Arbeidstijdverkorting voor werknemers in
de akker- en weidebouw en veehouderij
t
Tijdelijke produktiebossen in
Nederland zeer wel mogelijk
Duitse ambassadeur bij
Landbouwschap
Studie Grontmij:
Herinneringen XVII
Overeenkomstig de gemaakte afspraken tussen werknemers en werk
gevers is met ingang van het nieuwe kontraktjaar, per 1 maart 1984 een
begin gemaakt met de arbeidstijdverkorting. De gekozen vorm voor
vaste werknemers is anders dan die voor losse werknemers. Ter infor
matie drukken we hieronder de betreffende artikelen uit de CAO's
nog eens af.
ARTIKEL 22 van de C.A.O. voor de
Akker- en weidebouw en de veehou
derij luidt als volgt:
Arbeidstijden en tijdstippen van aan
vang en einde van de arbeidsdag en
roostervrije tijd
1. a. De arbeidstijd bedraagt op de
dagen van maandag tot en
met vrijdag 8 uur per dag, met
inachtneming van het hierna
onder sub b, c en d van dit lid
en onder de leden 2 en 3 voor
vaste respektievelijk losse
werknemers bepaalde.
b. In onderling overleg kan per
bedrijf van het onder a be
paalde worden afgeweken
voor vaste werknemers, als
ook voor losse werknemers
die in dienst zijn of worden
genomen met de bedoeling
dat zij behoudens onderbre
kingen op grond van deze
C.A.O., het gehele jaar in
dienst zullen blijven:
c. De onder b. bedoelde afwij
kingen moeten beperkt blij
ven in die zin dat gedurende
ten hoogste 13 weken per jaar
langer wordt gewerkt met een
maximum van 8 3A uur per dag
en gedurende ten hoogste 20
weken korter wordt gewerkt
met een minimum van 7 Zi uur
per dag, alles met inachtne
ming van een totaal van 2088
uur op jaarbasis;
d. Een overeengekomen afwij
kende regeling als hierboven
onder c. bedoeld dient bij de
aanvang van het dienstver
band schriftelijk te worden
vastgelegd.
2. a. Ingaande 1 maart 1984 geldt
voor de vaste werknemers
roostervrije tijd. Iedere 2
maanden bestaat er aan
spraak op één dag. De werk
gever dient de dagen die tij
dens de periode van 1 maart
1984 tot en met 28 februari
1985 elke twee maanden als
roostervrije dagen gelden
vóór 1 maart 1984 vast te stel
len en schriftelijk aan de be
trokken werknemer(s) mee te
delen. Voor werknemers die
belast zijn met de verzorging
van vee als bedoeld in de le
den 4 en 5 van dit artikel,
dient de tweemaandelijkse
roostervrije dag, direkt vooraf
te gaan, danwel direkt aan te
sluiten aan hun eerste vrije
weekend in de betreffende
twee-maanden-periode.
b. Van de in sub a. genofemde
verdeling van de roostervrije
tijd over de genoemde periode
mag worden afgeweken, mits
dit gebeurt in overleg met de
betreffende werknemers,
schriftelijk wordt vastgelegd
en de roostervrije tijd over die
periode in totaal 48 uur be
draagt.
c. Indien de vaststelling van
roostervrije tijd zoals onder
sub a. of sub b. vermeld, niet
heeft plaatsgevonden zullen
in de periode van 1 maart
1984 tot en met 28 februari
1985 de volgende dagen als
roostervrije dagen gelden:
le voor werknemers belast
met de verzorging van vee,
de maandagen aansluitend
Het bosareaal van Nederland kan met vele duizenden hektares worden
uitgebreid door gebruik te maken van tijdelijk beschikbare terreinen.
Door de beperking van de woningbouwprogramma's en de stagnerende
aanleg van industrieterreinen komt een relatief grote oppervlakte voor
tijdelijk gebruik ter beschikking.
Dit is een van de konklusies in het rapport "Tijdelijke produktiebos
sen", dat het ingenieursbureau Gromij in opdracht van het ministerie
van Ekonomische Zaken heeft opgesteld. De studie - mede begeleid
door vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw Visserij -
had het oogmerk na te gaan welke de financiële, juridische, technische
en organisatorische mogelijkheden zijn tot de aanleg van produktie
bossen op terreinen, die in eerste instantie geen bosbestemming had
den.
Gezien het arbeidsintensieve karak
ter van bosaanleg kunnen dergelijke
projekten op grote schaal werkgele
genheid bieden, met name aan jeug
digen en langdurig werklozen.
Bovendien past het stichten van pro
duktiebossen in het streven van de
overhejd de zelfvoorzieningsgraad
met betrekking tot de grondstof hout
op te voeren. Nederland is voor zijn
houtvoorziening op dit moment voor
92% afhankelijk van het buitenland.
Vijftig gemeenten
Het onderzoek is onder meer een
weerslag van een probleemanalyse
bij een vijftal gemeenten, geselek-
teerd naar grootte, bebouwings
dichtheid, oppervlakte landelijk en
stedelijk gebied. Het voorstel om
"rest- en onrendabele gronden" voor
produktiebos te bestemmen, werd in
het algemeen positief gewaardeerd,
in het bijzonder vanwege de land
schappelijke en rekreatieve "toege-
18
voegde waarde". Daaraan werd ech
ter wel de konklusie verbonden, dat
een tijdelijke bestemmingswijze niet
mogelijk zou zijn zonder financiële
toegemoetkoming of garanties van
de Rijks- en/of Provinciale overheid,
te meer daar de investeringslasten
niet opwegen tegen de onzekere en
lang uitgestelde opbrengsten. Het
rapport voegt hieraan als beperken
de voorwaarde toe, dat het nieuwe
bosgebied tenminste tien jaar niet
voor de oorspronkelijke bestemming
mag worden opgeeist, wil de be
planting uit het oogpunt van hout-
produktie aantrekkelijk zijn.
Inmiddels is door het ministerie van
landbouw visserij een bedrag van
35 miljoen uitgetrokken voor de
bevordering van de werkgelegenheid
in de bosbouw. Deze financiële mid
delen kunnen mede een stimulans
betekenen voor het tot stand komen
van produktiebossen.
aan hun eerste vrije week
end in de maanden maart,
mei, juli, september, no
vember 1984 en januari
1985.
2e voor de overige werkne
mers: - maandag 5 maart
1984; - dinsdag 1 mei
1984; - woensdag 4 juli
1984; - donderdag 6 sep
tember 1984; - vrijdag 2
november 1984; - maan
dag? januari 1985;
3. Voor losse werknemers wordt
met ingang van 1 april 1984-de
arbeidstijd van 40 uur zoals in lid
1 aangegeven, aan het begin of
einde van de dag op een of meer
dere van deze dagen zo vermin
derd dat de arbeidstijd 39 uur be
draagt. Partijen geven er voor
keur aan het uur arbeidstijdver
korting te laten voorafgaan of te
laten aansluiten aan het weekend.
4. a. Voor werknemers van 18 jaar
en ouder, belast met de ver
zorging van vee, met een
overeengekomen arbeidstijd
van 234 V2 uur per jaar geldt
dezelfde regeling als in de le
den 1, 2 en 3 omschreven,
waaraan met inachtneming
van hetgeen in artikel 21 van
deze C.A.O. en in artikel 5 van
de Verordening arbeids- en
rusttijden landbouw 1976 is
bepaald, worden toegevoegd:
per jaar: a. 26 zaterdagen a
5 uur; b. 13 zondagen a 4 V2
uur, 13 zondagen a 5 uur.
b. Voor losse werknemers wordt
de arbeidstijd met ingang van
1 april 1984 met één uur per
week verminderd en bedraagt
dan 2289 V2 uur op jaarbasis.
5. a. Voor werknemers van 18 jaar
en ouder, belast met de ver
zorging van vee, met een
overeengekomen arbeidstijd
van 2270 uur per jaar geldt
dezelfde regeling als in de le
den 1, 2 en 3 omschreven,
waaraan met inachtneming
van hetgeen in artikel 21 van
deze C.A.O. en in artikel 5 van
de Verordening arbeids- en
rusttijden landbouw 1976 is
bepaald, worden toegevoegd:
per jaar: a. 26 zaterdagen a
3 V2 uur; b. 26 zondagen a 3 V2
uur.
b. Voor losse werknemers wordt
de arbeidstijd met ingang van
1 april 1984 met één uur per
week verminderd en bedraagt
dan 2218 uur op jaarbasis.
6. Voor werknemers jonger dan 18
jaar, geldt een arbeidstijd als ver
meld in de leden 1, 2 en 3.
•7. Ten aanzien van de tijdstippen
van aanvang en einde van de ar
beidsdag geldt:
a. Voor werknemers, belast met
akkerbouwwerkzaamheden,
dat de arbeidsdag niet mag
aanvangen vóór 7.00 uur en
niet mag eindigen na 17.00
uur; bij verlenging van de ar
beidstijd als bedoeld ii»lid 1
van dit artikel, is het toege
staan zoveel eerder te begin
nen dan 7.00 uur, danwel zo
veel later te eindigen dan
17.00 uur als overeengekomen
verlenging bedraagt;
b. voor werknemers, belast met
veehouderijwerkzaamheden,
dat de arbeidsdag niet mag
aanvangen vóór 6.00 uur en
niet mag eindigen nè 18.00
uur.
8. Ten aanzien van overeengeko
men deeltijd-arbeid is het in de
voorgaande leden bepaalde van
evenredige toepassing met dien
verstande dat deeltijdwerkers
nimmer kunnen worden verplicht
meer uren te werken dan is over
eengekomen. Indien wel meer
uren wordt gewerkt bestaat
slechts aanspraak op overwerk-
toeslag voorzover door deze uren
in de voorgaande leden genoem
de aantallen uren en— of tijd
stippen worden overschreden.
In artikel 5 van de Verordening
arbeids- en rusttijden landbouw 1976
is o.a. bepaald dat niet op twee op
elkaar volgende weekenden door
dezelfde werknemer mag worden
ee werkt.
Op woensdag 29 februari 1984 bracht de Duitse ambassadeur O. von der Ga-
blentz, in gezelschap van de landbouwattaché dr. A. AItmann een bezoek aan het
dagelijks bestuur van het Landbouwschap.
Op de foto van links naar rechts: de heren drs. M.L. de Heer, H.D. Ligtenberg,
drs. J.J. Schouten, ir. D. Luteijn, J.A.M. Toxopeus, Von der Gablentz, J. van der
Veen, dr. A. AItmann, Chr. Floris.
(foto Landbouwschap)
DOOR
P. LINDENBERGH
TE WEMELDINGE
Ook was er een huis, een opvoe
dingsgesticht voor adellijke Jonk
vrouwen. De Jonkvrouwen zijn er
niet meer; ook het gesticht ver
dween en wij weten niet waar het
gestaan heeft.
Voorts wijzen de namen van tiend-
hoeken en die van de hoeken op den
overlooper, op huizen en woningen,
die hier vroeger stonden, als het
Blauwhuis, waar de Hoviën woon
den en nog anderen, maar het is
onvoldoende om onze weetgierig
heid te bevredigen.
Komende aan het jongere verleden,
vinden wij wel de namen van toen
levenden, maar van hun doen en
laten is zoo goed als niets opgetee-
kend. Wij konden zelfs geen lijst
van de elkaar opvolgende schouten
maken, alleen vonden wij in eenige
kerkbijbels het volgende versje:
Heer Schout de Vlieger geeft
Deze fraaie Bijbelboeken,
Om Gods Woord daarin te zoeken,
Dat Naam en Daad lang leeft.
Er zijn een paar overleveringen,
maar of er iets van waar is, blijft
onzeker, en zoo er waarheid aan
ten grondslag ligt, weten wij toch
nog weinig.
Het zwaard van den grooten
Spaanse hen legeraanvoerder Mon-
dragon zou als windwijzer op den
toren hebben gediend, doch na door
roest verteerd te zijn, is het vervan
gen door een haan, die den kop
tegen den wind houdt.
Die van Sint Maartensdijk zijn in
een schuitje de Schelde overgesto
ken en hebben ons klokkespel mede
naar huis genomen. Dit klinkt
waarschijnlijk, want Sint Maar
tensdijk heeft nog steeds een klok
kespel en Wemeldinge heeft er geen
en 't ligt te ver weg om er iets van te
genieten.
Van de twisten in het laatst der
18de eeuw tusschen Oranjeklanten
en Patriotten, ook Heeren ge
noemd, weten wij, dat ze ook hier
bestonden en dat ook hier om den
vrijheidsboom is gedanst. De boe
ren waren meest Patriotten ën de
boerenknechten Oranjegezind.
Toch schijnen er hier geen ernstige
botsingen te zijn geweest. De jon
gelui tooiden zich overvloedig met
oranjelinten en goudsbloemen'en
de Patriotten duldden geen gele
bloemen in hun tuin, maar dat be
lette niet, dat de knechten hun land
bewerkten en alles liep, voor zoveel
wij kunnen nagaan, met een
sisser af. De vrouwen en meisjes
stonden buiten de partijen.
In de volgende jaren was door el
kander kort volgende politieke en
maatschappelijke veranderingen de
toestand zeer verschillend. Er wa
ren tijden dat de boer geld verdien
de en de welvaart toenam, en kort
daarop keerde de kans weer erg
tegen. Bij het toenemen der wel
vaart steeg de prijs van den grond
tot f 400 per Blooisch gemet, voor
-TK-
dien tijd een buitengewoon hoogen
prijs en twee jaar later was de prijs
gedaald tot de helft om vervolgens
gedurende eenigen tijd het land
onverkoopbaar te doen worden. Er
kwamen inkwartieringen van sol
daten, achtereenvolgens Hollan
ders, Engelschen met Bergschot
ten, Russische kozakken en Fran-
schen.
Al deze bezettingen waren lastig.
Men noemde de Hollanders als de
lastigsten. De kozakken waren met
weinig tevreden, zij hadden gaarne
een borrel jenever - liefst niet te
klein - en zij waren dol op vet. Zij
aten vetkaarsen uit de hand.
In 1809 lagen op de Schelde bij den
Paardendijk twee Engelsche oor
logsschepen, de Montagu en de
Cornwallis; zij hadden paarden en
soldaten aan land gezet. De disci
pline was er zeer streng. Een sol
daat van wien bekend was, dat hij
een kip gestolen had, is op 't Kap
mes tegenover Insulinde, ten bloede
toe gegeeseld.
Napoleon meende de Engelschen in
Zeeland rustig te kunnen laten, de
Zeeuwsche koorts zou ze wel ver
drijven, zoo meende hij, en hij
kreeg gelijk.
Deze Zeeuwsche koorts was lang
de schrik van Zeeland. Bijna alle
kinderen, vele ouderen en zoo goed
als alle hier verblijvende vreemde
lingen werden er door aangetast.
De koorts kwam om den anderen
dag of om den derden dag en in den
tusschentijd kon de lijder goed eten
en gevoelde hij zich volledig ge
zond.
(Wordt vervolgd)
Aa.
16 maart 1984