Bakterievuur en het onderhoud van
meidoorn in beschermde gebieden
Internationaal Tuinfestival,
Liverpool: het Grootste
Tuinbouwevenement van 1984
Waar zijn ze gebleven: de sterappels,
de notarisappel en de Jutteperen??
Frankrijk wil beperking handelsmarge witlof
KALKTIP
Bakterievuur
Bakterievuur is de naam van een
planteziekte waarover de laatste ja
ren nogal wat te doen is geweest. H et
is een bakterieziekte die vooral
planten uit de groep van de appel-
achtigen kan aantasten, waartoe
onder andere behoren: de peer, de
appel, de meidoorn en een aantal
sierstruiken zoals: de Cotoneaster
(dwergmispel), de Pyracantha
(vuurdoom), de Sorbus (lijsterbes)
en de Stranvaesia. Uit deze opsom
ming blijkt, dat vooral de fruitteelt
(peer en appel) en de boomteelt
(sierheesters en vruchtbomen) door
deze ziekte worden bedreigd en grote
schade kunnen ondervinden.
De meidoorn
De meidoorn komt in grote delen
van ons land voor in de vorm van
heggen rond tuinen en langs wegen,
maar vooral in het landschap op
perceelsscheidingen of in gemengde
beplantingen. De meidoorn heeft in
het landschap grote kultuurhistori-
sche waarde en funktioneert boven
dien als veekering en als schuilplaats
en voedselbron voor vele soorten
vogels. Het is dus wel duidelijk, dat
de meidoorn voor het landschap van
belang is. Helaas is de meidoorn zeer
vatbaar voor bakterievuur. De hier
onder omschreven maatregelen zijn
er op gericht de verspreiding van de
ziekte tegen te gaan en de meidoorn
zo veel mogelijk te behouden.
Beschermde gebieden
De schade die door het bakterievuur
wordt veroorzaakt, beloopt jaarlijks
miljoenen guldens.
-- -v'V Jfe
In sommige gebieden kan de meidoorn in volle groei en bloei blijven bestaan
Om de schade zo veel mogelijk te
beperken èn om de boom- en de
fruitteelt en de export van de pro-
dukten daarvan te beschermen is een
nieuw beleid ontwikkeld. Door de
Minister van Landbouw en Visserij
zijn een twintigtal zogenaamde be
schermde gebieden aangewezen,
waarbinnen ter bescherming van de
boom- en de fruitteelt een aantal ex
tra maatregelen moeten worden ge
nomen tegen de ziekte. Deze extra
maatregelen komen dus boven op
het pakket maatregelen die reeds in
het gehele land kunnen worden ge
nomen. Deze extra maatregelen ko
men in het kort hier op neer:
Onlangs is er een boekje "Ver
dwenen Appel- en Pererassen" ver
schenen. Hierin worden een aantal
bekende appel- en pererassen be
schreven, die vanaf de periode 1920
tot 1975 niet meer aangeplant
werden en daardoor langzamer
hand uit het rassensortiment ver
dwenen zijn.
Namen als Sterappel, Notarisap
pel, Groninger Kroon, Glorie van
Holland en Juttepeer, Noordhol
landse Suikerpeer en Zwijn-
drechtse Wijnpeer klinken een
aantal mensen nog wel bekend in
de oren, maar deze destijds vrij
algemeen geteelde rassen zijn bij
de ontwikkeling van de hoog-
stamboomgaarden naar de hui
dige boomgaarden - samen met
vele andere rassen - verdwenen.
In het boekje "Verdwenen Ap
pel- en Pererassen" staan zowel
voor appel als voor peer een aan
tal algemene redenen van ver
dwijnen aangegeven. Daarnaast is
er van 37 oude appelrassen
(waarvan 6 zoete appels) en van
29- oude pererassen (waarvan 3
stoofperen) een rasbeschrijving
opgenomen. In deze rasbeschrij
vingen worden net als in de 16e
Rassenlijst voor Fruitgewassen
de eigenschappen groei, bloei,
produktiviteit, pluktijd, uiterlijk.
kwaliteit, bewaarbaarheid en
ziekten en beschadigingen be
schreven.
Verder worden bij elk ras de spe
cifieke redenen van verdwijnen,
voor zover bekend, genoemd.
Deze redenen gelden in de mees
te gevallen vooral voor de pro
fessionele fruitteler. De amateur
fruitteler kan andere eisen aan
een ras stellen. Bijvoorbeeld een
ras dat door zijn beperkte be
waarbaarheid verdwenen is en
dat eigenlijk alleen zo van de
boom gegeten kan worden kan
voor hem nog zeer waardevol
zijn.
Achter in het boekje zijn twee
bestuivingsdriehoeken van de
beschreven appel- en pererassen
opgenomen.
De opname van de meest gebe
zigde synoniemen bij de rassen
maakt het mogelijk oude rassen
die men zich onder een andere
naam herinnert thuis te brengen:
Degene die in oude fruitrassen
geïnteresseerd is kan deze uitgave
bestellen door 12,50 over te
maken op gironummer 943919
t.n.v. R1VRO, Postbus 32, 6700
AA Wageningen onder vermel
ding "Verdwenen Appel- en Pe
rerassen". Na ontvangst van de
overschrijving (met naam en vol
ledig adres) wordt het boekje
toegezonden.
Zo werd de fruitteelt vroeger uitgeoefend. Wat een verschil met de huidige
produktiemethoden!Foto Proefstation Fruitteelt Wilhelminadorp)
- Aangetaste planten moeten in
hun geheel, dus met wortel en
tak, worden vernietigd. Dit kan
gebeuren door rooien of door af
zagen en de stobbe te behandelen
met een middel tegen het op
nieuw uitlopen.
- Er is een verbod om enkele van
de meest vatbare planten aan te
planten. Dit zijn: de grootbladige
Cotoneasters (Cotoneaster salici-
folius en Cotoneaster watereri),
Stranvaesia en de wilde mei
doorns (Crataegus calycina, Cr.
monogyna en Cr. laevigata).
- Het onderhoud van de reeds
aanwezige wilde meidoorn is
verplicht.
Deze maatregelen hebben betrekking
op alle beplantingen in de bescher
mde gebieden. Het opsporen van
aangetaste planten vindt door of on
der toezicht van de Plantenziekte-
kundige Dienst (PD) plaats, die ge-
bruiksgerechtigden opdracht geeft de
zieke planten te verwijderen en te
vernietigen. Dit opsporen van zieke
planten mag natuurlijk ook door de
eigenaar worden gedaan. Anders ligt
het voor genoemde onderhoud van de
(wilde) meidoorn. Dat moet door
iedere gebruiksgerechtigde zelf en op
eigen initiatief en kosten worden uit
gevoerd.
Wanneer en op welke wijze onder
houd plegen
Het verplichte onderhoud van de
meidoorn is geregeld in de Beschik
king bestrijding bakterievuur 1984.
Daarin staat vermeld, dat gebruiks-
gerechtigden van meidoornbeplan
tingen (gemeente, provincie, water
staat, waterschappen, agrariërs, par-
tikulieren enz.) in de beschermde
gebieden onderhoud moeten plegen.
Het onderhoud dient zodanig te
worden verricht, dat daarmee de
bloei van de meidoorn wordt voor
komen. Verder staat aangegeven, dat
het onderhoud moet worden uitge
voerd in de periode van 1 november
tot 1 april. Door allerlei oorzaken is
de inwerkingtreding van de beschik
king vertraagd. Om dit jaar (zo veel
mogelijk) nog vóór 1 april het ver
plichte onderhoud te kunnen uit
voeren is het thans noodzakelijk daar
zo snel mogelijk een aanvang mee te
maken. De Algemene Inspektie-
dienst (AID) zal op het nakomen van
de onderhoudsverplichting toezien
en kan in geval van overtreding pro
cesverbaal opmaken.
Er is zojuist gesteld, dat het onder
houd er op gericht moet zijn de bloei
van de meidoorn te voorkomen. De
bloesem van de meidoorn is namelijk
de belangrijkste invalspoort voor
deze bakterieziekte. Als de plant niet
bloeit is de kans dat hij ziek wordt,
veel geringer.
Waar onderhoud plegen
In het voorgaande werd reeds aan
gegeven, dat binnen de beschermde
gebieden het onderhoud van de
meidoorns verplicht is gesteld. Op
het kaartje staan de beschermde ge
bieden globaal aangegeven. Bestaat
er twijfel of de beplanting wel of niet
in een beschermd gebied is gelegen,
dan kan men zich wenden tot het
distriktskantoor van de PD waar
men onder valtOp deze kantoren is
de precieze begrenzing van de be
schermde gebieden bekend.
Uitzonderingen
Een aantal delen van beschermde
gebieden, waar de meidoorn bepa
lend is voor het landschap, kunnen in
beginsel in aanmerking komen voor
een vrijstelling van de onderhouds
verplichting. Binnen de beschermde
gebieden zijn dit:
- het Mergelland, het Maasheggen-
gebied, de Poel bij Goes, de Kapelse
Moer, de uiterwaarden van
Rijn/Lek, Maas en Waal, het
Kromme Rijngebied en enkele klei
nere gebieden in: Groningen bij
Eelde/Haren/Paterswolde, Fries
land in de gemeente Opsterland en
Zeeland op Zuid-Beveland en Tho-
len.
Deze gebieden zijn aangewezen in
het kader van de Beschikking On-
derhoudsovereenkomsten Land
schapselementen (BOL). In de ge
noemde gebieden zal het onderhoud
door het Staatsbosbeheer nader
worden geregeld.
Snoeien en bloeien
Op welke wijze de bloei moet wor
den voorkomen is afhankelijk van de
beplantingsvorm en die hangt weer
samen met de funktie van de be
planting. Een heg rond een tuin kan
bijvoorbeeld jaarlijks worden ge
snoeid of geknipt en zal dan in het
geheel niet bloeien. Heggen of strui
ken op perceelsscheidingen kunnen
bijvoorbeeld worden afgezaagd tot
op 10 cm, 40 cm of 100 cm boven de
grond waarbij de overblijvende tak
ken kort worden ingesnoeid. Hierna
zullen de stobben of stammen weer
tot volwaardige struiken uitgroeien,
maar deze zullen - afhankelijk van
de hoogte van afzetten - de eerste 3-5
jaar niet bloeien. In het laatste geval
zal dus om de 3-5 jaar de behande
ling moeten worden herhaald. Een
zelfde behandeling is denkbaar voor
meidoorns in een gemengde (erf)-
bepianting of voor alleenstaande
struiken. Meidoorns die eigenlijk als
zodanig geen funktie hebben zouden
kunnen wordeft vervangen door
struiken die niet vatbaar zijn voor
bakterievuur.
Op een ruim 50 ha groot terrein langs de rivier de Mersey, wordt dit jaar
van mei tot half oktober een internationaal tuinfestival gehouden.
Een groot aantal thematuinen, gewijd aan onderwerpen die uiteenlopen
van kruiden, kinderen en rozen tot de Beatles en tuinieren voor ge
handicapten zullen worden aangelegd. 31 verschillende landen zullen
aan het Festival deelnemen. Twintig landen, waaronder Egypte, China,
Griekenland en Canada, hebben een eigen tuin aangelegd, terwijl Ne
derland een indrukwekkend paviljoen heeft gebouwd met omringende
beplanting en een 80M hoge moderne windmolen, die de elektriciteit
voor het paviljoen zal leveren.
Het festivalterrein is in 27 maanden
door de Merseyside Ontwikkelings
maatschappij gekreëerd met heuvels,
beken, vijvers, een meer dan 8000 m2
grote sport- en expositiehal, een
amphitheater, een eigen treintje en
nog veel meer. Koningin Elizabeth
zal op 2 mei het "International Gar
den Festival" openen en gedurende
het seizoen verwacht men 3 miljoen
bezoekers uit binnen- en buitenland.
In de week van 12-22 juli wordt het
1200 m2 omvattende Nederlandse
paviljoen ingericht als typisch tuin
centrum. De vier in elkaar lopende
kassen, die in opdracht van het Mi-
Om een verdere stijging van de in
flatie tegen te gaan wil de Franse re
gering drastische maatregelen
treffen. Kortgeleden heeft de minis
ter van Landbouw Delors voor de
handelsmarge op witlof een maxi
mum van 3 FF/kg vastgesteld, om
een te sterke prijsstijging op klein
handelsniveau te voorkomen. Als
gevolg van een 25% kleinere witlof-
produktie in Frankrijk, vergeleken
met vorig seizoen, is de telersprijs nl.
verdubbeld. De producentenprijs
bedroeg half februari j.l. 7,20 FF/kg.
Door het instellen van een maximale
handelsmarge werd de konsumen-
tenprijs 10 FF/kg (handelsmarge
40%). Soortgelijke maatregelingen
heeft de Franse regering in petto
voor ropsla en andijvie. In het ver
leden werd een dergelijke beperking
van de handelsmarges overigens al
eerder toegepast.
(Der Markt)
nisterie van Landbouw en Visserij
werden gebouwd door de bekende
kassenbouwer Voskamp Agro, zul
len ruim 100 m2 expositieruimte aan
Nederlandse fabrikanten van tuin-
marktartikelen en -gereedschappen
ter beschikkingstellen. Hierbij wordt
gedacht aan alles wat normaal in het
overdekte gedeelte van een tuincen
trum te koop is. zoals gereedschap,
compost, zaaigoed, zaden, tuinver-
sieringen, kleding en terrasaankle
ding. De Nederlands-Britse Kamer
van Koophandel treedt op als koör-
dinator. Fabrikanten die gebruik
willen maken van deze unieke kans
mee te doen aan deze Liverpoolse
"Floriade" kunnen zich opgeven bij
de Nederlands-Britse Kamer van
Koophandel in Den Haag.
De sluitingsdatum voor aanmeldin
gen is 16 april 1984.
Kontaktpersoon:
C.J. Rowley
Het goede pH - trajekt voor blijvend
grasland is pH 4,8 - 5,5. Dreigt de pH
te dalen naar de ondergrens van ge
noemd trajekt. terwijl de botanische
samenstelling van het grasland nog
goed is, dan is het toepassen van een
onderhoudsbekalking 1000 kg kalk-
meststof/ha) het overwegen waard.
9 maart 1984