Landbouwschap
afwijzend tegenover
mogelijke invoering
van uniform
BTW-tarief
over geld
en goed
Kostenstijging voor zowel
konsument als boer
Voorkeursrecht van koop van gepachte
grond c.q. gebouwen
De in het bedrijf meewerkende gehuwde
vrouw en de tweeverdieners-regeling
Zwaveldioxyde remt
landbouwprodukten
oei van
Het Landbouwschap staat afwijzend tegenover het mogelijk invoeren
van een uniform btw-tarief. Minister Braks van Landbouw heeft zich
daarover nog geen afgerond oordeel gevormd. Maar mocht er in de
toekomst een gelijk btw-percentage voor alle artikelen komen, dan mag
de land- en tuinbouw daarvan geen schade ondervinden, zo vindt de
bewindsman. De diskussie over de omzetbelasting is op gang gekomen,
nadat staatssekretaris Koning van financiën er begin vorige week in het
openbaar uitspraken over heeft gedaan. Hij is een warm voorstander
van het invoeren van een eenheidstarief.
Alleen de pachter die een door de Grondkamer goedgekeurd pacht-
kontrakt heeft, heeft voorkeursrecht van koop. Wanneer de verpachter
zijn grond en/of gebouwen wil verkopen, is hij verplicht de pachter het
te koop aan te bieden. Door deze verplichting ontstaat voor de pachter
het recht van eerste koop; men noemt dit het voorkeursrecht van koop.
Het aanbod tot koop dient te gebeuren bij aangetekend schrijven of via
een deurwaarder. De pachter moet binnen één maand antwoorden aan
de verpachter, wederom bij aangetekend schrijven of deurwaardersex-
ploit.
Het komt in de praktijk wel eens
voor dat een verpachter het voor
keursrecht van koop negeert en het
perceel grond toch aan een derde
verkoopt. Dan is de verpachter in
overtreding en staan daar de volgen
de sankties tegenover:
Als de pachter bereid is te kopen dan
treden pachter en verpachter met el
kaar in onderhandeling over de prijs.
Wanneer het niet lukt om overeen
stemming te krijgen, dan kan de
verpachter aan de Grondkamer ver
zoeken de verkeerswaarde vast te
stellen.
Indien de pachter de door de
Grondkamer getaxeerde prijs niet
wil betalen of om andere reden niet
wil kopen, heeft de verpachter gedu
rende 1 jaar de vrijheid om het *er-
pachte aan een ander te verkopen.
De pachtrechten blijven uiteraard
bestaan. De verkoopprijs mag dan in
geen geval lager zijn dan de door de
Grondkamer vastgestelde prijs.
Indien de pachter gedurende dat ene
jaar het objekt in het openbaar wil
verkopen is de verpachter verplicht
de pachter hiervan een maand van te
voren in kennis te stellen.
Indien de pachter of de verpachter
niet akkoord is met de door de
Grondkamer vastgestelde prijs kan
men in beroep gaan bij de Centrale
Grondkamer.
Indien u geen gebruik maakt van uw
voorkeursrecht moet u er rekening
mee houden dat de verpachter het
aan iemand anders kan verkopen die
het te zijner tijd in eigen gebruik wil
gaan nemen.
In de gewijzigde pachtwet, nog goed
te keuren door de Eerste Kamer,
staat dat het voorkeursrecht van de
pachter vervalt na het einde van het
pachtjaar waarin de pachter de leef
tijd van 65 jaar heeft bereikt.
Hierop is één uitzondering wanneer
de pachtkamer op verzoek van de
pachter de pachtovereenkomst ver
lengd heeft indien de pachter een
kind, stiefkind of pleegkind heeft dat
op het tijdstip van indiening van het
verzoek de leeftijd van tenminste 15
jaar heeft bereikt en t.b.v. waarvan
de pachter op dat tijdstip een vorde
ring tot in de plaatsstelling heeft ge
daan.
a. een vergoeding gelijk aan de
jaarlijkse pachtprijs tot een mini
mum van 250,
b. een dwangpacht van 12 jaar in
gaande in het jaar dat het voor
keursrecht is gepasseerd, dit kan
vooral gevolgen hebben voor de
koper
AANBIEDING
c. een aktie tot schadevergoeding
tegen de verpachter in te stellen
door de pachter. De vorderingen
tot het instellen van deze vergoe
dingen verjaren na verloop van
12 jaren na de vervreemding aan
een derde. Ook is het mogelijk
dat de pachter koper kan dwin
gen het gepachte aan hem tegen
de getaxeerde prijs te verkopen.
Er moet dan wel aangetoond
worden dat de koper onrechtma
tig heeft gehandeld. Van on
rechtmatig handelen is o.a. spra
ke wanneer de koper er van op de
hoogte was dat de pachter voor
keursrecht had en toch kocht. In
dien men recht denkt te hebben
op de hierboven genoemde sank
ties die de pachtwet biedt, zal de
pachter zelf maatregelen moeten
nemen.
Het onderstaande schema geeft de
bovenomschreven gang van zaken
duidelijk weer.
LAND AAN PACHTER
_l
Dachter wil kopen
onderhandeling tussen partijen
pachter wil niet kopen of antwoordt
niet tijdig
Verpachter mag gedurende één jaar
aan een derde verkopen
bij openbare verkoop pachter inlich
ten
overeenstemming over de prijs:
verpachter en pachter tekenen
koopovereenkomst
geen overeenstemming
verpachter verzoekt de Grondkamer
de verkeerswaarde vast te stellen
verpachter wil voor de Grondkamer
prijs verkopen.
Hij moet daartoe het
verpachte binnen één jaar na de
prijsvaststelling door de Grondka
mer
aan de pachter aanbieden. Weigert
de pachter te kopen, dan mag de ver
pachter het land verkopen of onder
hands aan een derde tegen tenminste
de Grondkamerprijs, of in het open
baar. In het laatste geval moet de
verpachter de pachter minstens één
maand van tevoren daarvan kennis
geven.
I
verpachter wil NIET voor de
Grondkaner
prijs verkopen. Wil de pachter tegen
deze prijs wel kopen, dan mag de
ver=
pachter het land nog aan een derde,
nog in het openbaar verkopen.
J. Markusse
De regeling die er in de inkomsten
belasting is voor de in het bedrijf
meewerkende gehuwde vrouw heeft
bij het in werking treden van de
tweeverdienersregeling inhoudelijk
geen wijziging ondergaan. Voor het
jaar 1984 wordt wegens het meewer
ken in het bedrijf van de man ten laste
van de winst aan de vrouw toegere
kend als behorende tot haar per
soonlijk arbeidsinkomen:
- een derde van de winst, maar niet
meer dan 31.344,- indien haar
werktijd nagenoeg uitsluitend
(dat wil zeggen voor 90% of meer)
dan wel voor meer dan 1.750 uur
per jaar in beslag is genomen door
het meewerken;
- een vijfde van de winst, maar niet
meer dan 18.810,-, indien haar
werktijd voor meer dan de helft of
meer dan 875 uur per jaar in be
slag is genomen door het mee
werken;
24 februari 1984
- een negende van de winst, maar
niet meer dan 6.276,-, indien
haar werktijd in belangrijke mate
dan wel voor meer dan 525 uur per
jaar in beslag is genomen door het
meewerken.
Hierbij geldt steeds een mininumbe-
drag van ƒ2.617,- als volgens het
vorenstaande het winstgedeelte lager
zou zijn, terwijl het aantal gewerkte
uren wordt beken naar de toestand
gedurende het kalenderjaar; bij een
boekjaar afwijkend van het kalen
derjaar komt de toestand gedurende
het boekjaar hiervoor in de plaats.
Aandacht verdienen nu echter vooral
de tariefgroe. pen met de daarbij be
horende belastingvrije sommen,
welke ingaande 1 januari j.l. ingrij
pend zijn gewijzigd.
Er zijn nu vier tariefgroepen, aange
geven met de cijfers I t/m IV, met
bijbehorende belastingvrije sommen
van resp. ƒ7.662,-, ƒ10.298,-,
13.200,- en 13.200,-.
In beginsel wordt iedereen ingedeeld
in tariefgroep I. Afhankelijk van de
persoonlijke omstandigheden kan
het daarbij behorende vrijgestelde
bedrag worden verhoogd met een
extra belastingvrije som, toeslag ge
naamd. Komt men in aanmerking
voor een toeslag, dan zijn één van de
volgende tariefgroepen van toepas
sing.
Indeling in tariefgroep II vindt plaats
als men aanspraak heeft op een zo
genaamde alleenstaande toeslag of
de bijna - alleenverdienertoeslag.
Tariefgroep III geldt als men aan
spraak heeft op de zogenaamde al
leenverdiener - toeslag en tarief
groep IV vindt toepassing als men
aanspraak heeft op de alleenstaan
de-oudertoeslag.
De systeemwijziging houdt in 't al
gemeen in dat de gehuwde vrouw in
de meeste gevallen minder belasting
gaat betalen en haar man meer. Ge
zamenlijk gaan ze dikwijls meer be
talen.
Heeft de man minder winst en per
soonlijk arbeidsinkomen dan het
minimumbedrag van 2.617,- dat als
meewerkwinst aan de vrouw wordt
toegerekend, dan worden alle in
komsten uit vermogen e.d., de zoge
naamde niet-verzelfstandige inkon-
sten' bij de vrouw belast, omdat
vanaf 1 januari 1984 deze inkomsten
worden belast bij de huwelijkspart
ner met het hoogste persoonlijke ar
beidsinkomen.
Het kabinet is er naar zijn zeggen op
uit de beide bestaande btw-percen-
tages af te schaffen. Dat betekent dus
het laten verdwijnen van het lage vijf
procent- en het hoge negentien pro
centtarief. Daarvoor in de plaats
moet dan een uniforme btw-heffing
van veertien vijftien procent ko
men.
In de agrarische sektor is men daar
fel op tegen. Verreweg de meeste
landbouwprodukten vallen onder
het vijf procent-tarief en verhoging
daarvan tot vijftien procent betekent
dus een forse prijsstijging. De kon
sument moet dan ongeveer tien pro
cent meer voor de voedingsmiddelen
gaan betalen en hoe duurder bij
voorbeeld de kaas en het vlees wordt,
des te minder wordt er gekocht, zo
vrezen de boeren.
Vootzitter Van der Veen van het
Landbouwschap heeft nog een
tweede bezwaar tegen het verande
ren van de omzetbelasting. Hij wijst
op de kostenstijging, die er uit
voortvloeit voor de ondernemers.
Bijna alles wat een boer nodig heeft,
van kunstmest tot en met een krui
wagen, valt nu onder het lage btw-
tarief. Als dat verdwijnt worden die
zaken plotseling tien procent duur
der. Alleen al op de import van vee
voeders scheelt dat per jaar bij be
nadering één miljard gulden.
Losse flodders...
De voorzitter van het Landbouw-
Tenslotte is er nog een opmerking
over het ondernemerschap van de
gehuwde vrouw te maken.
Tot 1 januari 1984 geldt dat de winst
van een voor rekening van gehuwde
vrouw gedreven ondernening bij
haar wordt belast als zij de onderne
ming feitelijk drijft. Zij moet de on
derneming ook wat de uitvoering
van werk betreft betreft, daadwerke
lijk uitoefenen of mede-uitoefenen.
Deze eis van feitelijk drijven is in
gaande 1 februari 1984 vervallen.
Vanaf 1 januari j.l. is het voldoende
dat de onderneming voor haar reke
ning wordt gedreven. Het delen in de
stille reserves en het dragen van on-
dernemersrisiko zou dan voldoende
zijn om haar winst of winstaandeel
zelfstandig te belasten.
schap is verder bang dat de over
schakeling naar één btw-tarief voor
de overheid ook een middel is om
meer belastinggeld binnen te krijgen.
Hij kan zich nauwelijks voorstellen,
dat de hele operatie kostenneutraal
zal verlopen, zoals staatssekretaris
Koning heeft meegedeeld.
Minister Braks laat zich er nog met
over uit of hij vóór of tegen een uni
form btw-tarief is. Uit belastingtech
nische overwegingen is er naar zijn
mening veel voor te zeggen. Maar
aan de andere kant erkent hij, dat
wijziging van het bestaande systeen
verregaande konsequenties kan heb
ben. Voor de diverse sektoren van
het Nederlandse bedrijfsleven kan
het sterk verschillend uitpakken. "In
dat opzicht kan ik me de zorg bij het
Landbouwschap wel voorstellen",
aldus de bewindsman.
Het verhogen van de omzetbelasting
van vijf tot vijftien procent leidt vol
gens de heer Braks niet tot een ver
storing in de konkurrentieverhou-
ding met het buitenland.
Etappes
Om aan dat bezwaar tegemoet te ko
men wil hij een eventueel nieuw btw-
stelsel in etappes invoeren. Daarbij
denkt hij aan een "vrij lange" over
gangsperiode. "De agrarische sektor
mag er niet op achteruit gaan", zo
stelt de minister de boeren bij voor
baat gerust. Wat dat betreft zit hij op
dezelfde lijn als het Landbouwschap.
Voorzitter Van der Veen vindt dat de
zogenaamde landbouwregeling moet
worden aangepast, als er een één
heidstarief in de omzetbelasting
komt. Een uniform btw-stelsel voor
ons land kan een stap vooruit zijn
opweg naar één tarief, dat in alle lan
den van de Europese Gemeenschap
geldt.
"Als je tot harmonisatie in de EG wilt
komen, dan moet je eerst thuis orde
op zaken stellen", aldus minister
Braks.
Zowel aan de regeling voor de in het
bedrijf meewerkende gehuwde vrouw
als aan haar eventueel ondernemer
schap zal in verband met de gewijzig
de bepalingen zeker nog de nodige
aandacht moeten worden besteed.
J. Spijk
Zwaveldioxyde uit o.m. elektrici
teitscentrales tast, met andere stof
fen, niet alleen bossen en bouwwer
ken aan, maar heeft waarschijnlijk
ook negatieve invloed op de land-
bouwoogsten. Onderzoeken van het
Instituut voor Plantenkundig On
derzoek (IPO) wijzen in die richting.
Dit meldt het Zeeuws Agrarisch
Jongeren Kontakt.
Een aantal Zeeuwse jonge boeren
verzamelde dermate belastende ge
gevens dat de officiële boerenorga-
nisaties er niet omheen konden. De
Gewestelijke Raad van het Land
bouwschap in Zeeland ging over tot
protest bij Gedeputeerde Staten die
de rookgassen van de bij Borssele te
bouwen kolencentrale, maar voor de
helft wil ontzwavelen. Uit de verza
melde gegevens blijkt dat zwavel
dioxyde bij hoge koncentraties direkt
schade kan toebrengen aan planten.
De gevolgen kunnen zijn: groeirem-
ming, versnelde verouderingen of
zelfs afsterven. Op deze manier is in
de herfst van 1978 flinke schade
ontstaan aan sla, andijvie, spruit-
kool, boerenkool en prei in het
Westland en Zeeland.
3