Zaaibed en zaaien van suikerbieten Praktisch allerlei voor de tuin AKTIE ZUIDWEST 6 ■n-ii'-M* door C.J. Nouse Rektificatie Consulentschappen voor de akker bouw en De rundveehouderij in Zuidwest Ne derland Serie suikerbieten nr. 6 Een geslaagde bietenteelt is voor een belangrijk deel afhankelijk van een goed zaaibed en van goed zaaien. Een goede struktuur van de grond, een goed zaaibed en sekuur zaaien bepalen de opkomst, het juiste plantenaantal en de verdeling van de planten. Deze faktoren zijn tevens van invloed bij de oogst ten aanzien van de tarra. Daarom moeten bij de voorjaarsgrondbewerking de goede werktuigen en be werkingen gekozen worden. Te stellen eisen Als de grondbewerking goed is uit gevoerd, zijn de huidige precisie- zaaimachines in staat om het zaad op de juiste plaats en diepte in de grond te brengen. Als belangrijkste eis geldt echter wel dat de grond voldoende droog moet zijn, zodat geen valse grond naar boven wordt gehaald. Een goed zaaibed moet aan de vol gende eisen voldoen: - goed vlak liggen - voldoende verkruimeld, maar niet te fijn - regelmatig ondiep losgemaakt .worden (2-3 cm) - zo weinig mogelijk bereden zijn i.v.m. sporen. Om aan deze voorwaarden te vol- diep afstellen een grote kans geeft op versmering van de ondergrond. Ge tracht moet worden een hoge rij snelheid en een laag toerental te rea liseren. Toch zal de kapaciteit van deze werktuigen over het algemeen tegenvallen. Trekker, banden en sporen Vaak zijn de sporen gemaakt door de trekker oorzaak van een slechte en onregelmatige opkomst. Oorzaak hiervan is meestal een verkeerde bandenkeuze en een te hoge ban denspanning. De bandenspanning moet zo laag mogelijk zijn, omdat dit de bodemdruk bepaalt per cm2 grondoppervlak. In het algemeen zal bij een*banden- spanning van 1 BAR en dus een bo demdruk van 1,2 kg per cm2 geen struktuurschade optreden. Wanneer doen, zullen de werktuigen voorzien moeten zijn van een egalisatiebalk en verkruimelrol(len), een goed instel bare diepte regeling moeten hebben en een grote werkbreedte. De werktuigen Niet aangedreven werktuigen Deze werktuigen hebben via de ver- kruimelrollen een eksakte dieptere geling. Omdat een hoge rijsnelheid nogelijk is, hebben ze een grote ka paciteit en mede daardoor een goede verkruimeling. Afhankelijk van de tandbreedte en het aantal tanden is de vlaklegging meestal ook voldoen de. Triltandkultivator Op lichtere gronden, wanneer dub bele beitels per tand gemonteerd worden, krijgt men een redelijke in tensieve grondbewerking. De egali serende werking van de smalle bei tels is gering. Een verstelbare egali satiebalk is daarom noodzakelijk. Zaaibedkombinaties Deze werktuigen zijn ook triltand- kultivatoren, maar met meer tanden per meter werkbreedte. Voor ondiepe bewerkingen zoals voor bieten is een egalisatiebalk en/of egalisatiestrippen op de eerste en derde rij tanden noodzakelijk. Doordat een hoge rijsnelheid moge lijk en nodig is, is de kapaciteit hoog. Zaaibedkombinaties met 3 velden geven soms een mindere spooregali- satie dan met 4 velden, omdat de scheiding van de velden direkt achter het trekkerspoor ligt. Kultirol-grondverkruimelaar Dit is een vaste tandkultivator met een dubbel aantal tanden per meter werkbreedte die voorzien zijn van 9 cm brede beitels. Een eksakte diepte regeling wordt verkregen door rol len. De eerste rol is tussen de eerste rij tanden gemonteerd en een tweede rol (aangedreven door de eerste rol) achter de tweede rij tanden. De ver houding in draaisnelheid tussen de éérste en de tweede rol is 1:2 ViDoor deze konstruktie wordt een eksakte diepte regeling en een goede ver kruimeling mogelijk, waardoor een prima zaaibed gemaakt kan worden. Sneleg Deze machine geeft, doordat achter iedere rij rechte tanden een zoge naamde egalisatieplaat is gemon teerd, een goede verkruimeling en egalisatie en door de dubbele ver- kruimelrollen een goede diepterege ling. Van alle getrokken werktuigen vraagt de sneleg wel het meeste ver mogen per meter werkbreedte. Aangedreven werktuigen Zowel de aangedreven kopeg als schudeg kunnen ook gebruikt wor den voor een ondiep zaaibed. Voor waarde is wel een traploze diepte re geling via de verkruimelrol en een egalisatiebalk voor de vlakligging. Bovendien zal men de tanden erg ondiep af moeten stellen, omdat te Het voorjaar nadert met rasse schreden en de befaamde groene vingers jeuken ongetwijfeld al eni ge tijd om de natuur een handje te helpen. De komende weken moet er in veel tuinen aan van alles en - nog wat worden gewerkt. In dit praktisch allerlei daarvoor wat adyiezen en suggesties. Snoeien Nu de kansen op stevige vorst voor bij zijn kunnen we het mes zetten in die planten die in het voorjaar flink moeten worden terug gesnoeid. De planten die we nu moeten snoeien behoren tot de kategorie van de zo mer en nazomerbloeiers zoals rozen, vlinderstruiken, ganzerikken, herts- hooi, heide, caryopteris, perovskia, zonneroosjes, lavendel en dergelijke. Deze planten bloeien in de zomer aan de scheuten die ze vanaf het voorjaar vormen. Door ze flink in te snoeien maken ze veel jonge scheu ten waaraan de beste bloemen ko men. De afgelopen maanden hebben we op ons bedrijf een aantal snoeikur- sussen georganiseerd. Uit de gewel dige belangstelling voor die kursus- sen bleek een grote behoefte aan praktische snoeiaanwijzingen. Bij de kursus gebruikten we het boek "SNOEIEN" van Chr. Brickell, een stap-voor-stap-gids van de groen- boekerij én verkrijgbaar bij de betere tuincentra. Voor diegenen die meer van snoeien willen weten is dit boek zeer instruktief. Snoeien is voor veel mensen ook een kwestie van durven. Tijdens de kur sus viel regelmatig de volgende uit spraak te beluisteren: "In veel ge vallen wist ik wel ongeveer hoe te snoeien, maar durfde ik niet. Nu ik in de praktijk gezien heb hoe het moet durf ik veel beter...." Wees vooral bij de kategorie planten waarover we hier spreken niet te bang om het mes er flink in te zetten. Hier geldt "snoeien doet bloeien". Een groep planten waar u wat snoei en betreft nog even vanaf moet blij ven zijn de voorjaarsbloeiende sier heesters zoals spirea, deutzia, jas mijn, forsythia, ribes en dergelijke. Deze struiken snoeier we pas na de voorjaarsbloei, maar dan ook direkt na de bloei. De oudere uitgebloeide takken halen we dan weg en de jon gere scheuten laten we zitten. Die ontwikkelen zich gedurende de zo mermaanden tot de bloemtakken voor het volgende jaar. Grondige bodemverbetering In veel tuinen is voor een optimale ontwikkeling van de planten en om bij deze lage bandenspanning on voldoende draagvermogen over blijft, kan men kiezen uit kooiwielen, dubbellucht op rijenafstand en ge woon dubbellucht. Voorkeur wordt gegeven aan kooiwielen, omdat dan maar van één band het-spoor weg gewerkt hoeft te worden. Als vanwe ge transport over de weg kooiwielen niet mogelijk zijn, kan het aantrek kelijk zijn, te kiezen voor dubbel lucht op rijenafstand. Er is dan geen aaneengesloten spoor, zoals bij ge woon dubbellucht, maar twee enkele sporen die gemakkelijk zijn te egali seren. Precisiezaaimachines In het algemeen worden mechani sche zaaisystemen gebruikt. Mis schien dat met de komst van het pil- lenzaad ook de pneumatische syste men in aanmerking komen. Maar vanwege de prijs en het ekstra ge wicht zullen de mechanische zaai- machines nog wel de voorkeur blij ven houden. De rijsnelheid bij precisiezaaimachi nes ligt normaal tussen 4 Vi en 5 km per uur. Sneller rijden heeft vaak een m plezierig in de grond te kunnen wer ken de grond te vast, te taai, te weinig luchtig en is een grondige verbete ring van de bestaande tuingrond .wenselijk. De meeste aardige tuin planten houden van een luchtige, le vendige, humusrijke groeiplaats. Zo'n grond wordt bevolkt, door tal van dieren, schimmels en bakteriën die allen hun best doen om een mi lieu te kreeëren waar planten zich prettig voelen. Zo'n grond is als een welvoorziene dis waar vocht en voedsel in aangename hoeveelheden voorhanden zijn. Geef de bodem terug wat we haar ontnemen In de "echte" natuur kennen we de kringloop waarin de afgestorven plantedelen, bladeren en dergelijke in de grond weer worden omgezet tot voor planten opneembaar voedsel. Verbruik en terugwinning zijn daar veelal met elkaar in evenwicht. In tuinen waar we de planten meestal meer uit de grond laten halen dan er van nature terug gaat, moeten we dat tekort dus aanvullen met natuurlijke bodemverbeterende produkten en meststoffen. Hoe meer planten moe ten produceren - fruitstruiken, rozen, forse vasteplanten - des te meer krachtvoer moeten we toedienen. Er zijn verschillende soorten natuur lijke grondverbeteringsprodukten en meststoffen. Elk produkt heeft haar eigen uitwerking op de bodem en bij het kiezen uit de verschillende pro dukten moeten we dus weten of een produkt voor onze grond en onze planten geschikt is. Sommige plan ten houden van een echt zure grond zoals hei, rhododendron, azalea en andromeda. Andere planten bij voorbeeld een aantal rotsplanten, houden van een kalkrijke grond. De meeste tuinplanten gedijen echter het beste in een licht zure grond. Tuinturf en turfmolm De grondverbeteringsprodukten tuinturf en turfmolm hebben een verzurende werking en zijn bij uit stek geschikt voor de verbetering van kalkhoudende zeekleigronden. onregelmatige verdeling tot gevolg. Bij goed werkende zaaimachines wordt de afstand vooral bepaald door de draaisnelheid van de zaai- schijven en het aantal cellen per schijf. Met een bepaald aantal cellen is de zaaiafstand te regelen door de draaisnelheid van de schijf. Dit ge beurt met een versnellingsbak en/of wisseltandwielen. Uit de mogelijk heden hiervan zijn de middelste waarden vaak het beste bruikbaar. Te langzaam draaiende schijven ge ven namelijk meer kans op dubbel- vullingen en te snel draaiende schij ven meer kans op missers. Met de veel gebruikte zaaimachines als Vi- con Monozentra, Hassia en Becker kunt u bij een gemiddelde zaaiaf stand van 18 cm het beste schijven met 36 of 48 cellen gebruiken. Een goed resultaat is echter alleen tè be reiken bij een goed onderhouden zaaimachine. Vooral belangrijk zijn de zaaikouters (goed scherp), de af- strijkers en de uitwerpers. Algemeen Een goed zaaibed en goed zaaien horen bij elkaar. Kies daarom de Het verschil tussen tuinturf en turf molm is dat tuinturf al een sterk ver teerd produkt is en in de grond maar langzaam verder 'verteert, terwijl turfmolm nog aan het begin van de verteringsfase staat en in de grond sneller verteert en daardoor aktiever is. Tuinturf heeft een wat duurzamer effekt, turfmolm is aktiever maar moet eerder worden aangevuld. Zo wel tuinturf als turfmolm hebben een gunstige invloed op de samen stelling van de grond maar zijn niet voedzaam. Voor beplantingen die voedsel behoeven moet daarin extra worden voorzien door bijvoorbeeld gedroogde koemest. Voor een goede grondverbetering met tuinturf of turfmolm zijn hoe veelheden van ±- 5 m3 per 100 m2 nodig. Kompost Een ander bekend produkt is kom post. Kompost wordt gemaakt van afval en heeft een redelijk deel aan organische stof die de bodem helpt verbeteren. Kompost is tamelijk kalkrijk en dus niet geschikt bij zuurminnende planten, en ook min der geschikt om toch al kalkhouden de gronden mee te verbeteren. Kompost heeft wel een heleboel voedingsstoffen - overigens in kleine hoeveelheden - die voor planten be langrijk zijn. Kompost kan in hoeveelheden van 0,5 tot 1 m3 per 100 m2 worden toe gepast. Is daarom minder geschikt als grondige bodemverbeteraar maar meer op zijn plaats als onderhouds- produkt in het voorjaar waarbij het organische stofgehalte en het voed- selgehalte van de grond wordt aan gevuld. Ideale kombinatie: veenkompost Veenkompost is een produkt dat is samengesteld uit tuinturf en kom post. Is neutraal in haar uitwerking op de zuurgraad van de grond en laat zich in zeer effektieve hoeveelheden van 10 m3 per 100 m2 toepassen. Daarmee is een echt grondige bo demverbetering te realiseren. De tuinturf zorgt voor een duurzame struktuurverbetering en de kompost verzorgt de voedsel kom ponent en aktiveert het bodemleven. Op zware klei kunnen we het bo- demverbeterend effekt nog vergro ten door tegelijk met de veenkom post nog een laag rivierzand aan te brengen. Door zand, veenkompost en de bestaande grond door middel van frezen goed te mengen, ontstaat de ideale basis om te gaan tuinieren. juiste machines hiervoor, maar ga er ook zorgvuldig mee om en op het juiste tijdstip. Te vroeg gezaaide of te laat gezaaide bieten hebben nog nooit de hoogste opbrengst gegeven. Wel op de tijd gezaaide bieten. A. Peeters specialist landbouwwerktuigen en -arbeid C.A.R. Zevenbergen Vorige week meldden wij in de serie suikerbieten dat de lande lijke richtlijn, waarin de resulta ten van de proefvelden in het zuidwesten goed terug te vinden zouden zijn in de formulevorm: Stikstofgift 200 - 1,7 x bodem- voorraad (tot 60 cm). In deze for mule is een zetfout geslopen. Er het het volgende moeten staan: Stikstofgift 220 1,7 x bo- demvoorraad (tot 60 cm). Gazons nu bemesten De groei van het gras komt zo lang zamerhand weer op gang. Daarom moeten we nu voor voldoende voe dingsstoffen zorgen. Gras heeft voornamelijke behoefte aan stikstof dat op verschillende manieren kan worden toegediend. De gemakke lijkste wijze is die met langzaam werkende stikstofmeststoffen waar bij geen verbranding van het gras kan optreden en de stikstof gelijk matig aan de plantewortels wordt afgegeven. Mosbestrijdjng Veel siergazons zijn weer te rijkelijk voorzien van mos. Het meest effek tieve bestijdingsmiddel is TENO- RAN. Tenoran wordt verspoten in een hoeveelheid van 70 gram op 8-10 liter water, goed voor een gazon van 100 m2. Andere mosbestrijdende produkten zijn de zogenaamde Mosdoders op basis van ijzersulfaat. Na mosbestrijden goed vertikuteren en bemesten. Groene aanslag op steen Voor het verwijderen van groene aanslag op tegels, flagstones, tuin muurtjes is het middel Dimanin een handig hulpmiddel. Het middel tast het materiaal niet aan. Soms ontstaat wanneer planten worden geraakt wat kontaktschade. Wel oppassen dat de stof niet in de vijver komt want vis sen schijnen er slecht tegen te kun nen. Bakterievuur, nieuwe ministeriële beschikking Er is een nieuwe ministeriële be schikking "bestrijding bakterievuur 1984" afgekondigd. In die beschik king zijn een aantal nieuwe maatre gelen aangekondigd ter bestrijding van het bakterievuur. Er zijn een aantal beschermde gebieden aange wezen waarin waardplanten voor bakterievuur niet meer in tuinen mogen worden aangeplant terwijl meidoornsoorten zodanig moeten worden onderhouden dat ze niet meer in bloei kunnen komen. De planten die in beschermde ge bieden (zie kaartje) nietmeer mogen worden aangeplant zijn de volgende: Cotoneaster salicifolius. C. watereri en Stranvaesia soorten met alle hier toe behorende kultivars. Voorts de meidoornsoorten Crataegus calyci- na, Crataegus laevigata en Crataegus monogyna. De kultivars van deze soorten mogen nog wel worden aan geplant, o.a. de bekende rode mei doorn. Voor het verplichte onderhoud van bestaande meidoorns in beschermde gebieden heeft de plantenziekten- kundige dienst te Wageningen de volgende richtlijnen verstrekt. 9 maart 1984

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 6