KNLC kommentaar Verloren zuivelslag over geld en goed Wijziging zelfstandigenaftrek Biddag voor het gewas Sterke positie Nederlandse snijbloemen op de Duitse markt iï Uit vragen die ons de laatste tijd bereiken blijkt dat het niet algemeen bekend is wat de rechten en plichten zijn van buren. Verder blijkt het ons dat er nog al eens konflikten ontstaan over grenzen, soms ontstaan er burenruzies door die minder gemakkelijk worden bijgelegd. Het lijkt ons dan ook belangrijk om grensgeschillen te voorkomen, dat iedereen weet wat zijn rechten en plichten zijn. In het Burgerjijk Wetboek is een en ander over deze materie te vinden a. Op welke afstand van de erfschei- ding mogen hoogopgaande bomen worden geplant? Deze hoogopgaande bomen, populieren, moeten op een af stand van 2 meter van de erfaf- scheiding van de buurman wor den geplant. b. Hoe is de afstand voor heggen, laag struikgewas en els? Hiervoor geldt een afstand van de erfafscheiding van 50 cm. c. De takken van de heg of de popu lieren hangen over mijn grond. Hoe moet ik handelen? Naar mijn mening eerst eens praten met uw buurman of buur vrouw. In het B.W. staat dat wanneer de takken van bomen overhangen op het aangrenzende perceel, de eigenaar verplicht is deze takken te verwijderen. Als de eigenaar dat na aan maning weigert dan mag U ei genhandig de takken verwijde ren. U mag daarbij de grond van Uw buurman niet betreden, d. Mag een afrastering geplaatst worden op de grens van het per ceel van mij en mijn buurman? Ja dat mag! Of het verstandig is is vers 2. Als men palen en draad precies op de grens zet, dan plaagt men in feite zijn buurman want met verschillende werktui gen is het onmogelijk op de grens te komen. Verder moet men er rekening mee houden dat het vee de gewassen op het aangrenzende perceel niet mag beschadigen of opvreten. In de praktijk doet men er dan ook veel verstandiger aan de grensschei ding in overleg met de buurman te plaatsen zodat er een oplossing ge vonden kan worden voor beiden in onderling overleg. Je kunt er veel narigheid mee voorkomen en dan vooral in het menselijk vlak. Sommigen zeggen dat moet mijn advokaat dan maar eens voor me in orde brengen. Let wel, dat dat soms veel geld kan kosten en dat daarmee de menselijke verhoudingen vaak niet opgelost zijn. We hebben al vaak gemerkt, dat een goede buur beter is dan een verre vriend. U toch ook? Ons advies is: Weet wat Uw rechten en plichten zijn! Overleg met Uw buren voor U de grensscheiding of bomen plant. Voorkom ruzie, want je schiet er niets mee op. Wees verstandig! J. Markusse Het principe-akkoord over de zuivel dat deze week tussen de Europese landbouwministers is gesloten bete kent een zware aantasting van de po sitie der Nederlandse melkveehoude rij. Ik ben dan ook van mening dat, alles overziende, minister Braks dui delijk als verliezer uit de Europese zuivelslag te voorschijn is gekomen. Wat is immers het geval. De invoering van de superheffing op zich betekent reeds een ernstig nadeel voor de ge specialiseerde Nederlandse melkvee houderij ten opzichte van kollega's el ders in de EG. A Is grootste exporteur zijn we daarbij nog extra kwetsbaar voor een bevriezing van de bedrijfs ontwikkeling. Daar komt dan nu bij dat de uitwerking van de superheffing zodanig zal plaatsvinden, dat er èn nationale quota worden gevormd èn een referentie jaar (1981) is gekozen dat voor Nederland het meest ongun stig uitkomt. Gevoegd bij een invoe ringsperiode van een superheffing van vijf jaar, betekent dit dat de ontwik keling van één van Nederlands sterk- Zolang de mensheid bestaat, is er het besef gèweest dat men in het overleven op deze aarde, afhanke lijk is van wat die aarde aan ons geeft. Zéker, men wist dat het niet alléén van de aarde afhing; de mens zelf moest "in het zweet zijns aanschijns" die aarde haar goede gaven ontlokken. Een geweldig bondgenootschap tussen de akker en de "akkermanzoals de mens in de bijbel genoemd wordt. (Ada- ma akker, adam akkerman, mens). Maar als dan die mens zijn aandeel in dat werkverband heeft geleverd, dan is daar onherroepe lijk dat moment waarop hij de dingen moet overlaten aan de na tuur. Soms een angstig afwachten of regen en zon in juiste hoeveel heden en op het goede moment hun werk zullen doen. De mens is van' nature religieus aangelegd en zo is van oudsher dat "wachten op de krachten van de natuur" omgeven met religieuze rituelen. De natuur zélf werd als goddelijk beschouwd en de aarde, de zon en de maan werden aanbe den. Met bidden en offers wilde men deze natuurgoden gunstig stemmen, hen beïnvloeden. Het diepe verlangen naar de vruchten van de aarde kreeg vorm in talloze vruchtbaarheidsrituelen. Natuur rampen en misoogsten werden op gevat als straf van vertoornde go den. In onze tijd zal in vergelijking met de antieke mensheid de afhanke lijkheid van wat de aarde doet ver minderd zijn. Wij kunnen het vruchtbaarheidsproces in sterke mate beïnvloeden. Maar toch staat ook de moderne mens op een be paald moment bij die grens die af hankelijkheid heet. En daar, op dat punt, onderscheidt die moderne mens zich niet van zijn antieke voorganger. En ook nu nog wil dat afhankelijkheidsbesef zich uiten. Het jodendom heeft zich in haar religieuze uitingen op een zeer bij zondere wijze onderscheiden van de vruchtbaarheidsreligies door te stellen dat niet de aarde zélf, niet de vruchtbaarheid zélf goddelijk was en dus aanbeden moest wor den. De joden - en de christenen in navolging - beleden dat "de aarde en haar volheid" toebehoorden aan de God van hun vaderen Abraham, Izaak en Jakob. Déze God, die hen uit de slavernij van de Egyptische farao had bevrijd tot een mens waardig bestaan, had de aarde, de zon en de maan geschapen. Hij, die dus het menselijk welzijn op het oog had toen Hij die bevrijdende daad aan zijn volk had gedaan, schenkt de zon en de regen en geeft de aarde haar vruchtbaarheid op- ddt de mens leve. Deze levensbeschouwing beteken de een radicale ommekeer in de houding van de mens jegens de natuur. Want niet langer was de mens nu horig aan de natuurgo den, maar werd de aarde dienst baar aan de mens. Adam, de ak kerman, werd aangesteld als heer over de schepping. Hij mocht de aarde beheren", haar bewoonbaar houden. En God beloofde: als je werkelijk dat beheer over die schepping voert op de wijze die Ik bedoel; als je werkelijk mens naar Mijn beeld en gelijkenis wilt zijn, dan zal het de aarde en jou goed gaan: "Indien gij in mijn inzettin gen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt, dan zal Ik u te rechter tijd uw regens ge ven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het geboomte des velds zijn vrucht draagt; de dorstijd zal bij u duren tot den wijnoogst, en de wijnoogst tot den zaaitijd; gij zult uw brood eten tot verzadiging en veilig in uw land wonen. En Ik zal vrede in het land geven, zodat gij nederliggen zult, zonder dat ie mand u opschrikt; Ik zal de wilde dieren uit het land uitroeien en het zwaard zal uw land niet teisteren. (Leviticus 26: 3-6). Het omgaan met het land, het ge bed voor het gewas, staat dus niet op zichzelf. Het heeft alles te ma ken met het menselijk handelen op alle terreinen van het leven. Boer en tuinder zijn, zo blijkt uit de door God gegeven leefregels, heeft ook te maken met oorlog en vredes vraagstukken. Met het beheer van de schepping is ons kennelijk een grote verantwoordelijkheid gege ven die ons hele mensenbestaan raakt. In onze tijd, waarin we ons meer en meer bewust beginnen te worden van de milieuvragen, dringt dat bijbelse besef van grote verant woordelijkheid jegens de aarde dieper tot ons door. Het welzijn van de aarde en óns welzijn hangen zeer nauw samen. Beider welzijn zijn van den beginne Gods bedoe- ling geweest. Wie in onze tijd de biddag voor het gewas viert, moge niet slechts bid den om een goede oogst, maar ook om een houding van wijsheid en moed om zó om te gaan met de aarde dat haar welzijn daarmee gediend is, opdat zij ons welzijn diene. Inderdaad: een geweldig bondgenootschap. E. de Boer-Hessel N.H. predikante te Sint-Laurens In het kader van de lastenverlichting voor het bedrijfsleven heeft het kabinet besloten de zelfstandigenaftrek in 1984 met 50% te verhogen. Daartoe is bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend waarin wordt voorgesteld de huidige zelfstandigenaftrek aan te passen en tevens ook de hogere inkomens voor de aftrek in aanmerking te laten komen. Het wetsontwerp is allereerst gericht op de verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting van 48% naar 43%, waarbij de aardgaswin- ningssektor geen voordeel van de verlaging zal ondervinden. Voor het niet-vennootschappelijke deel van het bedrijfsleven wordt de belasting verlichting gevonden in de verhoging van de zelfstandigenaftrek. Deze verhoging is uit navolgende cijfers af te lezen. Belastingverlichting Met dit standpunt kan ik mij wel ver enigen. Ook moet ik vaststellen dat het aantal B.V.'s in de landbouw ge ring is, wat mede een gevolg is van de wisselvallige resultaten in deze sek- tor. Met de nu voorgestelde bedra gen van de zelfstandigenaftrek krijgt elke zelfstandige ondernemer mits: tussen 18 en 65 jaar oud en 1.225 uur per jaar werkend in het bedrijf Bij winst tussen Aftrek 1983 Aftrek 1984 0 - 30.000 3.200 4.750 30.000 - 67.000 2.800 30.000 - 71.000 4.300 67.000 - 80.000 öalend naar 0 71.000 - 80.000 dalend naar 2.700 80.000 - hoger 0 2.700 Het K.N.O.V. (middenstandsorgani satie) is van mening dat in het kabi netsvoorstel ten onrechte een zelf standigenaftrek wordt toegekend aan de inkomens boven de ƒ120.000,— De betreffende organi satie is van mening dat een zelfstan digenaftrek voor die kategorie niet nodig is omdat bij dergelijke inko mens de B.V.-rechtsvorm aantrekke lijker is. Daarom wil zij de aftrek boven de 120.000,— laten verval len en de daarmee vrijkomende be dragen toedelen aan de lagere inko mens, waardoor voor deze groep de aftrek met 500,— extra verhoogd kan worden. De landbouw is het met dit K.N.O.V.-voorstel niet eens. Men vindt dat de B.V.-vorm in de land bouw maar in enkele gevallen aan trekkelijk is en inkomens boven de 120.000,— niet algemeen, maar in bepaalde jaren als uitschieters wel voorkomen. Daarom acht men het K.N.O.V.- voorstel voor de landbouw geen gunstige zaak. een aftrek van tenminste 2.700,— Bij de lagere winsten loopt dit bedrag op tot 4.750,— En dat geeft toch nog wel de moge lijkheid van een aardige belasting- verlichting. Veerbeek 16 maart 1984 Van de 100 snijbloemen die in de Duitse bloemenwinkels verkocht worden zijn er 70 afkomstig uit Ne derland. In 1975 werden uit Nederland voor een waarde van ongeveer DM 700 miljoen aan snijbloemen in Duits land ingevoerd, in 1983 was dat al voor omstreeks DM 1,1 miljard. ste produktiesektoren sterk aan ban den wordt gelegd. In feite worden we nu gekonfronteerd met het negatieve resultaat van een Nederlandse onder- handelingstaktiek die zich vanaf het begin naar mijn idee op het verkeerde spoor bevond, waardoor minister Braks doorlopend met lege handen aan de onderhandelingstafel zat en, om althans nog de invoering van een heffing op intensieve produktie te voorkomen, verder al zijn voorwaar den heeft moeten inslikken. Met name de introduktie van natio nale quota, waarvan de minister ons telkenmale bezworen heeft dat die voor hem onaanvaardbaar zouden zijn, betekent toch een ernstige be dreiging voor onze moderne zuivel en draait de klok van het Gemeenschap pelijk landbouwbeleid ver terug. Im mers, het specialisatiebeginsel wordt verlaten en de richting van re-natio nalisatie wordt ingeslagen. Betekenen deze voorstellen op korte termijn een ernstige aanslag op de portemonnee van vele melkveehouders, op wat lan gere termijn gezien zal ook de konsu- ment de negatieve gevolgen merken. Immers, de bevriezing van de produk- tiestrukturen in de EG zal langzaam maar zeker de kostprijs extra opdrij ven ten opzichte van andere belang rijke produktiegebieden in de wereld. A Is we tenslotte nog moeten konstate ren dat nu op korte termijn een stuk werkgelegenheid in de toeleverende en verwerkende industrie zonder twijfel op de tocht komt te staan, dan kunnen we niet anders konkluderen dan dat er vanuit de Nederlandse zuivel bekeken slechte zaken in Brussel zijn gedaan, die zelfs niet gerechtvaardigd kunnen worden door de overschot-problema tiek, die ook wij onderkennen. Hoe overigens de uitvoering van de genomen besluiten, met name de uit zonderingen moet verlopen, geeft nog vele vraagtekens. Ook de uitstralings- effekten naar andere sektoren moeten zeker niet onderschat worden. Bij dit alles is de diskussie over de aanpassing der prijzen en monetaire compense rende bedragen wat naar de achter grond gedrongen, maar uiteraard eveneens van groot belang. Op dit punt lijkt gelukkig een extra aantasting van het prijsniveau voor de Neder landse boer en tuinder nu afgewend. Niettemin moet de landbouw ook hier inleveren, nu voor belangrijke pro- dukten van compensatie der gestegen kosten in de prijzen geen sprake zal zijn. Duidelijk is overigens wel dat de Euro-top komende week het hele landbouwakkoord nog op losse schroeven kan zetten, indien daar een paar resterende financiële knelpunten niet worden opgelost. LUTEIJN Het bericht onder "Tuinbouwklan- ken" d.d. 9 maart j.l. inzake de prei- aanvoer in Middelburg en de op merking, "De prijs is daardoor ook landelijk op een punt gekomen van niet veel verdienen", is zéér mislei dend. Breda heeft over februari 1984 een Tei-aanvoer gehad van 1098 ton. iddenprijs 110,94 per 100 kg. Over februari 1983 was de aanvoer 838 ton met een middenprijs van 104,65 per 100 kg. De telers in de Baronie van Breda zijn zodanig tevreden over deze prij zen, dat men 40% prëizaad meer besteld heeft voor het komende sei zoen. Teler let op Uw zaak. A. Walraven Agpro b.v. Oudenbosch

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 3