloeistofafgifte per dop moet gelijk zijn. Het is zeer zinvol de spuitmachine te kontroleren op een gelijke afgifte per dop. daar in de praktijk zeer grote afwijkingen voorkomen. Het overlappen van de spuitbanen moet worden voorkomen. Gezaaide uien Zoals bekend kiemt uiezaad traag. Het kan, afhankelijk van het zaai- tijdstip, twee tot vijf weken duren voordat de uien boven de grond ko men. Bovendien ontwikkelt het ge was zich aanvankelijk langzaam. Doordat een uiegewas een slechte bodembedekker is ondervindt het onkruid weinig konkurrentie en kan zich in uien bij het niet tijdig treffen van maatregelen sterk ontwikkelen en veel schade aan het gewas ve roorzaken. Om een goede onkruidbestrijding te verkrijgen is meestal meer dan één bespuiting nodig. Men kan kiezen uit middelen die werken via de bodem of uit kontaktmiddelen. Enkele mid delen bezitten naast een werking via de bodem ook enige kontaktwerking. Het is vaak niet mogelijk om langs chemische weg al het onkruid op te ruimen. Nawieden met de hand kan noodzakelijk blijken. Op percelen waar jonge kamille voorkomt kan een goede bestrijding van dit onkruid worden verkregen met Basagran. Voorwaarde is dat toepassing van het middel plaats vindt op een droog en goed afgehard gewas wat een lengte heeft van 10 tot 15 cm. De van dit middel te gebrui ken hoeveelheid bedraagt 1,5 1 per ha. Basagran kan vooral in een te klein gewas schade veroorzaken. Grassenbestrijding Opslag van raaigrassen, maar ook duist en straatgras kunnen in uien ernstige problemen geven. Bestrij ding hiervan, met uitzondering van straatgras, is mogelijk met Fervin en Fervinal. Op het moment van spui ten moet het gewas zijn afgehard. De onkruiden moeten droog zijn en 2 tot 4 bladeren bezitten. De dosering van Fervin is 1,25 1 en van Fervinal 1,5 tot 2 1 per ha. Het toevoegen van 3 1 Schering 11 E olie verstevigt de wer king maar geeft meer risiko voor het gewas. Straatgras kan bestreden worden met Legurame dat aangewend kan worden bij een gewaslengte van 4-6 cm in een dosering van 5-7 1/ha. Tweedejaars plantuien en sjalotten Vanaf het moment van planten kun nen in tweedejaars plantuien en sja lotten diverse middelen worden in gezet. Voor toepassing op onkruid- vrije grond kan een keuze worden gemaakt uit de bodemherbicide chloor IPC, propachloor en Alicep. Alicep alleen toepassen op gronden met meer dan 20% afslibbare delen. De middelen geven het gunstigste resultaat als de bespuiting op een vochtige grond plaats vindt. Als er klein onkruid voorkomt kan een keuze gemaakt worden uit Liro- nion of Bladex. De middelen kunnen na het planten worden toegepast op kleine onkruiden (max. 2-4 blaad jes). De dosering van Bladex is 1 kg per ha. De van de overige middelen te gebruiken hoeveelheden zijn de zelfde als bij gezaaide uien. Bladex kan vooral schade geven op lichte grond en als kort na de bespuiting veel regen valt. Om deze reden wordt het gebruik van Bladex op gronden met minder dan 20% slib afgeraden. In sjalotten is het ook mogelijk een bespuiting uit te voeren met Cam- parol. Dit is een mengsel van simazin met prometryn. Met dit middel kan tot ongeveer 3 weken na het planten klein onkruid goed worden bestre den. Camparol alleen toepassen op met de hand geplante sjalotten. Niet 23 maart 1984 Een blik op een van de proefvelden. spuiten als er een tussenteelt aanwe zig is of als er een nateelt volgt. Camparol kan niet in plantuien worden toegepast. Bespuitingen voor opkomst bodemherbiciden Propachloor Toepassen tussen zaai en en opkomst in een dosering van kg spuitpoeder of 8-10 l voor flowa- bles. Spuiten op een vochtige grond, regen na spuiten verhoogt de wer king. Onvoldoende bestreden wor den: varkensgras, perzikkruid, zwa luwtong, witte krodde en herderstas- ie- Stomp 330 EC Toepassen vanaf taaien tot een week voor opkomst in aen dosering van 3 l op grond van ninder dan 30% afslibbaar en 4 l op twaardere grond. Stomp werkt o.a. »oed tegen varkensgras, zwaluwtong m perzikkruid, onvoldoende op ïerderstasje en klein kruiskruid. Bij een ondiepe ligging van het uiezaad en wanneer tevens veel regen valt kort na het spuiten is Stomp onveili ger voor het gewas dan propachloor. SNUiF proeven hebben aangetoond dat het verspuiten van een mengsel van propachloor en Stomp prima re sultaten oplevert. Voorlopig is de aanbevolen dosering 2 I Stomp 330 EC halve dosering propachloor. Uiteraard kan in deze kombinatie wat geschoven worden naar aanleiding van het te verwachten onkruidbe stand en grondsoort. Alicep Dit middel kan worden toe gepast in een dosering van 3-4 kg. Alleen toepassen op gronden met meer dan 25% afslibbare delen en maximaal 3% humus. In enkelvou dige bespuiting wordt dit middel vrijwel niet toegepast. Een kombi natie van 5 1 propachloor 1 a 1 xh kg Alicep kan goede resultaten ge ven. Kontaktmiddelen Om de vóór opkomst bespuitingen af te ronden dient in alle gevallen vlak voor de opkomst van de uien met een kontaktmiddel (Reglone of Gra- moxone) te worden gespoten. Bespuitingen na opkomst bodemherbiciden Vanaf een gewaslengte van 6 cm kan het onkruid met diverse middelen worden bestreden. Voor aanwending op onkruidvrije grond kan men kie zen uit de middelen propachloor, chloor IPC of Alicep. Voor genoem de middelen geldt dat alleen een op timale werking mag worden ver wacht indien de bespuiting plaats komst. Doordat propachloor "kie- pers" bij tulpen kan veroorzaken moet een bespuiting in de direkte omgeving van dit gewas worden af geraden. Chloor IPC Toepassen in een dose ring van 4 1 op lichte grond tot 6 1 op zware grond. Chloor IPC heeft naast bodemwerking enige kontaktwer king op sommige onkruiden. Dit middel kan ernstige schade geven aan o.a. bloeiende granen en grassen, blauwmaanzaad, vlas, komkom mers, augurken en tomaten, wanneer deze zich binnen een afstand van 200 m van het uienperceel bevinden. Alicep Indien niet toegepast voor opkomst kan Alicep op zwaardere grond (meer dan 25% afslibbaar) na opkomst in een dosering van 3 tot 4 kg/ha worden gebruikt. Het van genoemde bodemherbici den ontbreken van kontaktwerking maakt dat de gebruiksmogelijkhe den van deze middelen gering zijn. De reden hiervan is dat bij een ge waslengte van de uien van 6 cm meestal reeds onkruid aanwezig is. Onder dergelijke omstandigheden moet aan het gebruik van middelen met kontaktwerking de voorkeur worden gegeven. Bodemherbiciden met kontaktwerking Een meer algemene methode is het toepassen van Lironion in een dose ring van 5 kg per ha. Op niet afge hard klein onkruid (max. 2-4 blad stadium) kan met dit middel een goede kontaktwerking worden ver kregen. Op groot en/of afgehard onkruid is de werking van Lironion onvoldoende. In die gevallen kan de kontaktwerking van Lironion ver sterkt worden door het toevoegen van minerale olie zoals b.v. Schering 11 E olie, BP Actipron of Luxan olie H. De te gebruiken hoeveelheid mag niet meer dan 5 1 per ha bedragen. Om schade aan het gewas te voorko men mag dit mengsel alleen worden gebruikt op een afgehard gewas. Dit is pas het geval nadat het een week, voorafgaande aan de bespuiting, droog en zonnig is geweest. Het ver dient aanbeveling deze kombinatie met een grove druppel te verspuiten. Grassen worden door Lironion niet bestreden. Het in twee keer verspuiten van een halve dosering Lironion (al of niet met een halve dosering minerale olie) kan in de praktijk goede resultaten geven. Het toepassingstijdstip ligt dan voor de eerste bespuiting bij on geveer 4 cm gewaslengte, 10 dagen daarna kan de andere helft verspoten worden. Kontaktmiddelen Als noodmaatregel is het mogelijk om op grote onkruiden bij een lengte van de uien van 10 tot 15 cm een bespuiting uit te voeren met 2 1 Cer- trol 20 of 1,7 1 Actril 240 per ha. De bespuiting moet uitsluitend plaats vinden op een zeer goed afgehard gewas. Spuiten tijdens zonnig wéér en. temperaturen boven 20 graden C geeft de beste resultaten. Afhankelijk van de onkruidsoorten worden met deze middelen sterk wisselende re sultaten bereikt. Bovendien is de kans op gewasbeschadiging groot, wat kan resulteren in een ernstige groeivertraging. Onlangs is verschenen een verslag over het oogstjaar 1983 van de peul- vruchtenstudieklub Zuid-Beveland, een studieklub die behoort tot de St. Landbouwkundig Onderzoek Zuid- Beveland. In het verslag zijn de teeltgegevens plus de uitkomsten opgenomen van zeventien erwtenpercelen, bestemd voor vermeerdering van zaaizaad, c.q. konsumptie of veevoer. Daar naast kunt u in het rapport enkele aktuele proefveldresultaten en nieu we ontwikkelingen inzake ziekten- bestrijding in de erwtenteelt vinden. Alle zeventien percelen zijn drie maal bezocht, de eerste maal bij 5 cm gewaslengte, de tweede maal kort voor of tijdens de bloei en de laatste maal vlak voor de maaidatum. De netto-opbrengsten van de zeven tien percelen lag in het afgelopen oogstjaar tussen bijna 3000 kg en bijna 7700 kg per hektare. Een ver gelijking in de behaalde opbrengsten is echter zeer moeilijk te maken daar Minister ir. G. Braks, zal evenals in vorige jaren vergunningen (ex. arti kel 53 van de Jachtwet) verlenen om bij de verjaging van rotganzen van landbouwgronden op Texel en Ter schelling gebruik te maken van het geweer. Dit om meer dan toelaatbare schade voo r landbouwers te voorkomen en te bestrijden. Ervaringen op Texel en Terschelling hebben geleerd, dat kombinatie en afwisseling van verjagingsmiddelen, inklusief het gebruik van het geweer met een beperkt afschot, voldoende effektief is om de rotganzen van de landbouwgronden te verjagen. De vergunningen mogen worden ge bruikt vanaf 26 maart. Op Terschel ling mogen per dag maximaal 2 en op Texel maximaal 3 vergunning houders bij het verjagen gebruik maken van het geweer. Overigens geniet de rotgans volledige bescher ming ingevolge de Jachtwet. men met vele variabele faktoren te maken heeft gehad. Het rapport is geschreven met het doel wat aandachtpunten op te ra kelen die evt. bediskussiëerd kunnen worden. Verder biedt het verslag een duidelijk óverzicht aan wat de deel nemers aan verschillende teeltmaa tregelen namen. AKKERBOUW WILT U DAGELIJKS op de hoogte blijven van de aktualiteiten in de akkerbouw bel dan 01806-14166. Dit nummer is dag en nacht bereikbaar. ZIT ER RHIZOCTONIA op uw pootaardappelen dan is een be handeling bij het poten noodzake lijk. A Is er tevens Fusarium of een bakterieziekte in het pootgoed aanwezig is, heeft een Rhizocto- niabehandeling met een poeder- vormigmiddel de voorkeur. POOTGOED DIREKT uit de mechanische koeling in de grond stoppen, geeft opbrengstderving. Wanneer de poters 2 a 3 weken kunnen acclimatiseren, doet het er verder niet zoveel toe welke be waarmethode gehanteerd wordt. VOOR DE ONKRUIDBE STRIJDING in aardappelen kunt U uw keuze van het middel het best baseren op de aard van het onkruidbestand. Sencor, Igrater en Topogard nemen de meeste éénjarige tweezaadlobbige on kruiden en éénjarige grassen mee. Zwaluwtong en kleefkruid zijn moeilijk te bestrijden. Zwarte nachtschade wordt het best be streden door Igrater. IVO RIN SUPER EN POTIVIN bestrijden in aardappelen de één jarige tweezaadlobbige onkruiden. De werking van de middelen op zwaluwtong, melde, zwarte nacht schade en kleefkruid is matig en de bestrijding van éénjarige grassen valt doorgaans tegen. VEEHOUDERIJ IEDEREEN WEET GRAAG VAN tevoren wat hem te wachten staat. Zo ook de loonwerker. Als hij weet hoeveel snijmais hij moet zaaien en spuiten, hoeveel gras hij moet inkuilen en met welke werk tuigen dan kan hij zijn werk beter plannen. Daarom is het goed om nu al met uw loonwerker deze za ken te bespreken. Dan weet U beide waar U aan toe bent. GEMAAID GRAS zou eigenlijk nog dezelfde dag moeten worden geschud om snel te kunnen dro gen. Op een eenmansbedrijf is dat tussen het melken, voeren e.d. meestal niet mogelijk. Er zijn tegenwoordig maaiers met een aangebouwde schudder. U spaart er dus een werkgang mee uit. Misschien is het iets voor U. GOED VOORBEREID IS HET HALVE WERK. Dat geldt ook voor de maai- en schudappara- tuur. De tijd is weer zo aangebro ken dat U deze werktuigen nodig hebt. Nieuwe mesjes, afgebroken tanden vervangen. Smeren e.d. zijn werkzaamheden die U nu al kunt uitvoeren. Maak alles klaar voor het nieuwe seizoen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 7