Melkeiwit verdient meer aandacht
"Verwerkende industrie
wordt belangrijker
POTTEK/y
Kamers van Koophandel in't geweer
tegen hoge afvalwater heffingen
Drs. F. Brouwer van DMV Campina:
Veelheid van produkten
Ondernemingsgeest
Belang landbouw
Goede toekomst
Worstmuseum
W.P. Hilverda, sekretaris Vavi:
"De diskussies rondom de waardering van het eiwit in de melk zijn niet
van de laatste tijd", aldus drs. F. Brouwer, direkteur van de afdeling
onderzoek van DMV Campina te Veghel, die op de tweede CLO-stu-
diedag inging op de nog steeds aktuele situatie rondom de waardever
houding tussen melkvet en -eiwit. Vanuit fokkerijkringen wordt de
laatste tijd gepleit voor een grotere aandacht voor het eiwitgehalte.
Met name FRS-direkteur ir. P.L. Scheer heeft de laatste tijd meerma
len op het gevaar van een ontregelde verhouding tussen deze beide
melkkomponenten in het nadeel van het eiwitgehalte gewaarschuwd,
wanneer als gevolg van het huidige uitbetalingssysteem het kruisen met
Jersey's grotere vormen gaat aannemen.
Drs. Brouwer konstateerde dat het
EG-beleid in dezen geen duidelijke
lijn vertoont. Vijftien jaar geleden in
1968 bedroeg de prijsverhouding
vet/eiwit 68 32. Daarna is de waar
dering verschoven naar 50 50 in de
zeventiger jaren, waarna de verhou
ding weer opliep via 60 40 ten
voordele van het vet naar 55 45 nu.
Deze prijsstelling is vanuit de markt
gezien echter reëel, zo betoogde
Brouwer. Relatief is de prijs (en
daarmee de last voor de EG) van
mager melkpoeder zelfs sterker ges
tegen dan de boterprijs. Ook ad-
junkt-direkteur Groot wees er op de
studiedag van de HF-klub op, dat
De export van aardappelprodukten is
in 1983 verder toegenomen. In dat jaar
werd 328.000 ton door de Nederlandse
aardappelverwerkende industrie
geëxporteerd op een totale produktie
van 444.000 ton.
De verwachting is, dat de export de
komende jaren nog verder zal groeiers
Om deze enorme hoeveelheden te
kunnen produceren was vorig jaar
meer dan een miljoen ton aardappelen
nodig en voor de teelt daarvan weer
naar schatting zo'n 50.000 ton poot-
aardappelen.
Voor de pootgoedsektor is deze indus
trie, indirekt, een belangrijke afnemer
geworden. Een gesprek met de heer
W.P. Hilverda (36), sekretaris van de
Vereniging voor de Aardappelverwer
kende Industrie (VA VI).
De aardappelverwerkende industrie
bestaat uit zo'n 20 grote en middel
grote bedrijven die bijna alle bij de
VAVI zijn aangesloten.
Een groep van deze bedrijven pro
duceert voorgebakken produkten als
patates frites, pommes parisiennes,
aardappelschijfjes en is goed voor
plm. 15% van de totale verwerking.
Een andere groep is de droogindus-
trie, die granulaten en vlokken
(aardappelpuree) maakt, met als be
langrijkste afnemers de horeca en de
snackindustrie. Dan is er een groep
met produkten als chips en nibb-its
(snacks) en een groep overige pro
dukten waaronder geschilde aardap
pelen, salades enz. vallen.
Er is de laatste tijd een tendens waar
te nemen waarbij er een koncentratie
is van steeds grotere produktie-een-
heden, die computergestuurd wor
den."
Redaktie: "Het feit dat de VAVI nog
maar 20 jaar bestaat heeft te maken
met het nog maar korte bestaan van
de aardappelverwerkende industrie.
Hoe verklaart u de explosieve groei
in die jaren?"
Hilverda: "Aan deze groei hebben
verschillende faktoren mee gewerkt.
In de eerste plaats was het de
"markt" zelf die, o.m. door veran
derde voedingsgewoonten, ruimte
bood voor een veel groter aanbod
van verwerkte, vooral de (diepge
vroren) voorgebakken, produkten.
Het belangrijkste bij die ontwikke-
een wijziging in de zogenaamde
vet/plas-verhouding geen deugdelijk
middel is om een verbetering van de
EG-financiën te bewerkstelligen.
Vanuit eèn ekonomisch aspekt is er
dus nauwelijks aanleiding om de
waardeverhouding ten voordele van
het eiwit te veranderen.
De direkteur van DMV Campina
kwam uiteindelijk toch tot de kon-
klusie dat het aanbeveling verdient
om meer dan tot dusver verhoging
van het eiwitgehalte na te streven.
Hij baseerde die mening op het feit
dat eiwit zowel zuiveltechnisch als
vanuit voedingsoogpunt de voorkeur
W.P. Hilverda: "Deskundigheid
vormt goede basis voor afzetmogelijk
heden".
ling was de ondernemingsgeest,
waardoor het mogelijk was voor dit
doel fabrieken te bouwen en de wil
om produkten van bijzonder goede
kwaliteit te maken. Er was (en is) in
ons land ook goede technisch-we-
tenschappelijke kennis op dit gebied
beschikbaar, terwijl gedurende bij
het hele verwerkingsseizoen aardap
pelen van goede kwaliteit beschik
baar zijn. Wij zijn in Nederland be
voorrecht met een aantal prima on
derzoekinstituten, maar ook b.v. met
een goede pootgoedvoorziening,
vakbekwame boeren, kortom een
stuk deskundigheid die de basis
vormt voor de levering van een goe
de grondstof.
Lijkt de Nederlandse markt op het
moment wat verzadigd te raken, in
andere landen is er nog een ruime
expansiemogelijkheid. Neem b.v. de
Franse markt, waar patates frites nog
lange tijd thuis werd gemaakt, maar
waar nu veel meer voorgebakken
frites worden gebruikt, o.a. dankzij
de met het Nivac gehouden "Frites
in Frankrijk" campagne. Dezelfde
ontwikkeling speelt daar nu met
chips, dat daar een vrij exklusieve
snack bij het drankje is. Voor zo'n
produkt zijn er dus goede expansie
mogelijkheden.
Ook zijn er nog groeimogelijkheden
in het Midden- en Verre-Oosten, al
spelen de transportkosten natuurlijk
een nadelige rol."
Drs. F. Brouwer
verdient boven vet. Melkvet is vooral
voor de smaak van belang, maar
melkeiwit scoort voedingskundig
veel hoger. Bovendien is melkvet in
de meeste zuivelprodukten vervang
baar en, hoewel men er wel hard aan
werk, met melkeiwit is dat nog niet
gelukt.
Blijft over dat er, ondanks deze voor
delen van eiwit ten opzichte van vet,
vanuit het ekonomisch aspekt geen
"Het belang van de landbouw bij de
groei van de afzet van verwerkte
produkten", zo gaat Hilverda verder,
"is dat met de groei ook de moge
lijkheid van de afzet van het verse
produkt, i.e. aardappelen, toeneemt.
Tot nu toe speelt het ras Bintje daar
bij een dominerende rol.
Dat komt omdat Bintje een aardap
pel is die het hele seizoen beschik
baar en te verwerken is en in grote
lijnen aan de kriteria die de verwer
kende industrie stelt voldoet. Die
kriteria zijn b.v. knolvorm, knol
grootte, reducerende suikers, dro
gestofgehalte enz..
Toch is er al langere tijd een ontwik
keling gaande en die wordt de laatste
jaren steeds meer zichtbaar, dat be
paalde andere rassen nog weer beter
op die kriteria aansluiten.
Een voorbeeld hiervan is'het groei
ende verbruik van Saturna door de
chipsindustrie. Voordeel, een hoog
drogestofgehalte, waardoor het vet-
verbruik aanzienlijk wordt vermin
derd.
En zo zijn er meer voorbeelden. Me
de door de VAVI wordt er rassenon-
derzoek verricht, waarbij speciaal
wordt gelet op de geschiktheid voor
verwerking. Op de zeer lange termijn
zou het mogelijk kunnen zijn dat een
ras met betere verwerkingseigen
schappen gevonden wordt dan Bintje
.nu heeft.
De knolvorm speelt voor het ene
verwerkingsdoel b.v. een veel be
langrijker rol dan het andere, waar
door de afhankelijkheid van één ras
in feite onnodig is."
Gevraagd naar de toekomst van de
verwerkende industrie merkt de heer
Hilverda op: "Natuurlijk heb je ook
bij onze produkten met een verzadi
gingspunt te maken. Voor veel lan
den is dat punt m.i. nog niet bereikt.
Wanneer we de voorsprong, die we
als aardappelbedrijfsleven hebben,
weten te behouden, zullen we in een
behoorlijk deel van die toegenomen
vraag kunnen voorzien.
Voor onze ekonomie is de toege
voegde waarde van deze produkten
van groot belang. Van de hele aard-
appelsektor, zou de verwerkende in
dustrie wel eens de belangrijkste
"poot" kunnen worden".
(uit "De Pootaardappelwereld")
aanleiding is om de prijsverhouding
aan te passen. Drs. Brouwer liet dan
ook in het midden hoe de door hem
bepleitte extra aandacht voor het eiwit
beloond zou moeten worden. Hij ad
viseerde niet om toch de prijsverhou
ding maar aan te pakken. Juist dat
laatste zal echter de veehouders moe
ten bewegen om bij de selektie ook
daadwerdelijk meer op het eiwitge
halte te letten. Of men zou zich al
moeten laten leiden door de mogelijk
betere vooruitzichten voor melkeiwit.
Voldoende energie noodzakelijk voor
eiwitproduktie
Energie is een van de weinige voe-
dingsfaktoren die van invloed is op
het eiwitgehalte van de melk, zo ver
telde dr. ir. P.J. van der Aar van "De
Schothorst" op de tweede CLO-stu-
In het ontwerp-Waterkwaliteitsplan
Zuidelijk -Deltabekken is door
Rijkswaterstaat een saneringspro
gramma voorgesteld, waarbij het
uitgangspunt is dat alle lozingen van
zuurstofbindende stoffen op de
Westerschelde bijna volledig gezui
verd moeten worden.
Voor het Zeeuwse bedrijfsleven be
tekenen de saneringsvoorstellen een
extra jaarlijkse kostenpost van 6 tot 9
miljoen gulden. Ook voor de
Zeeuwse bevolking geldt een soort
gelijke stijging van de jaarlijkse zui-
veringslasten. In een gesprek met de
diedag. Die energie moet dan wel in
de vorm van koolhydraten in het voer
zitten; want vetten verlagen juist het
eiwitgehalte. Een positief effekt op
het eiwitgehalte hebben: een hoger
energieniveau, een hogere voeropna-
mè, een ruimere hoeveelheid kracht
voer ten opzichte van het ruwvoer en
het gebruik van snijmais in plaats van
hooi of matige voordroogkuil.
Voor de praktijk komt het er op neer
dat de mogelijkheden om het eiwit
gehalte door het voeren te verhogen
beperkt zijn. Het lijkt immers on
waarschijnlijk dat wanneer veehou
ders een goed rantsoen voeren, ze dat
rantsoen zullen aanpassen alleen om
het eiwitgehalte te verhogen. In een
aantal rantsoenen zou dat zelfs kun
nen leiden tot daling van het vetge
halte (door teveel krachtvoer of mais
in plaats van kuil of hooi wanneer de
struktuur al in het minimum ver
keert). De slotkonklusie van Van der
Aar was dan ook, dat de energie
voorziening van de dieren voldoende
moet zijn, wil de veehouder het ei
witgehalte in de melk niet onderuit
laten gaan.
Minister van Verkeer en Waterstaat,
mevr. M. Smit - Kroes, hebben de
Kamers van Koophandel erop ge
wezen, dat de zuiveringseisen, die in
de plannen worden gesteld,
streng zijn, omdat het water in het
westelijk deel van de Westerschelde,
nu al voldoet aan de algemeen ge
hanteerde basiskwaliteit'
Tevens is door de Kamer gepleit
voor minder strenge zuiveringseisen
voor de Westerschelde. Daarbij is
gewezen op het feit dat het westelijk
deel van de Westerschelde reeds een
voldoende zuurstofgehalte heeft.
Nog niet zo lang geleden zagen
we onze minister voor Land
bouw en Visserij met een
schortje voor "Bintje aus Hol
land" jassen op de Grüne Wo-
che in Berlijn. Hij moest daar
Kase und Bintje promoten, en
dat terwijl de worstkoeien er op
de markt bijna door draaiden.
Waarom omringde hij zich niet
met een kuddetje worstkoeien?
Het is ons toch bekend dat onze
Oosterburen al generaties lang
hun kroost groot brengen op
worsten van velerlei soort en
'maat. Kijk maar eens onbe
vangen rond in de zomer als zij
blakend onze eilanden bevol
ken. "Es geht um die Wurst"
hoor je dan wel eens. De bete
kenis van deze kernspreuk
ontgaat mij weliswaar, maar
het is wel duidelijk waar het
over gaat. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat de Duitsers
zo'n anderhalf duizend soorten
worst hebben uitgevonden,
ontwikkeld, bereid en opgege
ten. Vergelijk daarmee maar
eens de miljoenen Amerikanen
die slechts één worstje kunnen
opnoemen: hun "Hot dog". Dit
is een in een broodje wegge
moffeld Frankfurter worstje,
waar een echte Frankfurter
burger zich voor schaamt. Of
neem de Engelsen met hun
"bangers", een minuscuul vet
tig varkensworstje dat ze altijd
braden en aanbranden. Nee,
voor worst moet je naar het
oosten.
Nu is er aan de Universiteit van
Würzburg (nee, niet Wurst-
burg!) een hoogleraar die zich
al zo'n jaar of tien academisch
druk maakt over de ontwikke
ling van de worst in de ge
schiedenis der mensheid. De
hooggeleerde, Kurt Nagel is
zijn naam, wijst erop dat de
oude offerpriesters de voorgan
gers van de slagers waren en
dat worsten dus al van oeroude
tijden af met eerbied en goede
smaak omringd zijn geweest.
"Wie worsten braadt, worsten
eetzal een motief geweest zijn
voor het vee offerende priester
dom.
Om zijn kennis der worst niet
in oude boekdelen te laten ver
dorren, heeft deze professor in
het stadje Böblingen een
worstmuseum op- en ingericht,
alwaar oeroude, aloude, oude
en modernere worstmakende
gebruiksvoorwerpen te bewon
deren zijn, samen met histo
risch gereedschap en versierse
len van de worstverwerkende
gilden.
Het museum is gevestigd in een
vierhonderd jaar oude schuur,
een "Zehntscheuer" waar de
boeren vroeger hun tienden aan
de kerk afdroegen en opsloe
gen. Daar zal menig worst aan
de balken gehangen hebben,
maar die zijn niet meer te zien.
Oude worsten worden in het
museum niet toegelaten, want
men vreest dat de Böblinger
ratten de smaak van eeuwen
her nog niet geheel vergeten
zijn. Maar, zou hier geen
plaatsje in te ruimen zijn voor
de Hollandse worstkoe? AI was
het maar om ze in de Frank
furters van de Amerikaanse
"hot dog" te stoppen.
POTTEKIJKER
.99
Zeeuwse Kamers van Koophandel hebben een gesprek gehad met mi
nister Smit-Kroes over de kosten van afvalwaterzuivering in Zeeland
De jaarlijkse afvalwaterheffingen in Zeeland behoren tot de hoogste in
Nederland. Dit is zeker opmerkelijk als men bedenkt dat het merendeel
van het afvalwater van Walcheren, Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaan-
deren niet aan een zuivering wordt onderworpen, maar direkt op de
Westerschelde wordt geloosd.
4
16 maart 1984