Parvo-Preventie blijkt succesvol
Onderzoek voor
varkenshouders
Gezondheidsdienst voor Dieren in West- en
Midden Nederland draait nog niet volmaakt
Brochure voederbietenteelt
Goede ervaringen in Limburg
Is TL-licht wel
geschikt
voor kippen?
Schaarste aan afgemeste varkens in V.S.
Vestiging Goes Gezondheidsdienst wordt
mogelijk vervangen door aantal
inleverpunten
Preventieve vaccinatie kan een waardevolle bijdrage leveren in de strijd
tegen de gevolgen van Parvo-infekties in de varkenshouderij. Daar
naast blijft evenwel het nemen van managementsmaatregelen de eerst
aangewezen Parvo-bestrijding. Door aan beide aspekten de nodige
aandacht te besteden, ontstaat het zogenaamde Parvo-Preventie-Plan
(PPP). In Limburg is deze werkwijze al met sukses toegepast, zo blijkt
uit de woorden van drs. C.P.R.M. Damen. Deze medewerker van de
Gezondheidsdienst voor Dieren in Heythuysen hield een inleiding over
het Parvo-Preventie-Plan tijdens de CLO-studiedagen in Utrecht.
Hoewel de verschijnselen al langer
bekend zijn, is pas de laatste jaren in
ons land duidelijk geworden in welke
hoge mate het Parvo-virus schade
toebrengt aan de bedrijfsresultaten
in de varkenshouderij. Manage
mentsmaatregelen, die men vaak als
afdoende had beschouwd, bleken in
toenemende mate tekort te schieten
als Parvo-voorbehoedmiddel, aldus
drs. Damen. Men trachtte aanvan
kelijk de problemen te voorkomen
door middel van vaccinatie met een
dood vaccin, geproduceerd door het
CDI in Lelystad. De resultaten
daarvan waren goed, maar de pro-
duktie van dit vaccin werd door het
CDI beëindigd, zodat men naar een
goede vervanger moest zoeken.
Gedurende dezelfde periode, zo'n
twee jaar geleden, leek het aantal
bedrijven met ernstige Parvo-pro-
blemen zeer sterk te stijgen. Daar
door nam de behoefte aan een onder
Nederlandse omstandigheden getest
vaccin toe. Toen in diezelfde periode
uit Amerika een gedood vaccin ter
beschikking kwam, is men hiermee
in Limburg een serie proefnemingen
begonnen. De positieve resultaten
van deze vaccinatie brachten drs.
Damen tot de uitspraak dat pre
ventieve vaccinatie een waardevolle
bijdrage kan leveren in de strijd
tegen de gevolgen van Parvo-infek-
ties. De Gezondheidsdienst is echter
van mening dat het noodzakelijk is
het aantal vaccinaties op een bedrijf
zoveel mogelijk te beperken. Daar
door blijft het nemen van manage-
Drs. C.P.R.M. Damen
mentsmaatregelen de eerst aange
wezen Parvo-bestrijding.
Preventie-Plan
Drs. Damen gaf daarop een over
zicht van de punten waaruit het nu in
Limburg toegepaste Parvo-Preven
tie-Plan bestaat. In de eerste plaats
moet op de zeugenbedrijven worden
gezorgd voor een zo intensief moge
lijk kontakt tussen de jonge gelten en
de oudere zeugen. Aangezien het es
sentieel is dat een jonge geit op het
moment van dekken voldoende
weerstand heeft tegen een infektie,
zou het voldoende moeten zijn om de
geiten in kontakt te brengen met één
van de infektiebronnen, n.l. de mest
van oudere, besmette zeugen. Op een
aantal bedrijven is dit moeilijk haal
baar, daar de huisvestiiigssystemen
er niet op ingericht zijn. Drs. Damen
moest dan ook melden dat op nogal
wat bedrijven deze goedkope manier
van "natuurlijke vaccinatie" niet
lukken wil.
Hij legde er de nadruk op dat voor
komen moet worden, dat nageboor-
tes gevoerd gaan worden aan jonge
gelten. Hoewel men hiermee ook
natuurlijke vaccinatie zou kunnen
toepassen, wijst men deze maatregel
zonder meer af. Op het moment van
nageboorteverspreiding weet men
namelijk nog niet welke kiemen men
allemaal nog meer verspreidt. Te
denken is o.a. aan Aujeszky en Sal
monella.
Op Parvo-probleembedrijven moe
ten in eerste instantie alle zeugen
en geiten voor de voet weg geënt
worden. Daarna alleen de nieuw op
te leggen gelten. Drs. Damen wees er
echter op dat maar weinig bedrijven
voor deze aanpak in aanmerking
komen. Te vaak worden vruchtbaar
heidsproblemen op een bedrijf ten
onrechte betiteld als Parvo-proble-
men. In zulke gevallen wordt node
loos gevaccineerd. Een laborato
riumdiagnose is dan ook nodig
voordat deze maatregel wordt toege
past. Nieuw opgezette bedrijven, be
drijven die sterk uitbreiden en be
drijven die opnieuw worden volge-
legd behoren volgens drs. Damen te
worden geënt. Hij had de indruk dat
door de intensieve voorlichting op
dit gebied een stadium is bereikt,
waarin wat dit betreft het PPP volle
dig wordt gevolgd.
Speciale geltenopfokbedrijven vor
men de grootste risiko's en dienen
gelten geënt af te leveren. Aangezien
Parvo echter slechts één van de oor
zaken is van de zgn. Smedi-ver-
schijnselen kan een geit niet auto
matisch bij de eerste berigheid op het
nieuwe bedrijf worden gedekt. Is ge
ruime tijd voor aflevering gevacci
neerd, dan neemt men hiermee een
risiko. Tenslotte behoren alle beren,
zowel bedrijfs- als KI-beren, te wor
den geënt. Met name de jonge berert
vertonen een tekortschietende im
muniteit, zo wees een onderzoek uit.
Bruikbaar handvat
"Deze punten op een rijtje zettend,
kunnen we stellen dat het Parvo-Pre
ventie-Plan een voor de praktijk goed
bruikbaar handvat is om de Pavro-
problematiek te lijf te gaan", aldus
drs. Damen. Hoe men in de toekomst
precies verder zal gaan, is volgens
hem nog niet helemaal te overzien.
Zo zijn er meerdere vaccins. Nage
gaan moet worden wat de beste is.
Ook is onderzoek nodig naar de vraag
of een eenmalige vaccinatie van de
gelten voldoende is, of dat de dieren
regelmatig opnieuw moeten worden
gevaccineerd.
Tuberculose werd niet vastgesteld.
Een kwart van de veestapel wordt
nog jaarlijks onderzocht. Dit kan
worden beëindigd als de slachtvee-
identifikatie tot stand is gekomen.
Daardoor zou financieel ook een
duidelijke besparing zijn te bereiken.
Er werden geen gevallen van abortus
Bang vastgesteld, wel hinderlijke
miswijzingen, die soms onaangena
me blokkades ten gevolge hadden.
Kontrole vindt plaats door regelma
tig tankmelkonderzoek (1 x 14 da
gen).
Het blijkt noodzakelijk om extra
aandacht te geven aan geïmporteerde
runderen, omdat hierbij de kans op
aanwezigheid van besmettelijke ziek
ten groot is.
Uierontstekingen veroorzaken veel
kwaad; toch lukt het maar matig om
veehouders te interesseren voor een
georganiseerde bestrijding. Tesamen
met de melkwinningskommissies en
de melkwinningsadviseurs is een
werkplan opgezet en in uitvoering.
De resultaten hiervan moeten wor
den afgewacht.
16 maart 1984
In het afgelopen jaar stond de uit
voering van de Varkensgezondheids
zorg in het geheel ter diskussie. Een
belangrijke vraag was of er geen al
gehele aansluitingsplicht moet ko
men en ook hoe de dienstverlening er
dan uit moet zien. Landelijk overleg
vindt hierna plaats.
In de schapengezondheidszorg vormt
de aanpak van zwoegerziekte de ba
sis van het geheel. Er zijn momenteel
251 aangesloten bedrijven waarvan
147 certifikaatwaardig. Het aantal
tegenvallers is gering (minder dan
2%).
Voor de pluimveegezondheidszorg
zijn de entingen onontbeerlijk, maar
bestaat er de wens om het gehele
entschema nog eens grondig te be
zien; men is overtuigd van de nood
zaak, maar ziet ook soms nadelen
(groeivertragingen e.d.).
Het onderzoek ten behoeve van het
milieu, vooral in Rijnmond, het Sloe-
gebied en de Kanaalzone is in goed
overleg opnieuw bezien op waarde en
noodzaak en verloopt thans zodanig,
dat het geheel bestuurbaar, kontro-
leerbaar en betaalbaar blijft en de
belangen van de betrokken veehou
ders nauwgezet worden gevolgd.
Administratief krijgt de automatise
ring en het gebruik van de komputer
steeds meer omvang; ook de labora
toriumwerkzaamheden worden hier
bij dit jaar betrokken.
Daardoor zal sneller en efficiënter
gewerkt kunnen worden.
De voederbiet is vanwege zijn enorm
hoge VEM-opbrengst en zijn kracht-
voerbesparende werking een interes
sant gewas voor de moderne veehou
der. Mocht straks de Superheffing
worden ingevoerd, dan wordt dit
"goedkope krachtvoer" nog veel in
teressanter.
De moderne voederbietenteelt is ge
heel gemechaniseerd en de arbeids-
behoefte is nauwelijks hoger dan die
van snijmais: Ook voor bewaring en
vervoedering zijn nieuwe arbeidsbe-
De volgende week gaat de direktie
van de Gezondheidsdienst voor Die
ren te Gouda praten met het perso
neel van de vier vestigingen over een
door het dagelijks bestuur voorges
teld plan tot reorganisatie van de
dienst. Uitgangspunt daarbij is een
centralisatie van de verschillende ak-
tiviteiten in Gouda.
Het CLO-Instituut voor de Veevoe
ding De Schothorst verricht heel wat
onderzoek op het gebied van de
voeding in de varkenshouderij. Di-
rekteur Cornelissen gaf er tijdens de
vorige week gehouden algemene
vergadering van De Schothorst een
sparende methoden gevonden.
Onlangs is de 5e druk verschenen
van het boekje "De Teelt van Voe
derbieten". Hierin worden alle as-
pekten van de moderne voederbie
tenteelt belicht: zaaibedbereiding,
zaaien, gewasbescherming, rooien,
bewaring, vervoedering en het kos-
tenaspekt.
Het boekje telt 20 pagina's en is gra
tis verkrijgbaar bij Barenbrug Hol
land b.v., Postbus 4, 6800 AA Arn
hem, telefoon 08818 - 1545.
Hoewel het overleg met het perso
neel nog wijzigingen in dit plan tot
gevolg kan hebben mag worden
aangenomen dat de vestiging Goes
als zodanig niet zal worden gehand
haafd. Wel komt daarvoor in de
plaats een betere struktuur met meer
inleverpunten over het gebied dat
thans aangewezen is op Goes.
opsomming van. Wat betreft de zeu
gen heeft men een vrij ingewikkeld
probleem bij de kop, zo bleek uit zijn
woorden. Het gaat om het verschijn
sel dat eerste-worps, en ook nog wel
tweede-worps, dieren tijdens de lac
tatie - en dan vooral de eerste weken
- onvoldoende voer willen opnemen.
Het gevolg daarvan is te grote slijtage
en/of te weinig melk. Op De Schot
horst gaat men nu na of er door een
aantal wijzigingen in de voersamen-
stelling, die ook reeds in de draagtijd
worden toegepast, invloed is uit te
oefenen op dit verschijnsel.
Op grond van onderzoekingen in
verschillende laboratoria blijkt
dat duiven de meer dan 100 flit
sen per sekonde van fluorescen
tielampen zoals TL buizen kun
nen waarnemen. Zij ervaren deze
verlichting als gekleurd en flik
kerend. Bovendien zijn er aan
wijzingen dat een kort verblijf
onder TL-verlichting van matige
intensiteit schadelijk is voor het
netvlies. Aangezien het netvlies
van duif en kip onderling grote
gelijkenis vertoont is het gewenst
onderzoek te doen naar de
gescöiktheid van fluorescentie
verlichting met TL buizen voor
het pluimveebedrijf.
In samenwerking met het pluim
veeonderzoekinstituut "Het
Spelderholt" en het Philips La
boratorium wordt dit onderzoek
aan de Rijksuniversiteit van
Utrecht aangepakt.
De voorgestelde nieuwe struktuur
behoeft ook geen konsekwenties te
hebben in de personele sfeer. Bezui
niging op personeel is niet het uit
gangspunt van de nieuwe opstelling;
wel een efficiëntere werkwijze. Na
het overleg met de vestigingen zal het
voorstel van het dagelijks bestuur
nog weer worden doorgesproken met
de ondernemingsraad. Daarna valt
het definitieve besluit over het reor
ganisatieplan van de Gezondheids
dienst voor Dieren.
21
In zijn jaaroverzicht van de werkzaamheden van de Gezondheidsdienst
voor Dieren in West- en Midden Nederland konstateerde de direkteur
drs. v. Wijke, dat de dienst het vorig jaar (het eerste jaar van de
volledige fusie) nog niet volmaakt heeft gefunktioneerd. Hij vertelde op
de goed bezochte vergadering, die plaats vond op 24 februari j.l. in
Alphen aan de Rijn, dat in totaal in het laboratorium 310.200 onder
zoekingen plaats vonden, waarvan 13.356 onderzoekingen van gestor
ven dieren betroffen; hiervan werden onderzocht in Gouda 86,7,
Utrecht 6,6, Alkmaar 3,5 en Goes 3,2%. De mogelijkheden van onder
zoek op het laboratorium is verbreed en verdiept, door betere technie
ken, die helaas meer tijd kosten. Het wachten op zo'n uitslag geeft nog
wel eens aanleiding tot klachten.
De varkensmesters in de Vere
nigde Staten kampen met sterk
gestegen voerkosten en lage op-
brengstprijzen voor de afgemeste
varkens. De droge zomer heeft
geleid tot prijsstijging van de
voedermiddelen, nog extra geak-
sentueerd door het z.g. PIK-pro-
gramma, waarbij premie werd
toegekend voor niet bebouwen
van bepaalde arealen.
Vele mesters hebben een groot
deel van hun fokstapel afgeslacht,
waardoor een groter aanbod ont
stond dat leidde tot fikse prijsda
lingen tot ojetober vorig jaar. De
ze situatie zal ertoe leiden dat
binnen 6 tot 9 maanden een ze
kere schaarste aan afgemeste
varkens zal ontstaan. Als voor
schot daarop zijn de prijzen sinds
oktober aan gaan trekken. Thans
liggen de prijzen rond 20% boven
de lage prijzen van vorig jaar ok
tober. Anders dan in Europa is
rundvlees een fikse konkurrent
voor varkensvlees, waarbij opge
merkt dient dat de rundvleesprij
zen vrij stabiel zijn gebleven. De
hoge dollarkoers heeft tot grotere
importen geleid. Zo steeg in de
eerste negen maanden de invoer
van hammen en schouders met
20.000 ton tot 86.000 ton. Onge
veer 50% van deze import was
afkomstig uit de EG-landen,
voornamelijk uit Denenarken en
Nederland.
Ook het rooien van voederbieten is gemechaniseerd