Sterk toenemende internationale
vraag naar Nederlands WPN-paard
Leerlingen Rotterdamse
school enthousiast over
werkdag in agrarisch Zeeland
Veel burgers hebben
bewondering voor de
boer anno 1984!!
Houden fokkers zelf tweede keus?
Uit onderzoek blijkt:
daarheen te stimuleren. Nog weer
latere kontakten verliepen via een
Zeeuwse handelaar, een Brabantse
hengsthouder en enkele noordelijke
ingewijden op paardengebied. Veel
materiaal, hoeveel is niet precies be
kend, is reeds naar de andere zijde
van de grote plas verhuisd. Zoveel
zelfs, dat in Amerika sinds kort een
aparte afdeling van het W.P.N. is
opgericht.
Een 40-tal mensen was sterk geinte-
resseerd om als voorlopige afdeling
van het W.P.N. te fungeren. Ze heb
ben meest diverse paarden van Ne
derlandse afstamming, waarbij zo
wel in Nederland goedgekeurde
hengsten, als jonge hengsten en
merries, al dan niet drachtig. Gro
tendeels zijn de paarden aangeschaft
voor de topsport in Amerika, maar
men wil toch ook zelf verder gaan in
de fokkerij. Om niet helemaal stuur
loos rond te drijven wil men de kon
takten met het "moederland" Ne
derland handhaven.
Hoge prijzen
Het W.P.N. hoopt daarmee "wild-
fok" te voorkomen, waardoor het
Nederlandse paard in diskrediet zou
kunnen worden gebracht. Wat de
uiteindelijke gevolgen van "toppers"
naar het buitenland zullen zijn is
vooralsnog niet te voorspellen. Men
koopt, uitzonderingen daargelaten,
alleen paarden waarvan verwacht
wordt, dat ze topprestaties kunnen
leveren. Men is bereid daar hoge tot
zeer hoge prijzen voor te betalen. Zal
dat inhouden, dat Nederland uit
eindelijk zelf de "2e keus overhoudt
of zullen de fokkers hun goed uit
gangsmateriaal toch voor zichzelf
houden. Zal het misschien inhouden
dat het overgrote deel van het Ne
derlandse fokmateriaal voor hogere
prijzen verhandeld wordt? Op dit mo
ment is daarvan feitelijk nog weinig
merkbaar, of zouden de prijzen mis
schien toch lager zijn, wanneer er
geen export was?
Een feit is in elk geval dat, gezien de
wereldwijde belangstelling, de door
het W.P.N. aangelegde maatstaven
vruchten afwerpt. De beoordelingen
op afstamming, op exterieur, op ver
richtingen en op nafok blijken bij
zonder waardevol te zijn.
elke kombinatie zijn best de ereprijs
mee naar huis te mogen nemen.
Winnaar bij de A-kategorie dressuur
werd uiteindelijk Vanitas met Anne
miek Picavet, die deze hengst ook in
de finale springen voor het voetlicht
bracht. Ultimaat werd met Tineke
Bartels tweede in de A-kat. dressuur.
Aan het begin van de maand februari
zijn in Zuidlaren en Utrecht weer
hengstenkeuringen gehouden. Het
aantal opgegeven hengsten overtrof
ver de verwachtingen. Reeds enkele
jaren terug werden er 450 500 jonge
hengsten aangemeld. Gezien het feit
dat het aantal dekkingen 3 jaren ge
leden vrij sterk is gedaald, leefde men
in de veronderstelling dat ook het
aantal hengsten voor aangifte voor de
keuring wel zou dalen. Het tegen
gestelde was echter het geval, dit jaar
maakten 540 jonge hengsten hun op
wachting bij de jury.
Als we daarbij bedenken dat er in
1981 ongeveer 4.000 hengstveulens
bij het stamboek werden geregis
treerd houdt dat in dat 1 op de 8
hengstveulens voor goedkeuring
wordt aangeboden. Van de 540 wer
den er na 2 beoordelingen 44 heng
sten aangewezen voor het afleggen
van een verrichtingsonderzoek in
Uddel. Pas na dit onderzoek positief
afgelegd te hebben worden de heng
sten definitief goedgekeurd. Bij deze
44 hengsten waren 2 basispaarden, 7
tuigpaarden en 35 rijpaard hengsten.
Het aantal vaderpaarden van deze
hengsten was groot. Bij de rijpaarden
zijn er 8 vaderpaarden die 2 voorlo
pig goedgekeurde zonen bijgeschre
ven kregen. Alleen van de hengsten
Val blanc, Amor en Almé werden 3
zonen voorlopig goedgekeurd.
Het bezoek aan de hengstenkeurin
gen wordt blijkbaar nog elk jaar
groter. Ook nu waren de toegangs
bewijzen voor Utrecht reeds dagen
van tevoren uitverkocht. Het aantal
bezoekers loopt in de tienduizenden.
Veel buitenlands bezoek met name
uit die landen waarheen veel W.P.N.
paarden geexporteerd worden zoals
Duitsland, België, Zwitserland, Oos
tenrijk, Amerika, Engeland, maar
ook uit de Scandinavische landen en
A nnemiek Picavet in actie met de hengst Vanitas, finalist in de categorie springen.
het Midden en Verre Oosten. Voor
het eerst was dit jaar een springtent
opgebouwd bij de Veemarkthallen.
Hiervan werd veel gebruik gemaakt
door degenen die hun "niet goedge
keurde" hengst wilden verkopen. Elk
jaar is er veel handel, wat resulteert
in steeds hogere verkoopprijzen. Ook
het N.H.S. was dit keer aan de markt,
op zoek naar goed materiaal die in de
toekomst als Olympiadepaarden
dienst kunnen doen. Ook oudere
hengsten verschenen voor het voet
licht, o.a. die hengsten, die in 1983
hun veulens moesten tonen werden
ter primering aangeboden. Hierbij
behaalde Ursus, een hengst die in de
zuidelijke provincies dekt een eerste
premie. Deelnemers aan de heng-
stenkompetitie zowel in springen als
in dressuur hielden in Utrecht hun
finale. In diverse kategorieën, af
hankelijk van het meer of minder
gevorderd zijn in hun discipline deed
Export
Een ander gebied waarop het W.P.N.
veel aktiviteit ontwikkelt is de ex
portbevordering van goed Neder
lands fokmateriaal. Hadden vroeger
met name Zwitsers, Duitse en Oos
tenrijkse paardenmensen oog en be
langstelling voor het W.P.N. paard,
de laatste jaren zijn daar Amerika en
ook Engeland bijgekomen, waarbij
vooral vanuit het stamboekburo ve
lerlei werk is verzet om de afzet
Leerlingen van de Rotterdamse
scholengemeenschap Guido de
Brés zijn in oktober vorig jaar te
gast geweest in Zeeland. Dit in
het kader van een voorbereiding
op de beroepskeuze. Zij brachten
een bezoek aan de veiling Kapel-
Ie, aan twee leden van de Z.L.M.
en aan een kreeftenkwekerij in
Yerseke. Hieronder een gedeelte
uit het enthousiaste verslag dat
één van de leerlingen over deze
dag heeft gemaakt:
We stapten in de bus om naar het
landbouwbedrijf van de fam. Luyk
te gaan. Toen we daar op de boerde
rij kwamen, waren ze juist bezig met
de aardappelen, die werden gesor
teerd en door een lopende band op
een hoge berg gegooid. Die oogst was
drie vier weken te laat, omdat de
zomer zo droog is geweest en de tijd
daarvoor te nat. Nu is de grond
daardoor wel moeilijker rooibaar.
Daar kwam de boer al aan. Hij had
even vrij kunnen maken van zijn
werk en ging ons iets over de boer
derij vertellen. "Dit is een van de
oudste nederzettingen in Nederland.
Vóór de verkaveling had ik zeven
twintig percelen grond en daarna
zeven percelen. Wat verbouwen we
hier? Bieten, aardappelen, suiker
bieten, graan (hoofdzakelijk winter
tarwe en zomergerst). Ook hebben
we nog 2l/i ha. tulpen en 1 ha. ja-
panse uien, maar dat is dit jaar niet
gelukt omdat alles is afgebroken
door de vorst. We hebben ook gras
8
gezaaid en dat is intussen alweer
twee keer gemaaid. Bij gras gaat het
om beworteling. Hoe fijnere wortels,
hoe 'n betere grondstruktuur. We
hebben hier heel wat werktuigen.
Machines die gebruikt worden om te
zaaien en te oogsten. En natuurlijk de
machine die jullie net aan het werk
zagen bij de aardappelen. Die aard
appels die door de lopende band
vervoerd werden heten: rode pipo's.
Daarvan is de kwaliteit veel beter
dan de bintjes, want pipo's zijn veel
minder pokkig.
Pasgeboren kalfjes
Na het verhaal van meneer Luyk
mochten we nog even op de boerde
rij rondkijken. Maar dat duurde niet
al te lang want we moesten weer naar
de volgende boerderij: Het 25 ha.
grote veehoudersbedrijf van de fam.
Poleij. Daar kwam een boertje naar
ons toe en vertelde in grappig dialect
dat zijn zoon al gauw zou komen om
ons iets te vertellen: We kwamen in
een soort schuurtje waar een grote
tank stond. De zoon vertelde dat in
één tank 4800 liter melk kan. De
melk die in die tank komt is eenen
twintig graden en wordt in die tank
gekoeld tot vier graden. De koeling
zit onder de grond, via een leiding.
Dat water koelt de melk. In die lei
ding zit dat water tegelijkertijd op
geslagen als drinkwater. Daarna
bracht Poleij jr. ons naar het gedeelte
waar de koeien gemelkt worden. Als
de koeien twee jaar zijn geven ze
melk. Hier staan speciale machines
waarmee we de koeien melken. Eerst
worden de uiers van de koeien
schoongemaakt, daarna wordt de
melkmachine aangesloten, als ze ge
molken zijn worden de uiers ingevet
met vloeibare zalf tegen ziekten en
ontstekingen. Tijdens het melken
krijgt een koe bix (voer). Alle koeien
hebben hier een naam. We mochten
ook nog een grote koe zien en een
nog pasgeboren kalfje. Dat was een
uur voordat wij op de boerderij
kwamen geboren. Meneer Poleij sr.
had ons intussen ook aardig wat over
de boerderij verteld en daarom be
dankten we vader en zoon voor het
vertellen op deze boerderij.
Kreeften
We gingen terug naar de bus en daar
kregen we allemaal drinken. En toen
naar het laatste doel: de kreeften
kwekerij
In grote bassins lagen de kreeften.
Hun scharen waren dichtgebonden
met een elastiekje zodat ze niemand
kwaad konden doen.
We stonden met z'n allen op een
soort houten eiland in het water tot
er een meneer riep: "Kijk uit!" En
ineens begon het eiland te schuiven.
We gilden allemaal wantje viel bijna
in het water, tussen de kreeften. Na
dat we weer op dezelfde plaats ston
den met het "eiland" ging ik er snel
af.
En toen werd het tijd om naar huis
terug te gaan
Ongeveer een derde deel van de
nederlanders lijkt het bestaan op
een boerderij (het boerenleven)
aantrekkelijk. Daarbij denkt men
dan meestal aan vrijheid, ge
zondheid en natuur en dit laatste
dan meestal in de vorm van de
omgang met dieren.
Degenen die het boerenbestaan
niet aantrekkelijk vinden voor
zichzelf denken dan vooral aan
het zware werk, de gebondenheid
en de zorgen en - in mindere mate
- aan stank.
Dit blijkt uit een onderzoek van
de Nederlandse Stichting voor
Statistiek (NSS) onder 773 perso
nen van 18 jaar en ouder, repre
sentatief voor de bevolkingsgroep
die niet behoort tot de huishou
dingen van boeren of tuinders.
Uit het onderzoek blijkt voorts
dat het grootste deel van de ne-
derlandse bevolking de boeren
voornamelijk positieve eigen
schappen toe, schrijft: hardwer
kend, vriendelijk, sociaal voe
lend, natuurliefhebbend, ontwik
keld en intelligent zijn woorden
die tijdens dit onderzoek vaak
zijn gebruikt. Toch wordt de boer
ook nog gezien als een indivi
dualist, konservatief, godsdien
stig en zelfs pessimistisch terwijl
hij volgens bijna de helft van de
ondervraagde groep meer over
het weer klaagt dan andere ne
derlanders doen.
Wat betreft de verdiensten van de
boer zijn de meningen sterk ver
deeld: 40% meent dat zij (vrij)
veel verdienen en 46% meent dat
in de agrarische sektor (vrij) wei
nig verdiend wordt.
Van het belang van de boeren en
tuinders voor de Nederlandse
ekonomie is de nederlander wel
overtuigd: 65% meent dat zij
zeer belangrijk zijn voor onze
ekonomie terwijl nog eens 32%
denkt dat zij tamelijk belangrijk
zijn. Ongeveer 64% meent dat
boeren en tuinders belangrijk zijn
voor de werkgelegenheid. Veel
mensen hebben het idee dat ste
delingen minachtend en neerbui
gend naar de boeren kijken. Dat
is in het geheel niet meer in over
eenstemming met het werkelijk
gekonstateerde beeld. Er is eerder
sprake van een ruime mate van
bewondering. Duidelijk komt
daar echter nog de vroegere kloof
tot uitdrukking, en hierbij is mis
schien het taaleigen nog wel van
invloed.
U kunt het hele rapport evt. op
vragen bij de NSS, tel. 070 -
512661.
9 maart 1984