De nieuwe beplantingsvoorschriften van het Waterschap Noord-en Zuid-Beveland Fa. L. BAERT - Middelbaar tuinbouwonderwijs eerste vereiste voor slagen ondernemer Doorlopend te koop gevraagd: ALLE SOORTEN HOOI EN STRO Fouragehandel J. v/d Wege H.H. LANDBOUWERS Voor het zaaien en poten, klaar leggen van land en spuiten heb ben wij ons machinepark weer uit gebreid. Wij hebben nu machines voor; Verder alle voorkomende loon- en kraanwerken. Vraag vrijblijvende inlichtingen. LOONBEDRIJF Ingevolge het bepaalde in artikel 15, lid I, sub a van de Verordening waterkering en waterbeheersing Zeeland is hét verboden om binnen een afstand van zeven meter uit de insteek van bij het waterschap in onderhoud zijnde waterlopen, bo men, heesters of ander houtgewas te planten of daarop te bouwen of afrasteringen hoger dan 0,90 meter te plaatsen. De bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen van deze ver bodsbepalingen ontleent het dage lijks bestuur aan het bepaalde in artikel 26 lid 4 van de vorenge noemde verordening. Het voeren van een stringent ont- heffingsbeleid brengt echter voor namelijk voor de fruittelers pro blemen met zich mede, omdat hun belangen nogal geschaad worden door het moeten aanhouden van een onbeplante en derhalve onbe nutte strook grond langs een wa terloop. Om die reden en om reden dat het bestuur heeft besloten tot een nieuwe onderhoudssystema- tiek voor waterlopen is in de afwe ging van de betrokken belangen tot een evenwichtige beleidswijziging gekomen, zodanig dat zowel de belangen van de fruitteelt als de waterschapsbelangen worden ge diend. Beplanting maakt voor beide kanten schonen waterloop onmogelijk. gegaan, aangezien laten staan of verlening niet paste in het stringente ontheffingenbeleid voor beplantin gen en omdat men vreesde voor pre cedentwerking. Thans is bezien of het niet mogelijk is om dat stringente Voor nadere informatie omtrent de beplantingsvoorschiften kunt u zich wenden tot het waterschap Noord en Zuid-Beveland, afdeling Algeme ne Zaken, bureau Algemene-juridi- sche en Bestuurszaken. tel. 01100-20020. Het nieuwe onderhoudssysteem ziet er als volgt uit. In het nieuwe systeem voor plansloten vindt licht delven (bodemen) eens in de acht jaar plaats. Onder plansloten worden verstaan de waterafvoerkanalen met een in het algemeen niet grotere bovenbreedte dan ca. 5 meter. Voor tussentijdse verwijdering van onder meer de bodembegroeiing zal ge bruik worden gemaakt van een kle pelmaaier met hierop gemonteerd een bodemfrees en van chemische bestrijdingsmiddelen. Bij het frezen wordt de aanwezige begroeiing van de bodem weggeslagen en op het ta lud gedeponeerd waar het wordt meegeklepeld door de klepelmaaier. Het éénmaal frezen van de bodem en het gelijktijdig klepelen van het aan liggende beloop en het apart klepe len van het tegenoverliggende be loop (zonder daarbij gebruik te ma ken van de frees) volstaat. De acht- jaarlijkse cyclus voor het onderhoud van een waterloop is in principe als volgt: le jaar bodemen en maaien 2e jaar klepelen en frezen 3e jaar idem 4e jaar chemisch schonen 5e jaar klepelen en frezen 6e jaar idem 7e jaar idem 8e jaar chemisch schonen. Deze beleidswijziging van het wa terschap wordt onderstaand per ka- tegorie waterloop aangegeven. De kategorie wegsloten Thans nog wordt bij de kategorie wegsloten een onderscheid gemaakt tussen het aanbrengen van erfbeplan- ting en andere beplantingen. Erfbe- planting mocht worden aangebracht langs wegsloten op een afstand van twee meter uit de insteek met dien verstande dat de erfbeplanting van geen grotere lengte mocht zijn dan maximaal 100 meter. In alle andere gevallen werd het aanbrengen van beplanting op twee meter uit de in steek slechts toegestaan indien: a. geen beplanting op de wegberm aanwezig was. b. het een smalle wegsloot betrof en c. een afkoopsom voor meerkosten van net onderhoud werd betaald van 5.— per m'. In alle andere gevallen kon 5 meter# afstand worden toegestaan. In de nieuwe richtlijnen wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen erfbeplanting en andere beplantin gen. Voor wegsloten met een boven breedte van 5 meter of minder geldt thans dat ontheffing kan worden verleend tot het inplanten op twee meter uit de insteek, mits geen be- 2 maart 1984 planting is aangebracht op de weg berm die onderhoud van die zijde onmogelijk zou maken. De afkoop som van 5,— per m' is nu afge schaft. Diegenen die vóór 1984 een afkoopsom hebben betaald, krijgen deze van het waterschap terug. In die gevallen dat de bovenbreedte groter is dan 5 meter, kan ontheffing verleend worden tot het inplanten op 5 meter uit de insteek. De kategorie kavelsloten In de "oude" beplantingsvoors.chrif- ten moest bij alle kavelsloten aan weerszijden van de sloot een strook van 5 meter worden vrijgehouden. In de nieuwe voorschriften is het mo gelijk dat één van die stroken wordt teruggebracht tot twee meter n.l. in dien daarop een windscherm wordt ingeplant. Het komt hierop neer dat b.v. een fruitteler een windscherm op 2 meter uit de insteek van een kavel- sloot mag inplanten mits: a. de bovenbreedte van de sloot niet groter is dan 5 meter en b. aan de andere zijde van de sloot een strook van 5 meter vrij is van beplanting. Op het eerste gezicht lijkt dit op een ongelijke behandeling van twee ver schillende grondeigenaren, omdat de ene mag planten op 2 meter uit de insteek en de ander (die later een aanvraag indient) op 5 meter uit de insteek. Dit is echter schijn, omdat de ontheffingsmogelijkheid voor twee meter slechts geldt voor windscher men. Indien dus de eerste aanvrager een windscherm inplant op twee meter uit de insteek, dan leert de praktijk dat de overliggende buur man geen windscherm meer nodig heeft. Beide kunnen hun fruitbomen dan inplanten op 5 meter uit de insteek en is er dus sprake van een gelijke behandeling. Aan de ontheffing om in te planten op twee meter uit de insteek van de kavelsloot zullen wel voorwaarden worden verbonden ten aanzien van de specieberging en zal ook de instemming van de overlig gende buurman bij de ontheffings verlening een rol gaan spelen. De kategorie watergangen etc. Voor waterlopen met een boven breedte van meer dan 5 meter, maar minder dan 10 meter, blijft de plant- afstand aan beide zijden gehand haafd op 5 meter uit de insteek, ter wijl waterlopen met een boven breedte van meer dan 10 meter, een plantafstand van 7 meter uit de in steek (aan beide zijden) noodzakelijk maken. De kategorie dijksloten Evenals dat bij de wegsloten het ge val is. mag bij waterlopen die gelegen zijn langs een dijk zonder ontheffing aan de dijkzijde beplanting worden aangebracht op twee meter uit de insteek. Om te verzekeren dat het onderhoud bij dergelijke dijksloten mogelijk blijft dient in deze katego rie een onderscheid gemaakt te wor den, nl. a. dijken waar op de dijkberm een weg is gelegen; b. dijken waar geen sprake is van een dijkweg op de berm; c. dijken waar geen sprake is van een dijkberm. Bij dijksloten als bedoeld onder de kategorie a. geldt dezelfde regeling als bij wegsloten en er mag dus wor den ingeplant - met ontheffing - op twee meter uit de insteek. Indien b.v. een fruitteler beplanting wenst aan te brengen op een afstand van twee meter uit de insteek van de dijksloot als bedoeld onder b., zal hij hiervoor van het dagelijks bestuur slechts ontheffing kunnen krijgen indien hij een zakelijk recht kan ves tigen op de berm van de dijk, inhou dende het verbod om bomen etc. te planten op een strook van 5 meter uit de insteek van de dijksloot. De reden hiervan is gelegen in het feit dat de eigenaar/gebruiker van de dijksberm het recht heeft om zonder ontheffing in te planten op een af stand van twee meter uit de insteek. Indien dit zou gebeuren en er zou geen zakelijk recht gevestigd zijn, dan zou onderhoud van die sloot onmogelijk worden. Bij dijksloten bedoeld onder c. mag met ontheffing ingeplant worden op 5 meter uit de insteek. Tenslotte In meerdere gevallen komt het voor dat waterlopen niet onderhouden kunnen worden ondanks het feit dat pas aangebrachte beplanting zou worden verwijderd of ondanks het feit dat gevraagde ontheffingen zou den worden geweigerd. Tot nu toe werd ook in deze situaties tot verwijdering of weigering over- "Bij het hoge niveau van ontwikke ling in het tuinbouwbedrijfsleven is het middelbaar tuinbouwonderwijs een eerste vereiste om als onderne mer te kunnen slagen". Dit o.m. zei drs. G. van der Lely, plv. direkteur-generaal voor Landbouw en Voedselvoorziening van het mi nisterie van landbouw en visserij op 22 februari j.l. te Hoorn. De heer Van der Lely sprak ter gelegenheid van de officiële opening van het nieuwe komplex van de Rijks Middelbare Tuinbouwschool. De belangstelling voor het land- en tuinbouw onderwijs neemt nog steeds toe. Men kan zich afvragen of beleid enigszins te nuanceren. Daar om kan thans in die gevallen dat verwijdering of weigering niet leidt tot de mogelijkheid de waterloop te onderhouden, bezien worden of voorwaardelijke ontheffing kan worden gegeven. Xwee meter Dan nog dit. De afstand van twee meter uit de insteek wordt door het dagelijks bestuur als het absolute minimum beschouwd om de volgende reden: a. de afstand stemt overeen met het bepaalde in artikel 713 van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van de nabijheid van bomen tus sen twee erven; b. de afstand is in beginsel noodza kelijk voor specieberging; c. de afstand voorkomt dat de be planting door uitgroei boven de waterloop komt te hangen en als zodanig het onderhoud bemoei lijkt en door bladval het water verontreinigt; d. de afstand houdt de mogelijkheid voor slootverbetering open; e. de afstand voorkomt doorgroei van wortels etc. in het sloottalud. Voor een geringere afstand zal geen ontheffing worden gegeven. het dan ook nodig is dat het land bouwonderwijs in zo'n situatie nog wel moet.meedoen met alle veran deringen die het onderwijs in ons land op dit moment kenmerken en die leiden tot verontrusting in het onderwijsveld. Daarbij vragen velen in de landbouw en het landbouwon derwijs zich af of het landbouwon derwijs daarbij zijn eigen identiteit kan blijven houden. Volgens drs. Van der Lely kan de minister van landbouw en visserij ook bij nieuwe ontwikkelingen zijn specifieke ver antwoordelijkheid ten aanzien van het agrarisch onderwijs waar blijven maken. 17 Wij betalen de hoogste prijs. Kontante betaling. Ruwvoeders Steenovens 2 Fourages 4543 RM Zaamslag tel 01155- import - export - groothandel 21 33-1 835 Dhr. D. Nijssen, Yerseke, tel. 01131-3335 Inkoper voor Zuid-Beveland het zaaien van uien volgens rijpad sy steem met een nieuwe Becker en een Monocentra, hiermee kunnen wij gewoon zaad verzaaien met phytosol-poeder en granulaat, gecoat zaad en minipil; het zaaien van blauwmaanzaad, bieten, erwten, bonen, mais, gras en granen; het poten van aardappelen, ook met sna- renpoters en Solacolspuit; het klaarleggen van zaai- en pootbed; het spuiten van Uw gewassen., ook met onkruidrol 6 mtr en agratop onderblad spuit voor blauwmaanzaad (minimale af stand 30 cm), bieten, aardappelen, mais en bonen. Tel. 01146-1420 of 1363 KOEWACHT

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 17