nieuws uit brussel
Zuivelbesluit komt voor ons
land erg hard aan
Jongeren de dupe? pjgn-
Akkoord superheffing en
monetaire afbouw
jan werts - brussel
Belangrijke voortgang in Brussel:
L
nieuws
De Europese landbouwministers hebben twee obstakels voor sanering van het landbouwbeleid ten dele
weggewerkt. De Europese topconferentie van de tien regeringsleiders van volgende week kan nu doorgang
vinden. Dinsdagochtend in alle vroegte bereikten de bewindslieden een akkoord over het terugbrengen van de
melkproduktie. Dit via de superheffing waarbij "overschotmelk" de veehouder gedurende vijf jaar nog maar
een kwartje per liter opbrengt. Dit scheelt vijf miljard gulden uitgaven voor de landbouwpolitiek, waarvan de
kosten nu voor 1984 op 41 miljard zijn begroot. Dezelfde dag versterkte men het monetair akkoord waarover
wij hier al eerder berichtten. Bij al deze, voor de Nederlandse agrariërs pijnlijke maatregelen dient ook
vermeld dat de EG-prijzen globaal niet verlaagd worden, zoals eerst de bedoeling was, maar op het huidige
niveau blijven.
Het zuivelakkoord betekent volgens
minister Braks dat de Nederlandse
veehouderij 7,5 procent minder moet
gaan melken dan in 1983. Zonder
maatregelen zouden onze zestig-dui
zend veehouders dit jaar dertien
miljoen ton produceren. Nu moeten
zij uitkomen in de buurt van de
twaalf. Braks taxeert dat in het mil
joen ton dat nu niet mag worden ge
produceerd veertig procent boeren-
inkomen zit. Dat is dus een verlies
voor de Nederlandse veehouderij
van ruwweg driehonderd miljoen
gulden.
Monetaire offers
Bovendien moeten offers gebracht
worden op het monetaire terrein.
Hier speelt de versnelde afbraak van
de financiële compensaties die met
name de Duitse en de Nederlandse
agrarische export begunstigen. In
Frankrijk en andere zuidelijke lan
den is daar heftig verzet tegen gere
zen. Duitsland had nog bijna tien
punten af te breken. Nederland
ruwweg zes. Het percentage verschilt
voor de diverse produkten. Die af
bouw gaat nu als volgt. Via manipu
latie met de Europese groene munt
wordt per 1 april a.s. in beide landen
drie punten weggewerkt. De zuide
lijke landen met hun zwakke munten
krijgen daardoor tegelijk drie pro
cent extra prijsverhoging. Engeland
wil dat laatste overigens alleen toe
staan wanneer het over drie jaar
wordt uitgesmeerd.
Vervolgens wil West-Duitsland ko
mend nieuw jaar nog eens vijf pun
ten zelf afbreken. Dit op voorwaarde
dat het de agrarische bevolking via
de btw mag kompenseren voor het
inkomensverlies. Het gaat om een
kleine 2,5 miljard gulden. De EG zou
daarvan een half miljard moeten
dragen. Nederland wil dan qua mo
netaire kompensaties exakt op het
zelfde niveau als de Oosterburen
komen. Wij moeten daartoe dan nog
0,6 procent extra afbreken voor de
melk, 0,7 procent voor de granen en
0,8 bij de overige produkten.
Braks wil dat ook Nederland in
principe het recht krijgt om de be
trokken boeren het daarmee samen
hangende verlies aan inkomen (circa
tachtig miljoen op jaarbasis) te kom
penseren. Over uiterlijk drie jaar
moet het nog bestaande deel van de
monetaire compensaties dan zijn af
gebroken. Dan wordt tegelijk het
hele systeem opnieuw bekeken. Ne
derland moet er intussen voor waken
dat de kompensatie die de Duitsers
krijgen weer snel ophoudt, danwel
hier ook wordt verstrekt.
In het nieuwe stelsel wordt de Duitse
Mark de spil van het Europees land-
bouwbeleid. Tot nu toe gebruikt men
de gezamenlijke Europese munt ecu
(waarde 2,50) als uitgangspunt. Het
nieuwe stelsel maakt het gedurende
vijf jaar onmogelijk dat nog weer
nieüwe export-subsidies zouden ont
staan. Tegelijk stelt het de landen
met hoge inflatie in het zuiden in de
gelegenheid om hun traditionele de
valuatie van de munt te gebruiken
voor een extra verhoging van de
landbouwprijzen. Die hebben ze no
dig omdat de kostentoename (infla
tie) in het agrarisch bedrijfsleven er
gemiddeld drie keer zo hoog ligt dan
bij ons.
16 maart 1984
Zuivel
Momenteel loopt de totale Europese
melkproduktie naar de honderd zes
miljoen ton. In twee jaar tijd brengt
men die terug naar 97,2. Plus 0,6
miljoen ton als reserve om Grieken
land, Italië, Luxemburg en mogelijk
ten dele ook Ierland extra te kunnen
steunen. Totaal geldt dan dus voor
maximaal 97,8 miljoen ton de Euro
pese garantie. Om de limitering van
de melkproduktie wat geleidelijk aan
te doen verlopen wordt op Frans
verzoek voor dit jaar 98,2 miljoen ton
de grens. Ten einde dat ene miljoen
ton extra nog een jaar te mogen blij
ven melken moet de normale heffing
tijdelijk van twee naar drie procent.
Dat slaat dus op alle melk die naar de
Een overzicht van de zaal met spandoeken die aan duidelijkheid niets te
wensen over laten!
Jan Werts
fabrieken gaat. In het algemeen
krijgt de veehouder geen last van de
nieuwe superheffing mits hij niet
meer melk aflevert dan in 1981 plus
één procent. Voor wat daar boven uit
gaat, mag elk land zelf het systeem
kiezen. Ofwel komt er een superhef
fing van ruwweg twee kwartjes per
liter melk die
de individuele veehouder meer Ie-,
vert. Ofwel een heffing van 75
cent per liter voor de melk die in het
gebied van een zuivelfabriek te veel
wordt verwerkt. Boeren die sedert
1981 hun produktie niet hebben uit
gebreid mag de fabriek echter geen
superheffing opleggen. Voor ieder
boerenbedrijf geldt kortom voortaan
een quantum melk op basis van de
produktie van 1981 plus één procent.
De al twee jaar lopende speciale,
driehonderd miljoen guldensteun
voor kleine melkveehouders blijft
nog twee jaar gehandhaafd. De be
staande (Britse) konsumentensteun
op roomboter wordt vrijwel afge
schaft. Alles wat tot nu toe hier is
beschreven zou op 1 april a.s. in
werking,*noeten treden. De kans dat
dit ook gebeurt is klein. Er liggen nog
enorme reserves van verschillende
kanten. Over al deze zaken vergade
ren de landbouwministers dit week
einde verder. Vervolgens schuiven zij
alles door naar de topconferentie.
Daar moeten de regeringsleiders
maandag en dinsdag behalve alle
openstaande technische zaken ook
nieuwe financiën zien te vinden.
Compromis
Net als de Franse voorzitter van het
beraad, Rocard, heeft minister Braks
er deze week in Brussel hard aan ge
trokken. Zondagochtend begonnen
de bewindslieden hun vergadering
al. In de avond legde minister Ro
card een ontwerp-compromis op ta
fel. Gewoontegetrouw wordt zulk
voorstel onder kritiek bedolven. Dit
keer zagen wij hoe het compromis
van de voorzitter overeind bleef. Wel
verviel de Franse gedachte om vrij
wel alle intensieve (Nederlandse)
veebedrijven vier procent extra
melkheffing op te leggen er dinsdag
(gelukkig maar) uit.
Belangrijk onderdeel van dit doku-
ment is de gedachte om de melkprijs
te bevriezen. Voor zachte tarwe,
gerst, rogge, mais, suiker, olijfolie,
rundvlees, varkensvlees en een reeks
zuidelijke produkten wordt de prijs
bevroren, danwel gaat één procent
omlaag of stijgt één procent minder
dan eerst was voorgesteld.
Hier staat tegenover dat er een mil
joen ton melk meer wordt gehono
reerd dan in de oorspronkelijke
voorstellen van de Europese Com
missie. Al met al stijgen in het com-
promis-Rocard zoals het vrijdag
ochtend bij de hervatting van de
besprekingen ter tafel lag, de land
bouwuitgaven toch nog met vijftien
honderd miljoen gulden.
Bovendien is onzeker of de nieuwe
belasting ten laste van de konsument
op alle vetten, behalve roomboter er
wel komt.
Minister Van den Broek (Buiten
landse Zaken) schat dat al met al,
ondanks de nu afgesproken bezuini
gingen, dat er dit jaar toch nog dik
2,5 miljard gulden te kort is. Volgens
minister Braks zijn er twee manieren
om dat geld te vinden. Ofwel bezui
nigt men alsnog méér op de land
bouwuitgaven. Dit willen Engeland
en Nederland. Ofwel moeten de
hoofdsteden financieel bijspringen.
Daar denken de meeste andere be
windslieden aan. Ook dit is een
kwestie die de regeringsleiders vol
gende week moeten regelen.
Slotoordeel van minister Braks: "De
toezeggingen die nu over en weer zijn
gedaan werden voorzien van allerlei
reserves. Toch denk ik niet dat ze bij
een onverhoopt falen van de topcon
ferentie verloren gaan. Wij hebben
hier een belangrijke opening gemaakt
om de regeringsleiders tot overeen
stemming te brengen. Mocht dat nu
niet lukken, dan zal er toch de ko
mende maanden wel een doorbraak
volgen. Ik ben best opgewekt al zullen
er nog harde en moeizame onderhan
delingen volgen".
Enkele reakties op de Brusselse be
sluiten met betrekking tot de zuivel:
Minister Braks heeft het besluit van
de Landbouwraad om het voorstel
van de Europese Kommissie te aan
vaarden "een forse ingreep voor de
Nederlandse melkveehouder" ge
noemd. Maar minder ingrijpend dan
het oorspronkelijke voorstel. Hij
doelde hierbij o.m. op het verdwij
nen van de heffing op de intensieve
bedrijven. Hij suggereeerde dat de
melkveehouders kompensatie moe
ten zoeken in het beperken van de
kosten en wees in dit verband o.m.
op een andere wijze van beweiding
en op het gebruik van minder
krachtvoer.
Aanpassing
"Heel teleurstellend, meer dan ver
wacht was en dit zal voor de melk
veehouders een enorme aanpassing
betekenen", dat zijn een paar spon
tane reakties van de sekretaris van de
afdeling Melkveehouderij van l4et
Landbouwschap ir.drs. A. Kuipers.
Hij merkte desgevraagd op dat met
het geaksepteerde voorstel vooral de
Nederlandse melkveehouder one
venredig zwaar wordt afgestraft voor
zijn inzet en energie. "Als je rekening
houdt met wat meer produktie de
eerste maanden van dit jaar en met
de hardheidsgevallen, dan komt het
referentiejaar 1981 -I- 1% voor ons
land neer op 1983, ca. 10%. Bij een
bedrijf met 100 melkkoeien betekent
deze superheffing het verminderen
van de veestapel met 10 koeien en
dat heeft een effekt op het bednjfs-
inkomen van tussen 10.000,— en
20.000,- per jaar. Daar komt voor ons
land dan het effekt van de afzet van
W.v. Veldhuizen
deze slachtkoeien op de vleesmarkt
nog bij want het zoü hier wel eens
kunnen gaan om een vergroting van
het aanbod dat ligt rond een kwart
van de huidige totale vleesproduktie.
Het derde effekt van de superheffing
moet ook niet worden onderschat en
dat is de bevriezing van de produk-
tiestruktuur: "daling van de inkom
sten is niet meer bij te spijkeren met
behulp van hogere produktie maar
zal moeten komen uit de kostenver
laging en dat is een uitermate moei
lijke opgave", aldus Kuipers.
Renationalisatie
Hoewel nog veel onzeker is (ook het
effekt op de zuivelprijzen van de af
braak van de MCB's met 3% blijft
voorlopig in het ongewisse) lijkt het
Kuipers wel zeker dat het gaat naar
een quotering per land en dat is ei
genlijk het ergste van al. Want in de
uitvoeringssfeer (met duidelijk meer
aksent op het nationaal beleid) staat
men voor talloze moeilijke proble
men, zoals de bepaling van de quota
(per regio, per zuivelonderneming,
per bedrijf) en de bepaling van de
hardheidsgevallen. Bovendien is het
bepaald niet onmogelijk dat natio
nale beleid met betrekking tot de
ondersteuning van de melkveehou
ders meer vorm gaat krijgen met de
daarbij te verwachten verschillen:*
renationalisatie dus. Voor ons land
dat zozeer afhankelijk is van export
komen de besluiten in Brussel dus
erg hard aan, aldus konkludeert
Kuipers.
Te drastisch
De heer W.van Veldhuizen, voorzit
ter van de veehouderijkommissie
van de Z.L.M. reageert teleurgesteld:
Nu heeft men toch 1981 als referen
tiejaar genomen en dat betekent dat
de ontwikkelingen sinds 1981 eigen
lijk teniet worden gedaan. Boeren
die de laatste jaren hebben uitge
breid worden hierdoor enorm zwaar
getroffen. Hij konkludeert dat de
besluiten eigenlijk neerkomen op
een kontingentering per land en
noemt dat een kwalijke zaak, "want
dan zit Nederland altijd met de vin
gers tussen de deur". Hoewel hij van
mening is dat er wat moest gebeuren
is wat nu besloten is, te drastisch.
Ook hij noemt de nationale uitwer
king van het besluit een kwalijke
zaak. Hij waarschuwt dat we voor
zichtig en terughoudend moeten zijn
met het toepassen van uitzonde
ringsgevallen. Dat zal waarschijnlijk
een zaak worden van de zuivelfa
brieken en de boeren onderling.
"Wie gaat straks uitmaken wie een
uitzondering is. Dat wordt nog een
moeilijke zaak", aldus de heer van
Veldhuizen.
J.W.
De Brusselse besluiten liggen ver beneden de toch al niet zo optimisti
sche verwachtingen. Vooral jonge boeren met groeiende bedrijven lij
ken de dupe te worden van de superheffing, terwijl de ruimte voor
bijzondere gevallen niet veel soelaas biedt.
Nu de mist over de onderhandelin
gen langzaam optrekt, ligt er een re-
.sultaat dat ver beneden de maat is.
Vooral het kleinere quotum per boer
is een flinke tegenvaller. Het tegen
gaan van een verdere prijsverlaging
moeten de boeren notabene zelf fi
nancieren via de verhoogde mede
verantwoordelijkheidsheffing. Dat
er nu quota per land ingevoerd zijn
mag op het eerste gezicht niet veel
uitmaken voor de boeren. Maar het
zal ongetwijfeld de komende jaren
een grote bron van ergernis kunnen
worden.
Het enige positieve is dat aan de
grote onzekerheid een einde is geko-
men- Misschien dat de
huidige krisis toch een doorbraak in
de goede richting geeft?
Voor jonge boeren is op korte ter
mijn het antwoord op de volgende
vragen nóg belangrijker. Wat moet
ik met mijn plannen om het bedrijf te
moderniseren? Hoor ik tot de
"knijpgevallen"? Welke alternatie
ven zijn er? Het wordt nu tijd dat de
landbouworganisaties zich buigen
over deze vragen, zodat voor deze
groep en anderen snel een einde
komt aan de onzekerheid hie.rnver
Van groot
belang is dat de invulling voor zoveel
mogelijk jongeren resultaten ople
vert en niet leidt tot diskriminatie
van jongeren op basis van een be
paalde bedrijfsgrootte. G Esselink