Bemesting van suikerbieten op zeeklei
Nieuwe aanpak
advisering
onkruidbestrijding
suikerbieten
Export pootaardappelen
naar Pakistan
/^C^kp\
AKTIE ZUIDWEST
imh
^SUIKERBIETEN
In dit artikel zullen de voor opti
male groei en ontwikkeling van
suikerbieten benodigde voedingse
lementen ter sprake komen.
Niet uitputtend doch via enkele
kernpunten. Uitgebreidere infor
matie kunt U vinden in het vlug
schrift voor de landbouw nr. 362:
Bemesting van suikerbieten, ver
krijgbaar bij de konsulentschap-
pen en de suikerindustrie.
Stikstof
Hoge stikstofgiften verhogen welis
waar de bietenopbrengst, doch wer
ken veelal nadelig door op het sui
kergehalte en de winbaarheid.
De invloed van het suikergehalte op
de bruto geldopbrengst wordt geïl
lustreerd in tabel 1. Uitgaande van
eenzelfde suikeropbrengst wordt met
hoog gehaltige bieten een beter fi
nancieel resultaat bereikt dan bieten
met een laag suikergehalte.
betekent dit, dat een Pw-getal van
minimaal 25 en voor kalium een K-
getal van minimaal 18 moet worden
nagestreefd. Op het nieuwe grond
onderzoeksformulier, dat dit jaar
zal worden ingevoerd, zal naast het
huidige advies een nieuw advies
worden afgedrukt.
In het nieuwe advies wordt de hoe
veelheid benodigde fosfaat en kali
aangegeven om respektievelijk het
Pw-getal 25 en het K.-getal 18 te be
reiken alsmede de hoeveelheid
meststof om de onttrekking te kom-
penseren.
De onttrekking van b.v. 60 ton sui
kerbieten is ca. 70 kg P2O5 en ca. 140
kg K2O per ha (bij afvoer van het
blad komt daar nog 45 kg P2O5 en
215 kg K20 bij).
Bij öe fosfaatbemesting moet be
dacht worden, dat de kiemplant over
direkt opneembaar fosfaat moet
kunnen beschikken om een snelle
groei mogelijk te maken. Daarom
dient de meststof in water oplosbaar
Tabel 1 Verband tussen suikergehalte en bruto geldopbrengst
Konsulentschappen voor de Akker
bouw en de Rundveehouderij in
Zuidwest Nederland
Serie Suikerbieten nr. 5
de invloed van de kalk op de struk-
tuur van de grond.
Bij meer dan 2% CaC03 wordt geen
bekalkingsadvies meer gegeven.
Toch kan dan uit oogpunt van
struktuurverbetering op slempge-
voelige gronden of op zware gronden
toepassing van b.v. schuimaarde
gunstig werken voor het verkrijgen
van een goed zaaibed voor suiker
bieten.
Magnesium en mangaan
Op lichte, humusarme, kalkrijke
gronden is de kans op het optreden
van magnesiumgebrek het grootst.
Het gebrek wordt eerst zichtbaar op
de oudere bladeren. De ruimte tus
sen de bladnerven verbleekt, ver
droogt, beginnend aan de rand en
top van de bladeren.
Magnesiumgebrek kan het beste be
streden worden door een bespuiting
met een oplossing van bitterzout
(Magnesiumsulfaat), zodra de ge
brekssymptomen zichtbaar worden.
Een hoeveelheid van 80 kg op 600
liter water is voldoende.
Bij regelmatige aanwending van
dierlijke mest, schuimaarde wordt
bovendien voor een deel in de mag
nesiumbehoefte van de gewassen
voorzien.
Mangaangebrek kan voorkomen op
kalkrijke zavel en kleigronden. De
gebrekssymptomen lijken op die van
magnesiumgebrek, doch mangaan
gebrek komt zowiel op het jonge als
oude blad voor.
kg suiker
per ha
suikergehalte
in
wortelgewicht
in tonnen/ha
prijs
per ton
bruto geldopbrengst
per ha
9000
14
64
82
5270
9000
15
60
91
5460
9000
16
56
100
5625
9000
17
53
109
5770
Tegen deze achtergrond is het van
zelfsprekend dat bemonstering van
de bodemvoorraad gemineraliseerde
stikstof een uitstekende basis ver
schaft voor een verantwoorde stik
stofbemesting.
De landelijke richtlijn, waarin de re
sultaten van proefvelden in het
Zuidwesten goed zijn terug te vin
den, is in formulevorm:
Stikstofgift 200 - 1,7 x bodem-
voorraad (tot 60 cm)
De teler, die stikstofmineraal-onder-
zoek laat uitvoeren ontvangt naast
het advies (richtlijn) tevens een toe
lichting, waarin bijzonderheden en
afwijkingen t.a.v. het advies staan
vermeld.
Hoewel deling van de stikstofgift als
vaste teeltmaatregel geen rendement
oplevert (proeven op proefboerderij
"Rusthoeve"), bestaat de noodzaak
hiervoor wel, met name op de lichte
gronden, bij hoge adviezen (meer
dan 120 kg N) vlak voor of na het
zaaien.
Om dan zoutschade te voorkomen is
het gewenst om op dit tijdstip niet
meer dan 120 kg N toe te dienen en
de rest na opkomst (4 tot 6 bladsta
dium).
De grens, waarboven een bepaalde
hoeveelheid dierlijke mest nadelig
werkt op het suikergehalte of scha
delijk werkt op de winbaarheid is
niet scherp te trekken. Met enige ze
kerheid kan worden gesteld, dat de
door de voorlichtingsdiensten ge
hanteerde hoeveelheid dierlijke mest
overeenkomend met 3500 kg organi
sche stof (ca. 8 ton slachtkuikenmest,
ca. 60 ton rundvee-, 70 ton varkens-
en 40 ton kippendrijfmest) geen of
nauwelijks nadelige gevolgen voor
suikergehalte en sapzuiverheid met
zich meebrengt.
Standaardgrondonderzoek op fos
faat, kali en kalk
Via het grondonderzoek, dat U door
het bedrijfslaboratorium voor grond
en gewasonderzoek te Oosterbeek.
kunt laten uitvoeren, krijgt U infor
matie over ondermeer de fosfaat,
kali en kalktoestand van de bouw-
voor.
Verdieping van de inzichten in de
fosfaat- en kalihuishouding van de,
bouwvoor hebben een wijziging van
het advies voor deze voedingsele
menten noodzakelijk gemaakt.
In een bouwplan met fosfaat- en ka-
libehoeftige gewassen (zoals kon-
sumptie-aardappelen en suikerbie
ten) is een minimale bemestingstoe
stand vereist om maximale opbreng
sten te kunnen behalen. Voor fosfaat
te zijn en vooral bij lagere fosfaat
toestanden tot zaaidiepte te worden
ingewerkt in verband met de geringe
mobiliteit van dit voedingselement.
Voor zover nodig op de in het alge
meen kalkrijke kleigronden in het
Zuidwesten verkrijgt U met het
grondonderzoek een bekalkingsad
vies (reparatie- of onderhoudsbekal-
king).
De met het advies na te streven pH is
een compromis tussen de meest ge
wenste pH voor suikerbieten en
aardappelen, waarbij rekening is ge
houden met het percentage stof en
afslibbare delen.
Ook is in het advies rekening gehou
den met de kans op verslemping en
Drijfmest kan op bieten land.
In suikerbieten is dit gebrek meer
verbreid dan magnesiumgebrek.
Is de ervaring, dat mangaangebrek
alleen in de eerste weken van de
ontwikkeling optreedt, dan is een
bestrijding niet rendabel.
Zijn daarentegen de verschijnselen
hardnekkig, dan kan mangaange
brek het meest rendabel worden
tegengegaan d.m.v. een bespuiting
met Mangaansulfaat.
De koncentratie van de te verspuiten
oplossing dient niet hoger te zijn dan
1,5%. Dit betekent op een tankin-
houd van 600 liter water 9 kg Man
gaansulfaat.
Samenvatting
In dit artikel zijn enkele hoofdpunten
betreffende de bemesting op suiker
bieten naar voren gehaald.
Stikstof-mineraalonderzoek is, om
tot een verantwoorde N-bemesting te
komen i.v.m. suikergehalte en win
baarheid zeker de moeite waard.
Ten aanzien van fosfaat en kali dient
gestreefd te worden naar een mini
male bodemvoorraad om maximale
opbrengsten van met name de fosfaat-
en kalibehoeftige gewassen mogelijk
te maken.
Bekalken is veelal alleen nodig ter
verbetering van de struktuur. Door de
kombinatie van organische stof en
kalk is schuimaarde hiervoor uitste
kend geschikt.
Van de voedingselementen magne
sium en mangaan speelt mangaange
brek een rol van enige betekenis.
J.J. Kroon,
C.A. Barendrecht
Dit voorjaar brengt het PAGV te Lelystad een boekje uit over on
kruidbestrijding in suikerbieten. Dit boekje bevat tekst, die afgeleid is
van het op het Proefstation ontwikkelde komputerprogramma voor
onkruidbestrijding in suikerbieten. De auteurs - ir. H.F.M. Aarts en ir.
W.A. Dekkers - zijn er van uit gegaan, dat het boekwerkje gemakkelijk
te lezen èn te hanteren moet zijn. De kennis, die in het komputerpro
gramma is vastgelegd, is nu slechts toegankelijk voor diegenen, die over
een komputer beschikken. Het zou jammer zijn, wanneer het beschik
baar zijn van deze kennis tot deze relatief kleine groep beperkt zou
blijven. Vandaar dus deze uitgave.
Nadat het gewasstadium is vastge
steld, vindt men bij het betreffende
gewasstadium een aantal vragen, die
met ja of nee beantwoord moeten
worden en waarbij dan verdere ver
wijzingen staan aangegeven of ad
viezen die moeten worden opge
volgd. Als de gebruiker bekend is
met dit - erg eenvoudige - systeem, is
het voor hem mogelijk in zeer korte
tijd - ca. vijf minuten - een voor zijn
situatie op maaU^esneden advies te
krijgen. Voor een optimaal gebruik is
het nodig, dat men de onkruiden -
ook in kiemplantstadium - kent. Om
die reden wordt bij de handleiding
een boekje geleverd "Akkeronkrui
den en hun kiemplanten" van ing. H.
Glas, uitgave van Misset te Doetin-
chem, waarin de meest voorkomen
de onkruiden staan beschreven. Van
de 55 onkruiden die in het boekje
worden besproken, zullen er in de
praktijk meestal minder dan tien
voor de individuele bietenteler van
belang zijn. Kent men die eenmaal,
dan is het verder gebruik van de
handleiding ook zonder problemen.
De beide boekjes worden gekombi-
neerd geleverd voor 15,- (inkl. ver
zendkosten en btw). Het is de eerste
keer, dat het PAGV met een derge
lijk nieuw systeem naar buiten
treedt. Aan de gebruikers zal daarom
worden gevraagd hun bevindingen
en suggesties aan het Proefstation
door te geven. Voor het bietensei
zoen 1985 hopen de auteurs dan met
een tweede druk te komen, waarin
deze ervaringen meegenomen wor
den.
De auteurs hebben soortgelijke
handleidingen voor onkruidbestrij
ding in andere gewassen in voorbe
reiding. Men kan de beschikking
krijgen over de Handleiding On
kruidbestrijding in Suikerbieten sa
men met Akkerónkruiden en hun
kiemplanten door 15,- over te ma
ken op giro 2249700 t.n.v. PAGV,
postbus 430,8200 AK Lelystad, onder
vermelding "onkruidbestrijding in
suikerbieten".
In het kader van de agro-indus-
triële missie die wordt geleid door
de Staatssekretaris van Land
bouw en Visserij, de heer A.
Ploeg, vonden deze week bespre
kingen in Pakistan plaats.
Nederland exporteert al enige ja
ren belangrijke hoeveelheden
pootaardappelen naar Pakistan.
Een gedeelte hiervan wordt gefi
nancierd door het Nederlandse
Ministerie van Ontwikkelingssa
menwerking dat hiervoor een
zgn. zachte lening ter beschikking
stelt.
Deze week bleek dat de Pakistani
zeer gelukkig zijn zowel met de
Nederlandse pootaardappelen
als met de daarbij aangeboden
hulp.
Gemiddeld heeft Nederland de
afgelopen K) jaar 2.500 ton poot
aardappelen per jaar aan Pakis
tan geleverd.
Met 80 miljoen inwoners en een
sterk groeiende bevolking is de
voedselvoorziening een voortdu
rend zorgenkind van de Pakis
taanse overheid.
Door de hoge opbrengst van
aardappelen in Pakistan levert dit
gewas een belangrijke bijdrage
aan de voeding. Met name het
armere deel van de bevolking ge
bruikt de aardappel als groente.
De Pakistaanse Minister van Landbouw, hier in gesprek met de heer A.
Ploeg, Staatssekretaris van Landbouw en Visserij, en de heer H. van A rkel,
Direkteur van het Nederlands Instituut voor Afzetbevordering van Akker
bouwgewassen (NIVAA), bleek goed op de hoogte te zijn van het hoge
percentage vitaminen in aardappelen.
2 maart 1984
7