Met goede voeding en huisvestingen kan kalversterfte worden verlaagd Veehouderij bruikt tegen de luis. Dit lijkt overi gens alleen verantwoord in die ge bieden waar de kans op vergelings- ziekte het grootst is, zoals in bepaal de gedeelten van West Zeeuws- Vlaanderen en de zak yan Zuid-Be- veland. Aangezien Tranid voor plm. 80% uit dezelfde stok bestaat als Te- mik mag verwacht worden dat ook daar de luisdodende werking aan wezig is, zij het korter durend dan bij Temik. In verband met de kans op kiembeschadiging wordt echter af geraden uit het oogpunt van luisbe- strijding meer dan 10 kg Tranid te gaan gebruiken. Waar een risiko bestaat van koper worm (ritnaalden) op pas of enkele jaren geleden gescheurd grasland of elders waar men uit ervaring weet deze te kunnen verwachten, is een grondbehandeling met 3,5 liter lin daan 21% op zijn plaats. Ook hier geldt vóór het zaaien over bewerkte grond spuiten en meteen inwerken. Dit naast de gewone zaadbehande ling met Mesurol of Multamat. Bij de zaaiuien wordt alle zaad afge leverd behandeld met thiram tegen bodemschimmels en met carbenda- zom tegen koprot. Bij gepilleerd en bij gecoat zaad is bovendien de Phv- tosol tegen de uievlieg reeds aange bracht. Rest nog het "zwarte" zaad dat bij aflevering op het bedrijf eveneens reeds met thiram/carbendazim be handeld is. Voor zover er geen gra nulaatstrooier op de zaaimachine aanwezig is, dient hierbij de Phytosol afzonderlijk op het zaad te worden aangebracht. Pootgoedbehandeling Wanneer eind februari of in de eerste helft van maart het pootgoed uit de mechanische koeling bij U afgele verd wordt, dient U direkt aan een aantal punten aandacht te schenken: let op het voorkomen van rotte knollen, deze dienen zo snel mo gelijk uit de partij verwijderd te worden, nagaan in hoeverre de partij eventueel met Rhizoctonia is besmet. Ga na of een behande ling bij het poten gewenst kan zijn, tel het aantal knollen per baaltje van 50 kg. Ga dan na op welke afstand gepoot moet worden. Breng het één met het ander in Stierenkeuze Een stier heeft een belangrijke in vloed op de kwaliteit van de veesta pel. Daarom moeten wij stieren ge bruiken die de voor ons belangrijke faktoren positief vererven. Van de K.I.-vereniging komen regelmatig gegevens over de vererving van de Kalversterfte is nog steeds een (te) grote verliespost. overeenstemming of vul even tuele tekorten aan pootgoed aan, - let op in hoeverre de kiemen reeds uitgelopen zijn. Bij telers van konsumptie-aardappe- len neemt het voorkiemen van poot goed in bakjes af of is in sommige gebieden vrijwel geheel verdwenen. In plaats hiervan worden de poot- aardappelen voor het grootste deel voorbehandeld in zakken en daar naast los of in grote kisten. Veel te lers beschikken niet over een be- waarruimte voor het pootgoed en ontvangen het uitgangsmateriaal het liefst zo kort mogelijk voor het poten. Vanzelfsprekend mag dit nooit wor den opgeslagen in een ruimte waarin kiemremmingsmiddelen zijn toege past. Veel pootgoed is afkomstig uit me chanisch gekoelde bewaarplaatsen en wordt hierin bewaard bij een temperatuur van 3 a 4 gr.C. Als pootgoed reeds enkele dagen na het uithalen uit de bewaarplaats wordt gepoot kan dit aanleiding geven tot een trage en slechte opkomst van het gewas. Voorkomen moet worden dat het pootgoed te koud en nog volledig in rust de grond in gaat. Het verdient daarom de voorkeur om dergelijk pootgoed tenminste 2 k 3 weken voor het poten te ontvangen, daarna bij goed weer buiten of in een ruimte met geopende deuren luchtig te plaatsen en de temperatuur lang zaam te laten oplopen tot ca. 8 gr.C. Door tussen de balen voldoende ruimte te laten, kan een te sterke warmteontwikkeling en een te snelle kiemgroei meestal worden voorko men als het poten enige tijd moet worden uitgesteld. Ook kan het pootgoed in grote kisten worden ontvangen. Door deze tijdig, zodra de kiemen 1 a 2 cm lang zijn. met behulp van een heftruck of hef- mast in een lege kist over te storten, kan uitbundige kieming goed in de hand worden gehouden. Zelfs als pas in de loop van mei gepoot kan wor den, kan op deze wijze een bevredi gende voorbehandeling worden be reikt. Tevens wordt hiermee een grote ar beidsbesparing en arbeidsverlichting verkregen. Onkruiden op de wintervoor Na het zachte weer van de laatste maanden is het te verwachten dat op tal van percelen zich weer al vóór het zaaien zoveel onkruid heeft ontwik Bij ernstige gevallen ademen de koeien een soort acetongeur uit. De oorzaak van slepende melkziekte is dikwijls een foutieve voeding. Voor al door een rantsoen met te weinig energie en soms door slecht voer (b.v. slechte zure kuil). Om slepende melkziekte te voorko men moet U op het einde van de droogstand en na het afkalven zor gen voor een juist rantsoen met vol doende* energie. Slecht geslaagde kuil (hoge ammoniakfraktie) niet of in beperkte mate voeren. Voer indien mogelijk deze kuilen liever aan Uw jongvee, dit is minder riskant. inzaaien, doe dit dan zo vroeg mo gelijk. Een oppervlakkige grondbe werking is voor het inzaaien van graszaad meestal voldoende. Als door omstandigheden het gras land dun staat (minder dan 100 planten per m2) kunt U het nu doorzaaien mits er niet teveel slechte grassen voorkomen. Gebruik hier voor een BG 3 mengsel. Een hogere grasopbrengst zal de kosten van het doorzaaien goed maken. Als u een mengsel koopt waarvan op het label gedrukt staat "Oranjebandmengsel" en "Waardering I", weet U zeker dat U een goed zaaizaad hebt. Kreupelheid geeft een lagere produktie. Klauwverzorging Gevolgen van kreupelheid of gevoe ligheid in de klauwen kunnen zijn een lagere melkproduktie, minder groei of kortere levensduur. Een goede klauwverzorging is daarom erg belangrijk. Een onderdeel van de klauwverzorging is het ontsmetten van de klauwen. In een ligboxenstal kan dit met een voetbad waar de koeien dagelijks door moeten. Het voetbad dient om de veertien dagen ververst te worden met een 3% han- delsformaline-oplossing. Dit bete kent 3 liter handelsformaline op 100 liter water. Een oplossing voor een grupstal kan zijn een stabad. Hier dienen de koeien eenmaal in een stalperiode een uur in te staan. Een ander onderdeel van de klauw verzorging is het kontroleren en zo nodig bekappen van de klauwen. Als men de hoeven tweemaal per jaar kontroleert zal er in het algemeen weinig snij- en kapwerk nodig zijn. Maak tijdige afspraken met Uw loonwerker De meeste melkveehouders doen ieder jaar een beroep op hun loon werker. Het meest voorkomende werk dat door de loonwerker gedaan wordt is het uitrijden van mest, het zaaien en oogsten van snijmais en het inkuilen van gras. Om tot een goede samenwerking tussen veehouder en loonwerker te komen is het maken van tijdige af spraken noodzakelijk. Wanneer de loonwerker reeds vroeg weet welke werkzaamheden hij op Uw bedrijf mag uitvoeren, kan hij er met zijn planning rekening mee houden. Daarom is het gewenst om nu al aan de loonwerker op te geven de hoe veelheid te zaaien snijmais en de te verwachten oppervlakte in te kuilen gras. De bedrijfsvoorlichters, M. van Gastel, ing. Th. Bijzet Ook bij de klauwverzorging geldt: voorkomen is beter dan genezen. Met de koekalender kunt u een goed overzicht houden van het graslandgebruik. keld dat met de normale grondbe werking dit niet bestreden wordt. Laat U niet verleiden om die grond bewerking aan te passen aan de on kruidbezetting en dus te diep te gaan bewerken. Spuit liever vooraf (bij aanwezigheid van grasjes) met Gra- moxone of anders met Reglone. Een behandeling met Roundup tegen wortelonkruiden heeft in maart wei nig zin. Gewassen Erwten Bij de erwten is er een toenemende belangstelling voor precisiezaai. Er is een besparing aan zaaizaad moge lijk, de verdeling in de rij is zeer goed, terwijl door de goede diepte instelling de veldopkomst goed is. Voor een goede stand zijn 50 k 60 planten per m2 nodig. Voor de ge- wichtshoeveelheden per ha dient duidelijk rekening gehouden te wor den met het duizendkorrelgewicht. Bij een rijenafstand van 25 cm is de afstand in de rij hoogstens 8 cm. Bij 30 cm rijenafstand 6,4 a 6,7 cm. Zaaiuien Het zaaien volgens het rijpadensys teem neemt nog steeds toe. Bij dit systeem komen 5 rijen op 27 cm en dan een pad van 42 cm. Bij deze methode moet gestreefd worden naar 30 a 35 plantjes per strekkende meter. Dit vraagt een zaaibed van uniforme kwaliteit. Met het precisie- zaaien kan men mede door de ge lijkmatige zaaidiepte een zeer regel matige verdeling in de rij bewerk stelligen met voor iedere plant ge lijke kansen. De veldopkomst bij precisiezaai is wat gunstiger. Epipré Als U interesse hebt voor deelna me aan Epipré kunt U zich nu reeds opgeven bij Uw bedrijfs- voorlichter. Door het zelf uitvoe ren van een aantal gerichte waar nemingen in het tarwegewas leert U het gewas en de ziekten beter kennen. Na verwerking van Uw waarnemingen via de Epipré- computer krijgt U per omgaande een geheel op de situatie ter plaatse afgestemd advies thuisge stuurd. Waarom zoudt U het eigenlijk niet doen?! U wordt er nooit minder van. zoals b.v. melkbaarheid, uiervorm, sterkte van de klauwen, bespiering en karakter van belang. Gebruik voor Uw pinken een fok stier, waarvan bekend is dat de kal veren makkelijk geboren worden. Gebruik als het enigszins mogelijk is ook bij Uw pinken K.I.-stieren. Bij een goed fokbeleid hebben de pin ken namelijk een betere erfelijke aanleg dan de oudere koeien. Door ook hier goede fokstieren te gebrui ken zult U een jaar eerder vooruit gang kunnen boeken. Als U een eigen stier gebruikt is het vaak maar de vraag wat de verbete ring van de erfelijke eigenschappen zal zijn. Van de vele stieren die bij de K.I. als proefstieren zijn, wordt er maar een klein gedeelte fokstier. De kans dat Uw eigen stier ook dezelfde kwaliteit heeft als een K.L-fokstier is dus maar klein. Inzaai grasland Het winnen van veel ruwvoer van eigen bedrijf is meestal goedkoper dan het aankopen van ruw- of krachtvoer. Daarom moet ervoor gezorgd worden dat het grasbestand optimaal is. U verkrijgt een betere opkomst en de onkruiden krijgen minder kans om te groeien. De beste tijd voor het inzaaien van grasland is in de maanden augustus en septem ber. Als U in het najaar inzaait kunt U namelijk het volgende jaar op een volledige opbrengst rekenen. Eén van de nadelen van het inzaaien in het voorjaar is dat U een snede gras mist. Wilt U toch in het voorjaar nog gras Een grote verliespost voor de melkveehouderij is ieder jaar weer de kalversterfte. Een groot gedeelte van deze sterfte zou te voorkomen zijn door een goede voeding en huisvesting. Het is voor het pasgeboren kalf noodzakelijk dat het direkt afweerstoffen binnenkrijgt. Geef het kalf daarom direkt na de geboorte minimaal 1 liter biest. Blijft de eerste drie dagen biest voeren en stap daarna over op kunstmelk. Een eenvoudig voerschema voor kalveren ziet er alsvolgt uit: 0- 3 dagen 3 4 maal 1,5 liter biest 4 -14 dagen 4 liter kunstmelk per dag 3-7 weken 5 liter kunstmelk per dag achtste week 3 liter kunstmelk per dag. Slepende melkziekte Korte tijd na het afkalven kan er slepende melkziekte optreden. Dit gebeurt vooral wanneer de koeien veel melk geven. De symptomen van deze ziekte zijn een dalende melkgift en verminderde eetlust van de die ren. Vooral krachtvoer wordt slecht of niet opgenomen. Als de kalveren goed gezond zijn, kan er op de leeftijd van 5 weken overgegaan worden op het éénmaal per dag geven van kunstmelk. Er moet voor gezorgd worden dat het kalf vanaf de derde week kan be schikken over water, smakelijk hooi en krachtvoer. Als het kalf een gewicht heeft van 65-70 kg en niet jonger is dan 6 we ken kan het van de melk af. Om besmetting van het jonge kalf te voorkomen, is individuele huisves ting de eerste veertien dagen ge wenst. Dit kan bijvoorbeeld door het kalf dan in een eenlingbox te hou den. Van tevoren moet de box goed gereinigd en ontsmet zijn. beschikbare stieren. De belangrijkste eigenschappen zijn de vererving van melkproduktie, vet- en eiwit gehalte. Verder zijn eigenschappen 2 maart 1984 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 9